![]()
Het team dat coach EnGCatjuh heeft samengesteld, speelt in een ouderwets 4-3-3 systeem. De punt op het middenveld staat naar voren gericht, getuigend van aanvallende intenties. Flitsend vleugelspel is het middel om het doel te bereiken. Met een middenveld dat bestaat uit technisch en tactisch vaardige spelers die het spel goed en snel kunnen verdelen, is een pre. De buitenspelers zijn allebei in staat om een mannetje (of twee) te passeren en de spits is zowel met de voet als met de kop sterk. De nummer 10 wordt ingevuld door een traditionele speler op die positie.
Op doel heeft de coach gekozen voor
Shay Given. Een doelman die wekelijks uitblinkt in de beste nationale competitie van de wereld, weliswaar bij subtoppers, en daardoor ook al eenmaal de titel van beste keeper in deze competitie veroverde. Ook dit seizoen is hij op weg naar deze titel. Dit seizoen is hij de keeper die voor het meeste geld van club gewisseld is. Gebrek aan internationale (lees: Champions League) ervaring is correct, maar zijn fabuleuze reflexen falen nooit. Bovendien heeft hij met zijn land op het WK in Zuid-Korea en Japan bovenmatig gepresteerd.
De achterste vier worden gedragen door de twee centrale verdedigers. De linker is
Aldair. Een monument geworden bij AS Roma, waar zelfs een rugnummer permanent voor hem is gereserveerd, en Brazilië. Ervaring op het hoogste niveau kan hem niet worden ontzegd, met een wereldtitel in 1994 en een tweede plaats in 1998 op zak. De 81 caps voor het grootste voetballand ter wereld sieren zijn naam op. 415 (!) wedstrijden voor AS Roma leverde hem onder andere één nationale titel en één nationale beker op.
De tweede centrale verdediger werd bij het Nederlandse publiek bekend als verdediger bij Willem II, voor welke club hij precies 100 wedstrijden speelde en waarmee hij de Champions League bereikte. Een transfer naar Engeland was zijn beloning, waarna
Sami Hyypiä naar Liverpool vertrok. In de tien jaar dat hij daar nu speelt, heeft hij 312 wedstrijden gespeeld. Op dit moment speelt hij weinig meer bij de club waarmee hij de Champions League won (door zijn leeftijd) en komende zomer vertrekt hij naar Bayer Leverkusen. Voor Finland staat hij inmiddels op 97 caps. Opmerkelijk is overigens dat hij in zijn hele carrière slechts één rode kaart heeft gepakt, en wel voor het stoppen van een doorgebroken Van Nistelrooij.
Linksback in het team van EnGCatjuh staat
Mikaël Silvestre. Geen glamourboy, geen opvallende speler, maar wel een hele nuttige jongen. Internationale ervaring kan hem niet worden ontzegd: 18 wedstrijden voor Internationale (1 seizoen), 249 wedstrijden voor Manchester United (9 seizoenen) en 13 voor Arsenal (1 seizoen). Echter, veelvuldig werd/wordt hij door blessureleed geteisterd. Maar als hij fit is, is hij een zeer nuttige speler. Met vier Premier League titels, één FA Cup en één Champions League, zit zijn prijzenkast zeer vol. Hij is niet de linksback die veelvuldig moet opkomen, hij bewaakt de balans.
De andere back mag wel veelvuldig opkomen.
Markus Babbel won als centrumverdediger en opkomende rechtsback 4 Duitse landstitels, tweemaal de UEFA Cup, één FA Cup en één Europees kampioenschap (en tweede in de Champions League). Zijn rushes zullen een gevaar zijn voor menig oppositie en verdedigend staat hij zeker zijn mannetje. Met zijn 1.91 maakt hij eveneens deel van de luchtmacht van dit team.
De drie-eenheid op het middenveld vindt zijn verdedigende component in de meest veelzijdige speler van de laatste 20 jaar.
Lothar Matthäus wordt verguisd in dit land, maar zijn kwaliteiten staan buiten kijf. Het is iemand waar je een hekel aan hebt, behalve als je hem in je team hebt. Het is gewoon een smiecht, een vervelend mannetje om tegen te spelen. En dat hoef ik gelukkig ook niet. Met zijn passing, positiespel en spelinzicht is hij een perfecte speler in de opbouw. Met zijn tackle kan hij menig aanval van de tegenstander stoppen en als de kans zich voordoet, zal hij zeker een schot op doel lossen. Zijn prijzenkast is te groot om op te noemen, dus dat doe ik maar niet.
