abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_85085800
09-08-2010

Meisjes puberen steeds eerder

NEW YORK - Meisjes komen steeds jonger in de puberteit. Tegenwoordig hebben meer meisjes van 7 en 8 jaar oud al borsten, een van de tekenen van puberteit, dan vroeger. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek, waarvan de bevindingen maandag zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Pediatrics.

Voor het onderzoek bestudeerden de wetenschappers meer dan 1200 meisjes in de Amerikaanse steden New York, Cincinnati en San Francisco. Ze ontdekten grote verschillen tussen de etnische groepen in de VS. Zo heeft bijna een kwart van de zwarte meisjes van 7 jaar oud al borsten, tegen een op de zes Latijns-Amerikaanse meisjes en een op de tien blanke meisjes.

Op 8-jarige leeftijd heeft al bijna de helft van de zwarte meisjes, een op de drie Latijns-Amerikaanse meisjes en een op de vijf blanke meisjes borsten.

De wetenschappers maken zich zorgen over de cijfers. Meisjes die vroeg beginnen te menstrueren, een ander teken van puberteit, lopen namelijk meer risico later borstkanker en baarmoederkanker te krijgen, is uit eerder onderzoek gebleken.

(Volkskrant)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_85218345
12-08-2010

Van Afrika tot in Amerika

DNA-onderzoek naar de afstammingsgeschiedenis van de mens
De mysteriën rond de afkomst van de mens zijn ontrafeld. Ons eigen DNA wijst uit dat onze herkomst in Afrika ligt. Daar leefden de genetische Adam en Eva die via verre reizen uiteindelijk de hele wereld bevolkten.

De wijk Astoria in Queens, New York, is een van de meest etnisch diverse gemeenschappen op aarde. Op het dertigste Avenue Street Festival in juli 2008, ontmoeten mensen met alle mogelijke verschillende huidskleuren en afkomsten elkaar. Tussen de menigte loopt ook antropoloog en geneticus Spencer Wells. Regelmatig stopt hij om met mensen te praten. En doet de gelegenheid zich voor, dan vraagt hij zijn gesprekspartners of ze wat celletjes uit de binnenkant van hun wang kunnen missen.

In dit Engelstalige filmpje legt Spencer Wells uit wat het ‘Genographic Project’ precies inhoudt. Vier New Yorkers doen mee aan het onderzoek en ontdekken welke reis hun voorouders hebben afgelegd.

De afgelopen vier jaar hebben Wells en zijn collega’s van het ‘Genographic Project’ de hele wereld over gereisd om DNA te verzamelen van honderden verschillende volkeren en stammen. Door al dat DNA met elkaar te vergelijken, proberen Wells en zijn team de oeroude geschiedenis van de migratie van de mens terug te voeren naar de plaats en tijd waar het allemaal begon. “Wereldwijd zijn er elf onderzoekscentra van waaruit we werken. We gaan op bezoek bij inheemse bevolkingen die lange tijd op dezelfde plaats hebben geleefd. Het DNA van deze stammen is relatief puur gebleven. Ze vormen een gesloten groep.”

Volgorde van basenparen
Genografie is de -nog jonge- tak van wetenschap die onderzoek doet naar onze afstammingsgeschiedenis door het DNA van verschillende groepen mensen te vergelijken.

Het DNA bevat de erfelijke informatie van een persoon en ligt in de kern van de menselijke cel op de chromosomen. Een DNA-streng bestaat uit nucleotiden: bouwblokjes met een suikergroep, een fosfaatgroep en een base. Er zijn vier verschillende basen, namelijk adenine, cytosine, guanine en tyrosine. Een mens heeft zo’n drie miljard basenparen in zijn DNA. Aan de hand van de volgorde van die basenparen kan bijvoorbeeld bepaald worden of iemand familie van je is en waar je verre voorouders vandaan komen.

Lees ook het Kennislinkdossier over DNA

Bij mensen onderling is 99,5 procent van het DNA hetzelfde. Die halve procent verschil komt door variatie binnen de basenparen. Bij het kopiëren van DNA kan een base per ongeluk worden vervangen door een andere base. Zo onstaat een SNP (spreek uit: snip), wat staat voor single nucleotide polymorphism. SNP’s worden doorgegeven van de ene generatie naar de volgende. Om te bepalen welke SNP’s iemand van zijn voorouders heeft gekregen, wordt er bij mannen gekeken naar het DNA van het Y-chromosoom en bij vrouwen naar het mitochondriaal DNA.

Genetische landkaart
Van New York tot afgelegen Afrikaanse dorpjes, van het Midden-Oosten tot Zuid-Amerika, overal is DNA verzameld. Zo kon het team van Wells een genetische landkaart maken van de hele wereld. Daarop zijn haplogroepen te zien. Een haplogroep wordt gevormd door mensen die in hetzelfde gebied wonen en dezelfde soort SNP’s hebben.

Een voorbeeldje. Stel: Nederlandse mannen hebben allemaal 27 heel specifieke SNP’s op hun Y-chromosoom, en mannen in het Midden-Oosten hebben er daarvan 22. Dat betekent dat er in het verre verleden een volk vanuit het Midden-Oosten richting het westen is getrokken. Onderweg naar Nederland zijn er bij de mannen nog vijf SNP’s ontstaan. Dit wordt ook ondersteund door archeologische vondsten van menselijke botten. In Ethiopië zijn veel oudere botten gevonden dan in het Midden-Oosten, en in het Midden-Oosten weer oudere botten dan in Europa.


Een genetische landkaart, gebaseerd op mitochondriaal DNA. De witte rondjes met letters geven de haplogroepen weer. De gekleurde cirkels verraden de ouderdom van die groepen. Afbeelding: © Wikimedia Commons

Door te kijken naar het DNA van populaties van over de hele wereld en zo alle SNP’s in kaart te brengen, is dus te zien hoe de verschillende haplogroepen over de wereld zijn gereisd. Wat blijkt nu, elk Y-chromosoom en elk stuk mitochondriaal DNA is terug te voeren naar Afrika. De moderne mens, of Homo sapiens, ontstond daar ongeveer 200.000 jaar geleden en heeft vervolgens de rest van de wereld bevolkt.


Genetische Adam en Eva leken waarschijnlijk helemaal niet op hun bijbelse evenbeeld. Afbeelding: © Wikimedia Commons

Adam en Eva
Het ontstaan van SNP’s is zeldzaam. Daarom zijn alle SNP’s terug te voeren naar de persoon die de verandering voor het eerst in zijn of haar DNA kreeg: de genetische Adam of Eva. Iedere man op aarde heeft het Y-chromosoom van ‘Y-chromosomale Adam’, dat al tienduizenden jaren wordt doorgegeven. Hetzelfde geldt voor vrouwen. Zij stammen allemaal af van ‘mitochondriale Eva’. De genetische Adam en Eva leefden in Afrika en waren waarschijnlijk helemaal niet zo bleek en blank als hun bijbelse evenbeeld.

Ieder mens dat nu op aarde rondloopt is een afstammeling van deze genetische Adam en Eva. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er nooit andere mensen zijn geweest. Maar hun afstammelingen zijn uitgestorven, mogelijk door ijstijden (of ijsberen). De genetische Adam en Eva zijn de enige twee individuen die een ononderbroken afstammingslijn van zonen en dochters hebben. Het DNA van deze twee mensen heeft de hele menselijke geschiedenis doorstaan, en is nu nog in ons allen aanwezig.

Bronnen
•Levy S e.a. The diploid genome sequence of an individual human PLoS Biology 5(10), 2007
•Cargill M e.a. Characterization of single-nucleotide polymorphisms in coding regions of human genes Nature Genetics 22(3):231 – 238, 1999
•Kelly Owens en Mary-Claire King Genomic views of human history Science 286:451 – 453, 1999

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_85230559
quote:
Newts' Ability To Regenerate Tissue Replicated In Mouse Cells By Stanford Scientists

STANFORD, Calif. — Tissue regeneration a la salamanders and newts seems like it should be the stuff of science fiction. But it happens routinely. Why can't we mammals just re-grow a limb or churn out a few new heart muscle cells as needed? New research suggests there might be a very good reason: Restricting our cells' ability to pop in and out of the cell cycle at will — a prerequisite for the cell division necessary to make new tissue — reduces the chances that they'll run amok and form potentially deadly cancers.

Now scientists at the Stanford University School of Medicine have taken a big step toward being able to confer this regenerative capacity on mammalian muscle cells; they accomplished this feat in experiments with laboratory mice in which they blocked the expression of just two tumor-suppressing proteins. The finding may move us closer to future regenerative therapies in humans — surprisingly, by sending us shimmying back down the evolutionary tree.

"Newts regenerate tissues very effectively," said Helen Blau, PhD, the Donald E. and Delia B. Baxter Professor and a member of Stanford's Institute for Stem Cell Biology and Regenerative Medicine. "In contrast, mammals are pathetic. We can regenerate our livers, and that's about it. Until now it's been a mystery as to how they do it."

Blau is the senior author of the research, which will be published in Cell Stem Cell on Aug. 6. Kostandin Pajcini, PhD, a former graduate student, and Jason Pomerantz, MD, a former postdoctoral scholar in Blau's laboratory, are primarily responsible for the work and are first author and co-senior author, respectively.

Although there's been a lot of discussion about using adult or embryonic stem cells to repair or revitalize tissues throughout the body, in this case the researchers weren't studying stem cells. Instead they were investigating whether myocytes, run-of-the mill muscle cells that normally don't divide, can be induced to re-enter the cell cycle and begin proliferating. This is important because most specialized, or differentiated, cells in mammals are locked into a steady state that does not allow cell division. And without cell division, it is not possible to get regeneration.

In contrast, the cells of some types of amphibians are able to replace lost or damaged tissue by entering the cell cycle to give rise to more muscle cells. While doing so, the cells maintain their muscle identity, which prevents them from straying from the beaten path and becoming other, less useful cell types.

Pomerantz and Blau wondered if it could be possible to coax mammalian cells to follow a similar path. To do so, though, they needed to pinpoint what was different between mammalian and salamander cells when it comes to cell cycle control. One aspect involves a class of proteins called tumor suppressors that block inappropriate cell division.

Previous research had shown that a tumor suppressor called retinoblastoma, or Rb, plays an important role in preventing many types of specialized mammalian cells, including those found in muscle, from dividing willy-nilly. But the effect of blocking the expression of Rb in mammalian cells has been inconsistent: In some cases it has allowed the cells to hop back into the cell cycle; in others, it hasn't.

The researchers employed some evolutionary detective work to figure out that another tumor suppressor called ARF might be involved. Like Rb, ARF works to throw the brakes on the cell cycle in response to internal signals. An examination of the evolutionary tree provided a key clue. They saw that ARF first arose in chickens. It is found in other birds and mammals, but not in animals like salamanders nestled on the lower branches. Tellingly, it's also missing in cell lines that begin cycling when Rb is lost, and it is expressed at lower-than-normal levels in mammalian livers — the only organ that we humans can regenerate.

Based on previous investigators' work with newts, Blau said it "seemed to us that they don't have the same limitations on growth. We hypothesized that maybe, during evolution, humans gained a tumor suppressor not present in lower animals at the expense of regeneration."

Sure enough, Pajcini and Pomerantz found that blocking the expression of both Rb and ARF allowed individual myocytes isolated from mouse muscle to dedifferentiate and begin dividing. When they put the cells back into the mice, they were able to merge with existing muscle fibers — as long as Rb expression was restored. Without Rb the transplanted cells proliferated excessively and disrupted the structure of the original muscle.

"These myocytes have reached the point of no return," said Blau. "They can't just start dividing again. But here we show that temporarily blocking the expression of just two proteins can restore an ancient ability to contribute to mammalian muscle."

The key word here is "temporarily." As is clear from the mouse experiments, blocking the expression of tumor suppressors in mammalian cells can be a tricky gambit. Permanently removing these proteins can lead to uncontrolled cell division. But, a temporary and well-controlled loss — as the researchers devised here — could be a useful therapeutic tool.

The research required some sophisticated technology to separate individual myocytes from one another for study. To do so, Pajcini traveled to Munich to learn how to optimize a technique normally used on cryopreserved and fixed tissue sections — "laser micro-dissection catapulting" — for use with living cells. But the effort paid off when he was able to prove conclusively that once the expression of the two proteins was blocked, individual live cells were, in fact, dividing in culture.

Next, the researchers would like to see if the technique works in other cell types, like those of the pancreas or the heart, and whether they can induce it to happen in tissue at sites of injury. If so, it may be possible to trigger temporary cell proliferation as a means of therapy for a variety of ailments.

In addition to Blau, Pajcini and Pomerantz, other Stanford researchers involved in the study include senior research scientist Stephane Corbel, PhD, and assistant professor of pediatrics and genetics Julien Sage, PhD. Pajcini is now at the University of Pennsylvania, and Pomerantz is an assistant professor of surgery at the University of California-San Francisco.
Volkorenbrood: "Geen quotes meer in jullie sigs gaarne."
pi_85337892
15-08-2010

De evolutie van technologie

Afstudeerder in Media Technology Ella Keijzer laat zien hoe technologie zichzelf evolueert en creëert.

Waarschuwing: machemes zijn een nogal wetenschappelijk onderwerp. De studie Media Technology aan de Universiteit Leiden doet wetenschappelijk onderzoek door bijvoorbeeld zelf dingen te maken, zoals Ella Keijzer deed. Haar Rise of the Machemes laat zien dat de evolutie volgens Darwin niet voorbehouden is aan mens of dier maar ook door technologie doorlopen wordt.

'Waar mensen genen hebben, zeg ik dat machines machemes hebben', aldus Ella Keijzer. Door simpele software te schrijven en die in de oceaan van online informatie te gooien, bewijst ze dat techniek vanzelf gaat evolueren. 'We hebben zoveel techniek en algoritmen gecreëerd waarvan we niet meer weten dat ze bestaan, dat er spontane gevolgen zijn.'

De experimentjes bestaan uit twitterbotjes die bijvoorbeeld dingen die ze elders op Twitter hebben gevonden tegen andere accounts zeggen. Zoals @goedenacht en @hoerajarig. Ze leiden een eigen leven en lokken reacties uit en creëren zo een heel eigen wereld.

Hieronder een bloemlezing van een aantal botjes, hun uitspraken en de reacties van echte mensen op hun tweets.

