Een voorschot op de miljoenennota. Zoals het er naar uitziet wordt er met vuur gespeeld. Een minder voorzichtige voorspelling gekoppeld aan hogere uitgaven. Geen durf om verder te snijden in uitgaven en een beloning van inactiviteit. Wat wel goed is het creeeren van een exta buffer voor de uitgaven met de komende vergrijzing.
We kunnen niet alles in de schoenen schuiven van dit kabinet. Het vorige kabinet heeft nog heel wat lijken in de kast laten liggen, om tijdens de verkiezingen op z'n borst te kunnen kloppen.
quote:
Het zoet komt pas in 2011
De Miljoenennota is af. Er komt een begrotingsoverschot. Maar de burger moet meer belasting betalen.
Het kabinet-Balkenende IV trekt extra geld uit voor sociale samenhang, onderwijs en veiligheid. Maar extra geld uitgeven heeft gevolgen.
Den Haag, 30 aug. Alle mensen die werken, of roken, drinken, een vliegticket kopen, naar de kermis gaan, in een auto rijden of gewend zijn buitengewone uitgaven van de belasting af te trekken, gaan er volgend jaar in koopkracht op achteruit.
Dat komt door de lastenverzwaringen die het kabinet wil doorvoeren – en die op Prinsjesdag, bij de presentatie van de Miljoenennota, bekend gemaakt zullen worden. Door de bank genomen, heeft het Centraal Planbureau berekend, gaat iedereen er 1 procent in koopkracht op achteruit. Alleen de koopkracht van de sociale minima en gepensioneerden met een klein pensioen zal worden ontzien.
De spindoctors van het kabinet en de coalitiepartijen onderstrepen dat het koopkrachtverlies bescheiden, maar onvermijdelijk is doordat de inflatie toeneemt. En ja: de broodprijzen gaan omhoog en melkproducten worden duurder. Maar de inflatie is nog altijd heel gematigd, volgens de ramingen van het Centraal Planbureau. De wérkelijke oorzaak van de koopkrachtverslechtering is het kabinetsbeleid zelf.
Wat de koopkracht betreft, volgt het kabinet-Balkenende IV eigenlijk hetzelfde patroon als Balkenende II en III: eerst het zuur, dan het zoet. Toen het CDA nog met de VVD (en D66) regeerde, maakte de PvdA zich daar als oppositiepartij boos over. Nu doet de PvdA in het kabinet met het CDA en de ChristenUnie er volop aan mee.
Maar in de beginperiode van het kabinet-Balkenende II zat de economie in het slop. Om te voorkomen dat het overheidstekort uit de hand zou lopen, moesten de lasten omhoog. Nu gaat het uitstekend met de economie. Krapte aan personeel is een groter probleem dan werkloosheid, de belastinginkomsten klotsen over de rand van de schatkist, het beroep op de sociale zekerheid neemt af zodat de sociale premies omlaag kunnen.
Waarom dan toch die lastenverzwaringen in 2008?
Deels is het ideologie: dit christelijk-sociale kabinet wil het gedrag van burgers beïnvloeden. Ongewenst of ongezond geachte gewoonten en milieuvervuilende activiteiten worden met fiscale prikkels ontmoedigd. Daarom gaan de accijnzen op alcohol en tabak omhoog, worden vervuilende auto’s zwaarder belast, komt er een kerosineheffing op vliegtickets, een consumentenbelasting op verpakking en gaan kermisattracties van het lage naar het hoge btw-tarief.
Daarnaast is sprake van nivellering: de belastingvrijstelling voor mensen met een baan wordt de komende vier jaar bevroren, zodat het verschil tussen inkomen uit werk en een uitkering niet verder toeneemt maar kleiner wordt. Ook het voornemen om bejaarden met een aanvullend pensioen meer belasting te laten betalen, past in de sociale retoriek van ‘sterkste schouders die de zwaarste lasten moeten dragen’.
Maar er is meer aan de hand.
Na de ‘honderd dagen’ waarin bewindslieden het land introkken om met de bevolking een dialoog aan te gaan, presenteerde het kabinet in juni 74 goede voornemens: Samen Werken, Samen Leven, een kleurige brochure inclusief veel foto’s van gewone mensen.
Voor meer sociale samenhang, onderwijs en veiligheid wordt in 2008 2,7 miljard euro extra uitgetrokken, viel erin te lezen. De lastenverzwaringen van 1,7 miljard in 2008 die voor de financiering hiervan nodig zijn, stonden in de blijmoedige kleurenfolder echter niet vermeld.
