Woensdag 6 mei; Nīmes – AyresZoals gebruikelijk ben ik als eerste wakker. Na een snelle douche ga ik naar buiten. Op een meter of 50 van het hotel zit een winkeltje waar ze ook internettoegang aanbieden. Jullie hebben het resultaat met het AZERTY-toetsenbord kunnen lezen. Op de weg terug naar het hotel belt Costa me. Hij is ook klaar voor het ontbijt.
Op het pleintje waar we de avond ervoor hebben gezeten zit ook een Salon de Thé. Daar dobbelen we een ontbijt met een viennoiserie. Deze ochtend hebben we de tijd om Nīmes te bekijken. Volgens de dobbelworp van de Vlaamse moeten we eerst naar Le Jardin de la Fontaine. Dat zit niet ver van waar we op dat moment zijn.
De tuinen beginnen hier bij de fontein en lopen de heuvel op naar de Tour Magne, een toren uit de tijd van de Romeinen. Links, maar niet te zien op de foto zit de Tempel van Diane. We dobbelen erom of we ook nog de Tour Magne beklimmen. Even is ja, oneven is nee.
Het uitzicht over de stad is fenomenaal en gelukkig zijn we de eerste toeristen van de dag. Eenmaal beneden stroomt een bus Duitse 55-plussers binnen. Wij beginnen aan de afdaling naar het Maisson Carrée, de Romeinse tempel. Onderweg stoppen we nog om even plaats te nemen op het terras van Hotel Royal waar we een ijsthee en een appelsap dobbelen. Het Maisson Carrée valt wat tegen. Binnen krijgen we een 3D-film te zien over de helden van Nīmes met een voorspelbare uitkomst. De buitenkant van de tempel ziet er wel schitterend uit. Vanaf de tempel lopen we rechtstreeks naar het amfitheater. Het filmpje hebben jullie al gezien.
Helaas konden we het middenterrein niet bereiken. Op de laatste foto kun je de Tour Magne zien vanuit de top van het amfitheater.
Op de weg terug naar het hotel merken we dat het tijd is voor een lichte lunch. Een croque moet daar wel aan voldoen. We gaan zitten bij een lunchzaak en de kaart biedt 3 soorten croques:
1-2 Croque Monsieur (de traditionele variant)
3-4 Croque Madame (de traditionele variant met een spiegelei erop)
5-6 Croque Berger (de voor ons onbekende variant)
Costa dobbelt voor ons beiden:
De Croque Berger blijkt geen lichte kost. Bedenk een Croque Monsieur en doe daar een ferme laag bechamelsaus over. En extra kaas. En daarnaast patat met salade.
Teruglopend in de zon naar het hotel komen we langs een winkeltje met alleen maar hoofddeksels. Geen overbodige luxe, dus we gaan naar binnen. Het resultaat van de dobbelsteenactie daar, hebben jullie al kunnen zien in het filmpje van Vichy. Mocht je dat gemist hebben, wees niet getreurd: er volgen foto's.
Als we Nīmes uitrijden lees is ik in de reisgids dat ten zuiden van Nīmes meer Romeinse ruļnes te vinden zijn in het plaatsje Ambrussum. Het einddoel van de dag is Millau dat een kilometer of 100 ten westen van Nīmes ligt. De dobbelsteen beslist in het voordeel van de Romeinen:
Conclusie: Moeilijk te vinden en de omweg niet waard. We draaien de auto om en rijden weg richting het noordwesten, naar het Parc National des Cévennes en Mont Aigoual. In het plaatsje Ganges hebben we weer een keuze. Volgens de reisgids zijn er twee toeristische trekpleisters in de buurt die een omweg betekenen. De opties voor de dobbelsteen:
1-2 Direct over de Mont Aigoual en dan naar Millau.
3-4 Klein stukje om via Grotte des Demoiselles en dan over de Mont Aigoual.
5-6 Groot stuk om via Cirque de Navacelles en dan over de Mont Aigoual.
We gooien een 5 en moeten dus weer de langere omweg volgen. Hopelijk is dit wel de extra kilometers waard.
Om bij het Cirque de Navacelles te komen, moeten we door de Gorges de la Vis. Deze route alleen is al de extra kilometers waard. En op de rit zelf komen we vrijwel geen anderen tegen. Niet voor de eerste keer en zeker niet voor de laatste keer vragen we ons af wat de anderen wel weten dat wij niet weten. Kennelijk niets:
Het Cirque de Navacelles is een natuurlijke piramide in het midden van een bocht in de rivier die duizenden jaren terug een andere loop heeft genomen. Volgens de reisgids is de weg naar het noorden naar Le Vigan aan de voet van Mont Aigoual bezaaid met stenen cirkels, maar die hebben wij niet gezien.
De middag loopt al bijna ten einde en we staan in Le Vigan voor de keuze. Hier iets zoeken om te overnachten (1-3), of aan de andere kant van de berg (4-6).
Dit is de top van Mont Aigoual. Dit is tevens de hoed uit Nīmes. En ik wijs naar Amsterdam.
En dit is Costa die zich vermaakt in de sneeuw:
We rijden de berg af aan de noordzijde. Rond een uur of zes rijden we het dal van rivier de Jonte in. Daar worden we opgehouden:
Meyrueis, de volgende plaats van enige omvang, is maar een paar kilometer verderop. We hebben dus de tijd. Tevens is het een goed moment om de dobbelsteen te laten beslissen het hoeveelste bord naar een hotel / chambre d'hote / auberge we gaan volgen. Ik gooi een 1. Blij toe, want we hebben geen idee hoeveel mogelijkheden we zullen tegenkomen. Vol verwachting gaan we wat bochten om, maar geen borden. En dan zien we er één!
Chāteau d'Ayres. Tevens driesterrenhotel.
Slapen in een hotel dus. Bij de receptie vragen we om een kamer met twee bedden. Alleen de suite blijkt te voldoen:
En dat voor ¤ 165 exclusief ontbijt. Dure grap van de dobbelsteen.
.
Om de kosten van de overnachting enigszins te compenseren gaan we de stad in om wat te eten. Costa nummert de restaurants die hij ziet en gooit een 2. Restaurant Sully & Rennaisance, dat gerund wordt door een dame die volgens onze fantasie eind jaren '80 de plaatselijke miss-verkiezing domineerde. De volgende worp bepaalt dat we een regionaal menu voorgeschoteld gaan krijgen. Vooraf dobbelen we beiden de salade met walnoten en Roquefort
, costa's hoofdgerecht is de forel, entrecote de mijne. De prijs – kwaliteit verhouding is dik in orde. Als nagerecht heeft costa de Ile flotante (vla met slagroom en limonade) en ik het kaasplankje. Voor in totaal ongeveer ¤ 30 hebben we beiden goed gegeten en gedronken. Gelukkig is het ook al erg laat, want het dorp is uitgestorven. De bedden in het kasteel lonken.
[ Bericht 0% gewijzigd door UIO_AMS op 22-05-2009 16:35:12 ]