(bright.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  maandag 16 augustus 2010 @ 09:26:47 #255
150517 SpecialK
No hesitation, no delay.
pi_85338603
Heb je toevallig een directe link naar dat artikel? Ik ben wel benieuwd naar de bloemlezingen?
Health In Harmony is een non-profitorganisatie die regenwoudgemeenschappen helpt met gezondheidszorg en duurzame inkomens in ruil voor bosbescherming, en zo tegelijk klimaatverandering en armoede aanpakt. - https://www.healthinharmony.org/
pi_85338711
quote:
Op maandag 16 augustus 2010 09:26 schreef SpecialK het volgende:
Heb je toevallig een directe link naar dat artikel? Ik ben wel benieuwd naar de bloemlezingen?
Jazeker :)

http://www.bright.nl/de-evolutie-van-technologie
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_85617602
quote:
Migratory species get wanderlust mostly from social cues

By Casey Johnston | Last updated about 18 hours ago

Birds and other migrating species may be as dependent on social networks as we are, according to a study released by PNAS on Monday. By studying migration simulations of everything from bison to bacteria, a team of researchers found that very few individuals in a group migrate because of environmental cues. Most are just following the leader, which may be the reason many species eventually stop migrating as their habitable areas become more distant and fragmented.

Modeling the migration process of a few different species suggested to the authors that an impulse to migrate can be motivated by two things. One is termed a "gradient," and consists of whatever factors we normally think spurs a flock or herd of animals to migrate: a drop or rise in temperature, diminishing of food sources, and so on.

The second motivation was much larger, and unexpected by the authors. It seemed many organisms had little or no sense of the first type of motivator, the gradients. Instead, they relied on social interaction to tell them when wanderlust was the prevailing sentiment in the herd or flock. They deferred to the few members of the group that were sensitive to gradients, and followed the ad-hoc leaders to their new habitat.

While humans are intimately familiar with the follower-leader relationship, the phenomenon may be relatively new in migratory animal behavior. The authors think the mix of social and gradient factors may explain the issue of habitat fragmentation, where animals that have to travel increasing distances eventually stop migrating altogether.

The problem may be that the group leaders, who are a small minority in migratory groups, are eventually unable to rise to the occasion. They no longer detect gradients and are loath to risk leading their peers to increasingly distant areas. With no leaders to latch on to, the group becomes locked down to one area.

Loss of migratory ability is often long-lived or permanent, and can change the evolutionary path of many organisms. Considering both this social reliance on leaders with increased habitat destruction and habitat fragmentation, the authors expect declines in migratory species.
http://arstechnica.com/sc(...)from-social-cues.ars
pi_85635649
23-08-2010

Supersnelle evolutie van de aardmuis

Aanpassing is vaak noodzakelijk om te overleven. Zo ook voor de aardmuis op eilandjes in de Baltische Zee vlakbij het Zweedse vasteland. In 500-1000 jaar werden ze bijna tweemaal zo zwaar en kregen grotere poten ten opzichte van hun soortgenoten op het vasteland.

Als dieren geïsoleerd raken, kunnen er rare dingen gebeuren. Denk aan dwergolifanten, reuzenratten en de Floresmens (Homo floresiensis) op eilanden. De snelheid van evolutie is gemiddeld hoger dan die van zoogdieren op het vasteland. Scandinaviërs onder aanvoering van Anders Forsman hebben nu wel iets heel spectaculairs ontdekt. Aardmuizen op eilandjes in de Baltische Zee ten oosten van Stockholm evolueerden zelfs twee- tot vijfmaal zo snel als het gemiddelde eilandzoogdier.

De onderzoekers kwamen tot die conclusie door aardmuizen (Microtus agrestis) van twee plaatsen op het Zweedse vasteland te vergelijken met die op zes eilandgroepen. De eilandgroepen liggen op verschillende afstanden tot het vasteland.


De twee plaatsen op het vasteland en het vierkant met daarin de zes eilandgroepen waarvandaan aardmuizen zijn bestudeerd. Afbeelding: © Google Earth

.Eilanden
De eilanden zijn relatief jong: zo’n 500-1000 jaar geleden zijn ze boven de waterspiegel komen te liggen door (isostatische) opheffing. Al gauw kwamen de muizen ook op de eilanden terecht door bijvoorbeeld te zwemmen of door mee te dobberen op een object zoals hout.

De muizen op de eilanden en het vasteland waren niet dezelfde zo realiseerden Anders Forsman en Torbjörn Ebenhard zich al in 1985: “We ontdekten al snel dat de muizen op de eilanden veel groter waren dan de muizen van dezelfde soort op het vasteland en dus waren we nieuwsgierig waarom dat zo was”, vertelt Forsman aan Kennislink. “De eilandengroep bood een geschikte omgeving voor studies over ecologie en evolutie.” Nadat Forsman zich eerst richtte op zwarte adders keek Forsman decennia later samen met Juha Merilä (University of Helsinki) nog eens naar de dataset. Zo kwam het project over de aardmuis op gang.


Een aardmuis in de Kaapse bossen in de provincie Utrecht. Afbeelding: © Creative Commons

.Evolutie
Niet alleen bleken de muizen op de eilandgroepen veel groter, maar ook hadden ze grotere poten ten opzichte van hun lichaamsgewicht in vergelijking met soortgenoten op het vasteland. Forsman en collega’s vonden grotere muizen met grotere poten op eilandgroepen die geïsoleerder lagen en verder van het vasteland verwijderd waren. Waarom? Het drijvend vermogen van grotere muizen is hoger en ze hebben minder kans op onderkoeling; met grotere poten kunnen ze beter zwemmen, zeer handig in een archipel.

De vraag is of de muizen op eilanden anders zijn omdat ze zich tijdens hun leven hebben aangepast aan de omgeving of dat ze al aangepast zijn bij hun geboorte (dus genetisch). Forsman: “We baseren ons niet alleen op in het wild gevangen muizen, maar ook op gefokte muizen uit het laboratorium. Hierdoor kunnen we aantonen dat de verschillen in de muizenpopulaties tenminste gedeeltelijk genetisch zijn, en dus evolutionair.”

De snelheid van evolutie bepalen wetenschappers in darwins. Zo ook Forsman en collega’s. Ze kwamen uit op 100-250 darwins voor de aardmuizen op de eilanden, veel meer dan de gemiddelde 53 darwins voor zoogdieren op eilanden! Forsman: “Ik denk dat de ongewoon snelle veranderingen in de muizen (bijna twee keer zo zwaar in 500-1000 jaar) de theorie verstekt dat evolutie veel sneller kan plaatsvinden dan gedacht.” Deze studie is dus weer een bewijs vóór de evolutietheorie.

Referentie:
Forsman et al., 2010. Phenotypic evolution of dispersal-enhancing traits in insular voles. Proceedings of the royal society B (online publikatie)

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  dinsdag 24 augustus 2010 @ 16:42:06 #259
36858 Semisane
Iemand nog een koekje?
pi_85652434
Persoonlijk ben ik niet echt onder de indruk van de onderstaande argumenten die men gebruikt, maar kan ook het originele artikel in Biology letters vinden waarin wellicht de argumenten beter zijn onderbouwd.

quote:
'Evolutietheorie van Darwin klopt niet'

Uitgegeven: 24 augustus 2010 11:26
Laatst gewijzigd: 24 augustus 2010 11:26

AMSTERDAM - De bedenker van de evolutietheorie Charles Darwin had het mis toen hij beweerde dat competitie de belangrijkste drijfveer achter het evolutieproces was. Dat beweren Britse wetenschappers in een nieuwe studie.

Volgens onderzoekers van de Universiteit van Bristol is niet de competitie tussen de soorten doorslaggevend voor het evolutieproces, maar de leefruimte die een soort heeft. De juistheid van de beroemde term ‘survival of the fittest’ van Charles Darwin wordt daarmee in twijfel getrokken.
De wetenschappers komen tot hun opmerkelijke conclusies in het wetenschappelijk tijdschrift Biology Letters. Ze hebben voor hun onderzoek evolutionaire patronen bestudeerd in de afgelopen 400 miljoen jaar op basis van fossielen.

Vliegen

Als bewijs voor de nieuwe theorie over het belang van leefruimte wordt de evolutie van vogels genoemd. Volgens de Britse wetenschappers kwam de ontwikkeling van die soort pas echt op gang toen de dieren vleugels ontwikkelden en in de lucht gingen leven.

“Een ander voorbeeld is het feit dat zoogdieren 60 miljoen jaar lang naast dinosaurussen leefden. Zij waren zeker niet in staat om de competitie te winnen van deze dominante reptielen”, verklaart onderzoeker Mike Benton op BBC News. “Maar toen de dinosaurussen uitstierven, hebben zoogdieren wel snel de lege plaatsen ingenomen en vandaag de dag domineren zij het land.”

Competitie

Toch is het volgens andere wetenschappers maar de vraag of de nieuwe theorie ook daadwerkelijk daadwerkelijk bewijst dat competitie tussen verschillende soorten niet doorslaggevend is bij evolutie.
“Waarom zouden soorten nieuwe stukken land innemen”, vraagt evolutiewetenschapper Stephen Stearns zich af. “Is de reden daarvan niet gewoon dat ze competitie proberen te vermijden met de soorten die op de stukken land leven die al bezet zijn?”
Bron
Putting the Fun back into Fundamentally Wrong since 1975.
"Yes, of course, I knew you would volunteer, Mr. Feynman, but I was wondering if there would be anybody else."
pi_85652816
quote:
Op dinsdag 24 augustus 2010 16:42 schreef Semisane het volgende:
Persoonlijk ben ik niet echt onder de indruk van de onderstaande argumenten die men gebruikt, maar kan ook het originele artikel in Biology letters vinden waarin wellicht de argumenten beter zijn onderbouwd.
[..]

Bron
Dat stukje geeft vooral aan hoe weinig de schrijver van nu.nl begrijpt van de materie.
Volkorenbrood: "Geen quotes meer in jullie sigs gaarne."
  dinsdag 24 augustus 2010 @ 17:05:04 #261
172669 Papierversnipperaar
Cafeïne is ook maar een drug.
pi_85653433
Het was toch: "Survival of the best fitted?" De best aangepaste? Dat is (gedeeltelijk) indirecte competitie en leefruimte speelt daar een rol in.

Die journalist zal er wel weer een potje van gemaakt hebben. ;(
Free Assange! Hack the Planet
[b]Op dinsdag 6 januari 2009 19:59 schreef Papierversnipperaar het volgende:[/b]
De gevolgen van de argumenten van de anti-rook maffia
  woensdag 25 augustus 2010 @ 13:33:39 #262
36858 Semisane
Iemand nog een koekje?
pi_85686509
quote:
Op dinsdag 24 augustus 2010 16:51 schreef Monolith het volgende:

[..]

Dat stukje geeft vooral aan hoe weinig de schrijver van nu.nl begrijpt van de materie.
Nou ja oké dat is waar, ik wil eigenlijk wel het originele artikel lezen, maar kan het niet vinden. :@
Putting the Fun back into Fundamentally Wrong since 1975.
"Yes, of course, I knew you would volunteer, Mr. Feynman, but I was wondering if there would be anybody else."
pi_85692507
wat ze hebben gevonden is hoogstens bevestiging van Punctuated equilibrium
waarmee onder ander Gould kwam begin jaren 70

http://en.wikipedia.org/wiki/Punctuated_equilibrium
pi_85695491
quote:
Op woensdag 25 augustus 2010 13:33 schreef Semisane het volgende:

[..]

Nou ja oké dat is waar, ik wil eigenlijk wel het originele artikel lezen, maar kan het niet vinden. :@
quote:
Sahney, S. et al. (2010) Links between global taxonomic diversity, ecological diversity and the expansion of vertebrates on land. Biology Letters, 6, 544-547.

Tetrapod biodiversity today is great; over the past 400 Myr since vertebrates moved onto land, global tetrapod diversity has risen exponentially, punctuated by losses during major extinctions. There are links between the total global diversity of tetrapods and the diversity of their ecological roles, yet no one fully understands the interplay of these two aspects of biodiversity and a numerical analysis of this relationship has not so far been undertaken. Here we show that the global taxonomic and ecological diversity of tetrapods are closely linked. Throughout geological time, patterns of global diversity of tetrapod families show 97 per cent correlation with ecological modes. Global taxonomic and ecological diversity of this group correlates closely with the dominant classes of tetrapods (amphibians in the Palaeozoic, reptiles in the Mesozoic, birds and mammals in the Cenozoic). These groups have driven ecological diversity by expansion and contraction of occupied ecospace, rather than by direct competition within existing ecospace and each group has used ecospace at a greater rate than their predecessors.
bron

Alsjeblieft. ;)

Een uitbreidende of krimpende ecoruimte heeft natuurlijk een enorme impact op het zogenaamde fitnesslandscape. Daardoor kan er opeens wel degelijk sprake zijn van sterke selectiedruk op eigenschappen die daarvoor praktisch een neutraal effect hadden. Deze publicatie heeft m.i. ook wel raakvlakken met de zogenaamde 'facilitated variation' van Kirschner.
Volkorenbrood: "Geen quotes meer in jullie sigs gaarne."
  donderdag 26 augustus 2010 @ 09:27:34 #265
36858 Semisane
Iemand nog een koekje?
pi_85718983
quote:
Op woensdag 25 augustus 2010 17:09 schreef Monolith het volgende:

[..]


[..]

bron

Alsjeblieft. ;)
Thanks! ^O^

quote:
Een uitbreidende of krimpende ecoruimte heeft natuurlijk een enorme impact op het zogenaamde fitnesslandscape. Daardoor kan er opeens wel degelijk sprake zijn van sterke selectiedruk op eigenschappen die daarvoor praktisch een neutraal effect hadden. Deze publicatie heeft m.i. ook wel raakvlakken met de zogenaamde 'facilitated variation' van Kirschner.
Interessant, ook even doorlezen dan. :)
Putting the Fun back into Fundamentally Wrong since 1975.
"Yes, of course, I knew you would volunteer, Mr. Feynman, but I was wondering if there would be anybody else."
pi_85760255
26-08-2010

Evolutionaire zelfopoffering

Een goed nest is belangrijker dan kinderen voortbrengen

Mieren, bijen en wespen verzorgen vaak het nageslacht van soortgenoten binnen hun kolonie. De theorie was lange tijd dat zulk eusociaal gedrag kan ontstaan als de dieren genetisch sterk op elkaar lijken. Maar nee, het is simpelweg een gevolg van natuurlijke selectie, zeggen Amerikaanse wetenschappers.

