quote:
Ibi Afellay en de totale toewijding
EINDHOVEN - Op jacht naar eerherstel is PSV niet in de laatste plaats afhankelijk van de creatieve ingevingen van Ibrahim Afellay. De aanvaller praat in de pers niet graag over zichzelf. Voor AD Sportwereld maakt de Utrechter voor één keer een uitzondering.
Het was op 9 juni van dit jaar, al over half elf in de avond. In het Wankdorf-stadion van Bern stond een supertalent van Marokkaanse komaf op het punt in te vallen tijdens Nederland-Italië. Toen Ibrahim Afellay zijn EK-debuut tegemoet was gesprint, pikte hij de bal op en mikte direct op de lat. Alsof hij de wereld wilde zeggen: ‘hier ben ik’.
De invalbeurt in de nu al historische wedstrijd tegen de Italianen beschouwt Afellay als hét hoogtepunt van zijn EK-avontuur. Hij dacht aan niets toen bondscoach Marco van Basten hem sommeerde zich klaar te maken voor een paar speelminuten. De aanvaller had maar één doel: samen met zijn ploeggenoten de zege (3-0) over de eindstreep tillen.
,,Bij mijn eerste balcontact maakte ik een actie, die eindigde op de lat,’’ blikt Afellay terug. ,,Dat is wel iets wat me altijd bij zal blijven. Je hebt het over één van de grootste toernooien, van dat podium heb je als speler altijd gedroomd. Het EK was een fantastische ervaring, niet te vergelijken met ook maar iets wat ik daarvoor had meegemaakt.’’
De weg naar de top is lang, maar zelden werd de route sneller afgelegd dan door Ibrahim Afellay. Hij moet zijn 23ste verjaardag nog vieren, maar op zijn palmares staan onder meer vier nationale titels, deelname aan een EK en een halve finale in de Champions League. Hij heeft het vooral te danken aan zijn totale toewijding aan de bal.
Want een ander vak dan voetballer, Afellay kan het zich simpelweg niet voorstellen. ,,Toevallig zat ik er pas aan te denken wat ik nu gedaan zou hebben als ik geen profvoetballer was geworden. Misschien was ik met jongeren gaan werken, maar eerlijk gezegd: Ik zou het niet weten.
,,Ik ben al heel lang eigenlijk alleen maar bezig met voetballen. Op een gegeven moment krijg je in de gaten dat de kans er is om het te halen en dan ga je helemaal voor het voetbal. Ik heb nooit gedacht: Wat ga ik straks op maatschappelijk gebied doen? Ik ben altijd opgeslokt door de sport, voor iets anders was nauwelijks tijd.’’
Al een voetballeven lang speelt Afellay voor PSV en sinds een kleine twee jaar komt de geboren Utrechter ook uit voor het Nederlands elftal. Maar bovenal voetbalt Afellay voor zijn familie. Voor zijn zussen en broers, voor zijn moeder. De familieband is hecht en dat gevoel werd alleen maar versterkt toen Afellay al op jonge leeftijd zijn vader verloor. ,,Ik vind het heel moeilijk om daarover te praten, maar ik mis hem nog elke dag. Dat doet nog steeds heel veel pijn, is bijna niet in woorden uit te leggen.
,,Je vader is onvervangbaar, dat zit hem in kleine dingetjes. De man die je op je kloten geeft als het nodig is, die een arm om je schouder slaat of met wie je dingen bespreekt. Het is moeilijk om dat te missen. Daarom heb ik ook zoveel bewondering voor mijn moeder. Zij heeft dat zo perfect opgevangen.’’
Praat met Afellay over het leven en het gesprek komt bijna automatisch op de vrouw die het meest in zijn hart besloten zit. ,,Natuurlijk voel je je rot als we met PSV een wedstrijd verliezen,’’ zegt hij. ,,Maar als je dan naar huis gaat en je ziet dat het goed gaat met je broers, je zussen en je moeder, dan ben ik echt een heel gelukkig mens. Dat is het belangrijkst. Een glimlach op het gezicht van mijn moeder is het mooiste wat er is.’’
Rustig en beleefd rollen de woorden over de lippen van Ibrahim Afellay. Zoals hij hier zit, doet hij in niets denken aan de temperamentvolle voetballer die hij is. De PSV’er heeft soms magie in de voeten maar heeft op het veld ook de irritante trekjes die zoveel topvoetballers kenmerken. Het komt allemaal voort uit de wil om te winnen.
,,Af en toe, als ik beelden van mezelf terugzie, denk ik zelf ook: Wow, wat doe je nou man? Ik ben normaal gesproken redelijk rustig, maar dan zie je dat je in het veld toch heel anders bent. Ik kan dat ook moeilijk uitleggen. Ik ben een gevoelsmens, er komen emoties bij. Het gaat vanzelf.
,,Ik vind het moeilijk om te beoordelen hoe anderen over mij denken. Maar ik weet wel dat mensen de fout maken door te denken dat je als persoon zo bent als ze je tijdens een wedstrijd meemaken. Vroeger vond ik dat nog wel eens moeilijk, nu weet ik dat je daar doorheen moet kijken.
,,De voetballerij is zó’n opportunistisch wereldje. Vandaag ben je een topper, morgen bak je er niks van. Daar leer je mee omgaan. De mening van anderen wordt steeds minder belangrijk. Wat er toe doet is wat de mensen vinden die dicht bij je staan en die je dagelijks meemaken. Ik ben een normale jongen en probeer zo normaal mogelijk te leven. Mijn vrienden zijn nog dezelfde als vier jaar geleden, daarin is eigenlijk nauwelijks iets veranderd.’’
En toch, hoe Afellay dan wél in elkaar steekt, vindt hij zelf lastig te omschrijven. ,,Dat is gewoon iets wat ik niet kán,’’ legt hij uit. ,,Ik praat niet graag over mezelf, daar word ik ongemakkelijk van. In dat opzicht ben ik teruggetrokken, misschien zelfs wel wat verlegen. Ik vind het ook nog altijd vreemd als ik mijn eigen kop groot in een tijdschrift of krant zie staan. Dan sla ik snel om.’’
Een bekend hoofd, heeft Afellay gemerkt, is overigens lang niet altijd een garantie voor een normale behandeling. ,,Misschien denken mensen dat je als bekende voetballer overal met open armen wordt ontvangen, maar dat is dus absoluut niet zo.
,,Af en toe wil je even ontspannen, maar soms word je gewoon ergens geweigerd. Pas nog, nota bene samen met Nordin Amrabat. Even iets drinken, helemaal niet op een gekke tijd of zo. Mochten we niet naar binnen. Waarom? Zeg jij het maar. Ja, misschien omdat ik een Marokkaan ben. Je moet erboven staan, maar het is wel triest.
,,Dat soort dingen bepaalt voor een deel wel wie je bent, je gaat dingen relativeren. Ik kan zoiets niet vergeten, je wordt keihard met je neus op de feiten gedrukt en het is moeilijk om daarmee om te gaan. Want wat doe ik nou verkeerd? Als ik nou een heel agressief uiterlijk had gehad… Ik kan me zo goed voorstellen hoe jongens zich voelen die dit regelmatig meemaken. Het is frustrerend. Je moet integreren, natuurlijk. Maar dat moet wél van twee kanten komen.’’
Zelfs een Oranje-international heeft dus te maken met de problematiek van de Nederlandse maatschappij en Marokkaanse jongeren. Een oplossing heeft Afellay niet. Hij zou ook niet weten wat hij zelf zou moeten doen. ,,Ik wil er niet te veel over zeggen, daarvoor heb ik hier simpelweg te weinig zicht op. Als ik iets op tv zie van jongens die een mooie baan hebben – dokter of zo – dan maakt dat me wel blij. Tegelijk valt het me op dat de negatieve dingen veel vaker worden benadrukt.’’
Denk niet dat Afellay zich niet thuis voelt in Nederland, het land waar hij geboren en gevormd werd, als voetballer én als mens. Dat neemt niet weg dat hij óók een speciaal gevoel heeft bij Marokko, waar de wortels van zijn familie nog altijd diep in de grond zitten. Elke zomer brengt hij zijn vakantie door in Al Hoceima, aan de noordkust.
,,Ik heb niet veel familie in Nederland, de meesten wonen in Marokko. Ik vind het een fantastisch land, in alles,’’ glundert Afellay. ,,Het leven, een prachtig landschap, de cultuur, eten en het strand. In Nederland moet om zes uur het eten op tafel staan. Daar eet je wanneer je honger hebt. Het is gewoon ongelooflijk relaxt.
,,Ja, in Al Hoceima weten de mensen wel wie ik ben. Soms word ik er aangeschoten, soms vragen ze of ik met ze op de foto wil. Wel leuk. Het is een ideale plek voor toeristen. Je gaat op vakantie voor zee, strand, ontspanning én lekker eten. Dat vind je daar allemaal. Het staat bekend om de verse vis en het strand is prachtig.
,,Ze zijn nu bezig nog betere faciliteiten te ontwikkelen, betere hotels bijvoorbeeld. Je kunt zeggen dat het jammer is, omdat het exclusieve er misschien wat vanaf gaat. Maar de mensen moeten er daar ook van leven. En sommige plekken zullen altijd authentiek blijven. De waterput in het dorp, de straatjes waar vee loopt en dingen worden verkocht. Dat zal altijd zijn charme behouden.’’
De zwoele gedachte aan de prachtige noordkust van Marokko staat in schril contrast tot de pijnlijke realiteit bij PSV. De club die de eredivisie jaren in een ijzeren greep hield, strompelt momenteel als opgejaagd vee door de competitie. Van de vijftien duels werden er slechts acht gewonnen. Om de aansluiting niet nog verder te verliezen, moeten de resterende twee duels tot de winterstop (morgen Feyenoord, volgende week FC Twente) beide worden gewonnen.
Verwacht van Afellay geen schokkende uitspraken over oorzaken of een panklare oplossing voor de sportieve malaise. ,,Als mij wordt gevraagd wat ik ervan vind, geef ik natuurlijk mijn mening. Maar ik ga niet uit mezelf zeggen ‘luister eens, zo moet het’. Zo zit ik niet in elkaar. Ik ben speler en moet mijn ding doen. Daar ben ik voor aangenomen.’’
Op weg naar een grote transfer – normaal gesproken komende zomer – is dát vooral waar Afellay mee bezig is. Zijn ding doen. Keer op keer, telkens weer. Vorig seizoen maakte hij in totaal twee goals, nog niet halverwege deze competitie staat hij al op zeven treffers.
,,Wat is vorm,’’ vraagt hij zich af. ,,Ik weet het niet. Schiet je twee wedstrijden achter elkaar een bal in de kruising, ben je dan in vorm? En als je een week later niet scoort uit vorm? Dat is zo moeilijk. Als speler moet je gewoon altijd je ding doen en dat is tegelijk ook het moeilijkste.
,,Als een actie drie of vier keer mislukt, moet je het de vijfde keer weer proberen. Dat is belangrijk en tegenwoordig durf ik dat ook. Als mensen dan beginnen te fluiten, dan moet dat maar. Heb je daarna een beslissende actie, staan ze op de banken. Naarmate je langer meeloopt weet je dat dat ook bij het voetbal hoort.’’