Gister ging het in Crimetime bij John v.d. Heuvel ook over een rijke oude dame.
Het gedrag van de begrafenisbeheerder vertoont veel overeenkomsten met het gedrag van Louwes.
quote:
Hij was al zeker van vrijspraak, maar het werd opnieuw twaalf jaar cel. Heel Nederland zag deze week de tumultueuze televisiebeelden uit het paleis van justitie in Den Bosch, waar vier parketwachters verdachte Ernest L. tegen de grond werkten toen hij zich ook fysiek verzette tegen het keiharde vonnis van het gerechtshof. De berechting van deze fiscaal jurist, eerder vrijgesproken, maar nu bestempeld als moordenaar van de schatrijke weduwe Jacqueline Wittenberg-Willemen, werd zo een van de meest spraakmakende rechtszaken van ons land. Velen waren overtuigd van de onschuld van Ernest, maar Kees Willemen, de broer van het slachtoffer, kreeg gelijk: "Sinds de moord had deze man de schijn uitzonderlijk tegen."
Fiscaal-jurist Ernest L. struikelt over een spatje van zijn eigen bloed...
'Bijna de PERFECTE MOORD'
Begin juli vorig jaar was de 49-jarige fiscaal jurist Ernest L. er nog heilig van overtuigd dat hij op alle punten zou worden vrijgesproken van de geruchtmakende moord op de schatrijke 60-jarige weduwe Jacqueline Wittenberg-Willemen. Zij was op 25 september 1999 gruwelijk vermoord in haar woning aan de Zwolseweg in Deventer aangetroffen. Ernest was vorig jaar op last van de Hoge Raad voorlopig in vrijheid gesteld, nadat hij al drie jaar van z'n straf van twaalf jaar had uitgezeten, die hem eerder door het gerechtshof in Arnhem was opgelegd.
Opgelucht over zijn vrijlating na het zeldzame arrest van het hoogste rechtscollege in ons land zei hij in De Telegraaf van 19 juli: "Ik had geen reden die weduwe te vermoorden. Ze was mijn cliënt, geld heeft me nimmer geboeid. Wat moet ik met miljoenen? Ik heb zelfs nog nooit in een vliegtuig gezeten en wil dat ook helemaal niet. Laat de politie de echte moordenaar vinden, zodat ik eindelijk weer gewoon aan het werk kan." Hij was zelfs al zo zeker van de goede afloop dat hij toestond dat zijn naam voluit - dus zonder initialen - in de krant kwam.
Maar zijn uitspraken in de zonovergoten zomer van vorig jaar stonden wel in een uiterst schrijnend contrast met het tumult dat afgelopen maandag bij het gerechtshof in Den Bosch uitbrak, toen president mevrouw mr. J.A.M. van Schaik-Veltman het verpletterende vonnis van opnieuw twaalf jaar gevangenisstraf tegen Ernest L. uitsprak. "Het is niet waar, mevrouw, het is niet waar. Alles is vals, alles veegt u weg", protesteerde hij al halverwege haar betoog. Waarna het onmiddellijk na het vonnis tot een spectaculaire worsteling kwam met vier toegesnelde parketwachten, die hem tegen de grond moesten werken, terwijl hij het uitschreeuwde: "Ik laat me niet opnieuw op pakken. Ik ga niet mee."
Zijn vrouw en dochter stonden er verslagen en snikkend bij toen hij in de boeien werd weggeleid op weg naar de rest van zijn lange gevangenisstraf.
Teletekst
In het Groningse gehuchtje Onderdendam zette op dat moment de 60-jarige Kees Willemen, de broer van de vermoorde weduwe, 'teletekst' aan. "Het was tien voor tien toen het vonnis in beeld kwam. Ik dacht steeds: 'Lees ik het wel goed?' Ik kon het nauwelijks bevatten."
Willemen en de naaste familie ervaren de juridische bevestiging dat Ernest de moordenaar is als gerechtigheid. "Maar ik probeer mijn emoties nog te verbergen", zegt hij. "Voorzichtigheid is geboden, want de verdediging gaat weer in cassatie bij de Hoge Raad. De straf is nog steeds niet definitief. Maar na bestudering van het vonnis kan ik niet anders zeggen dan dat advocaatgeneraal mevrouw mr. Brughuis en haar ondersteunend team met het aandragen van nieuwe bewijslast een uitzonderlijk knappe prestatie hebben geleverd. Dat is door het hof gehonoreerd. Ik zou niet weten wie nu nog andere argumenten kan verzinnen dat L. 't niet heeft gedaan."
