
behandelt genres en hokjes even hardhandig als zijn gitaar en het elektrische pedaal waarop zijn voet bonkt. Daarmee is de bonkige, maar tegenwoordig stijlvol geklede en gekapte Noorman een genre op zich geworden. Hij houdt zich op ergens tussen de intense Deltablues van Son House en de brute rock van Mötorhead.
Met I’m the Antipop' wil de Noorse muzikant aantonen dat je met een twaalfsnarige akoestische gitaar harder kunt rocken dan met een hele band. Eigenlijk is dat waar zijn hele oeuvre om draait. Ook live laat

zich niet verleiden om met andere muzikanten het podium te delen. Dat hoeft ook niet, want hij klinkt al als een orkaan.