quote:
quote:
Charlie
Sylvain Ephimenco
Donderdag werd door een rechtbank in Parijs het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo vrijgesproken van het aanzetten tot haat tegen moslims.
Het blad had vorig jaar niet alleen spotprenten over de profeet Mohammed uit het Deense Jyllands-Posten in een speciale editie gepubliceerd, maar ook talrijke tekeningen van eigen makelij. Charlie werd door twee Franse moslimorganisaties aangeklaagd en beide zijn nu door de rechter in het ongelijk gesteld. Na de uitspraak zei Charlie-directeur Philippe Val, met een verwijzing naar 1938, dat de geest van München had verloren. Hij zag in de uitspraak van de rechtbank een ’Europese overwinning, een revanche na de moord op Theo van Gogh’ en andere aanslagen op de vrijheid van meningsuiting.
Charlie Hebdo belichaamt met Le Canard Enchaîné een diep gewortelde Franse traditie als het gaat om karikaturen, politieke spotprenten en satirische behandeling van actuele kwesties. Wat dit linkse blad met een anarchistische en antiklerikale inslag bijzonder maakt, is het beleid dat het na 11 september heeft gevoerd. Anders dan andere linkse broeders, anti-globalisten en politiek correcte intellectuelen, heeft Charlie de strijd tegen de fundamentalistische islam aangebonden. Philippe Val en redactrice Caroline Fourest (ze schreef hierover het boek ’La tentation obscurantiste’) hebben keer op keer de heimelijke overeenkomst tussen ’een zeker links’ en het islamisme aan de kaak gesteld. Volgens Charlie Hebdo wordt deze onnatuurlijke alliantie ingegeven door haat voor Israël en Amerika, en ook door antisemitisme, vrees voor joden, blinde solidariteit met de derde wereld, naïviteit en cynisme. Een houding die zich niet tot Frankrijk beperkt. Ook in Nederland zie je hoe vrees voor joden en anti-amerikanisme sommige publicisten en politici tot een verbijsterende toegeeflijkheid jegens het moslimfundamentalisme brengt.
Het proces dat door Charlie werd gewonnen, heeft voor heel wat littekens in de Franse samenleving gezorgd. Dit komt vooral door de identiteit van de klagers. Dat de fundamentalistische UOIF, de voornaamste moslimorganisatie in Frankrijk, zich als censor opstelde verbaasde niemand. Maar dat de Grote Moskee van Parijs, zij aan zij met salafisten en orthodoxen, bij justitie om straf vroeg, heeft voor verbijstering gezorgd. De Grote Moskee van rector Dalil Boubakeur vertegenwoordigt in Frankrijk de gematigde en liberale stroming binnen de islam. Vrij snel ontstond daardoor het beeld van een monolithische, achterlopende en onverdraagzame islam die geen enkel benul had van eeuwenoude Franse traditie op het gebied van de ’liberté d’expression’, en die zich willens en wetens daarbuiten plaatst. De kloof is nu diep. Zeker omdat van links tot rechts de voornaamste Franse politici en presidentskandidaten hun onvoorwaardelijke steun aan Charlie Hebdo hebben betuigd. De droom van een specifieke Franse islam die zich aan het obscurantisme zou kunnen ontworstelen door op moderniteit en verdraagzaamheid aan te koersen, ligt voorlopig aan diggelen.