In de eerste plaats zijn er principële verschillen tussen de immigratie nu in Nederland en de instroom van Joden en Arabieren indertijd in Palestina.
De instroom in Nederland loopt grotendeels volgens de regels die wij zelf opgesteld hebben, dus is legaal (grotendeels tenminste!). De afgelopen 40 jaar is het aandeel niet-westerse allochtoon opgelopen van bijna 0 naar ongeveer 10 %. (Of was dat nou 5 % niet-westers en 5 % westers? Dat vergeet ik steeds.) Hoe dan ook: er zijn ongeveer 0,85 miljoen moslims in Nederland en dat in elk geval is maar 5 % van de hele bevolking.
Indertijd, tot aan pakweg 1940, is in 40 jaar tijd het aandeel Joden in Palestina opgelopen van pakweg 5 % naar rond de 30 of zelfs 35 %. Tegelijkertijd zijn er Arabieren naar de regio gegaan. Met name de Joden zijn tegen de geldende regels in, dus illegaal, het land ingekomen en vormden al snel knokploegen/milities en bezondigden zich aan aanslagen tegen de Britten. De toestroom van Joden is dus echt aanzienlijk groter geweest dan de toestroom van buitenlanders en moslims in het bijzonder nu naar Nederland. En als sommige gifkikkers deze toestroom al een tsunami noemen, hoe moeten we de overspoeling van Palestina dan noemen? En hier is er een (1) dode te betreuren en zijn er twee (2) mensen direct bedreigd. Hoe moeten we de aanslagen indertijd in Palestina dan vinden?
Overeenkomsten zijn er ook: vooral het verschil in cultuur tussen de bewoners en de nieuwkomers is in beide processen erg groot.
Dit over de omvang en aard van het verschijnsel.
Wat betreft de sympathie voor zowel buitenlanders als Palestijnen in mijn persoonlijke geval. Ik heb de neiging om meer sympathie te voelen voopr de zwakkeren dan voor de sterkeren in een samenleving. De sterkeren kunnen heel goed voor zichzelf zorgen en hebben de natuurlijke neiging, om hun kansen te grijpen met voorbijzien van de belangen van de zwakkeren. Onder het motto: "Wat ik kan, moeten zij ook maar kunnen." Of simpelweg ervan uitgaand, dat anderen net zo handig zijn als zijzelf. Dat valt ze eigenlijk ook amper te verwijten en ik doe het zelf net zo hard, maar ik vind dat compassie met de zwakkere moreel wenselijk is.
Op dit moment hebben allochtonen het moeilijk in Nederland, om diverse redenen en door verschillende oorzaken. Deels kunnen ze daar zelf veel aan doen, deels verdienen ze hulp en in elk geval een open houding van ons. Dat is ook in ons eigen belang: een tandarts die niet achter een boor maar achter een taxistuur zit, is verspilling.
Wat betreft de overspoeling van Nederland en het wegvagen van onze eigen cultuur: daar ben ik niet zo bang voor. De cultuur die ik nu ervaar is al heel anders dan die uit mijn jeugd en ik zie niet wat daar erg aan is. Alles verandert, maar dat is toch niet erg? En voorzover het wel erg blijkt te zijn: dan doen we er toch wat aan. Als gristelijke warhoofden een folder in mijn bus doen (wat ze helaas nog niet gedaan hebben), fileer ik die, indien nodig. Als moslims me zouden willen bekeren, kunnen ze antwoord krijgen. Voorlopig dreigt er eerder een tsunami van lege witbollen dan van moslims.
Zoals al eerder gezegd: in mijn jeugd had ik het beeld van een bedreigd en klein Israel, dat zich dapper verweerde tegen zijn belagers en ondertussen manmoedig de woestijn tot bloei bracht en tegelijk bevlogen sociale vernieuwingen uitvoerde.
Vooral na 1967 kwam aan het licht, dat Israel een lokale grootmacht was en de Palestijnen rücksichtlos onderdrukte en afkneep. Waarbij het bovendien het eigen belang schaadt, want door die reflexmatige vijandige houding maakt de regering/staat het land Israel tot een gehaat en veracht land en kweekt het vooral vijanden. Wie nu nog durft te stellen dat Israel in zijn bestaan bedreigd wordt, maakt zichzelf belachelijk.
Nu ik wat meer van de geschiedenis van Palestina leer, zie ik dat er een erg snelle en agressieve instroom van Joden is geweest, die al snel op verzet stuitte van de lokale bevolking. Zelfs als ik me onthoud van een oordeel over de rechtvaardiging van die snelle instroom, kan ik gewoon constateren dat die onvermijdelijk wel tot problemen moest leiden.
Ik stel dus, op grond hiervan, een andere waterscheiding voor. Niet die tussen mensen die immigranten verwelkomen en zij die immigranten wegwensen. Maar die tussen mensen die andere mensen en andere culturen afwijzen en mensen die daar open voor staan.
De eersten wijzen instroom van vreemden af en verweren zich tegen hen. En als ze de macht hebben, beperken ze rechten.
De tweeden staan open voor instroom van vreemden en leren van hen. En als ze de macht hebben, geven ze ruimte.
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten!
Onderschat nooit de kracht van domme mensen in grote groepen!
Der Irrsinn ist bei Einzelnen etwas Seltenes - aber bei Gruppen, Parteien, Völkern, Zeiten die Regel. (Friedrich Nietzsche)