Want extra geld uitgeven heeft gevolgen. Er is immers ook nog zoiets als het begrotingssaldo – het tekort of het overschot van alle collectieve uitgaven en inkomsten. En met het oog op de vergrijzing die er onafwendbaar aankomt, wil het kabinet de komende jaren een financiële buffer opbouwen. Tegen de tijd dat het aantal gepensioneerden sterk toeneemt en de aanwas van werkenden stagneert, moeten hieruit de oplopende kosten van de AOW en de zorg worden betaald.
Dit jaar heeft het kabinet het begrotingssaldo echter laten versloffen. Er is nu een tekort, na het overschot van 2006. Verrassend was dat niet: er lag een erfenis van voorziene en onvoorziene tegenvallers van het vorige kabinet. Maar kort na het aantreden van het nieuwe kabinet, deinsden Balkenende en vice-premier Bos ervoor terug overschrijdingen van de begroting meteen aan te pakken.
Zo werd al in de lente duidelijk dat de overschrijdingen van de uitgaven in de gezondheidszorg veel groter zijn dan geraamd. Toch gaf het kabinet minister Klink van Volksgezondheid een jaar respijt daar wat aan te doen, tot 2008. Dan krijgen de ziekenhuizen minder extra geld en worden de miljardenuitgaven van de AWBZ (de wet waaruit bijzondere ziektekosten en zorghulpverlening worden betaald) versoberd.
Het kabinet-Balkenende IV is geen ploeg van bezuinigers. Hierin verschilt het wezenlijk van de vorige kabinetten-Balkenende. Die schrokken niet terug voor bezuinigingen of voor hervormingen van de sociale zekerheid die uitgaven bespaarden. De politieke conclusie na de parlementsverkiezingen van vorig jaar was: Nederland is hervormings- en bezuinigingsmoe. Het coalitieakkoord van het huidige kabinet staat bol van de sociale cohesie, integratie en solidariteit. De overheid moet er meer voor de mensen zijn – maar ‘samen doen’ kost geld.
Voor een deel vindt het kabinet dit geld door de economische groei die als uitgangspunt voor het beleid wordt genomen, iets hoger in te schatten dan het vorige kabinet deed. Door deze hogere groeiraming (2 procent in plaats van 1,75 procent gemiddeld per jaar) is er boekhoudkundig ‘vanzelf’ een miljard extra beschikbaar.
Ondanks de gunstige economische vooruitzichten is dat echter niet voldoende om zowel de extra uitgaven als de verbetering van het begrotingssaldo te bereiken. Vandaar de lastenverzwaringen. En vandaar de achteruitgang van de koopkracht in 2008.
Het zoet van Balkenende-Bos-Rouvoet komt pas in de begroting voor 2011. In dat jaar zijn er weer verkiezingen.
De miljoenennota
* Het kabinet voerde gisteravond de laatste besprekingen voor de begroting van volgend jaar. Als alles meezit, gaat vandaag de Miljoenennota naar de drukker.
* De besprekingen over de Miljoenennota worden gevoerd door de zogenoemde zeshoek. Dit zijn de ministers van Financiën, Algemene Zaken, Sociale Zaken, Economische Zaken, Volksgezondheid en Onderwijs.
* Soms lekken uitkomsten van die besprekingen uit vóór de presentatie, op Prinsjesdag. Maar in principe blijft het tot de derde dinsdag in september gissen naar de exacte invulling van de lastenverzwaringen en extra uitgaven die het kabinet volgend jaar gaat doen.
* Zeker is al wel dat de begroting in 2008, net als in 2006, weer een overschot zal tonen. Daarmee heeft minister Bos (Financiën, PvdA), het tekort van dit jaar weggewerkt. Het kabinet Balkenende IV streeft naar een structureel begrotingsoverschot van één procent van het bruto binnenlandse product (bbp) in 2011.
* Op Prinsjesdag opent koningin Beatrix de vergadering van de Staten Generaal – en daarmee het nieuwe parlementaire seizoen voor de Eerste en Tweede Kamer. Ze leest de troonrede voor, waarin het kabinet zijn plannen voor het komende jaar ontvouwt. Daarna biedt de minister van Financiën de Miljoenennota aan in de Tweede Kamer.
* De Miljoenennota bevat de financieel-economische plannen voor het volgende jaar. Alle ministeries dienen ook hun eigen begrotingen in, waarin het beleid, de uitgaven en de inkomsten per departement worden toegelicht.