Lurling

.
quote:
Lurling: "Fans de grootste vijand"
De verguisde speler. Ofwel: hoe Anthony Lurling maar geen goed kon doen bij het Legioen en letterlijk vluchtte uit Rotterdam. Als een verliefde puber was hij ’s ochtends in Den Bosch in de auto gestapt voor zijn eerste werkdag in Rotterdam. Anthony Lurling voelde het kriebelen in zijn buik. Hier had hij jaren op gewacht.
Interesse van de club waar hij vroeger als supporter op de tribune zat, was er wel vaker geweest. Maar nu was hij dan eindelijk Feyenoorder. Een grote aankoop zelfs. Om geen slecht figuur te slaan had hij - tegen zijn gewoonte in - de hele vakantie hard doorgetraind. Hij zou die duizenden langs het bijveld van de Kuip wel even iets laten zien.
En toen gebeurde het.
,,Hij stonk alsof hij drie kratten bier had gedronken,’’ zegt Lurling over de supporter die hem in de zomer van 2002 op weg naar het trainingsveld staande hield. ,,Hij kneep me en zei: Ik accepteer je alleen als je tegen ajax scoort. De volgende dag was mijn bovenarm nog paars. Ik ben die eerste dag bespuugd en uitgescholden. Toen mijn naam werd omgeroepen, floot de helft van de fans me uit. Het was zo erg dat Van Marwijk tegen de andere spelers zei: Laat Lurling er tijdens de partij straks maar een paar in schieten. Dat vergeet ik nooit meer.’’
Dat Lurling in het boek ‘Feyenoord, de top en flop 100’ met een zesde plaats de hoogst genoteerde Nederlander is - uiteraard op het lijstje miskopen - heeft niets te maken met zijn kwaliteiten. Er voetbalden in Rotterdam-Zuid immers zat met heel wat minder talent dan hij. De Brabander had echter de pech dat hij nog voor hij één bal had geraakt, bij een groot deel van de fanatieke aanhang geen goed kon doen. Daarvoor drukte het stempel van matennaaier - als speler van Heerenveen was hij anderhalf jaar eerder verantwoordelijk voor de rode kaart die Bonaventure Kalou kreeg - te zwaar op zijn schouders.
Na die rampzalige eerste training was het leed nog lang niet geleden. ,,Ik kan me herinneren dat we rondjes moesten lopen en ik de hele tijd van iemand langs het veld kreeg te horen dat ik op jodenschoenen liep. Dat soort dingen gebeurde de eerste twee maanden bijna dagelijks. Ik vroeg me elke dag af: wie zou me nu weer verrot gaan schelden? Niet met de vraag hoe ik zo goed mogelijk kon voetballen.’’
Misschien was het gemakkelijker geweest als hij niet in Rotterdam was gaan wonen. ,,Als ik boodschappen deed kwam ik supporters tegen die ‘rot lekker op’ zeiden. Dat vrat aan me als ik alleen thuis zat. Ik was toen nog jong en vrijgezel Na een half jaar ben ik verhuisd.’’
Hij wil het niet als excuus gebruiken voor het feit dat hij niet is geslaagd in de Kuip. ,,Ik wil me nergens achter verschuilen. Ik heb bewezen dat ik een subtopper ben. Bij Feyenoord wilde ik zó graag, maar heb ik het niet laten zien. Als je een echte topper bent, kun je er misschien wel tegen dat fans zo tegen je doen.’’
Lurling is niet de enige speler die door het Legioen werd verguisd. Ook Joonas Kolkka, zijn ploeggenoot bij Nac, werd als Feyenoorder uitgefloten in de Kuip. ,,Ik heb het er wel eens met hem over. Hij heeft het ook heel moeilijk gehad. Het valt niet mee om te presteren als je eigen fans tegen je zijn. Dan denk je op een gegeven moment: waar doe ik het allemaal voor? Feyenoord is een mooie club, maar ook een hele moeilijke om voor te spelen. Ik moet per wedstrijd vijftien acties maken. Dan lukken er drie, maar die zijn dan wel beslissend. Bij Feyenoord kwam het daar niet van. Als de eerste actie niet lukte, legde ik de tweede keer de bal vaak terug omdat ik niet weer iets fout wilde doen.’’
De verlammende werking van de Kuip heeft hij als tegenstander nooit ervaren. ,,Ik was er dan meestal op gefixeerd om het publiek stil te krijgen. Met Heerenveen heb ik veel tegen Feyenoord gescoord.’’
De bij Nac opgebloeide aanvaller verheugt zich op de halve finale van de KNVB beker, over twee weken tegen Feyenoord. Ook al wordt er in de Kuip dan misschien weer gescandeerd dat hij een matennaaier is en zijn moeder een hoer. ,,Dat doet me niets meer. Ik maak daar tegenwoordig grapjes over. Dan zeg ik tegen mijn moeder: Je moet vroeger wel goed zijn geweest, want ze hebben het overal nog steeds over je.
Secrets never die. Only people.