http://cubanismo.net/cms/(...)taatsgreep-real-timeEr is een staatsgreep op til in Venezuela. De puzzelstukjes ervan vallen een voor een op zijn plaats zoals in een slechte CIA-film. Nieuwe verraders maken zich om de haverklap bekend, verraad loert om elke hoek. De infiltraties nemen toe, de geruchten verspreiden zich als een venijnige bosbrand.
Paniek wint het van het gezond verstand. Krantenkoppen schreeuwen gevaar, crisis en een nakende nederlaag. Intussen verklaren de verdachten van altijd een verholen oorlog aan een volk wiens enige misdrijf het bewaken van de grootste zwarte mijn ter wereld (nvdr: de petroleumvoorraden) is.
Op 26 januari publiceerde ‘The New York Times’ een opiniestuk waarin het de Venezolaanse president Nicolás Maduro ridiculiseert en afkraakt door hem af te schilderen als een blunderende despoot (“Maduro in zijn labyrint”, NYT, 26 januari 2015). Terzelfdertijd schilderde een krant aan de andere kant van de Atlantische Oceaan parlementsvoorzitter Diosdado Cabello, de belangrijkste politicus van het land na Maduro, af als een drugsbaron (“De chef veiligheid van de chavista nummer 2 loopt over naar de VS en beschuldigt hem van drugshandel”, ABC.es, 27 januari 2015). De beschuldigingen werden geuit door een ex-militair van de presidentiële ere garde van Venezuela: Leasmy Salazar. Hij deed dienst onder Chávez en werd aangetrokken door het antidrugsagentschap DEA van de VS. Hij is nu het nieuwste wapen in de strijd tussen Washington en Venezuela.
Twee dagen later fulmineerde ‘The New York Times’ in een artikel tegen de Venezolaanse economie en petroleumindustrie, die volgens de Amerikaanse krant op instorten staat (“Schaarste en lange wachtrijen na petroleumduik”, NYT, 29 januari 2015). Er werd daarbij geen melding gemaakt van honderden tonnen voedingswaren en andere consumptieproducten die werden opgekocht of verkocht als smokkelwaar door privédistributeurs en bedrijven. Het doel is onvrede, schaarste en paniek creëren en de woede tegen de regering aanzwengelen via het speculatieve stimuleren van inflatie. Bovendien maakt het artikel ook geen gewag van de maatregelen en initiatieven die de regering neemt om de economische moeilijkheden het hoofd te bieden.
Terzelfdertijd werd een sensatiebeluste, absurde en bedrieglijke kop gepubliceerd in verschillende Amerikaanse kranten, zowel online als op papier, die Venezuela linkt aan kernwapens en een plan om de stad New York te bombarderen (“Wetenschapper gevangen wegens hulp aan Venezuela om bommen te maken”, 30 januari, NPR, 2015). Terwijl de kop de lezers laat geloven dat Venezuela direct betrokken zou zijn bij een terroristische plot tegen de VS, laat het artikel duidelijk blijken dat er geen enkele Venezolaanse participatie was. De hele farce was opgezet door het FBI. Hun agenten deden zich voor als Venezolaanse ambtenaren om een nucleaire wetenschapper gevangen te nemen die ooit gewerkt had voor het laboratorium van Los Alamos. Hij had geen enkele link met Venezuela.
Een journalist vroeg diezelfde dag aan Jen Psaki, de woordvoerster van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, naar het plotse opduiken van de voortvluchtige Venezolaanse generaal Antonio Rivero in New York. Hij zocht er steun bij het Comité voor Werk van de Verenigde Naties. Zij veroordeelde de veronderstelde “criminalisering van de politieke dissidenten” in Venezuela. Rivero vluchtte voor een aanhoudingsbevel uit Venezuela na zijn deelname aan de gewelddadige antiregeringsprotesten die in februari vorig jaar het leven kostten aan meer dan 40 mensen, vooral medestanders van de regering en militairen van het leger. Zijn aankomst in de VS valt niet toevallig samen met die van Salazar. Het gaat om een gecoördineerde inspanning om het Venezolaanse leger te verzwakken. Twee hooggeplaatste –aan Chávez gelinkte– militairen die hun eigen regering zijn afgevallen, worden publiek opgevoerd en vragen heel actief een buitenlandse interventie tegen hun geboorteland.