In eusociale samenlevingen zorgt een koningin voor de voortplanting en worden de nakomelingen verzorgd door (deels) onvruchtbare werkers. Dit komt voor bij onder meer mieren, honingbijen en wespen. Maar hoe kan dit gedrag ontstaan door het principe survival of the fittest? Die vraag houdt biologen al bezig sinds de tijd van Darwin. Hij noemde deze paradox in The Origin of Species zelfs het belangrijkste struikelblok voor zijn evolutietheorie. Darwin gaf als verklaring dat niet de individuele mieren of bijen, maar de kolonie als geheel voortkomt uit natuurlijke selectie. Nu, ruim anderhalve eeuw later, lijkt hij gelijk te krijgen.

Ongeveer een eeuw na publicatie van The Origin of Species ontstond een andere, decennialang aangehangen theorie, die stelt dat eusociaal gedrag ontstaat door een sterke genetische verwantschap tussen individuen binnen een kolonie. Een mierenvrouwtje zal dus eerder voor de kinderen van haar zus willen zorgen, ten koste van zichzelf voortplanten, dan voor de kinderen van een mier waar ze genetisch flink van verschilt. Maar drie Amerikaanse wetenschappers, onder wie de gerenommeerde mierendeskundige Edward O. Wilson van Harvard University, verzetten zich deze week in Nature sterk tegen deze theorie. Zij verkiezen de kant van Darwin en noemen natuurlijke selectie als oorzaak voor eusociaal gedrag.

Altruïsme
Het idee dat genetische verwantschap binnen de kolonie de oorzaak is van eusociaal gedrag, werd voor het eerst in 1955 geopperd door de Engels-Indiase geneticus en evolutiebioloog John B.S. Haldane. Negen jaar later werkte de Britse bioloog William D. Hamilton deze stelling uit tot een volledige theorie. Aan de basis daarvan staat een wiskundige ongelijkheid: ‘R > c/b’. Oftewel, eusociaal gedrag ontstaat wanneer de genetische verwantschap tussen individuen (‘R’) groter is dan de kosten/baten-verhouding (‘c/b’) voor het altruïstische individu. Voor bijvoorbeeld een broer of zus moeten de baten twee keer en voor een volle neef of nicht acht keer groter zijn dan de kosten om de kinderen van de ander groot te brengen.

Deze theorie is gebaseerd op een vorm van geslachtbepaling op basis van het aantal chromosomen; bevruchte eitjes worden vrouwtjes en onbevruchte eitjes mannetjes. Als gevolg daarvan zijn bijvoorbeeld zusters genetisch dichter aan elkaar verwant dan dochters aan hun moeders. Zusters zouden daardoor sneller zichzelf opofferen om elkaars kinderen op te voeden. Deze vorm van geslachtsbepaling komt voor bij veel vliesvleugeligen, insecten waar onder meer mieren, bijen en wespen onder vallen.

Gaten in de theorie
De door Hamilton ontwikkelde theorie werd decennialang algemeen geaccepteerd, maar is niet waterdicht. Zo bestaan er talloze soorten vliegjes en wespen die zelfs genetisch identiek zijn, maar toch geen eusociale kolonies vormen. Bovendien kwamen er bepaalde soorten kevers, garnalen en naakte molratten aan het licht die zich op een andere manier voortplanten, waardoor er niet zo’n supersterke genetische verwantschap is, maar juist wel eusociaal gedrag vertonen. Hierdoor vielen steeds meer gaten in Hamilton’s beweringen.

De onderzoekers stellen in Nature dat Hamilton’s theorie geen solide fundering heeft, maar slechts een wiskundige benadering is met veel tekortkomingen. Natuurlijke interacties binnen de kolonie zijn volgens hen veel dynamischer, complexer en chaotischer dan een simpel rekenkundig model kan voorspellen.

De onderzoekers zeggen dat bijvoorbeeld bijen en wespen een soort genetische trigger hebben om in bepaalde situaties over te schakelen naar eusociaal gedrag als dat in het voordeel van de kolonie werkt. En dat voordeel is boven alles een goed verdedigbaar nest, vooral als het complex is om te bouwen en dichtbij een goede voedselvoorziening staat. Dit hebben alle bekende eusociale kolonies gemeen.

Mierencommunisten
De kolonie groeit door het inzetten van onvruchtbare werkers. Hamilton’s theorie geeft genetische selectie voor het sterkste nageslacht als reden hiervoor, maar volgens de Amerikaanse onderzoekers is genetische verwantschap alleen een gevolg en geen oorzaak van eusociaal gedrag. Zelfopoffering voor de kolonie, waarbinnen een duidelijke taakverdeling heerst, werkt in het voordeel van alle individuen binnen de kolonie voor een goed nest. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de natuur bij mieren die met gevaar voor eigen leven ’s nachts buiten de ingang van het nest verdedigen; of trekmieren die zichzelf opofferen als loopplank over gaten in de weg.

De Amerikaanse onderzoekers gaan op hun beurt echter te kort door de bocht. Aan de basis van een kolonie staat immers nog steeds het individu met zijn zelfzuchtige genen. Hoe meer hij genetisch op een soortgenoot lijkt, hoe eerder hij zich voor diens nageslacht zal opofferen. Maar ook in mierenkolonies, die een schoolvoorbeeld van succesvol communisme lijken, zijn er mieren die net als mensen hunkeren naar macht en seks. In bepaalde gevallen proberen zulke mieren op te klimmen, met het gevaar door de werkers van de koningin te worden afgemaakt.

De onderzoekers hebben zich overigens niet verdiept in parallellen tussen eusociaal gedrag onder dieren en bij mensen, maar zeggen dat die zeker nog het onderzoeken waard zijn.

Paul Schilperoord

Martin A. Nowak e.a., ‘The evolution of eusociality’, in Nature, 26 augustus 2010.

(Noorderlicht)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_86193606
07-09-2010

Hagedis zit in overgang van eieren leggen naar bevallen



Wetenschappers hebben een opmerkelijk staaltje evolutie ontdekt bij een Australische hagedissensoort. Een soort skink zit namelijk middenin de evolutie van eieren leggen naar echte bevallingen. Het gaat om de saiphos equalis, een soort met een gele buik en drie tenen, meldt National Geographic.

De slangachtige diertjes met kleine pootjes leggen eieren aan de kust van deelstaat New South Wales, maar blijken - zoals zoogdieren - hun nakomelingen levend ter wereld te brengen in de koudere berggebieden.

Er bestaan slechts twee gekende soorten hedendaagse reptielen die beide soorten van voortplanting gebruiken, namelijk een andere skinksoort en een Europese hagedis. Slechts een slang of hagedis op vijf werpt levende nakomelingen, en uit onderzoek blijkt dat er een evolutie van eieren leggen naar bevallingen is geweest bij bijna honderd takken van de reptielenstamboom.

Uniek
Het gaat om een unieke ontdekking, zegt onderzoeker James Stewart, een bioloog aan de Amerikaanse East Tennessee State University, aan National Geographic. "Door de verschillen te onderzoeken bij populaties die in verschillende stadia van dit proces zitten, kan je een beeld krijgen van wat eruitziet als de overgang van de ene manier naar de andere."

Zoogdieren worden in de baarmoeder gevoed via de placenta, die ook afvalstoffen afvoert. Embryo's van eierenleggende dieren halen voedingsstoffen uit de eierdooier en calcium uit de poreuze schaal, die hen ook beschermt voor de buitenwereld.

Calcium
Sommige vissen en reptielen gebruiken echter een mengeling van de twee methoden. Moeders vormen een ei dat ze in hun lichaam houden tot het laatste stadium van ontwikkeling. De schaal wordt dan veel dunner, waardoor de dieren kunnen ademen. De kleintjes komen vervolgens ter wereld, gehuld in een dun membraan, al wat dan nog overblijft van de schaal. Volgens wetenschappers vormt deze methode een mogelijk probleem, omdat het dier veel minder calcium krijgt omwille van de dunne schaal.

Deze ontdekking zette Stewart en zijn collega's ertoe aan die toevoer van voeding te onderzoeken in de structuur en de chemie van de baarmoeder van de Australische hagedis. "We zien nu dat de uterus calcium afscheidt die de embryo opneemt. Het zijn eigenlijk de eerste stappen in de evolutie van een placenta bij reptielen", zegt de onderzoeker.

Evolutionair voordeel
Beide manieren van voortplanting hebben voor- en nadelen. Volgens Stewart kan de overgang mogelijk gelinkt worden aan de manier waarop pasgeborenen worden gevoed, of gaat het mogelijk om een manier om de jongen beter te beschermen in ruigere klimaten.

Moeders in milde klimaten kiezen er mogelijk voor hun eigen lichaam te sparen door eieren op de grond te leggen voor de laatste week of zo van de ontwikkeling. Moeders in zwaardere bergklimaten daarentegen vinden het misschien efficiënter hun jongen te beschermen door ze langer in hun lichaam te houden.

Simpel
Stewart voegt eraan toe dat het omschakeling van eieren leggen naar bevallingen historisch gezien vaak voorkomt, daar de omschakeling relatief gemakkelijk verloopt. "We neigen te denken dat het gaat om een heel ingewikkelde overgang, maar het is in sommige gevallen misschien toch veel simpeler dan we dachten." (sam)


(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_86371951
12-09-2010

'Chimpansees weerstaan aids dankzij selectie'


Chimpansees in Burgers' Zoo in Arnhem (ANP)

UTRECHT - Onderzoek naar het DNA van chimpansees heeft sterke aanwijzingen opgeleverd dat deze dieren door natuurlijke selectie resistent zijn geworden tegen siv, een virus dat nauw verwant is aan het hiv-virus dat bij mensen aids veroorzaakt.

Een pandemie in een ver verleden (waarschijnlijk zo'n twee miljoen jaar geleden) is daar vermoedelijk voor verantwoordelijk, aldus biologe Natasja de Groot van het onderzoekscentrum BPRC. Zij promoveert op 22 september aan de Universiteit Utrecht.

Een infectie met siv of hiv veroorzaakt bij de meeste chimpansees geen aids. Ook bij sommige mensen duurt het veel langer dan gemiddeld voor een hiv-infectie hen ziek maakt. In beide gevallen spelen genetische variaties, die het afweersysteem in staat stellen het virus onder controle te houden, daarbij waarschijnlijk een rol. Dat die specifieke variaties bij chimpansees relatief veel vaker voorkomen dan bij mensen, wijst volgens De Groot sterk in de richting van natuurlijke selectie.

Lastige kluif
Als siv of een verwant virus inderdaad de schuldige is, zoals De Groot in haar proefschrift betoogt, onderschrijft dat nog maar eens dat dergelijke retrovirussen een lastige kluif zijn voor het immuunsysteem van chimpansees én mensen. Wie geen natuurlijke afweer heeft, loopt een zeer groot risico om bij besmetting ziek te worden en te sterven. De chimpansees die destijds beschermende genen hadden, konden met het virus omgaan en hebben de kans gehad zich voort te planten, de rest heeft het niet gered.

‘Je ziet dat in de westerse wereld mensen de laatste jaren wat makkelijker omgaan met hiv en aids, omdat een besmetting met antivirale middelen lang onder controle kan worden gehouden’, aldus De Groot. ‘Het wordt hier steeds meer beschouwd als een min of meer normale ziekte.’ Maar de feiten in haar proefschrift tonen volgens de onderzoekster aan dat, totdat een vaccin wordt gevonden, het voorkomen van een infectie de beste manier is om de hiv-pandemie te overleven.

De situatie in Afrika, waar antivirale middelen mondjesmaat beschikbaar zijn en preventiemaatregelen bij een groot deel van de bevolking nog steeds nauwelijks aanslaan, onderstreept dat. Hiv verspreidt zich daar veel sneller dan in westerse landen, terwijl de overlevingskans van mensen die besmet raken, beduidend lager ligt. Als gevolg daarvan is aids in bijvoorbeeld Zuid-Afrika nu de belangrijkste doodsoorzaak.

(volkskrant)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  woensdag 15 september 2010 @ 09:29:57 #269
36858 Semisane
Iemand nog een koekje?
pi_86451504
Mexicaanse vis evolueert door religieus ritueel.

AMSTERDAM –Een plaatselijke vissoort uit Mexico is geëvolueerd onder invloed van een religieus ritueel dat elk jaar wordt uigevoerd door inwoners van het gebied. Dat hebben Amerikaanse wetenschappers vastgesteld.



De vissen van de soort Poecilia mexicana hebben in de loop der tijd een resistentie ontwikkeld tegen het gif van een tropische plant die wordt gebruikt bij een godsdienstig ritueel van de Zoque, een lokale stam. De dieren kunnen veel beter tegen het gif dan hun soortgenoten die op andere plaatsen leven.
Dat melden Amerikaanse onderzoekers van de A&M Universiteit van Texas in het wetenschappelijk tijdschrift Biology Letters.

Regen

De stamleden van de Zoque verzamelen zich al eeuwenlang elk jaar in de grot Cueva del Azufre en verdoven de vissen in het water dan met een mengsel waarin giftige bladeren van de tropische plant Lonchocarpus urucu zijn verwerkt. Met het ritueel vraagt het volk de goden om regen.
Volgens de wetenschappers heeft de ceremonie invloed gehad op de evolutie van de vissen. “Ons onderzoek suggereert dat de vissen zich hebben aangepast aan de Zoque tradities”, verklaart hoofdonderzoeker Mark Tobler in het Britse tijdschrift New Scientist.

Lokale cultuur

De wetenschappers kwamen tot hun ontdekking door vissen uit de grot samen met soortgenoten uit andere gebieden aan een experiment te onderwerpen. De dieren werden allemaal blootgesteld aan het gif van de tropische plant. Al snel bleek dat de vissen uit de grot veel minder snel verdoofd raakten door het goedje dan de vissen die afkomstig waren uit andere gebieden.
Het onderzoek toont aan dat menselijke activiteit grote invloed kan hebben op de evolutie van andere soorten. “Er is hier een intieme band bestaan tussen natuur en lokale cultuur”, aldus Tobler.

nu.nl

Zie je wel dat evolutie en religie prima samen gaan. ;)
Putting the Fun back into Fundamentally Wrong since 1975.
"Yes, of course, I knew you would volunteer, Mr. Feynman, but I was wondering if there would be anybody else."
pi_86486603
15-09-2010

Mexicaanse vis evolueert door religieus ritueel

AMSTERDAM –Een plaatselijke vissoort uit Mexico is geëvolueerd onder invloed van een religieus ritueel dat elk jaar wordt uigevoerd door inwoners van het gebied. Dat hebben Amerikaanse wetenschappers vastgesteld.

