Zwarte vlekken op mijn ziel. Mijn leven in puin. Zal er ooit nog licht schijnen? Het valt mij zwaar.... het leven... de dood.
De dood lijkt lichter dan het leven en het leven is zwaarder dan de dood. Naar adem happen, snakkend naar hoop in de goot. De goot... al het leven spoelt daar weg.
Er is altijd nog het riool, de spelonken vol verdriet en pijn. Wat nou als. Als en dan... als mijn vader koning was, dan was ik een prins. Een prins van geluk en een prins van liefde. Maar ik ben gedegradeerd tot slaaf van pijn en onrust. Hartkloppingen, maagzweren en hoge bloeddruk. Verslaafd aan drank.
Mijn lichaam is een tempel, maar dan besmeurd. Besmeurd met alles wat negatief is en pijn doet en AAAAAAH! DE PIJN! AAAAAAAAAAAAAAAAAH PIJNNNNN! PIJNNNNNN!!!!
Pijn.