Kees Willemen kwam vlak na de schokkende moord op zijn zuster in 1999 op uiterst pijnlijke wijze in contact met de fiscaal jurist. De kinderloze weduwe was vermoedelijk al op de avond van de 23e september dat jaar om het leven gebracht en twee dagen later aangetroffen, toen haar kapster alarm sloeg, omdat de als uiterst punctueel bekendstaande deftige dame niet op haar afspraak was verschenen. Kees Willemen was de maandag erna met familie bezig de uitvaart te regelen, toen hij tot zijn verbijstering bericht kreeg dat er niets meer te regelen viel. Het bleek dat Jacqueline, weduwe van de gerespecteerde psychiater Willem Wittenberg, wier vermogen werd geschat op vier miljoen gulden, twee weken voor haar dood haar testament had laten veranderen en Ernest L. uit Lelystad, haar belastingadviseur, als executeur-testamentair had aangewezen om de voorwaarden daarin uit te voeren.
"Wij mochten van hem niet eens een aandenken meenemen"
"Wij hadden nog nooit van hem gehoord. Hij was een volslagen onbekende. In praktijk had hij nu zeggenschap over het hele vermogen, dat ondergebracht zou worden in een nog op te richten Dr. Willem Wittenberg Stichting, die hulp zou bieden aan ex-psychiatrische patiënten. Wij wisten dat mijn zuster haar geld aan een ideëel doel wilde schenken en hadden daar alle begrip en respect voor", vertelt Willemen. "Maar volgens het testament, waarvan we ons nu afvragen onder welke omstandigheden dat ooit tot stand is gekomen, had L. ook de opdracht de begrafenis te regelen. De ongelooflijk botte manier waarop die man ons toen te woord stond, heeft ons tot in het diepst van onze ziel gekwetst. We moesten zelfs nog met hem onderhandelen om gedaan te krijgen dat de namen van mijn moeder, die toen 89 jaar was en vorig jaar overleed, en de rest van de familie nog wel op de rouwkaart werden vermeld."
"En uit de boedel mochten we niet eens enkele kleine prulletjes als aandenken meenemen, niet eens een briefje of een kettinkje. Alles moest volgens het testament geveild worden. Hij zei keihard: 'Dan kopen jullie die spullen maar bij het veilinghuis terug.' Vanaf dat moment dacht ik al: 'Als je echt niks met die moord te maken hebt, ga je niet zo met de gevoelens van de nabestaanden om.' "
Bijna twee maanden na de moord, op 19 november 1999, werd Ernest L., getrouwd en vader van twee kinderen, gearresteerd. Sindsdien volgde er een uitzonderlijke procesgang bij verschillende rechtscolleges, waarbij de inzichten over de deugdelijkheid van het bewijsmateriaal en de schuld dan wel onschuld van de verdachte torenhoog verschilden. De processen deden denken aan de beruchte Zaan se paskamermoord en de Puttense moordzaak, hoewel de afloop in deze Deventer moordzaak geheel in het nadeel van de verdachte zou uitpakken. Na een eis van maar liefst vijftien jaar sprak de rechtbank in Zwolle Ernest in februari 2002 vrij. Maar het gerechtshof in Arnhem veroordeelde hem aan het eind van hetzelfde jaar tot twaalf jaar.
Vanuit de gevangenis bewoog L. - een overigens wat kleurloze en stijve man - hemel en aarde om zijn straf aan te vechten. Hij kreeg daarbij vooral steun van het weekblad HP/De Tijd, dat het in een serie artikelen onvoorwaardelijk voor hem opnam en hem al min of meer afschilderde als 'een slachtoffer van een van de grootste gerechtelijke dwalingen van de eenentwintigste eeuw'. Inmiddels was Ernest uiteraard al ontheven van het voorzitterschap van de eerbiedwaardige Dr. Willem Wittenberg Stichting en was het vermogen, ondanks enkele vreemde handelingen van L. bij het openen van de rekening, veiliggesteld.
Verdediging
Het was de bekende strafpleiter mr. Geert-Jan Knoops die vorig jaar de verdediging van L. op zich nam en aan de hand van de modernste dnatechnieken bij de Hoge Raad nieuw ontlastend bewijsmateriaal kon aandragen, dat nodig was voor revisie van het vonnis. Net als in de Puttense moordzaak, waarbij Knoops de verdachten vrij kreeg, kwam het hoogste rechtscollege tot de uiterst zeldzame conclusie dat ook de Deventer moord een nieuw en onafhankelijk proces verdiende, ditmaal uit te voeren door het gerechtshof in Den Bosch. Men gelastte vorig jaar zomer tegelijkertijd dat Ernest L. in afwachting van de revisiezaak voorlopig in vrijheid kon worden gesteld. Hij had er op dat moment al drie jaar opzitten en vriend en vijand waren het er eigenlijk al over eens dat de verdachte alleen nog een kolossale vrijspraak wachtte, volledig eerherstel en een reusachtige schadevergoeding voor een onterechte gevangenisstraf.
Maar ziedaar. Net als verdediger Knoops had ook advocaat-generaal mevrouw A. Brughuis, de aanklaagster bij het hof in Den Bosch, nieuw onderzoek gelast naar het bewijsmateriaal en daarbij was onder meer op de blouse van de vermoorde weduwe een minuscuul bloedvlekje aangetroffen, dat precies overeenkwam met het dna van de verdachte.
"Als ik ooit ben begonnen aan een zaak met het idee dat er op zijn minst twijfel is aan de schuld van de verdachte, was het deze wel," zei de advocaat-generaal tijdens de zitting van het hof op 26 januari. Maar de twijfel was aan de hand van het nieuwe bewijsmateriaal omgeslagen in zekerheid. Zekerheid dat Ernest L. ruim vier jaar na de dood van de weduwe tóch de moordenaar is. "Dit is bijna de perfecte moord. Zijn koelbloedigheid grenst aan het ongelooflijke" zei mevrouw Brughuis.
Voor Kees Willemen en de naaste familie geeft de veroordeling van de fiscalist een zekere gemoedsrust bij een moeizame rouwverwerking. "Want vergeet niet wat voor indruk het maakt als je je eigen zuster zo beestachtig vermoord onder ogen krijgt. Die man heeft steeds gesuggereerd dat wij hem zwartmaakten omdat we niet deelden in de erfenis. Maar al rond 1985 was bij mijn ouders al bekend, hoe het testament er globaal zou uitzien. Het was dus absoluut geen verrassing voor ons, we hadden er vrede mee. L. is er steeds een meester in geweest Jan en alleman in het wilde weg te beschuldigen", vertelt hij. "En toen hij er niet meer omheen kon dat dat kleine bloedvlekje op de blouse toch van zijn hand was, hing hij weer zo'n vreemd verhaal op. Het klopte, zei hij, dat hij op de dag van de moord 's morgens nog op bezoek bij mijn zuster was geweest. Hij had zijn hand op haar schouder gelegd, toen ze heel emotioneel werd over de dood van haar man. L. beet nagels en daardoor was misschien wat bloed uit een wondje losgekomen. Maar de echte moordenaar, zo staat vast, kwam 's avonds en toen was hij er volgens zijn verhaal beslist niet meer geweest."
"Wij als familie en haar beste vrienden konden duidelijk maken dat mijn zuster zich minstens één keer per dag omkleedde. Zij had een heel strikt kledingritueel. Die avond droeg zij beslist een andere blouse dan 's morgens. Maar juist op de blouse die ze op de avond van de moord aan had, zat dat bloedspatje. Het was dus onmiskenbaar van de man die 'het laatst zijn arm om haar heen sloeg'. Ze was gewurgd en met messteken doorboord. Wij hebben dat verhaal over haar strikte kledinggewoonten de advocaatgeneraal vlak voor de zitting nog in een briefje kenbaar gemaakt. Zij heeft dat ook meegenomen in haar requisitoir en deze aanvulling is verweven in het vonnis. Het is een heel sterk onderbouwd vonnis. Het geeft ons een goed gevoel. Eindelijk is er ook naar onze stem geluisterd."