De vissen van de soort Poecilia mexicana hebben in de loop der tijd een resistentie ontwikkeld tegen het gif van een tropische plant die wordt gebruikt bij een godsdienstig ritueel van de Zoque, een lokale stam. De dieren kunnen veel beter tegen het gif dan hun soortgenoten die op andere plaatsen leven.

Dat melden Amerikaanse onderzoekers van de A&M Universiteit van Texas in het wetenschappelijk tijdschrift Biology Letters.

Regen

De stamleden van de Zoque verzamelen zich al eeuwenlang elk jaar in de grot Cueva del Azufre en verdoven de vissen in het water dan met een mengsel waarin giftige bladeren van de tropische plant Lonchocarpus urucu zijn verwerkt. Met het ritueel vraagt het volk de goden om regen.

Volgens de wetenschappers heeft de ceremonie invloed gehad op de evolutie van de vissen. “Ons onderzoek suggereert dat de vissen zich hebben aangepast aan de Zoque tradities”, verklaart hoofdonderzoeker Mark Tobler in het Britse tijdschrift New Scientist.


Lokale cultuur

De wetenschappers kwamen tot hun ontdekking door vissen uit de grot samen met soortgenoten uit andere gebieden aan een experiment te onderwerpen. De dieren werden allemaal blootgesteld aan het gif van de tropische plant. Al snel bleek dat de vissen uit de grot veel minder snel verdoofd raakten door het goedje dan de vissen die afkomstig waren uit andere gebieden.

Het onderzoek toont aan dat menselijke activiteit grote invloed kan hebben op de evolutie van andere soorten. “Er is hier een intieme band bestaan tussen natuur en lokale cultuur”, aldus Tobler.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nunl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_86544440
quote:
For crows, a little tool use goes a long way
By Kate Shaw | Last updated about 3 hours ago

Evolutionarily, animals that use tools have an leg up on their competition: they can access hard-to-get food items, learn more about their environment, and better protect and defend themselves. But exactly how much of an evolutionary edge does tool use provide? In a new article in Science, a group of researchers set out to answer this question, and were surprised at how much of an advantage tool use can provide.

The scientists studied New Caledonian crows, a bird species that is particularly well known for its tool use. These crows often use sticks to find and extract beetle larvae from holes, much like chimpanzees use sticks to “fish” for termites. This is a very specialized task, because the crows fish for just one beetle species (the wood boring longhorn beetle) in the trunk of a single species of tree (the candlenut tree).

Learning to use these stick tools is costly, since it takes young crows a considerable amount of time and effort for to become proficient at fishing for the larvae; in fact, even experienced adults take a relatively long time to catch each larvae. However, the slow learning curve and long handling time are worthwhile because the grubs that the crows catch in this way are extremely nutritious. The study's authors wanted to determine exactly how advantageous tool use is for these crows.

Since the birds are extremely shy and live in a heavily-forested habitat, New Caledonian crows are notoriously hard to observe, so the scientists had to figure out another way to answer their question. The team captured wild crows and took both feather and blood samples. By analyzing the stable isotope profiles of these samples, they could figure out how much of the omnivorous crows’ diet came from beetle larvae, and how much came from other sources such as lizards, carrion, nuts, and fruit.

The larvae constituted about as much of the birds’ protein as the other food sources; however, the grubs provided far more fat than the other foods did, providing nearly 50 percent of the crows’ total lipid intake. Clearly, spending a little extra time and energy on tool use provides a large nutritional benefit.

The researchers took the question one step further and, using the average nutritional value of the beetle larvae, calculated how many larvae a crow would need to catch to satisfy its total daily nutritional needs. Surprisingly, they found that catching merely three larvae would provide a crow with more than enough energy for an entire day. With this kind of nutritional advantage, it's no wonder tool use spread through the population at some point in the past and is still maintained today.

The authors close the paper with an interesting idea: since these nutritionally-rich beetle larvae come from a single tree species that was introduced to New Caledonia by humans, it’s possible that tool use in these crows is actually at least partly due to anthropogenic influence.
http://arstechnica.com/sc(...)-goes-a-long-way.ars
pi_86663564
20-09-2010

'Mens trok eerder uit Afrika dan gedacht'

AMSTERDAM – De vondst van werktuigen uit het stenen tijdperk in Azië wijst er op dat de eerste mensen het Afrikaanse continent veel eerder verlieten dan tot nu toe werd aangenomen. Dat beweren Britse wetenschappers.

De eerste uittocht van de Homo sapiens uit Afrika vond waarschijnlijk 80.000 jaar geleden plaats en misschien zelfs eerder. Dat suggereren stenen werktuigen die zijn gevonden in India en op het Arabisch schiereiland.

Tot nu toe gingen wetenschappers er vanuit dat de eerste mensen het Afrikaanse continent ongeveer 60.000 jaar geleden pas verlieten.

Speerpunten

Wetenschappers van de Universiteit van Oxford hebben de nieuwe theorie gepresenteerd op het British Science Festival in Birmingham, zo meldt BBC News. “Ik geloof dat verschillende populaties al uit Afrika trokken in de periode tussen 120.000 en 70.000 jaar geleden”, aldus hoofdonderzoeker Michael Petraglia.

De onderzoekers hebben stenen werktuigen gevonden tot een grootte van ongeveer 10 centimeter in diepe grondlagen op honderden kilometers afstand van Afrika. Het gaat voornamelijk om speerpunten en primitieve messen.

De instrumenten zijn gedateerd aan de hand van omliggend vulkanisch materiaal, waaronder asresten die afkomstig zijn van een uitbarsting van de vulkaan de Toba die 74.000 jaar geleden plaatsvond.


Omgeving

De oermensen konden volgens de wetenschappers gemakkelijk migreren door de natuurlijke omgeving. “In de periode waar we nu over praten was de omgeving in deze gebieden erg gastvrij”, verklaart Petraglia. “Waar nu woestijnen zijn, lagen destijds meren en rivieren. Ook was er een overvloed aan planten en dieren.”

Het onderzoek van de Britse wetenschappers werpt een nieuw licht op de historie van de mens in Afrika. Op basis van genetische bevolkingsonderzoeken nemen veel wetenschappers aan dat de eerste mensen pas 60.000 jaar geleden uit Afrika vertrokken.


Betrouwbaar

Dergelijke onderzoeken zijn echter niet geheel betrouwbaar, zo beweren de Britse wetenschappers. De populaties die Afrika als eerste verlieten, zijn mogelijk al in een vroeg stadium uitgestorven, zodat hun genetische sporen niet terug te vinden zijn in de huidige bevolking.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl))
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_86697999
quote:
Op woensdag 15 september 2010 09:29 schreef Semisane het volgende:
Mexicaanse vis evolueert door religieus ritueel.

AMSTERDAM –Een plaatselijke vissoort uit Mexico is geëvolueerd onder invloed van een religieus ritueel dat elk jaar wordt uigevoerd door inwoners van het gebied. Dat hebben Amerikaanse wetenschappers vastgesteld.

[ afbeelding ]

De vissen van de soort Poecilia mexicana hebben in de loop der tijd een resistentie ontwikkeld tegen het gif van een tropische plant die wordt gebruikt bij een godsdienstig ritueel van de Zoque, een lokale stam. De dieren kunnen veel beter tegen het gif dan hun soortgenoten die op andere plaatsen leven.
Dat melden Amerikaanse onderzoekers van de A&M Universiteit van Texas in het wetenschappelijk tijdschrift Biology Letters.

Regen

De stamleden van de Zoque verzamelen zich al eeuwenlang elk jaar in de grot Cueva del Azufre en verdoven de vissen in het water dan met een mengsel waarin giftige bladeren van de tropische plant Lonchocarpus urucu zijn verwerkt. Met het ritueel vraagt het volk de goden om regen.
Volgens de wetenschappers heeft de ceremonie invloed gehad op de evolutie van de vissen. “Ons onderzoek suggereert dat de vissen zich hebben aangepast aan de Zoque tradities”, verklaart hoofdonderzoeker Mark Tobler in het Britse tijdschrift New Scientist.

Lokale cultuur

De wetenschappers kwamen tot hun ontdekking door vissen uit de grot samen met soortgenoten uit andere gebieden aan een experiment te onderwerpen. De dieren werden allemaal blootgesteld aan het gif van de tropische plant. Al snel bleek dat de vissen uit de grot veel minder snel verdoofd raakten door het goedje dan de vissen die afkomstig waren uit andere gebieden.
Het onderzoek toont aan dat menselijke activiteit grote invloed kan hebben op de evolutie van andere soorten. “Er is hier een intieme band bestaan tussen natuur en lokale cultuur”, aldus Tobler.

nu.nl

Zie je wel dat evolutie en religie prima samen gaan. ;)
sorry, ik zie nu pas dat deze dubbel gepostis :@
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_86819378
23-09-2010

'Malariaparasiet komt van gorilla’s'

AMSTERDAM – De malariaparasiet is ongeveer 300.000 jaar geleden overgestapt van gorilla’s op mensen. Dat suggereert een nieuw onderzoek van een internationaal team van wetenschappers.
De parasiet die malaria veroorzaakt bij mensen is waarschijnlijk geëvolueerd uit een parasiet die voorkomt bij Westelijke gorilla’s.

Dat blijkt uit een DNA-analyse van malariaparasieten in de uitwerpselen van de apen.

Het onderzoek is uitgevoerd door wetenschappers uit de Verenigde Staten, Afrika en Europa. Ze hebben hun bevindingen gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.


Chimpansees

Tot nu toe gingen wetenschappers ervan uit dat de malariaparasiet vijf tot zeven miljoen jaar geleden ontstond uit een parasiet die bij de gezamenlijke voorouder van mensen en chimpansees voorkwam.

De nieuwe onderzoeksresultaten wijzen er echter op dat de parasiet pas ongeveer 300.000 jaar geleden ontstond, toen het organisme ‘overstapte’ van gorilla’s op mensen.

“Tot nu toe hebben onderzoekers bij hun studies naar malaria vooral naar chimpansees gekeken en daarom hebben ze de gorilla-parasiet niet gevonden”, verklaart hoofdonderzoekster Beatrice Hahn op BBC News.


Poep

De wetenschappers kwamen tot hun ontdekking door 2700 poepmonsters te verzamelen van verschillende apen, zoals gorilla’s, chimpansees en bonobo’s. Dat meldt het Britse tijdschrift New Scientist. In de uitwerpselen ontdekten de onderzoekers zes soorten malariaparasieten.

Uit een DNA-analyse bleek vervolgens dat de parasiet die malaria veroorzaakt bij de mens waarschijnlijk afstamt van een parasiet die bij gorilla’s voorkomt.


Evolutie

Volgens onderzoekster Hahn hadden gorilla’s waarschijnlijk al malaria voordat de mens zich afsplitste van de aap. De eerste mensen waren vermoedelijk echter niet vatbaar voor de infectieziekte, omdat de parasiet zich niet kon binden aan de moleculen in hun bloed.

Later evolueerde de parasiet waarschijnlijk, zodat deze toch kon overspringen naar mensen. Dat gebeurde mogelijk toen de mens op gorilla's ging jagen. Overigens is nog niet bekend in hoeverre gorilla’s ziek worden van de parasiet die malaria veroorzaakt.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_86930641
27-09-2010

'Brul van leeuw is evolutionair raadsel'

AMSTERDAM – Het verschil tussen de geluiden die katachtigen zoals leeuwen produceren, hangt op een onverklaarbare manier samen met de omgeving waarin de dieren leven. Dat blijkt uit een studie van Duitse wetenschappers.

Katachtigen die op open vlaktes leven, zoals leeuwen, brullen op een relatief lage toonhoogte, terwijl hun familieleden in dicht begroeide leefomgevingen juist hoge tonen uitslaan.

Dat schrijven onderzoekers van het Museum Koening in Bonn in het wetenschappelijk tijdschrift Biological Journal of the Linnean Society.

De resultaten van het onderzoek zijn erg verrassend, omdat lage geluiden zich op open vlaktes juist minder goed verspreiden dan hogere geluiden. Dat heeft te maken met luchtturbulentie.


Raadsel

“De meeste onderzoeken waarbij de transmissie van dierlijke geluiden is bestudeerd, wijzen uit dat lagere frequenties het beste effect hebben in dicht beboste omgevingen”, verklaart onderzoeksleider Gustav Peters op BBC News.

Het is voor de onderzoekers dan ook nog steeds een raadsel waaróm leeuwen in de loop van de evolutie een brul met een erg lage toonhoogte hebben ontwikkeld.


Genen

Bij hun onderzoek analyseerden de Duitse wetenschappers de roep van 27 katachtigen. Vervolgens brachten ze in kaart of er een relatie was tussen de geluiden die de verschillende dieren maakten en de omgeving waarin ze leefden. Ook onderzochten ze of de lichaamsomvang en de genetische achtergrond van de dieren invloed had op hun brul.

Het onderzoek wees uit niet alleen uit dat de roep van een katachtige samenhangt met zijn leefomgeving, maar ook dat andere factoren niet of nauwelijks invloed hebben. Die laatste bevinding is eveneens opvallend.


Lichaamsomvang

Het is verleidelijk om te denken dat lichaamsgrootte een rol speelt bij de toonhoogte van de roep van katachtigen, zeker als naar het verschil tussen de brul van een leeuw en het gemiauw van de wilde kat wordt gekeken.

Maar de genetische stambomen en het lichaamsformaat van de verschillende katachtigen wijzen er volgens de onderzoekers op dat er geen enkele evolutionaire relatie bestaat tussen de grootte van dieren en de toonhoogte van hun gebrul.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_86930681
27-09-2010

Nieuwe analyse beroemd skelet maakt Homo erectus korter


De nieuwe lengte van H. erectus past nu beter bij die van andere oermensen.

Op basis van het 1,5 miljoen jaar oude Homo erectus-skelet van de ‘Nariokotome-jongen’ (KNM-WT 15000, gevonden in 1984 in Kenia) werd algemeen aangenomen dat een volwassen Homo erectus wel 185 cm lang kon worden. Maar die in vrijwel alle handboeken vermelde lengte is waarschijnlijk een vergissing. Een onderzoeksteam van de universiteit van Florida, onder leiding van de antropoloog Ronda Graves, komt tot een nieuwe lengte: 163 cm (Journal of Human Evolution, online 16 september).
KNM-WT 15000 is het belangrijkste want meest complete erectus-fossiel. Homo erectus is de eerste oermens die in gestalte (lange benen, korte armen) en herseninhoud (ca. 900 cc) op de moderne mens lijkt.

De oude lengte van 185 cm volgde uit drie gegevens: de geschatte leeftijd van de jongen toen hij stierf (11 à 12 jaar), de geschatte lengte van de jongen toen hij stierf (160 cm) èn het vermoeden dat H. erectus een vergelijkbare groeispurt maakte als moderne jongeren, met een piek tussen 10 en 14 jaar (15 à 20 cm per jaar).

Inmiddels wordt over al die gegevens anders gedacht. Onder meer op grond van analyses van ‘jaarringen’ in erectus-tanden en de vondst van een vrouwelijk Homo erectus-bekken werd de laatste jaren al vaak betwijfeld of erectus wel zo’n moderne groeicurve zou hebben. Ook zijn er nu veel betere methodes om skeletleeftijden in te schatten. En er is veel beter inzicht in de groeicurve van chimpansees. Graves heeft nu alle nieuwe onderzoeken en mogelijke groeicurves naast elkaar gelegd en komt tot geheel nieuwe cijfers. KMN WT 15000 was ongeveer 8 jaar oud en 154 cm lang toen hij stierf. Zijn groei zou al geëindigd zijn toen hij 12,3 jaar oud was en zijn groeispurt zou ongeveer een gemiddelde zijn van de chimpansee en de moderne mens. Eindresultaat: 163 cm (met een onzekerheidsmarge van 152 tot 179 cm).

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_87089941
01-10-2010

Veel mensen geloven Darwin nog steeds niet



Ondanks overtuigend wetenschappelijk bewijs, wijzen nog altijd veel mensen de evolutietheorie van Charles Darwin af. Dat stellen psychologen van de Universiteit van Amsterdam (UvA), die hebben ontdekt dat dit deels komt doordat de theorie van Darwin een grote rol toekent aan willekeur.

Vooral mensen die het gevoel hebben weinig controle te hebben over hun leven, hebben vaak een sterke behoefte aan orde en regelmaat. Zij geven dan ook vaker de voorkeur aan het Bijbelse scheppingsverhaal. Mensen die wel controle ervaren, geven vaker de voorkeur aan Darwin.

Evolutie of schepping?
Om uit te vinden hoe dat komt, voerden de onderzoekers een experiment uit waarbij aan 140 mensen de keuze werd voorgelegd tussen het scheppingsverhaal, de evolutietheorie en een derde theorie waarin evolutie werd omschreven als een geordend proces met een onvermijdelijke uitkomst. Sommige proefpersonen werd van tevoren gevraagd terug te denken aan een angstaanjagende gebeurtenis uit het verleden, waarover zij geen controle hadden.

Mensen uit de groep waarin het gevoel van controle kunstmatig was verlaagd, gaven vaker de voorkeur aan het scheppingsverhaal, terwijl de mensen in de controlegroep massaal kozen voor de evolutietheorie. Zodra de derde theorie als alternatief werd aangeboden, verdween bij de mensen die vooraf van hun stuk waren gebracht de voorkeur voor het scheppingsverhaal.

De wetenschappers concluderen dat het geloof in een hogere macht die de aarde en het leven daarop heeft geschapen, bij veel mensen vooral voorziet in een behoefte aan orde en voorspelbaarheid. Alternatieve concepten waarin toeval en onzekerheid aan banden worden gelegd, kunnen dezelfde rol vervullen. (belga/gb)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  maandag 11 oktober 2010 @ 00:05:21 #278
318052 ChickenTonight
are you experienced?
pi_87405138
pi_87522841
13-10-2010

Belgische wetenschappers ontdekken oudste plant op onze planeet

HLN update Een Argentijns-Belgisch team heeft fossiele overblijfselen gevonden van de allereerste planten die op land groeiden. Door de vondst moeten wetenschappers de tijdrekening van leven op aarde met tien miljoen jaar achteruitschuiven. Het team wordt geleid door de Argentijnse professor Claudia Rubinstein, in samenwerking met Philippe Steemans van de universiteit van Luik.

De onderzoekers vonden in het bergachtige noordoosten van Argentinië cryptosporen, de voorlopers van zaden, van vijf verschillende soorten levermossen. Levermossen ontstonden waarschijnlijk uit groene algen in zoet water. Uit de levermossen evolueerden gewone mossen en later varens, en nog later minder primitieve zaadplanten.

De kolonisatie van het land door planten was van bepalend belang voor de verdere evolutie van het leven. Planten beïnvloedden en stabiliseerden het klimaat, wijzigden de bovenste grondlagen en maakten de aarde geschikter voor dierlijk leven.

Dat Rubinstein en Steemans vijf verschillende soorten vonden, bewijst volgens hen dat de landplanten 472 miljoen jaar geleden al behoorlijk verscheiden waren, en dat leven op land dus nog ouder is. De tot nu toe oudste plantenfossielen op land komen uit Saoedi-Arabië en Tsjechië en waren 461 tot 463 miljoen jaar oud. (belga/mvl)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_87725888
quote:
Pterosaurus was lange afstandsvlieger

Pterosauriërs, de grootste vliegende dieren die ooit hebben geleefd, konden 16.000 kilometer aan één stuk door vliegen. Dat verklaarden onderzoekers van de Chatham Universiteit in Pittsburgh op een bijeenkomst van de Society for Vertebrate Paleontology.
null

De reptielen leefden ongeveer 200 miljoen jaar geleden. Ze waren zo groot als een moderne giraf en hadden vleugels met een spanwijdte van 10 meter. Hiermee konden ze zich laten voortdrijven door stijgende luchtstromen.

Zweeftechniek

Michael Habib, de hoofdonderzoeker die de nieuwe berekeningen maakte, gaat ervan uit dat de Pterosaurus tijdens een vlucht steeds maar enkele minuten na elkaar met zijn vleugels klapperde, waarna hij op de luchtstromen zweefde om zijn spieren te laten rusten. Op deze manier kon hij 16.000 kilometer of meer afleggen zonder te landen.

Volgens de onderzoekers is hun berekening van de maximale vliegafstand van de dieren redelijk conservatief. Zo wordt er geen rekening gehouden met de atmosfeer in de Krijtperiode. Die was warmer en had meer opstijgende warme luchtstromen. “De laagste schattingen liggen rond de 8.000 kilometer”, aldus Habib, “maar bij de hoogste schattingen loopt de afstand op tot wel 32.000 kilometer.”

Het onderzoek spreekt eerdere bevindingen, die zeggen dat zulke grote dieren gewoonweg niet kunnen opstijgen, tegen. Daar stellen de onderzoekers nu tegenover dat de Pterosaurus weliswaar bijna 300 kilo woog, maar dat hij veel vetreserves verbrandde om zo lang in de lucht te blijven. Tijdens een vlucht van 16.000 kilometer verbrandde het dier bijna 80 kilogram vet.

Als Habibs bevindingen kloppen, is het mogelijk dat Pterosaurussen die in verschillende continenten zijn teruggevonden, toch tot dezelfde soort behoren.
http://knack.rnews.be/nl/(...)le-1194837718980.htm
pi_87820512
21-10-2010

Resten van jong Neanderthalerkind ontdekt

AMSTERDAM –Franse wetenschappers hebben in België enkele lichamelijke resten gevonden van een Neanderthalerkind dat waarschijnlijk pas anderhalf jaar oud was.

De overblijfselen van het kind zijn ontdekt in de grot van Spy in de gemeente Jemeppe-sur-Sambre in België. Archeologen hebben een onderkaak en enkele tanden opgegraven. De resten suggereren dat het kind ongeveer anderhalf jaar oud was.

Nog nooit eerder zijn er resten van zo’n jonge Neanderthaler ontdekt. De onderzoekers van het Centre National de la Recherche Scientifique doen in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Human Evolution verslag van hun bevindingen.

Fors

De vondst van de resten van het Neanderthalerkind geeft wetenschappers meer inzicht in de manier waarop de oermensen opgroeiden.

De grootte van het kaakbot en de tanden wijzen er op dat het kind erg fors was voor zijn leeftijd in vergelijking tot moderne mensen. Waarschijnlijk begon de eerste groeispurt van Neanderthalers al na hun eerste levensjaar.

"Het kind had al kenmerken van volwassen Neanderthalers, met name de tanden op zijn onderkaak waren al sterk ontwikkeld”, verklaart hoofdonderzoekster Isabelle Crevecoeur op Discovery News.


Gezin

Het kind was mogelijk verwant aan twee volwassen Neanderthalers, waarvan eerder resten zijn gevonden in dezelfde grot. Een DNA-onderzoek moet daar nog uitsluitsel over geven. Het gezin gebruikte de grot vermoedelijk als permanente schuilplaats.

“De locatie was erg voordelig”, aldus onderzoekster Crevecoeur. “De grot ligt op de rand van een klif en bood een perfect uitzicht over een vallei."


België

Overigens is het geen toeval dat het Neanderthalerkind in België is gevonden. “België heeft een lange geschiedenis wat betreft Neanderthalers,” verklaart Crevecoeur. “Het land heeft de grootste concentratie aan restanten van Neanderthalers en de eerste Neanderthaler werd ook in België ontdekt in de negentiende eeuw.”

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  vrijdag 22 oktober 2010 @ 14:42:15 #282
36858 Semisane
Iemand nog een koekje?
pi_87831577
'Malariamug evolueert tot nieuwe soorten'



AMSTERDAM – De meest gevaarlijke malariamug zal zich waarschijnlijk opsplitsen in twee verschillende soorten. Dat hebben Britse wetenschappers bekend gemaakt.
De genetische verschillen tussen twee stammen van de malariamug Anopheles gambiae worden zo groot dat er binnenkort waarschijnlijk sprake is van twee verschillende soorten. Dat melden de onderzoekers van het Imperial College in Londen in het wetenschappelijk tijdschrift Science.

Als de malariamug zich definitief opsplitst in twee soorten, wordt het moeilijker om nieuwe bestrijdingsmiddelen te ontwikkelen die muggen bijvoorbeeld onvruchtbaar maken.

Ook zullen bestaande middelen door de snelle evolutie van de diertjes in de toekomst mogelijk minder goed werken, zo waarschuwen de onderzoekers.

Genetische analyse

“Strategieën die werken tegen de ene soort zullen straks mogelijk niet meer effectief zijn tegen de andere muggensoort”, verklaart hoofdonderzoekster Mara Lawniczak in de Britse krant The Guardian.

Het is al langer bekend dat de soort Anopheles gambiae uit twee verschillende stammen bestaat, genaamd M en S. De Britse onderzoekers hebben een gedetailleerde genetische analyse van de twee stammen uitgevoerd, die er op wijst dat ze veel meer van elkaar verschillen dan werd aangenomen.

“Deze mug werd altijd beschouwd als één soort”, aldus Lawniczak. “We hadden geen idee dat de stammen al zover op weg waren in het proces om twee verschillende soorten te worden.”

Doden

Malaria wordt veroorzaakt door een microscopische parasiet die wordt overgebracht door de beet van vrouwelijke muggen. Elk jaar raken 500 miljoen mensen besmet met malaria. Ongeveer twee miljoen patiënten overlijden jaarlijks als gevolg van de ziekte.

Volgens de Britse onderzoeker George Christophides is er meer genetisch onderzoek nodig om nieuwe bestrijdingsmiddelen tegen malaria te creëren.

“Dit soort studies helpen ons om de genetische samenstelling in kaart te brengen van de muggen die malaria verspreiden”, verklaart hij. “Uiteindelijk zullen we daardoor nieuwe manieren vinden om te voorkomen dat deze dieren mensen zullen infecteren.”

© NU.nl/Dennis Rijnvis
Putting the Fun back into Fundamentally Wrong since 1975.
"Yes, of course, I knew you would volunteer, Mr. Feynman, but I was wondering if there would be anybody else."
pi_88259309
quote:
Long lives or lots of lambs: sheep get one or the other
By Kate Shaw | Last updated about 4 hours ago

For all living things, life comes down to tradeoffs. Whether it's a goat, a fern, or an amoeba, every organism is faced with a finite amount of resources which it must divvy up among all its life processes. In last week’s issue of Science, a group of researchers identified an interesting tradeoff between longevity, reproductive success, and immune function in sheep.

Being able to fend off diseases is essential to an organism's success. However, immune systems are incredibly costly, primarily due to their immense energetic requirements. Yet another problem associated with strong immune function is the risk that immune responses may be mounted against an organism's own cells, a phenomenon known as "autoimmunity" that causes a number of diseases in humans.

A team of researchers aimed to find out how the costs and benefits of immune function affect a group of Soay sheep in Scotland. The scientists determined the concentration of antinuclear antibodies (or ANAs), signs of a very active immune system, in blood samples from 1,476 different sheep. Females with high ANA concentrations lived longer and were more likely to survive winter population crashes. However, both males and females with high ANA concentrations were less likely to have produced offspring the previous year. Low ANA females gave birth to larger lambs than females with higher ANA concentrations; however, lambs from high-ANA moms survive at a higher rate.

From these results, it seems that sheep with stronger immune function may live longer, but have reduced reproductive success; this may be why sheep with weak immune systems haven't been the victims of natural selection. The authors suggest that these tradeoffs may maintain heterogeneity in the population, since there are fitness benefits associated with both strong and weak immune systems.
http://arstechnica.com/sc(...)rss&utm_campaign=rss
pi_88430444
quote:
Bacteria foster fast fruit fly fornication preference changes
By John Timmer | Last updated a day ago

People tend to focus on Darwin's ideas about natural selection, but he also spent a portion of The Origin of Species discussing another powerful evolutionary force: sexual selection. If a species prefers to mate with members that have a specific trait—bright plumage, for example—it won't take long for that trait to sweep through the species. In the same way, having two different mating preferences in a single population can split it in two in the same way that a geographic barrier can. In both cases, geography and mate choice, the resulting reproductive isolation can ultimately lead to the evolution of new species, as each population undergoes separate genetic changes. This week, PNAS published a paper showing that this sort of reproductive isolation can take as little as a single generation in flies, because it doesn't rely on genetic changes in the insects—it's driven by the bacteria that live on them.

This sort of reproductive isolation isn't just theory; it's been demonstrated in the lab. Fruit flies can be grown under different conditions—temperature, humidity, food source—for multiple generations, after which the flies will have a strong preference for mating with those raised under identical conditions. Even when the flies are no longer isolated, they mate as if they were.

The new experiments seemed to have started out as if they were heading in the same direction. A single population of flies was split, and separate groups were reared on two different food sources, one sugar-based, the other starch. After 25 generations, the two groups had a strong preference for mating with their peers from the same food source. So far, perfectly normal. Things started to get weird when the authors started testing earlier generations, though. The mating preference was already present at 11 generations and, shockingly, also appeared at the second generation, way too fast for a genetic change to sweep through the population.

