Fred de Graaff, vader van Bart, krijgt er vragen over. ’Jij was er toch ook altijd voor Bart? Hij kwam toch vaak bij jullie over de vloer?’ De docu Bik kel , over de kleine grote man die in mei 2002 overleed, rept niet over een liefhebbende vader. Als het al over Fred gaat, gaat het over zijn echtscheiding van Barts moeder Marjan. Fred praat voor het eerst over zijn rol: „Bart stierf ook in míjn armen. Ik hield hem vast tot zijn hartlijntje op het cardiogram rechtuit ging. Ik moest hem altijd vasthouden, omdat voor zijn gevoel de pijn dan wegging.”
Fred de Graaff wordt in docu ’Bikkel’ genegeerd
WAAR WAS BARTS VADER?
„Hij stierf ook in míjn armen”
„Marjan, mijn ex-vrouw, heeft het prima gedaan”, benadrukt Fred. Het is het eerste wat hij kwijt wil. „En ik wil ook niets afdoen aan haar rol. Echt niet. Toen Bart stierf waren we er alle drie. Marjan, dochter Mirjam en ik hielden hem samen vast. Zoals we er alle drie altijd voor Bart waren.”
De vorige week uitgekomen docu Bikkel, over het leven en sterven van Bart de Graaff, rept echter alleen négatief over de vader van de BNN-oprichter. En daar past bepaald nuancering. „Zij hebben hier wel vier dagen gefilmd. Maar daarvan is bijna niks uitgezonden.” Zo zou Fred na de echtscheiding de videorecorder hebben meegenomen. ’Dat doe je een ziek kind toch niet aan?’ werd er gezegd. Fred: „Maar er stonden daar twéé videorecorders.”
Vreselijke pijn
Fred de Graaff heeft verdrietige ogen. Geflankeerd door zijn liefhebbende tweede echtgenote Sia vertelt de besnorde Zandvoorter voor het eerst zijn verhaal. De schijnwerpers passen eigenlijk niet bij hem. Maar nu hij steeds wordt aangesproken op de film, kan hij niet anders. „Sia en ik komen nog regelmatig bij het graf van Bart. Dan zeggen we hem gedag. Maar ik ben ook blij met zijn dood. Voor hem. Want nu is hij van die verschrikkelijke pijn af. Wat heeft díe jongen geleden... Ik moest bijvoorbeeld op hem gaan liggen als ze hem in het ziekenhuis een onderhuidse injectie gaven, tegen de afstotingsreacties van zijn nier. Zó’n ontzettende kwelling was dat. Hij vroeg altijd ’hoe flik je dat toch pa?’ Ik kon pijn bij hem wegnemen. Hier thuis op de bank kwam hij ook altijd dijbeen aan dijbeen zitten, omdat hij zich dan beter ging voelen. Het zijn van die dingen. Of hij gooide ’s nachts steentjes tegen ons slaapkamerraam, dan wilde hij praten. Ik heb hem zo vaak uit de put gepraat. Als er moeilijke medische uitslagen kwamen, moest ik altijd samen met hem naar het ziekenhuis. Hij kon dan zichzelf zijn, en lekker vloeken of zo. Ik had een nuchtere uitwerking op hem.”
Peinst: „Weet je, ik hoor het liefste die schaterende lach van Bart. Zoals toen hij bij Rik Felderhof in het zwembad lag. En ik stel me voor dat hij nu heerlijk aan het golfen is op een wolk. Gegroeid, dat ook. Zo’n 1.90, net als zijn vader. Want dat wilde hij zo graag. Als hij hier met zijn vriendin Valerie Zwikker op bezoek was, en dat gebeurde regelmatig, dan zat hij bij haar op schoot. Want dan zaten ze op ooghoogte van elkaar. Of als ze iets te bespreken hadden, dan gingen ze samen in de auto zitten. In die prachtige sportbolides waarin Bart zo graag reed had hij namelijk een stoelverhoger. Zat hij ook lekker op dezelfde hoogte als zij.”
Vader De Graaff glimlacht: „Bart en ik zijn nog samen op vakantie geweest naar Portugal. Daar reed hij keihard achteruit in een gehuurde auto, en toen hebben we samen golfballetjes de oceaan in staan slaan. Het was vaak lachen met Bart, vooral als de camera’s draaiden. Anders was het ook een stille jongen. Ik gun hem dat hij op die wolk golf speelt met Christiaan Götte, de verongelukte drummer van Bløf. Dat was zijn neefje. Toen hij in maart 2001 een dodelijk motorongeluk had gehad in Zeeland, zijn we daar nog naartoe gereden. En Bart zei ’niet hij, maar ík hoor onder dat laken…’ Toen, ruim een jaar voor zijn eigen overlijden, was hij al bezig met de dood.”
„Bart gooide ’s nachts steentjes tegen ons raam, dan wilde hij praten”
Nooit eerder bracht Fred zijn eigen rol naar buiten. Terwijl híj degene was die Bart begeleidde tijdens zijn eerste niertransplantatie. „Zijn moeder was met onze dochter Mirjam op vakantie in Spanje, en ik werd in mijn beddenzaak gebeld. We gingen naar Utrecht waar de operatie slaagde. Alleen moest Bart een paar dagen later al naar Leiden om bestraald te worden, omdat de nier haperde. Ik zal nooit de doffe plof van die dikke bestralingsdeur vergeten. Zo’n kleine man op zo’n grote brancard. Ik werd echt gek van onmacht.” Hij slikt: „Nu houd ik me vast aan uitspraken van hem. Zo zei hij op de golfbaan opeens een keer ’ik houd echt heel veel van je, pap’.” Dat houdt me nu staande. Is dat zo gek na zo’n film als Bikkel? Ik wil het iedereen altijd naar de zin maken. Ik heb bijvoorbeeld later pas beseft hoe ik mijn dochter Mirjam in die tijd heb verwaarloosd.
Gelukkig gaat het nu goed met haar. Getrouwd met een leuke vent, en ik ben al opa van drie kleinkinderen. En we hebben geweldige steun aan Dave, de zoon van Sia. Hij werd ook door Bart gebeld. Hij was een van zijn vrienden. En dan waren er ook nog Jan Willem, Jeroen en Frank, met wie Bart veel contact had.” Glimlacht: „Ik wilde me al met Sia verloven toen we heel jong waren. Maar zij wilde toen niks weten van trouwen en kinderen krijgen. Dat is veel later toch nog goed gekomen. Toen ik al weg was bij Marjan.” Fred scheidde van Marjan toen Bart een jaar of veertien was. „Het had niets te maken met Bart of Mirjam”, zegt Fred openhartig. „Wat er met Marjan en mij gebeurde, overkomt zoveel mensen. En het contact met de kinderen was eerst ook best ingewikkeld. Ik ben blij dat dat is goed gekomen.”
Om het compleet te maken vertelt Fred nog dat híj degene was die Bart de showbizz in hielp.
„Hij was een jaar of elf en er kon auditie worden gedaan bij het volkstoneel. Carry Tefsen speelde daar onder meer in Boefje en Bart werd het vriendje van Boefje. Daarna had hij de smaak te pakken.”
Fred vindt het niet erg dat hij jaren in de schaduw heeft gestaan. Maar Bikkel heeft iets bij hem losgemaakt: „Ik wil dat mensen een completer beeld hebben. Zonder iemand tekort te willen doen, durf ik te beweren dat ik mijn Bart vaak heb geholpen. En ik weet zeker dat hij op de wolk af en toe aan me terugdenkt. Dat wilde ik graag even zeggen… Niemand wil een vergeten vader zijn.”