Dat kan niet qua eenheden. Daarnaast heb je het nooit over '1 mol' maar over '1 mol kwik'.quote:Op zondag 6 april 2008 17:32 schreef Kaasje. het volgende:
1 mol = 200,6 mol g-1
Eenheid?quote:dichtheid kwik = 13,5
Ik zie een paar kleine foutjes in de berekening, maar het idee snap ik helemaal. Dom dat ik er zelf niet ben opgekomen zeg.... jammer want het was een tentamenvraagquote:Op zondag 6 april 2008 14:36 schreef GlowMouse het volgende:
Ah, je hebt gelijk. Het blijkt nog vrij eenvoudig te zijn ook. Neem schuld S, rente r, annuïteit A, en schrijf gewoon wat jaren uit:
schuld begin jaar 1: S
schuld begin jaar 2: S*(1+r) - A
schuld begin jaar 3: (S*(1+r) - A)(1+r) - A = S*(1+r)² - A*(1+r) - A
schuld begin jaar 4: (S*(1+r)² - A*(1+r) - A)(1+r) - A = S*(1+r)³ - A*(1+r)² - A*(1+r) - A
De schuld aan het begin van jaar n is dus S*(1+r)n - A*(1+r)n-1 - A*(1+r)n-2 - .... - A*(1+r)1 = S*(1+r)n - A*[ (1+r)n-1 + (1+r)n-2 + .... + (1+r)1 ] = S*(1+r)n - A*[ ((1+r)n - (1+r)) / r ]
Behalve dat 4/3*Pi niet gelijk is aan 1,5 klopt je manier van oplossen wel. Het antwoord kun je natuurlijk controleren door het in de oorspronkelijke vergelijking in te vullen. Je krijgt dus sin-1(0,5)/(4/3*Pi).quote:Op zondag 6 april 2008 17:46 schreef cablegunmaster het volgende:
40+10 * sin (4/3 Pii * X)= 45
hoe los je dit op ?
ik dacht door eerst 40 weg te halen
10 *sin (1,5 * X) = 5
Sin(1,5 * X)= 0,5
1,5 * X = Sin -1(0,5
Sin -1(0,5) / 1,5 = oplossing?
klopt dit?
want ik probeer dit al een tijdje op te lossen de vergelijking.
Neen, je slaat een hoop oplossingen over. Je hebt: sin(1.5x) = 0.5 Er geldt 0.5 = sin(pi/6) (leer die rijtjes gewoon uit je hoofd, heb je veel profijt van), dus de vergelijking is sin(1.5x) = sin(pi/6).quote:Op zondag 6 april 2008 17:46 schreef cablegunmaster het volgende:
40+10 * sin (4/3 Pii * X)= 45
hoe los je dit op ?
ik dacht door eerst 40 weg te halen
10 *sin (1,5 * X) = 5
Sin(1,5 * X)= 0,5
1,5 * X = Sin -1(0,5
Sin -1(0,5) / 1,5 = oplossing?
klopt dit?
want ik probeer dit al een tijdje op te lossen de vergelijking.
De eerste 2 stappen zijn goed, maar die laatste 2 gaat er iets mis.quote:Op zondag 6 april 2008 17:46 schreef cablegunmaster het volgende:
40+10 * sin (4/3 Pii * X)= 45
hoe los je dit op ?
ik dacht door eerst 40 weg te halen
10 *sin (1,5 * X) = 5
Sin(1,5 * X)= 0,5
1,5 * X = Sin -1(0,5
Sin -1(0,5) / 1,5 = oplossing?
klopt dit?
want ik probeer dit al een tijdje op te lossen de vergelijking.
check je antwoord op je rekenmachienequote:Op zondag 6 april 2008 18:02 schreef McGilles het volgende:
[..]
De eerste 2 stappen zijn goed, maar die laatste 2 gaat er iets mis.
40+10 * sin (4/3 Pii * X)= 45
10 sin (4pi/3 * x) = 5
sin (4pi/3 * x) = 0,5
4pi/3 *x = arcsin (0.5) = pi/6
4pi * x = pi/2
x = 1/8 (ik laat de mod maar weg, neem aan dat je dit nog niet hebt gehad)
1/8 is het goede antwoord voor die opgave, daar heb ik geen rekenmachine voor nodig.quote:Op zondag 6 april 2008 18:06 schreef cablegunmaster het volgende:
[..]
check je antwoord op je rekenmachiene0,349 is het 1e antwoord... intersect knopje
Dit is gewoon geen mooie opgave. Hier de algemene uitwerking:quote:Op zondag 6 april 2008 18:04 schreef cablegunmaster het volgende:
heb er nog 1 nu met de cosinus.
