Ik had helemaal niks met Nirvana toentertijd. Ik had sowieso niks met langharige treuralto's op scheurgitaar. Ik was een gymnasiumpikkie met een ouderebroersyndroom dat het liefst naar Franse chansons luisterde en daarvan de teksten uit zijn hoofd kende.
Mijn jongere broer was zo'n langharige treuralto, die kende Nirvana wel. Ik vond het crisismuziek en dat zei ik hem ook met onverholen dédain.
Ergens in de zesde klas van de middelbare school had ik The Counting Crows nodig, en Automatic for the People van R.E.M., om erachter te komen dat muziekmetgitaren ook best heel goed kon zijn, zelfs als het niet uit de jaren zestig kwam en/of door Lennon-McCartney werd uitgevoerd.
Toen ik ging studeren en op kamers woonde, kroop ik (gelukkig) uit mijn muzikale schulp. Zelfs Nirvana bleek erg goed te zijn. Black Hole Sun van Soundgarden, nog beter. Werd ik dronken met een huisgenoot en dan pogoden we net zolang door de keuken totdat het bloed op onze armen zat en de koelkast vol deuken. Jonge beesten waren we.
O ja, dEUS. Dát vond ik goed in die tijd. 1994, mijn Engelenjaar. Wat een waanzinnige teringherrie konden die gasten maken. Hippe rock-Belgen die ook nog eens violen lieten janken in hun songs. Daar had zelfs Brel niet van terug -- overigens nog steeds een van mijn grote helden.
En nu ik er zo over nadenk: Killing in the Name Of van Rage against the Machine, Fantastisch nummer, alsof je een machinegeweer leegschiet. Hoorde het voor het eerst tijdens de introductieweek van mijn studie. Stond ergens in een donker hol in Groningen groots en meeslepend dronken te wezen op een lawine aan hypnotisch gitaargedreun en langzaam werd het duidelijk wat die gasten als een mantra liepen te schreeuwen. Wat begreep ik die agressie opeens goed.

Op het laatst stond ik zo hard mee te brullen van fuck jou & ik doe toch niet wat je zegt, dat ik dat gevoel eigenlijk nooit helemáál meer heb los kunnen laten. Briljant moment. Ik zal wel gaatjesschoenen hebben gedragen, en een Arnie-kapsel, dus het zag er vast heel schattig en oprecht uit.