Het ontstaan van
IJzel:
quote:
Het ijslaagje kan zich op verschillende manieren vormen, meestal aan het eind van een vorstperiode, wanneer de grond bevroren is. Dat is goed mogelijk omdat de grond vaak langer koud blijft dan de lucht die erover stroomt. Een dooiaanval begint meestal op enige honderden meters hoogte, waar de minder koude lucht binnenstroomt. De koudere vrieslucht heeft door haar lagere temperatuur een groter gewicht dan de zachtere lucht. Daardoor weet de vorst zich aan het aardoppervlak het langst te handhaven.
De neerslag valt dan in de vorm van regen uit de zachte lucht, maar de druppels koelen onderweg in de koude lucht weer af. Zodra de regen de koude grond of voorwerpen daarop bereikt, bevriezen de druppels. Het ijs dat zo ontstaat, wordt ijzel genoemd. Bevriest de regen al eerder, dan spreekt men van ijsregen. Het resultaat is hetzelfde: ook ijsregen kan aan de grond vastvriezen en een ijslaagje vormen. IJsregen kan ook als "ronde knikkertjes" (hagel) op de bodem vallen en wegrollen.
Het ontstaan van
Sneeuw:
quote:
Bij temperaturen onder het vriespunt vormt sneeuw zich wanneer waterdampmoleculen tot ijskristallen verrijpen. Dit proces vindt vooral plaats tussen -5 en -20 °C en optimaal bij een temperatuur rond -12 °C. Bij deze waarde is het verschil in de dampdruk t.o.v. water en ijs het grootst en vinden er transporten van waterdampmoleculen van onderkoelde waterdruppels naar vrieskernen plaats. Deze vrieskernen dienen als katalysator en brengen de bevriezing versneld op gang. Door botsingen onderling en op de weg naar beneden groeien deze ijsdeeltjes geleidelijk aan tot sneeuwkristallen. Deze kunnen allerlei vormen hebben, maar ze zijn altijd zespuntig, zoals goed te zien is in de foto's die de amateurwetenschapper Wilson Bentley al in 1902 maakte.
Wanneer het waait, klitten de sneeuwkristallen, vaak in de vorm van sterren, op hun weg naar de aarde samen en vormen een vlok. Zo'n vlok bestaat uit wat ijs en heel veel lucht tussen de ijsnaaldjes, zo ongeveer als een kussen vol veren met lucht ertussen. Vlokken zijn onregelmatig, klein of groot, maar wanneer het windstil is, dwarrelen ze één voor één naar beneden. Vlokken vormen zich met name in voldoende vochtige lucht die niet al te koud is. Bij vrij lage temperaturen in drogere lucht vallen dikwijls losse sneeuwkristallen. In de poolstreken komt dit vaak voor.
Wullie bin KOEL ©
SonealWhy be difficult when, with a bit of effort, you could be impossible
?