Naast Matthäus staat een andere balvirtuoos die de opbouw moet verzorgen.
Josep Guardiola, de huidige coach van Champions League finalist Barcelona, was een briljant speler. Zelden waren er spelers die zó op één lijn zaten met Johan Cruijff als hij. Zijn spelinzicht is geniaal, hij leest het spel als geen ander het kan. Met hem in het team weet je zeker dat de bal bij de voorwaartsen terecht komt.
Hoe zeg je netjes dat een speler lui is? Oh, ik weet het al. Mijn nummer 10 is een typische nummer 10. Eigenlijk is dat precies de manier waarop je
Juan Roman Riquelme moet beschrijven. Laat anderen het vuile werk maar opknappen, dan doet hij wel de positieve dingen. Zijn spelinzicht is, net als bij de andere middenvelders, geniaal. Zijn steekballen zijn fenomenaal, zijn spelhervattingen weergaloos en zijn techniek als fluweel. Door zijn luiheid viel hij niet bij elke coach even goed in de smaak en is zijn clubcarrière nooit echt goed van de grond gekomen, maar elke leek kan zijn wat voor briljante speler dit is.
Op linksbuiten staat Scarface, een speler waar je al bang van wordt als hij naast je in de catacomben staat. Nee, niet om zijn postuur, maar
Franck Ribéry heeft simpelweg geen gezichtje wat je in een donker steegje wil tegenkomen. Een man passeren kan hij, dat is bekend. Zonder hem is het Franse nationale team zelfs als een bij zonder angel. Bij Les Bleus is Ribéry de man waar het om draait, bij mij is hij een van de mensen waar het om draait.
Een van de andere steunpilaren staat aan de andere vleugel. Door veel mensen wordt hij gezien als de beste speler van de wereld en die titel zal hij moeten bewijzen in de komende Champions League finale, waar zowel hij als tegenstrever Messi schitteren. Zijn passeeracties zijn oogstrelend, hij heeft de fysiek van een neger en hij kan scoren. Van zijn zwabberende afstandsschoten wordt menig keeper huilend wakker en hij is kopsterk. Vorig seizoen werd
Cristiano Ronaldo Europees topscorer met in totaal 42 goals in 49 wedstrijden. Een fantastisch aantal voor een spits, een buitenaardse hoeveelheid voor een buitenspeler.
In de spits staat een man die een beetje bleekjes afsteekt tegen de grote namen om hem heen. En dat is ook precies de bedoeling.
Pauleta is niet de man die in dit team in de schijnwerpers moet staan. Hij scoort zijn doelpunten en doet als het nodig is mee aan het positiespel. Hij heeft een leep schot, kan koppen en is gevaarlijk als hij kan worden gevoed met steekballen. Jarenlang was hij steunpilaar van Bordeaux en PSG in Frankrijk, waar hij meerdere malen de topscorerstitel en de prijs voor beste speler van de competitie heeft opgeëist. Als topscorer van het nationale team van Portugal bewijst hij dat hij geen pure clubspeler is.
Moet er nog verder worden uitgewijd over de speelwijze? Er staat een team wat in staat is van zijn eigen kracht uit te gaan. Ribéry en Ronaldo vereisen aandacht van de verdedigende partij, misschien zelfs dubbele of driedubbele mandekking. Pauleta is een sluipmoordenaar die elk dekkingsfoutje tot een doelpunt promoveert en met Riquelme heeft dit team ook in het centrum een gevaarlijke man. Het spel wordt verdeeld door de mensen die ook de aanvallen van de tegenstander onderbreken. Een dubbelfunctie die zowel Matthäus als Guardiola prima kan uitvoeren. Ook fungeren zij als schakelstation tussen verdediging en aanval. Met recht het kloppend hart van dit team. De achterste vier concentreren zich op hun verdedigende taken, hoewel met name Babbel de vrijheid heeft rushes naar voren te maken. Zowel qua lengte, qua fysieke kracht als qua verdedigende kwaliteiten zit het goed. Given heeft zijn fabuleuze reflexen paraat mocht de tegenstander toch een keer doorbreken.
Kortom, dit team is een mix van spelers die nu aan hun top zitten en spelers die hun top net achter de rug hebben. Eén ding hebben ze echter gemeen: het zijn allemaal spelers van wereldklasse.
[ Bericht 0% gewijzigd door EnGCatjuh op 09-05-2009 20:08:38 ]