190 * Cos( 2pii / 12,25 ) * T) = 172
is het met cos hetzelfde? of werkt daar een ander trucje?
moet iets van 2,68+ K * (2Pii/12,25) uitkomen en 9,56+ K * (2Pii/12,25) als antwoord
Juist niet, probeer in Radialen te rekenen. In het begin is het wennen maar geloof mij maar, het is velen malen makkelijker!quote:Op zondag 6 april 2008 18:17 schreef cablegunmaster het volgende:
jullie schrijven het anders ik probeer zo snel mogelijk van die pii af te komen omdat het makkelijker is met cijfers te rekenen dan in pii...
ben maar een havistquote:Op zondag 6 april 2008 18:11 schreef McGilles het volgende:
[..]
1/8 is het goede antwoord voor die opgave, daar heb ik geen rekenmachine voor nodig.
Zoals Glowmouse als zei, probeer de standaardrijtjes uit je hoofd te leren
Sin (0) = 0 (1/2 * sqrt0)
Sin (pi/6) = 1/2 (1/2 * sqrt1)
Sin (pi/4) = 1/2 * sqrt2 (1/2 * sqrt2)
Sin (pi/3) = 1/2 * sqrt3 (1/2 * sqrt3)
Sin (pi/2) = 1 (1/2 * sqrt4)
Voor de cosinus andersom. De tangens is met 0, 1/3 * sqrt3, 1, sqrt 3, oneindig.
sqrt (square root, in België Vierkantswortel) is het engelse woord voor wortel, niks meer, niks minderquote:Op zondag 6 april 2008 19:03 schreef cablegunmaster het volgende:
[..]
ben maar een havistdit is mn eerste proefwerk over goniometrie en ik ken geen SQRTs
dus als je sin ( 60 graden invult komt eruit, 1/2 *wortel 3?quote:Op zondag 6 april 2008 19:13 schreef McGilles het volgende:
Dan doorloop je een rijtje van:
0, 1/2, 1/2 * wortel2, 1/2 * wortel3, 1 voor de sinus
en
1, 1/2 * wortel3, 1/2 * wortel 2, 1/2, 0 voor de cosinus (precies andersom dus)
De bijbehorende hoeken zijn 0 graden, 30 graden, 45 graden, 60 graden en 90 graden, oftewel 0, pi/6, pi/4, pi/3 en pi/2.
x√x = x^1,5quote:Op zondag 6 april 2008 19:16 schreef divided het volgende:
ik zit al een tijdje naar een opgave te kijken en ik zie vast wat stoms over het hoofd.
primitieve van -> x√x
ik kom er niet uit :S
Klopt ja,quote:Op zondag 6 april 2008 19:18 schreef cablegunmaster het volgende:
[..]
dus als je sin ( 60 graden invult komt eruit, 1/2 *wortel 3?
vergat mn GR in degree te zettenquote:Op zondag 6 april 2008 19:22 schreef McGilles het volgende:
[..]
Klopt ja,
sin (pi/3) (= sin (60graden))* = 1/2 * wortel3
* -> Dit mag je niet zo opschrijven natuurlijk
Zie je eigen plaatje.quote:Op zondag 6 april 2008 19:27 schreef cablegunmaster het volgende:
[..]
hoe krijg je het 2e antwoord van een cosinus? ik snap dat je bij sinus Pii - antwoord uit je vraag en daar uithet 2e antwoord krijgt.
geld dit ook bij de cosinus?
cos (x) = cos (-x)quote:Op zondag 6 april 2008 19:27 schreef cablegunmaster het volgende:
[..]
vergat mn GR in degree te zetten
hoe krijg je het 2e antwoord van een cosinus? ik snap dat je bij sinus Pii - antwoord uit je vraag en daar uithet 2e antwoord krijgt.
geld dit ook bij de cosinus?
massa = volume * dichtheidquote:Op zondag 6 april 2008 17:14 schreef Kaasje. het volgende:
Iemand een idee?
Bereken hoeveel mol 2,34 cm3 kwik is.
Ik moet gewoon even weten of ik het goed doe.. Dan kan ik verder met leren.
kwadratische afsluiting van Q.quote:
Ik denk dat dat niet kan, omdat er volgens mij in die uitbreiding van graad 4 ergens een tussenliggend veld van graad 2 over het kleinste zal moeten liggen. Maar mijn kennis van alle details van Galoistheorie laat me even in de steek om dat hard te maken?quote:Op dinsdag 8 april 2008 21:03 schreef teletubbies het volgende:
[..]
kwadratische afsluiting van Q.
http://planetmath.org/encyclopedia/QuadraticallyClosed.html
(het heeft te maken met constructie van getallen en wanneer dat kan). Er is bijv wel een uitbreiding van graad 3 mogelijk, want 3e machtswortel van 2 is niet construeerbaar. Maar of er een uitbreiding van graad 4 ook bestaat..daar zat ik aan te denken.
