quote:
Stadion verdeelt Brugge
BRUGGE - De discussie rond het nieuw te bouwen stadion van Club Brugge dreigt uit de hand te lopen. Het stadsbestuur en Club Brugge zijn het niet eens over de locatie en de te volgen strategie.
VOETBAL BELEID
De toekomstige voetbaltempel van Club verhit al langer de Brugse gemoederen. Toen de gemeenteraden van Zedelgem en Brugge enkele maanden geleden moesten stemmen over de nieuwe locatie, stonden heel wat misnoegde supporters voor de stoep. Een nipte meerderheid van de raadsleden adviseerde de Vlaamse Regering uiteindelijk de piste Loppem te volgen, maar de aansluitende vreugdekreten bij de supportersentente Blue Army waren van korte duur.
Deze week zat het spel weer serieus op de wagen. Burgemeester Patrick Moenaert (CD&V) lanceerde het alternatieve voorstel om het nieuwe stadion voor Club Brugge ten noorden van de stad te bouwen. De Blankenbergse Steenweg lijkt hem een geschikte site, zeer tot ongenoegen van Club-preses Michel D'Hooghe. De sterke man van blauw-zwart staat bekend als een diplomaat, maar op de ploegvoorstelling van afgelopen donderdag in Koksijde reageerde hij furieus. D'Hooghe sprak van een hallucinant, ja zelfs compleet onhaalbaar voorstel. 'Als ze daar een stadion willen bouwen, zullen ze een andere ploeg moeten zoeken om er in te spelen', was hij ongewoon scherp in zijn bewoordingen. De voetbalvoorzitter ging zelfs nog een stap verder. 'Onze supporters hebben er genoeg van, ik sta niet meer in voor hun reacties', beriep hij zich op de volkswoede.
'Ik wil op dit moment eigenlijk niet reageren op uitspraken over de locatie voor een nieuw voetbalstadion', liet burgemeester Moenaert gisteren in een reactie weten. 'Enkel nog dit: bij de vergadering van de Task Force (de adviesgroep waarin leden van de lokale en de Vlaamse overheid vertegenwoordigd zijn. Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen leidt de procedure voor het juridisch verankeren van een locatie, red.) rezen bijzonder veel vragen ronde de piste Loppem.' De burgemeester lijkt wat dat betreft voet bij stuk te houden. 'Als de Vlaamse Regering niet kiest voor Loppem, is het volgens mij zinvol om andere opties te verkennen.'
D'Hooghe noemde het donderdagavond heel vreemd dat er geen rekening werd gehouden met de eerdere beslissing van de Brugse gemeenteraad. De stemming was echter nipt en er is meer.
'De stad beslist niet', herhaalde Moenaert gisteren. 'De beslissing wordt genomen door de Vlaamse Regering. Een belangrijk element bij die beslissing is ook het milieu-effectenrapport, dat een schets geeft van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu van verschillende locaties waar een voetbalstadion zou kunnen komen. Dat plan speelt een bepalende rol en is juridisch een belangrijk element.'
Eerder deze week verklaarde Patrick Moenaert al dat 'hij zich niet kon inbeelden dat iemand die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening de optie Loppem blind kan blijven verdedigen met zo'n negatief plan-mer.' Het ziet er dus niet goed uit voor Club Brugge.
'Het spreekt voor zich dat ik in de vergaderingen met de Vlaamse Regering en in de Task Force heb gewezen op het officiële standpunt van de Brugse gemeenteraad', stipt Moenaert aan. De bewindvoerder lijkt allerminst opgetogen met de harde taal die Club en zijn voorzitter spreken. 'Op vraag van de Vlaamse Regering werd de afspraak gemaakt om geen tussentijdse verklaringen af te leggen. Ik betreur ten zeerste dat dit wel gebeurde. Onaanvaardbaar. Alle partijen komen overeen om in stilte te onderhandelen. Toch lekt de volledige inhoud van de besprekingen nog voor het eind van de vergadering uit. In die omstandigheden moet ik reageren.'
Daarop wilde Michel D'Hooghe dan weer niet reageren. 'De persconferentie was voldoende duidelijk.'
In afwachting van de definitieve beslissing, die in principe op 15 juli wordt genomen, beloven het nog hete weken te worden.
quote:
“Ons geduld in het stadiondossier is op”
Dames en heren,
Het ondertekenen van het nieuwe zesjarige contract met Dexia als hoofdsponsor vormde het hoogtepunt van deze week voor Club Brugge. Dit contract bezorgt Club Brugge een belangrijke financiële ondersteuning die, voor een stuk, de verdere uitbouw van de vereniging mogelijk moet maken.
Bij de ondertekening van het contract, stelde de voorzitter van de Raad van Bestuur van Dexia, de heer Stefaan Decraene, dat de drie kernwoorden van de bank waren: ambitie – respect – dynamisme. Nu begrijp ik, beter dan ooit, waarom de symbiose tussen Dexia en Club Brugge zo succesvol is. We dragen immers dezelfden waarden in ons wapen: ambitie – respect – dynamisme !
Ik wil het eerst even over onze “ambitie” hebben.
Zoals telkenjare komt onze sportieve ambitie hierop neer: op nationaal vlak de top te spelen, en internationaal een stap voorwaarts te maken.
Ook op sociaal vlak willen we aan de reeks initiatieven uit het verleden een verlengstuk breien, en we beschikken daarvoor thans over een instrument: ons community-project “Allemoale Thope”.
Op economisch vlak vormt het nieuwe sponsorcontract de beste illustratie van onze dynamiek naar sponsors en commerciële partners toe. Aldus wil Club Brugge zich, meer dan ooit, profileren als een entiteit waarbij het sportieve natuurlijk voorop staat, maar waar sociale en economische elementen belangrijke bijdragen leveren om van onze club een vaandeldrager van de Vlaamse sport te maken.
“Respect” was het kernwoord van het voorbije Europees Kampioenschap, en het werd er zelfs goed nagevolgd. Respect op het veld, tussen de spelers en naar de scheidsrechters toe, respect tussen supportersgroepen. Ook bij ons vormt het woord “respect” een belangrijk gegeven. Respect voor tegenstanders en scheidsrechters op het veld, maar ook respect naar andere clubs toe. Zo heeft Club Brugge, in de voorbereiding van het nieuwe tv-contract, steeds de kaart van de solidariteit getrokken, terwijl dit niet noodzakelijkerwijze de financieel beste optie was.
Maar respect is ook een bilateraal begrip, en we menen dan ook op een zeker respect te mogen rekenen. Maar naar ons gevoel krijgen we dit niet steeds, zeker niet in het kader van het “Dossier Nieuw Stadion” waarop ik straks terugkom.
In het derde kernbegrip, “dynamisme”, kan Club Brugge zich helemaal terugvinden. De illustraties van ons dynamisme zijn legio: een verdubbeling van het supportersbestand in een vijftal jaren, wellicht dit jaar opnieuw een recordaantal abonnementen, een agressieve transferpolitiek binnen onze financiële mogelijkheden, de uitbouw van onze jeugdstructuur tot een waarachtige Club Academy, en zo kan ik nog een tijdje doorgaan.
Een belangrijk actueel gegeven vormt de toestand rond ons nieuw stadion. Bij onze club heerst hieromtrent momenteel zeer veel onbegrip, omdat we ervan overtuigd waren een sluitend project naar voor te hebben gebracht. Sluitend, omdat het steunt op drie grote troeven: de timing, de locatie en de financiering.
Wat de timing betreft, herinneren we u er aan dat we reeds begin januari 2007 ons project naar buiten hebben gebracht, en dat er, behalve valse beloften, verwijzingen naar gemeenteraden en andere vertragingsmanoeuvres, eigenlijk nog geen stap vooruit werd gezet.
Mag ik er toch even op wijzen dat, indien ons land in aanmerking wil komen voor de organisatie van de Wereldbeker 2018, een project waarin ik rotsvast geloof, de bouwvergunningen voor eind 2010 voorgelegd dienen te worden ? En dat de nieuwe criteria voor 2012 vervuld moeten zijn om in de toekomst Europees voetbal in onze stad en streek mogelijk te maken ? De tijd dringt dus, en het zijn niet al de nieuwe projecten, die om de haverklap naar voor komen en nieuwe studies opdringen, die daar iets aan zullen verhelpen.
De locatie dan. De locatie aan de Oostkampse baan, door Club Brugge weerhouden na een bijzonder ernstige screening door Arcadis/Gedas van 18 locaties op 12 verschillende parameters, heeft onder meer het grote voordeel op de as te liggen van waaruit ruim 70 procent van ons cliënteel Brugge benadert, de nu reeds overvolle Expresweg te ontlasten en zich te situeren in een agrarisch arm gebied, gekneld tussen twee autosnelwegen en een spoorlijn.
Met de regelmaat van een klok werden en worden echter nieuwe konijnen uit de toverhoed gehaald. Eerst kenden we het project van de Vlaamse Bouwmeester, die Jan Breydel wilde ombouwen tot een stadion met 40.000 plaatsen gekoppeld aan een winkelcentrum. Zij die weten hoe lang je nu reeds moet aanschuiven om, met de wagen, het stadion te bereiken, dienen wellicht niet meer overtuigd te worden van het hallucinante van dit voorstel, temeer dat hierbij geen wezenlijke uitbreiding van de parkeermogelijkheden voorhanden was.
Precies op de dag dat de Brugse gemeenteraad zich diende uit te spreken over onze voorkeurslocatie, kwam er een nieuw konijn uit de hoed: een nieuw stadion, op Brugs grondgebied, vlakbij de door ons gekozen site. Toen dachten we: “We zijn op de goede weg, iedereen schijnt nu te beseffen dat we naar de Zuidkant van Brugge toe moeten.”
Zo dachten we. Maar we dwaalden.
Inderdaad, want daar kwam het derde konijn uit de hoed: de locatie Blauwe Toren / Blankenbergsesteenweg, helemaal ten… Noorden van Brugge. Dit voorstel werd aangebracht als “een aanvaardbaar compromis”. Terwijl onze club, bij mijn weten toch de eerste gebruiker van dit nieuwe stadion, niet eens geraadpleegd werd. Begrijpe wie kan…
Om tot aan die laatste locatie te geraken moeten al onze supporters van het begin tot het einde over de nu reeds overvolle Expresweg rijden, wat onder meer resulteert in meer kilometers, in – actueel gegeven – meer brandstofverbruik, in meer pollutie. Nu reeds kan ik duidelijk stellen, in naam van onze club, dat we in dit project, om meerdere redenen, niet geïnteresseerd zijn. Wie dáár wil bouwen, zal zelf moeten zorgen voor een ploeg die er zal spelen. Het zal alleszins niet Club Brugge zijn.
Nu zijn we in de fase gekomen van de Task Force, een werkgroep waarin nagenoeg alle kabinetten en gezanten betrokken zijn. Ook hier is onze club niet uitgenodigd. Ik sprak met leden van deze werkgroep, die zowat achterover vielen toen ze onze visie vernamen. Ik heb dan ook gisteren officieel de vraag gesteld aan de voorzitter van de werkgroep om aldaar gehoord te worden.
Ach, er is nog zoveel onbegrip. Hoe kan het bijvoorbeeld dat de leiding van de Stad Brugge, na raadpleging van de ganse gemeenteraad en democratische stellingname ten gunste van de door ons weerhouden site, dit standpunt straal negeert en toch nog alternatieve en niet realistisch onderbouwde plannen voorlegt ?
Dames en heren, het geduld van Club Brugge is op, na meer dan anderhalf jaar palaberen… De speeltijd is voorbij. Citaten over de noodzaak van sportinfrastructuur in Vlaanderen klinken hol, te meer als men bedenkt dat, sinds Euro 2000 dat ons land samen met Nederland organiseerde, er in Nederland ondertussen ruim 20 nieuwe infrastructuren werden opgericht.
Uiteindelijk wil ik nog iets kwijt over de financiering. Van alle projecten die werden voorgelegd, is het onze het enige dat financieel onderbouwd is. Bij alle andere voorstellen kijken we steeds, tevergeefs, uit naar een uitgewerkt financieel plan. Dit is niet ernstig.
Onze supporters zijn het meer dan beu. We hebben Blue Army, de Supportersfederatie, de actie PlusPlusPlus, en de meer dan 70.000 sympathisanten die ons project steunen, gevraagd momenteel geen acties te voeren. We kunnen echter niet garanderen dat we dit kunnen blijven doen.
Terug naar de sport. Vorig jaar, op dezelfde plaats, hanteerde ik twee kernbegrippen: bescheidenheid en dankbaarheid. Bescheidenheid omdat we een moeilijk seizoen achter de rug hadden, dankbaarheid omdat onze supporters en sponsors, in de moeilijke dagen, ons trouw waren gebleven.
Ook vandaag blijven die twee begrippen staan. Bescheidenheid, jawel, maar dan gekoppeld aan een gezonde sportieve ambitie om vooruit te geraken. Dankbaarheid, meer dan ooit, naar de grootste kracht van onze club, onze duizenden supporters, en dit in een unieke sfeer van verbondenheid zoals we die eind vorig seizoen, in weliswaar dramatische omstandigheden, treffend geïllustreerd zagen. Die supporters mogen er op rekenen dat we er alles aan zullen doen om sportief optimale prestaties neer te zetten, en dat we er eveneens al het mogelijke aan zullen doen, voor zover een bepaalde politiek ons dit niet belemmert, om hen een adequate infrastructuur aan te bieden.
Dr. Michel D’Hooghe
Voorzitter
Club Brugge KV