With genetics ruled out, an environmental factor was the obvious choice, and the authors decided to look into whether bacteria in the different food sources made a difference. Treating the flies with antibiotics completely wiped out the mating preference, confirming their suspicions. So, they sampled the bacteria present in the two different populations, and found a single species, the starch-loving Lactobacillus plantarum, that was present in far higher numbers in one of the two populations. So, they treated the flies with antibiotics to get rid of the resident bacteria, and then inoculated them with L. plantarum. This created a mating preference as well.

How could a bacterial species have this effect? The authors think it's all in the pheromones flies use for mating. These are released from the fly's cuticle, where the bacteria take up residence. Their presence then alters the relative amounts of several of these pheromones, tweaking the sexual signals sent out by the flies.

The findings provide some experimental support for a relatively new idea about evolutionary selection. Since Darwin's time we've tended to assume that items under selection are the genes carried by an organism or population of organisms. But these results show that it's not just a host's genome that can undergo selection; it's the host plus everything that lives on or in it. The Hologenome Theory posits that it's the host genome plus its associated microorganisms that ends up being the unit of selection.

At this point, it's probably worth noting that every one of us carries far more copies of bacterial genomes than we do of our own, human genome.
http://arstechnica.com/sc(...)rss&utm_campaign=rss
pi_88462706
08-11-2010

'Evolutie van mens begon eerder dan gedacht'

AMSTERDAM – De evolutie van de mens begon waarschijnlijk enkele miljoenen jaren eerder dan tot nu toe werd aangenomen. Dat blijkt uit een statistische analyse van Amerikaanse wetenschappers


© Thinkstock

De eerste mensachtigen splitsten zich waarschijnlijk acht miljoen jaar geleden al af van chimpansees. Dat schrijven onderzoekers van het Field Museum in Chicago in het wetenschappelijk tijdschrift Systematic Biology.

De nieuwe bevindingen zijn in tegenspraak met de heersende theorie dat de evolutie van de mens ongeveer vijf miljoen jaar geleden is begonnen. Dat meldt nieuwssite ScienceDaily.

Het nieuwe beginpunt van de menselijke evolutie is berekend met een statistisch computermodel, dat het beschikbare DNA van alle moderne en fossiele primaatsoorten met elkaar heeft vergeleken. Eerdere schattingen van het tijdstip waarop de mens zich afsplitste van de apen, berustten vooral op de vondsten van fossielen.

Maar archeologen hebben lang niet uit elke periode van de menselijke evolutie overblijfselen van mensachtigen gevonden. Het nieuwe computermodel heeft deze ‘gaten’ in de tijdsschaal volgens hoofdonderzoeker Robert Martin opgevuld doormiddel van statistische berekeningen.

Primaten

De uitkomsten suggereren dat de eerste mensachtigen ongeveer drie miljoen jaar eerder ontstonden dan tot nu toe werd aangenomen.

Hoofdonderzoeker Robert Martin gebruikte zijn computermodel in 2002 al om te berekenen wanneer de eerste primaten ontstonden. Ook dat onderzoek leidde tot een voor die tijd opzienbarende conclusie.

Dinosauriërs

De resultaten wezen er op dat de laatste gemeenschappelijke voorouder van de moderne primaten waarschijnlijk ongeveer 85 miljoen jaar geleden leefde. Dat betekent dat de eerste aapachtigen de aarde vermoedelijk nog lange tijd hebben gedeeld met dinosauriërs.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_89286986
27-11-2010

'Giftanden slang evolutie van gegroefde tanden'

ROTTERDAM - De gifbuisjes in de tanden van hedendaagde gifslangen, waren miljoenen jaren geleden nog slechts groeven die aan het tandoppervlak zaten. Dat blijkt uit onderzoek van een team wetenschappers van de Universiteit van Chicago.


© ANP

Dat schrijft NewScientist.com. Het team onderzocht tanden van de Uatchitodon, een reptiel verwant aan krokodillen en dinosauriërs.

De 'jongste' exemplaren die bestudeerd werden, zo'n 220 miljoen jaar oud, bleken een soort gifbuisjes binnenin te hebben.

Oudere exemplaren hadden deze buisjes niet, maar wel diepe groeven in het tandoppervlak. Tevens bleken de diepte en de lengte van deze groeven tussen de tanden onderling te verschillen.

Bewijs

De bevindingen lijken bewijs te leveren voor de theorie dat de gifbuisjes in de tanden van hedendaagse slangen ooit begonnen zijn als groeven aan de buitenkant, zo stelt teamleider Jonathan Mitchell.

Mitchell en zijn collega's ontdekten 26 Uatchitodon-tanden in North Carolina die zij vergeleken met de eerdergenoemde exemplaren waarvan sommige ouder waren en andere jonger. Toen deze allemaal naast elkaar werden gelegd van oud naar jong, bleek dat de groeven steeds langer en dieper werden.

Vergelijkbaar

Bij de jongste exemplaren zaten geen groeven meer aan de buitenkant van de tand, maar alleen buisjes binnenin.

Volgens Mitchell staat de evolutie van de tanden van slangen in principe los van die van de Uatchitodon, maar zijn de stappen binnen deze ontwikkeling bij beide dieren wel vergelijkbaar.

© NU.nl/Danny van Smaalen

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_89508765
quote:
Dino's hielden zoogdieren klein

Landzoogdieren hebben een flinke groeispurt gemaakt, na het uitsterven van de dinosauriërs. In relatief korte tijd is hun gewicht verduizendvoudigd. Het wetenschappelijk tijdschrift Science publiceert hier vrijdag een artikel over.

Toen de dinosauriërs nog heer en meester over de aarde waren, 65 miljoen jaar geleden, werden zoogdieren niet zwaarder dan zo'n 10 kilo en niet groter dan een kleine hond. Even later, na 25 miljoen jaar, wogen de grootsten duizend keer meer. Volgens de onderzoekers is dat behoorlijk snel. Er was meer voedsel beschikbaar voor de zoogdieren toen ze er niet meer om hoefden te vechten met de dino's, zodat ze veel groter konden worden.

"Niemand heeft ooit aangetoond dat dit echt zo is," vertelde Jessica Theodor, één van de auteurs van de publicatie, in een interview met The Canadian Press. "Mensen hebben erover gepraat, maar niemand heeft het ooit echt uitgerekend."

De gehele tijd dat er dinosauriërs leefden, werden ze vergezeld door zoogdieren, maar pas na het uitsterven van de dino's is er in de fossielen van zoogdieren een groeispurt waar te nemen. Zo groot als de grootste dino's zijn landzoogdieren echter nooit geworden. Dat heeft volgens Theodor te maken met de hoge stofwisseling van zoogdieren, die ervoor zorgt dat ze veel meer eten nodig hebben dan dinosauriërs.

De groeispurt van de landzoogdieren hield ongeveer 40 miljoen jaar geleden op. Het grootste landzoogdier ooit is de uitgestorven Indricotherium, een voorloper van de neushoorn die maximaal 17 ton woog. De hedendaagse Afrikaanse mannetjesolifant wordt meestal tot 6 ton zwaar.

Vooral plantenetende zoogdieren hadden voordeel van een groter formaat. Ze waren zo beter beschermd tegen roofdieren. Ook werd het makkelijker om warm te blijven. Hierdoor konden ze beter in koude gebieden leven. Hoe kouder het werd, hoe groter de dieren werden.

De onderzoekers hebben data van fossielen van over de hele wereld bijeen gebracht en daaruit berekend hoe snel de dieren groeiden en hoe groot ze werden.
http://www.trouw.nl/nieuw(...)oogdieren_klein.html
pi_89685348
quote:
Reuzenvogel bevolkte eiland Flores

Gepubliceerd op : 8 december 2010 - 4:39 pm | door Ralph Rozema

Een reuzenooievaar met een hoogte van 1.80 meter waadde rond op het Indonesische eiland Flores. Het beest was waarschijnlijk knap gevaarlijk voor de kleine mensen die er destijds woonden, want de vogel was twee keer zo groot. De Nederlandse paleontoloog Hanneke Meijer en haar Indonesische collega Rokus Due ontdekten de botten van deze tot dusver onbekende ooievaar.

De reuzenvogel was zo groot dat hij kon jagen op kinderen van de kleine mensen die Flores bevolkten - Homo Floresiensis. 'Het is mogelijk', zegt Meijer. 'We hebben geen botten gevonden die zijn opgegeten door de ooievaar. Maar jonge Hobbits, zoals die mensen wel liefkozend genoemd worden, zaten in dezelfde orde van grootte als de prooidieren van deze vogels. Het is theoretisch mogelijk dat hij af en toe een Hobbitje opvrat.'

Maraboes
De reuzenooievaar die tot de familie van de maraboes behoort, bevolkte het eiland ruwweg in de periode tussen 20.000 en 50.000 jaar geleden. De vogel moet zo'n 12 kilo gewogen hebben en was waarschijnlijk te zwaar om te vliegen. 'Het kan dat deze vogel net op of boven de grens zat om te kunnen vliegen. Waarschijnlijk heeft hij veel op de grond gelopen.'

De botten werden ontdekt in de Liang Bua-grot op Flores, waar eerder resten van de kleine mensensoort werden gevonden. Het was al langer bekend dat in de grot ook vogelresten lagen. Meijer hield zich eerder bezig met fossiele vogels in Nederland en een collega vroeg haar of ze een keer in de grot op Flores kon komen kijken.

Vulkaanuitbarsting
Meijer zag al snel dat er iets bijzonders tussen zat. 'Het grootste deel van de vogelbotten die bij de opgraving naar boven kwam, was klein. Denk aan papegaaien, duiven, rallen en andere kleine vogels. En opeens lagen daar die hele grote botten tussen. Ik dacht eerst aan een roofvogel, maar het bleek een grote ooievaar te zijn.'

De vogel is mogelijk uitgestorven door een vulkaanuitbarsting, omdat veel bottten bedekt zijn met een laag vulkanische as. 'Het hele prehistorische ecosysteem is grotendeels uitgestorven zo'n 17.000 jaar geleden. We weten dat er toen een klimaatverandering plaatsvond en een vulkaanuitbarsting was. En de moderne mens arriveerde rond die tijd in die regio. Al die factoren kunnen hebben meegespeeld.'

Mini-olifanten en reuzenratten
Het Indonesische eiland Flores is altijd gescheiden geweest van het vasteland van Azië en kent daardoor een unieke evolutie van de dierenwereld. Mini-olifanten en reuzenratten liepen er rond, en de komodovaraan, de grootst levende hagedis, maakt er nog steeds zijn opwachting.

'Doordat Flores altijd een eiland is geweest, spelen er andere evolutionaire krachten en is er een compleet andere selectie van dieren die wel of niet overleven', zegt Meijer, die verwacht dat de reuzenooievaar nog lang niet de laatste ontdekking zal zijn op Flores.

De onderzoekers beschrijven de reuzenooievaar (Leptoptilos Robustus) in het wetenschappelijke tijdchrift Zoological Journal of the Linnean Society. Hanneke Meijer werkt voor het Smithsonian National Museum of Natural History in Washington en is ook verbonden aan het Natuurhistorisch Museum in Leiden. Rokus Due is medewerker van het Nationaal Centrum voor Archeologie in Jakarta.
http://www.rnw.nl/nederla(...)volkte-eiland-flores
pi_89685805
quote:
Female fish deal with fallout of seeing mate get beaten up

By Kate Shaw | Last updated 15 days ago

In the animal kingdom, females are usually the "choosy" sex. Since they invest more in reproduction, they must set the bar for their mates high to avoid investing a lot of time and energy in a dud. African cichlids are no exception. In this species, females choose among males, then must raise the offspring all by themselves; picking a guy thats a loser can be a pretty costly mistake for these ladies. A new study in PNAS shows that, after witnessing a fight between rival males, a female cichlids brain is highly responsive to whether her mate beats his opponent or gets creamed.

The researchers first determined which of two males a gravid (or ready-to-mate, in zoology jargon) female preferred by tallying up the amount of time she spent near each suitor. Then, they had the two males fight it out while the female looked on. Once the combat was over, the female was sacrificed to the science gods to examine what happened in her brain in response to the fight's outcome. The researchers wanted to know how the pattern of gene expression in her brain would differ if the male she chose won the fight versus if he lost.

When the male she'd chosen won the fight, expression of two immediate early genes (or IEGs) called c-fos and egr-1 was particularly high in the preoptical area and the ventromedial hypothalamus. These areas of the brain are well-known for being involved in reproductive activities. Basically, watching her chosen mate win the fight kicked her reproductive system into high gear to prepare her for spawning.

However, when her chosen male lost, gene expression changed in an entirely different part of the brain: the lateral septum. Interestingly, the nuclei in this area of the brain are responsible for regulating mood and modulating anxiety. The researchers believe that this neurological response may be how the female deals with the emotional fallout after she realizes that the male she had picked is actually a dud.

Here, using IEGs to monitor gene expression showed that, not only do females respond to purely visual information, their brains respond in a very specific way that depends on the kind of information gathered. From this research alone, it's not clear whether or not a female will adjust her future mate preferences after seeing her hottie lose, but this research is the first step in determining how the female brain processes social information about her mate.
http://arstechnica.com/sc(...)te-get-beaten-up.ars
pi_89906928
13-12-2010

'Huid was eerste orgaan dat ontstond'

AMSTERDAM – Huid was waarschijnlijk het eerste orgaan dat in de loop van de evolutie ontstond. Dat concluderen Canadese wetenschappers naar aanleiding van een experiment met sponsdieren.


© ThinkstockSpons

dieren beschikken over primitieve huidcellen die hun binnenste cellen gedeeltelijk afschermen van de buitenwereld. Die ontdekking toont aan dat de ontwikkeling van huid aan de basis stond van de evolutie van meercellige dieren.

Dat schrijven onderzoekers van de Universiteit van Alberta in het wetenschappelijk tijdschrift PLoS One.

Afstoten

Het is al langer bekend dat sponsdieren beschikken over een buitenste laag cellen die verschilt van de rest van hun lichaam. Tot nu toe werd deze laag echter niet als een primitieve huid beschouwd, omdat nooit was aangetoond dat de cellen het vermogen hadden om moleculen af te stoten.

De Canadese wetenschappers stelden bij een experiment verschillende sponzen bloot aan vloeistoffen. Uit het onderzoek bleek dat de buitenste cellenlaag van de dieren weldegelijk in staat is om moleculen gedeeltelijk te weren.

De primitieve huidcellen laten in sommige gevallen zelfs maar 0,8 procent van een vloeistof door in drie uur, zo meldt het Britse tijdschrift New Scientist.

Chemische signalen

Sponsdieren waren vermoedelijk de eerste meercellige dieren die op aarde ontstonden. De onderzoeksresultaten suggereren daarom dat alle complexe vormen van leven een huid hebben.

Volgens hoofdonderzoekster Sally Leys ontstonden huidcellen waarschijnlijk vroeg in de evolutie om het binnenste van dieren af te scheiden van de buitenwereld. Interne cellen konden daardoor chemische signalen naar elkaar kunnen sturen, zonder te worden verstoord door invloeden van buitenaf.

Volgens de wetenschappers ondersteunen hun bevindingen ook de theorie dat sponsdieren de voorouders zijn van alle andere dieren op aarde.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_89988331
15-12-2010

'Eerste levensvormen overleefden zware ijstijd in zee'

AMSTERDAM – De eerste micro-organismen hebben één van de heftigste ijstijden op aarde waarschijnlijk overleefd in enkele oceaangebieden die niet bevroren waren. Dat blijkt uit onderzoek van Britse wetenschappers.


© Thinkstock

De vondst van specifieke sedimenten in Australië wijst er op dat het water van sommige oceanen 700 miljoen jaar geleden tijdens de Sturt-ijstijd in beweging was. Mogelijk konden micro-organismen in deze zeegebieden in leven blijven.

Dat schrijven onderzoekers van de Universiteit van Londen in het wetenschappelijk tijdschrift Geology.

Oases

“Voor het eerst hebben we duidelijk bewijs dat stormen 700 miljoen jaar geleden invloed hadden op sommige delen van de zeebodem”, verklaart hoofdonderzoeker Dan Le Heron op BBC News. “Dat betekent dat er in deze tijd een soort oases op aarde zijn geweest die vrij waren van ijs.

De Sturt-ijstijd was één van de heftigste ijstijden op aarde. De periode wordt vaak genoemd in verband met de theorie van sneeuwbalaarde. Deze theorie stelt dat de aarde enkele malen volledig bedekt is geweest met ijs.

Leven

Bij opgravingen in het Australische nationale park Flinders Ranges stuitten Britse wetenschappers echter op 700 miljoen jaar oude afzettingen die de kenmerken dragen van oceanen met water dat in beweging was door de invloed van stormen.

De sedimenten suggereren dat sommige zeegebieden tijdens de Sturt-ijstijd ijsvrij waren en mogelijk microscopisch leven bevatten.

Evolutie

De ‘oases’ in zee kunnen volgens de onderzoekers verklaren hoe sommige micro-organismen de ijstijd overleefden en later evolueerden tot complexere vormen van leven.

“Dit was een ideale plek voor vroege organismen om op te bloeien en te beginnen met hun evoltutie”, aldus Le Heron.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_90164475
19-12-2010

Leven op aarde kende groeispurt

CAMBRIDGE - Het leven op aarde heeft ongeveer drie miljard jaar geleden een enorme groeispurt doorgemaakt.


© NU.nl/Allesoversterrenkunde.nl

Dat stellen onderzoekers van de Amerikaanse instelling Massachusetts Institute of Technology in de nieuwste editie van het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

De wetenschappers keken naar de manier waarop duizend belangrijke genen zich hebben ontwikkeld. Veel daarvan blijken 2,8 tot 3,3 miljard jaar geleden te zijn gevormd.

In die relatief korte periode vulde de dampkring van de aarde zich met zuurstof. Daardoor stierven primitieve levensvormen uit en kwamen meer ontwikkelde organismes op.

Meer energie

Miljoenen jaren eerder was het zogeheten elektronentransport, een proces binnen in cellen, ontstaan. Daarmee kunnen levende wezens energiebronnen als zonnestraling en zuurstof gebruiken.

Door de veranderingen kreeg het leven veel meer energie om zich te evolueren. ''Die grotere energievoorraad stelde de aarde in staat grotere en gecompliceerde ecosystemen te herbergen'', aldus de onderzoekers.

© ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_90383430
23-12-2010

Neanderthaler had oostelijke verwanten

WASHINGTON - De Neanderthaler had voorheen onbekende verwanten in Azië. De zogeheten Denisovanen leefden er zo'n 30.000 tot 50.000 jaar geleden en mengden zich met de bewoners van Papoea Nieuw-Guinea.


© ThinkStock

Amerikaanse en Duitse wetenschappers hebben het gen van deze groep afgeleid uit een vingerbotje en een grote verstandskies die in 2008 zijn gevonden in de Denisovagrot in Siberië.

''Het beeld dat opduikt is dat de Denisovanen een zustergroep van de Neanderthalers vormden'', stelden de wetenschappers in het tijdschrift Nature donderdag.

Complexer

Co-auteur Richard Green van de universiteit uit het Californische Santa Cruz meent dat de geschiedenis van de mensheid nu wat complexer is geworden.

''In plaats van het eenvoudige verhaal dat de moderne mens uit Afrika kwam en de Neanderthaler verving, zien we nu dat meer groepen met elkaar verweven zijn dan we dachten.''

© ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_90383503
21-12-2010

Zoogdieren 1000 maal groter na uitsterven dinos

Zoogdieren waren kleine dieren in de tijd dat de dinosauriërs heersten op de aarde. Toen de niet-vliegende dinosauriërs aan hun einde kwamen rond de Krijt-Tertitair grens kregen de zoogdieren hun kans. Minder concurrentie en meer voedsel zorgde ervoor dat veel groter en zwaarder werden en de heerschappij op aarde overnamen.

De drie eras van het Phanerozoïcum het Palaeozoïcum (543-251 miljoen jaar geleden), Mesozoïcum (251-66 miljoen jaar geleden) en Kenozoïcum (66 miljoen tot nu)- zijn onderscheiden op basis van de grote verschillen in dominante levensvormen, zoals die althans in de beginjaren van de geologie op basis van fossielen werden ervaren. Na het Paleozoïcum met haar dominantie van ongewervelde (mariene) dieren volgde het Mesozoïcum met haar dominante reptielen (sauriërs) op het land, een rol die in het Kenozoïcum werd overgenomen door de zoogdieren. Al lange tijd wordt algemeen aangenomen dat de zoogdieren tot bloei konden komen toen ze verlost waren van de dinos. Deze stierven uit nabij de overgang van Krijt naar Tertiair en waren voordien de grote voedselconcurrenten van de zoogdieren. Toen de dinos waren uitgestorven, waren er geen grote herbivoren meer; de toen bestaande zoogdieren waren relatief klein (de grootste wogen niet meer dan ca. 10 kg) en verorberden daarom relatief weinig plantaardig materiaal.


De reuzen Indrocotherium en Deinotherium waren veel groter dan de Afrikaanse olifant en vele malen groter dan de mens. Afbeelding: © NSF/RCO/IMPPS

.Flora
Toen de flora zich dan ook herstelde na de meteoriet inslag die rond het einde van het Krijt tijdperk een einde maakte aan de heerschappij van de dinosauriërs, waren er nauwelijks planteneters. Dat betekende dat de flora zich vrijwel ongeremd kon ontwikkelen, daardoor een steeds grotere voedselbron vormend. De plantenetende zoogdieren stelden zich daarop in en binnen de geologisch gezien betrekkelijk korte tijd van 25 miljoen jaar ontwikkelden ze zich van relatief kleine tot zeer grote dieren. Daarbij moet worden aangetekend dat het voor grote dieren veel efficiënter is om herbivoor dan om carnivoor te zijn.


Indricotherium was het grootste landzoogdier ooit; het leefde tijdens het Oligoceen.

Reuzen
De grootste landzoogdieren werden in die 25 miljoen jaar ruim 1000 maal zo zwaar als hun voorgangers uit het Mesozoïcum, met uitschieters zoals de 5,5 m hoge Indricotherium en de 17 ton zware Deinotherium. Deze reuzen waren geen spelingen van de natuur, maar het gevolg van een geleidelijke ontwikkeling. Dat blijkt uit een studie naar de maximale grootte van vertegenwoordigers uit diverse groepen zoogdieren op ieder continent gedurende opeenvolgende tijdseenheden. Tot de onderzochte groepen behoorden o.a. de Perissodactyla (evenhoevigen, zoals het paard en de neushoorn), de Proboscidea (slurfdragers, zoals de olifant, de mammoet en de mastodont) en de Xenarthra (miereneters, luiaards en gordeldieren) en diverse uitgestorven groepen.


Onderzoekster Theodor met de schedel van een Hyaenodon. Afbeelding: © Riley Bradt, Univ. van Calgary

Uit het onderzoek blijkt dat de maximale grootte van de landzoogdieren niet alleen bepaald werd door het al eerder genoemde voedselaanbod maar ook door het klimaat: hoe kouder, hoe groter de soorten werden omdat het warmteverlies relatief gering is bij grote dieren. Ook bleek dat geen enkele groep binnen de zoogdieren domineerde wat betreft het aantal reuzensoorten: het optreden van echte reuzen lijkt toeval te zijn. Ook bleek dat er geen tijdvak was waarin veel meer reuzen voorkwamen dan in andere tijdvakken.

Referentie:
Smith et al. The evolution of maximum body size of terrestrial mammals. Science 330 (2010) 1216-1219.

(Kennsilink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_90781767
01-01-2011

Menselijk brein is al 20.000 jaar aan het krimpen



Zou het kunnen dat de mens steeds dommer wordt? Uit een studie blijkt dat het menselijk brein al 20.000 jaar aan het krimpen is. Gedurende de twee miljoen jaar daarvoor nam de grootte van het brein alleen maar toe.

Het krimpende brein is een fenomeen waar niemand aan kan ontsnappen. Het gebeurt over de hele wereld, bij beide geslachten en bij elk ras. In 20.000 jaar is ons brein met de grootte van een tennisbal gekrompen. Volgens Dr. John Hawks, antropoloog van de universiteit van Wisconsin, hoeven we ons echter geen zorgen te maken. Een kleiner brein betekent niet noodzakelijk dat we aan intelligentie moeten inboeten.

Reden?
Over de reden van het krimpende brein is men het niet eens. Sommige wetenschappers geloven dat de mens vroeger een groot hoofd nodig had, aangezien ze veel vaker in de kou vertoefden. Andere wetenschappers denken dat ons voedsel vandaag veel gemakkelijker valt op te eten dan vroeger en dat onze hoofden daardoor niet meer groeien. Nog een theorie zegt dat enkel de sterksten overleefden, aangezien veel kinderen stierven. En de sterksten hadden het grootste hoofd.

Voorouders
Volgens Dr. David Geary, van de universiteit van Missouri, mogen we onze voorouders niet zomaar intelligenter noemen. "In feite waren onze voorouders intellectueel onze gelijke niet. Dankzij de opkomst van landbouw en moderne steden konden de slimste mensen zich op wetenschap, kunst en andere velden toespitsen. Hun voorouders hadden de infrastructuur niet om dat te doen."

Raadsel
Dr. Hawks gelooft wel dat de moderne mens slimmer is geworden, net doordat het brein gekrompen is. Een groter brein vraagt meer energie en doet er langer over om zich te ontwikkelen. Aan de universiteit van Tennessee stelt een studie echter dat ons brein in de toekomst opnieuw zal groeien. Wetenschappers staan met andere woorden zelf voor een raadsel. Of we slim genoeg zijn om het op te lossen, zal nog moeten blijken... (gb)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_90781888
31-12-2010

Temperatuur van menselijk lichaam verklaard

AMSTERDAM De menselijke lichaamstemperatuur van 37 graden Celsius zorgt er op een zeer efficiënte manier voor dat we minder vatbaar zijn voor ziektes. Dat hebben Amerikaanse wetenschappers vastgesteld.


© Thinkstock

Het menselijk lichaam is warm genoeg om schimmels op afstand te houden, maar niet zo warm dat we constant hoeven te eten om op temperatuur te blijven. De menselijke lichaamstemperatuur is daardoor bijna optimaal te noemen, net als de temperatuur van de lichamen van de meeste andere zoogdieren.

Dat schrijven onderzoekers van de Yeshiva Universiteit in New York in het online wetenschappelijk tijdschrift mBio.

Warmbloedigheid

Één van de grootste mysteries van de mens en andere geavanceerde zoogdieren is hun warmbloedigheid in vergelijking met andere dieren, verklaart hoofdonderzoeker Arturo Casadevall op nieuwssite ScienceDaily.

Deze studie helpt ons te verklaren waarom de lichaamstemperatuur van alle zoogdieren rond de 37 graden Celsius ligt, aldus de onderzoeker.

Krokodillen

Uit de studie van Casadevall blijkt dat het aantal schimmels dat een mens of dier kan besmetten direct verband houdt met lichaamstemperatuur. Bij elke graad Celsius temperatuursstijging, vermindert het aantal schadelijke schimmels in een lichaam gemiddeld met zes procent.

Koudbloedige dieren zoals krokodillen hebben dus veel meer kans om een schimmelinfectie op te lopen dan mensen.

De wetenschappers hebben met een wiskundig model berekend bij welke lichaamstemperatuur dit voordeel nog opweegt tegen het nadeel dat er extra veel voedselconsumptie nodig is om het lichaam warm te houden.

Beperkingen

Uit hun berekening blijkt dat de optimale lichaamstemperatuur voor mensen en dieren 36,7 graden is. Kortom: de temperatuur van ons lichaam is bijna ideaal.

Deze studie is een goed voorbeeld van hoe menselijke evolutie is gedreven door zowel biologische factoren als fysiologische beperkingen, aldus onderzoeker Aviv Bergman.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_90781993
31-12-2010

Supersnelle evolutie op eilanden

Op eilanden komen vandaag de dag afwijkende dieren voor. Sommige zijn kleiner, terwijl anderen weer groter zijn dan dieren op het vasteland. Fossielen laten hetzelfde beeld zien. Dieren op eilanden evolueren zeer snel, maar zijn ook zeer kwetsbaar omdat er erg weinig individuen van zijn.


De Floresmens Homo floresiensis. Afbeelding: © Adiël Klompmaker

De hobbit. De kleine mens, Homo floresiensis, werd in 2003 ontdekt op het Indonesische eiland Flores. Groot nieuws want deze nieuwe mensensoort was ongekend klein. De nieuwe soort leefde tegelijk met de moderne mens (Homo sapiens), mogelijk tot 12.000 jaar geleden. Das klein, maar het kan ook groot. Wat te denken van bijvoorbeeld de reuzenooievaar die onlangs in het nieuws kwam. Deze fossiele ooievaar (Leptoptilos robustus), ook al gevonden op Flores, was maar liefst 1,80 m groot en 16 kg zwaar. De vogel was niet meer goed in staat te vliegen.