Hints zijn welkom
Wat ik denk.... en het is misschien ook hard te maken:quote:Op dinsdag 8 april 2008 21:21 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Ik denk dat dat niet kan, omdat er volgens mij in die uitbreiding van graad 4 ergens een tussenliggend veld van graad 2 over het kleinste zal moeten liggen. Maar mijn kennis van alle details van Galoistheorie laat me even in de steek om dat hard te maken?Iemand?
Je hebt gewoon een parametervoorstelling van een punt P(x,y) als functie van de tijd t (als je het fysisch benadert). Hoe jullie notatie is weet ik niet maar als je de eenheidsvectoren langs de x-as en de y-as weergeeft als resp. ex en ey dan is het eenvoudig als een vectoriële som te schrijven toch? Voor c: bepaal dx/dt en dy/dt. Voor d: kijk voor welke waarde(n) van t geldt dy/dt = 0.quote:Op woensdag 9 april 2008 19:17 schreef divided het volgende:
ik snap een vraagstelling niet ik hoop dat jullie kunnen helpen
ik heb x = t^2 - 2t^3
y=2t^3-3t.
de vragen hierbij zijn.
4b. (5) Geef de bewegingsvergelijking vectorieel weer.
4c. (5) Bereken de snelheidsvector.
4d. (5) In welke punten van de baan is de snelheidsvector horizontaal gericht?
Ik snap de vraag stelling niet wat en hoe moet ik het nou uitrekenen ..
Misschien een domme vraag maar als je het verband tussen velden en groepen gaat gebruiken, gebruik je toch Galoistheorie? Hoe weet je dat de beschouwde uitbreiding een Galoisextensie is?quote:Op dinsdag 8 april 2008 21:54 schreef thabit het volgende:
Je moet zoeken naar transitieve permutatiegroepen van graad 4 die geen ondergroep van index 2 hebben, dat zal namelijk Gal(f) zijn. Volgens mij zijn S_4, A_4, D_4, V_4 en C_4 alle transitieve permutatiegroepen van graad 4. Voor alle behalve A_4 is het direct duidelijk dat ze een ondergroep van index 2 hebben. En A_4 heeft er inderdaad geen. Dus zoek een polynoom met Galoisgroep A_4 en dat polynoom definieert een uitbreiding van graad 4 van Q^quad.
De uitbreiding zal hier zeker niet Galois zijn, maar heeft wel een Galoisafsluiting. Als de Galoisafsluiting Galoisgroep G heeft, dan hoort de uitbreiding zelf bij een ondergroep H van G. Dit geeft aanleiding tot de linkswerking van G op G/H. Op deze manier kunnen we separabele lichaamsuitbreidingen zien als transitieve permutatiegroepen.quote:Op woensdag 9 april 2008 20:28 schreef zuiderbuur het volgende:
[..]
Misschien een domme vraag maar als je het verband tussen velden en groepen gaat gebruiken, gebruik je toch Galoistheorie? Hoe weet je dat de beschouwde uitbreiding een Galoisextensie is?
Het volume V van je bakje is gelijk aan de oppervlakte van het grondvlak b2 vermenigvuldigd met de hoogte c, dus:quote:Op donderdag 10 april 2008 00:07 schreef timbob het volgende:
Hoi!
Omdat het alweer enkele jaren terug is dat ik een wiskundediploma gehaald heb, schakel ik hier even wat hulp in.
Ik ben bezig met het maken van een bakje, en daar heb ik wat berekeningen bij nodig.
[ afbeelding ]
l33t paint sk1lz, jeweet.
Het bakje moet gevouwen worden uit een vierkant vel. Ik hoop dat de vorm duidelijk is, een redelijk normaal vierkant bakje.
De bedoeling is om de grootste inhoud mogelijk te krijgen.
Als het vel bijvoorbeeld 100 bij 100 cm is (A) , dan zou het middenvak ongeveer 67 cm (B) moeten zijn, en zijn de zijkanten 16,5 cm (C) hoog, voor de grootste inhoud. (eventjes grofweg berekend met wat willekeurige maten)
Maar, dit moet toch in een mooi formuletje exact uit te rekenen zijn als ik weet hoe groot het vel is, hoe groot de vouwen moeten worden?
ik kom er niet meer uitwie kan mij helpen?
heldquote:Op donderdag 10 april 2008 01:28 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het volume V van je bakje is gelijk aan de oppervlakte van het grondvlak b2 vermenigvuldigd met de hoogte c, dus:
[verhaal]
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |