quote:
Kredietcrisis bewijst leiderschapscrisis EU
Gepubliceerd: 4 oktober 2008 10:28 | Gewijzigd: 4 oktober 2008 10:30
Sommige EU-landen voelen zich gepasseerd door een Franse minitop over de kredietcrisis. De Commissie zou bovendien ondermijnd worden. „Maar Sarkozy probeert tenminste iets.”
Door onze correspondent Caroline de Gruyter
Brussel, 4 okt. Woensdag was iedereen kwaad op de Ierse regering. Die beloofde rekeninghouders bij grote Ierse banken, die geld kwijt zouden raken door de financiële crisis, tot de laatste cent terug te betalen. De Britse premier Gordon Brown hoorde het op de radio en explodeerde. Hij zag het voor zich: Britten zouden massaal hun geld van Britse banken halen, om het veilig bij Ierse banken in Londen te parkeren. Het laconieke antwoord van de Ierse minister van Financiën op dit scenario: „Ierland moet aantrekkelijk blijven voor zaken.”
Donderdag tekende de volgende controverse zich af: die tussen de Beneluxlanden, die een Europees financieel mechanisme wilden om grensoverschrijdende banken overeind te houden – sinds deze week hebben zij daar enige ervaring mee –, en landen als Duitsland en Groot-Brittannië die daar niets van wilden weten. De eersten haalden bakzeil, en ontkenden dat er ooit sprake was van een ‘fonds’. Als maar een paar landen meedoen, werkt het natuurlijk niet.
Diezelfde dag was het wéér raak. Ditmaal was er onenigheid rond de minitop die de Franse president Nicolas Sarkozy vandaag over de crisis organiseert. Sarkozy, dit halfjaar EU-voorzitter, wil Europese voorstellen formuleren voor de volgende vergadering van de G-8, in november. Het ‘topje’ is volgens Parijs géén poging om een Europees antwoord op de malaise te vinden, enkel een voorbereiding op die G-8. Sarkozy nodigde daarom alleen de andere drie Europese landen in de G-8 uit: Groot-Brittannië (Gordon Brown), Duitsland (Angela Merkel) en Italië (Silvio Berlusconi). Ook de voorzitter van landen die de euro hebben, de Luxemburgse premier Juncker, mag komen. Hetzelfde geldt voor de voorzitters van de Europese Centrale Bank, Jean-Claude Trichet, en de Europese Commissie, José Manuel Barroso.
Een aantal Europese landen pikt dit niet. Spanje, bijvoorbeeld, voelt zich gepasseerd. De Spaanse economie is even groot als die van Italië. Spanje heeft met zijn verplichte grote bufferreserves bij de banken de rest zeker iets te vertellen. Officieel geven Spaanse diplomaten in Brussel geen commentaar. Maar premier Zapatero is zo boos op Sarkozy dat hij zelfs een uitnodiging om vóór het topje voor overleg naar Parijs te komen – zoals de Nederlandse premier donderdag –, heeft afgeslagen.
Volgens Spanje, dat steun krijgt van Scandinavische en Oost-Europese landen, moet Sarkozy iedereen uitnodigen als hij over Europese zaken praat. En Barroso, vinden zij, moet het Europese belang verdedigen, dat niet gediend is met onderonsjes. Maar Barroso echoot Sarkozy’s redenatie dat het alleen om een voorbereiding van de G-8 gaat. Dit kan de reputatie van de Europese Commissie geen goed doen. Die wordt steeds zwakker. „De kern van de Europese samenwerking, economische integratie, wordt bedreigd”, zegt Karel Lannoo, hoofd van de denktank Centre for European Policy Studies in Brussel, „en wat doet de Commissie? Niets. Dit is erg.”
Volgens de Spaanse europarlementariër Inigo Mendes de Vigo worden minitopjes onvermijdelijk. Met 27 leden, zegt hij, heeft de EU een „besluitkundig dak” bereikt. Je kunt geen knoop meer doorhakken. Het is een kakofonie. Dus krijg je kopgroepjes die besluiten voorkoken. In 2001, na de aanslagen van 11 september, organiseerde de Britse premier Blair al een etentje voor vier regeringsleiders. De Nederlandse premier Wim Kok was zo kwaad dat hij zich alsnog liet uitnodigen en ging. In februari 2008 besprak Gordon Brown in Londen in hetzelfde ‘petit comité’ de kredietcrisis.
Volgens ingewijden is Zapatero óók geïrriteerd over het aplomb waarmee Sarkozy het Parijse onderonsje organiseert. Zo doet de Franse president alsof bepaalde Europese voorstellen (voor meer toezicht op banken, bijvoorbeeld) van hèm zijn – terwijl er in Brussel al jaren over vergaderd wordt. In een brief aan Barroso eist Sarkozy zelfs dat ze snel worden aangenomen. „Met zoveel tactloosheid”, zegt een diplomaat, „strijkt hij velen tegen de haren in. Anderzijds: als hij het voortouw niet neemt, wie doet het dan? Er is tenminste iemand die iets probeert.”
Alle ruzies van deze week zijn symptomen van een nijpend gebrek aan Europees leiderschap, daar zijn velen het over eens. Er gaapt een gat. De enige die daarin springt, is de Franse president. Al moet gezegd worden dat men zich hier weinig illusies maakt over de concrete resultaten van deze minitop.
Het is datzelfde Europa dat de opsplitsing van ABN AMRO heeft doorgedrukt. Nederland had grote bedenkingen over de verkoop van ABN AMRO en zij werd meerdere malen op de vingers getikt door Europa (o.a. de DNB kreeg een filkse uitbrander). Dank je wel!
En nu het een puinhoop is gaan wat Grote Landen even bepalen wat er moet gebeuren en wie wat moet betalen