Dit zijn slechts twee van de voorbeelden van afwijkende groottes van dieren op eilanden. Wat gebeurt er op deze eilanden? Hoe komt het dat sommige beesten juist klein zijn en andere weer groot? Alexandra van Geer en collegas publiceerden hier in 2009 een boek over getiteld Hoe dieren op eilanden evolueren.


De reuzenooievaar vergeleken met de Floresmens. Afbeelding: © Hanneke Meijer

.Geschiedenis
Charles Darwin kwam al in aanraking met evolutie op eilanden. Hij bestudeerde de vinken op de Galapagos eilanden, 900 km ten westen van Zuid-Amerika. Deze vinken lijken erg veel op een vink op het vasteland van Zuid-Amerika. Deze vinken hebben verschillende snaveltjes om zich zo goed mogelijk aan hun leefomgeving aan te passen. Wat was er namelijk gebeurd? Enkele Zuid-Amerikaanse vinken vlogen naar de Galapagos eilanden en evolueerden ter plaatse tot nieuwe soorten.

Eilandevolutie kwam pas echt op de kaart te staan toen de Brit Andrew Leith Adams in 1870 dwergvormen op eilanden beschreef. Toen werd nog gedacht dat deze dwergvormen een vorm van ziekte waren. De zwakke dieren vielen niet meer ten prooi aan roofdieren bij gebrek daaraan en verzwakten zo de opvolgende generaties met hun genen, oftewel degeneratie. Vanaf de jaren zeventig ging de wetenschap zich echter steeds meer realiseren dat de afwijkende vormen aanpassing aan de nieuwe leefomgeving waren. In veel gevallen wordt een eiland namelijk gekoloniseerd door organismen vanaf het vasteland.


Een klein deel van de Galapagos vinken van Darwin.

.Afstand en grootte
MacArthur & Wilson zagen dit ook in de jaren zestig. Ze realiseerden zich dat het aantal soorten op een eiland afhangt van twee belangrijke factoren: de afstand tot het vasteland en de grootte van het eiland. Hoe korter de afstand tot het vasteland, des te meer soorten over kunnen steken. De grootte van het eiland speelt een vergelijkbare rol: hoe groter, des te meer soorten kans lopen om op het eiland te komen.

Eilanden herbergen weinig soorten ten opzichte van een gelijk oppervlak op het vasteland. Waarom dan alle ophef? Dit komt omdat de soorten die er zijn, vaak niet op het vasteland voorkomen: er is een hoog percentage aan endemische soorten. Vooral grote, verafgelegen eilanden met veel topografie herbergen veel endemische soorten. Om een voorbeeld te geven: 81% van de vogels, en maar liefst 99% van de insecten, op Hawaii wordt nergens anders gevonden.

Eilanden zijn dus hotspots voor biodiversiteit. Verhoudingsgewijs komen er zelfs veel soorten voor op eilanden in vergelijking met het vasteland. Bijvoorbeeld, één op de zes plantensoorten groeit op een eiland, en dat terwijl de verhouding eiland versus vasteland kleiner is in dan één op zes. Ook leeft ongeveer 17% van de vogelsoorten op en nabij eilanden.

Dit is zo in het heden, maar dat was niet anders in het verleden. Ook toen waren er veel endemische soorten op eilanden te vinden. Die worden dan ook teruggevonden als fossielen op deze eilanden.

De oversteek
Er zijn twee manieren voor eilanden om met nul landsoorten te beginnen. Vele eilanden zijn vulkanische eilanden, wat betekent dat toen het eiland hoog genoeg werd door uitbarstingen en uiteindelijk boven de zeespiegel kwam onbevolkt was door landdieren. Daarnaast kan een eiland weggevaagd worden door een explosie van een vulkaan zoals gebeurde bij de Krakatau in 1883. Het eiland werd letterlijk gesteriliseerd en moest opnieuw veroverd worden door het leven. Niet elke soort kan zomaar op een eiland geraken. Voor het eind van de twintigste eeuw dacht men vooral dat dieren op eilanden belanden door van eilandje naar eilandje te geraken geholpen door landbruggen. Dit blijkt lang niet altijd op te gaan, want grote dieren zoals olifanten en nijlpaarden blijken behoorlijke afstanden te kunnen zwemmen.


Toch geraken niet alle dieren van het vasteland op een eiland. Dat heeft te maken met hoe gemakkelijk ze zich verspreiden. Vergelijk bijvoorbeeld vogels en konijnen. De eerste kan gemakkelijk over de barrière genaamd zee vliegen, terwijl een konijn het een stuk moeilijker heeft om het eiland te bereiken. Ook vlinders hebben het gemakkelijk. De verspreiding is overigens geen vast gegeven voor dieren. Sommige individuen geraken veel verder dan hun nog kleinere of zwakkere soortgenoten. In soorten kan het verspreidingsvermogen ook snel veranderen op een tijdsschaal van duizenden jaren door snelle aanpassingen zoals bijvoorbeeld bij Zweedse aardmuizen.

Eén tweede proces dat meespeelt, is het klimaat dat op eilanden anders is dan op het vasteland. Over het algemeen wat kouder. Daarom zullen sommige soorten die zich op het vasteland wel kunnen handhaven, het niet redden op eilanden.


De fossiele dwergolifant Elephas falconeri is op Sicilië te vinden. Afbeelding: © Giovanni DallOrto

Eilandregel
Na de grote oversteek hoopt het individu een soortgenoot te vinden, het liefst van het andere geslacht in het geval van sexuele voortplanting. Mocht dat het geval zijn, dan kan de soort zich permanent vestigen op het eiland.

Er zijn twee mogelijkheden waarom dieren op eilanden kunnen afwijken van die van het vasteland. Ten eerste is het mogelijk dat de beesten op het eiland van dezelfde soort zijn als degenen op het vasteland. De beesten op het vasteland sterven echter uit en die op het eiland juist niet. Zo krijg je ook andere dieren op eilanden.

In de meeste gevallen evolueren de beesten op de eilanden zich echter zelf. In de loop van de tijd veranderen veel planten en insecten, maar vooral ook gewervelden (vertebraten). Kleine soorten worden groter en grote soorten worden juist kleiner: de eilandregel. De meeste beesten hebben zich op eilanden ontwikkeld tot nieuwe soorten: soorten die zo sterk veranderen in hun skelet of andere lichaamsdelen dat ze duidelijk afwijken van degenen die op het land leven. Zelfs zo veel dat ze hoogstwaarschijnlijk niet meer met hun vroegere soortgenoten kunnen voortplanten. Waarom werden ze juist kleiner of groter?

Hiervoor gaan we terug naar de reuzenooievaar uit Flores. Deze ooievaar had weinig te duchten van carnivore zoogdieren, want die waren niet te vinden op Flores. Aan de andere kant waren er wel genoeg prooidieren en aas te vinden. De ooievaar had voldoende te eten en kon zo in de loop van de duizenden jaren gemiddeld groter worden. Een soortgelijk iets doet opgeld voor kleine zoogdieren zoals bijvoorbeeld egels. Zo vonden wetenschappers in Gargano (Italië), vroeger een eiland, bijvoorbeeld de resten van de reuzenhaaregel, en reuzenratten op Kreta, Timor en de Filippijnen. Ook kunnen de grote kleine beesten zich nu makkelijker onttrekken aan roofvogels en het warmteverlies neemt af. Minder eten is dus nodig.


Een
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_90869043
04-01-2011

'Walging heeft belangrijke evolutionaire functie'

AMSTERDAM – Het vermogen om ergens van te kunnen walgen, beschermt mensen tegen ziektes en heeft mogelijk ook invloed op onze moraal. Dat beweert een Britse onderzoekster in een nieuwe studie.


© Thinkstock

Walging is voor mensen een minstens zo belangrijke emotie als angst.

Waar angst er voor zorgt dat we uit de buurt blijven van gevaren zoals roofdieren, heeft walging een vergelijkbare functie als het gaat om bedreigingen zoals bacteriën en parasieten.

Dat schrijft onderzoekster Valerie Curtis van de London School of Hygiene and Tropical Medicine in het wetenschappelijk tijdschrift Philosophical Transactions of the Royal Society.

Lichaamsvocht

"Afschuw of walging zorgt er voor dat we uit de buurt blijven van kleine diertjes die ons van binnenuit kunnen opeten”, verklaart Curtis op Discovery News. “We zijn zo geëvolueerd dat we uit de buurt blijven van poep, lichaamsvocht en bedorven voedsel.”

Curtis onderbouwt haar stelling met de resultaten van onderzoeken waarin eenvoudige levensvormen zijn blootgesteld aan ziekteverwekkers. Zo werden bij een experiment wormen geconfronteerd met bacteriën in een petrischaal.

De wormen leken de ziekteverwekkers onmiddellijk te herkennen. Zodra ze bij de bacteriën in de buurt kwamen, draaiden de dieren zich om en kropen ze de andere kant op.

Moraal

Volgens Curtis bewijst het experiment dat walging een belangrijke rol heeft gespeeld in de evolutie van bijna alle levensvormen. “Wormen zijn simpele dieren met maar 302 neuronen en toch vertonen ze een walgreactie.”

De onderzoekster vermoedt zelfs dat walging ook heeft bijgedragen aan het ontstaan van de menselijke moraal in de huidige maatschappij.

Uitwerpselen

“Als ik poep achterlaat in je voortuin, in je kopjes spuug, stank achterlaat in het openbaar vervoer of in mijn pyjama naar de kerk ga, bedreig ik anderen in feite met mijn lichaamsvocht”, verklaart Curtis. “Het gaat hier om manieren, maar in zekere zin ook om moreel gedrag."

“De vorming van simpele regels die voorkomen dat je andere mensen ziek maakt met je uitwerpselen, is één van de manieren waarop de menselijke moraal kan zijn ontstaan”, aldus de onderzoekster.

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_91150349
10-01-2011

Vroege moderne mens werd niet ouder dan neanderthaler


Een neanderthaler.

Het uitsterven van de neanderthalers laat zich vermoedelijk niet verklaren door een geringere levensverwachting. Ook de vroege moderne mensen, die vanuit Afrika komend snel uitzwermden over de continenten, werden niet bijzonder oud, zo blijkt uit een onderzoek van de Amerikaanse antropoloog Erik Trinkaus, gepubliceerd in het vakblad Proceedings van de Amerikaans Academie voor Wetenschappen.

Trinkaus vergeleek de leeftijd bij overlijden van twee zogenaamde archaïsche mensen, vooral neanderthalers, met dat van twee groepen van vroege moderne mensen. Hij keek hoeveel twintig- tot veertigjarigen er waren, en hoeveel er volwassenen van meer dan veertig jaar waren. In alle drie de groepen waren er zeer weinig oude mensen.

Waarschijnlijk hebben rondtrekkende groepen oudere mensen omwille van ouderdomsverschijnselen of die niet meer mobiel genoeg waren, achtergelaten en zijn ze in bepaalde omstandigheden door wilde dieren opgegeten, zo luidt een mogelijke verklaring. Zo zijn hun overblijfselen niet meer te vinden in paleontologische data. Het is ook denkbaar dat de resten van oudere individuen over duizenden jaren heen minder goed bewaard bleven dan die van jonge mensen of dat de ouderdomsschatting op de skeletresten niet betrouwbaar genoeg is.

Als er een demografisch voordeel voor de moderne mens zou zijn, zou dit het gevolg kunnen zijn van hogere vruchtbaarheid of lagere kindersterfte. (belga/vsv)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_91234281
quote:
De kwalen van de ouders gaan wél over op de kinderen

De biologische wereld staat op zijn kop. Eigenschappen die tijdens een leven worden verworven, kunnen worden doorgegeven.

Het werd lang als een ketterij in de biologie beschouwd, maar de gegevens stapelen zich op dat tijdens het leven verworven eigenschappen doorgegeven kunnen worden aan de volgende generaties, ook bij mensen. Dat heeft grote gevolgen, onder meer voor de geneeskunde.

Stress

Stress kan sommige mensen een leven lang met problemen opzadelen. Problemen die zich op een bepaalde manier in, of liever: op, de genen manifesteren. Dat blijkt uit een studie gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences.

Wetenschappers screenden de activiteit van niet minder dan 14.000 genen – een mens heeft zo’n 20.000 genen – van honderd Amerikanen die kampten met posttraumatische stress. Ze vonden verschillen in de activiteit van genen die te maken hadden met de regulatie van het afweersysteem, maar ook van genen die instaan voor de groei van hersencellen.

De verschillen hadden betrekking op zogenaamde methylatie: het aan bepaalde stukjes van het DNA hangen van scheikundige methylgroepen, die maken dat sommige genen makkelijker toegankelijk worden en andere niet. De chemische stoffen, die als weerhaakjes aan het DNA hangen, bepalen mee wat er in bruikbare eiwitten wordt overgeschreven. Ze zijn een van de wapens uit het arsenaal van de epigenetica: een nieuwe tak in de wetenschap die onvermoede aspecten van de erfelijkheid bestudeert.

In de studie kon niet duidelijk gemaakt worden of de epigenetische verschillen oorzaak dan wel gevolg waren van de blootstelling aan stress. Maar het is niet uitgesloten dat mensen nog voor ze zelf met stress te maken krijgen, opgezadeld raken met epigenetische kenmerken die hen kwetsbaarder maken voor pijnlijke ervaringen.

9/11

Een opgemerkte studie in de Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism toonde niet alleen aan dat van 38 bestudeerde zwangere vrouwen die op 11 september 2001 in of vlakbij de Twin Towers van New York waren, de helft achteraf duidelijke tekenen van posttraumatische stress vertoonde, maar ook dat de fysiologische gevolgen daarvan merkbaar waren in de baby’s die later geboren werden.

Een vaststelling die voeding gaf aan een van de meest controversiële biologische inzichten van de laatste jaren: dat mensen prikkels uit hun eigen leven kunnen doorgeven aan hun kinderen. Wetenschappers gaan er sinds Charles Darwin van uit dat eigenschappen alleen via de tussenstap van de genetische kaart kunnen worden overgeërfd. Het idee van de Fransman Jean-Baptiste Lamarck, dat tijdens een leven verworven eigenschappen kunnen worden doorgegeven, leek al lang dood en begraven. Sinds kort wordt het, in aangepaste versie, gereanimeerd. Het lijkt de biologische wereld op zijn kop.

(DDR)
http://knack.rnews.be/nl/(...)le-1194921851022.htm
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')