Deze voorbeelden zijn slechts een stukje van de groeiende en systematisch negatieve en verwrongen berichtgeving over de situatie in Venezuela in de Amerikaanse media. Ze geven een fel overdreven en somber beeld van de huidige toestand in het land en schilderen de regering af als incompetent, dictatoriaal en crimineel. Hoewel deze mediacampagne tegen Venezuela niet nieuw is (de media omschreven Hugo Chávez, vier keer verkozen met een ruime marge, steevast als een dictator en een tiran die het land naar de afgrond bracht), is het duidelijk dat ze agressiever en sterker wordt.
‘The New York Times’ heeft een beschamende geschiedenis als het gaat om Venezuela. De redactieraad juichte de staatsgreep die Chávez omverwierp in 2002 toe. Meer dan 100 mensen lieten toen het leven. Toen Chávez na twee dagen de macht terugnam, dankzij zijn miljoenen medestanders en het leger dat hem trouw bleef, kwam de krant niet op zijn foute woorden terug. Ze smeekte Chávez om “verantwoordelijk te regeren” en zag hem als de verantwoordelijke voor de staatsgreep. Maar het feit dat de ‘Times’ begonnen is met een hardnekkige campagne tegen de huidige Venezolaanse regering, met duidelijk agressieve, leugenachtige berichtgeving (opiniestukken, blogs, artikelen), wijst erop dat Washington Venezuela op de lijst van de “regimewissels” geplaatst heeft.
Het moment van de aankomst van Leamsy Salazar in Washington als een veronderstelde medewerker van het Amerikaanse antidrugsagenstschap DEA en zijn publieke optreden zijn geen toeval. Deze maand is het een jaar geleden dat de gewelddadige antiregeringsprotesten trachtten Maduro van de macht te verdrijven. Oppositiegroeperingen proberen momenteel de manifestaties opnieuw te doen ontbranden. Leopoldo López en María Corina Machado, de initiatiefnemers, worden door ‘The New York Times’ bewierookt als “strijders voor de vrijheid” en “ware democraten”, en ‘The Times’ beschreef Machado recent nog als “een inspiratie”. Zelfs president Obama vroeg de vrijlating van López (hij werd gevangengenomen na zijn rol in de vijandige opstanden) in een speech in september vorig jaar tijdens een evenement van de Verenigde Naties.
Deze invloedrijke stemmen laten bewust achterwege dat López en Machado betrokken waren in antidemocratische en zelfs criminele activiteiten. Beiden namen deel aan de staatsgreep van 2002 tegen Chávez. Beiden hebben via illegale weg buitenlandse sponsoring verkregen voor hun politieke activiteiten om de regering ten val te brengen. En beiden leidden de dodelijke protesten tegen Maduro vorig jaar, waarbij ze publiekelijk opriepen tot zijn afzetting via illegale wegen.
Salazar, die tot de inner circle van Chávez behoorde en een van zijn trouwste lijfwachten was, wordt gebruikt als een kracht om de regering in diskrediet te brengen en haar leiders aan te vallen. Dit is een oude strategie die bewezen heeft zeer efficiënt te zijn. Infiltreren, rekruteren en de vijand neutraliseren van binnen uit of via zijn medestanders –een pijnlijk, schokkend verraad dat wantrouwen en angst zaait binnen de eigen rangen. Hoewel er geen bewijs is opgedoken om de schandalige leugens over Diosdado Cabello te onderschrijven, haalt de sensationele kop in de media Venezuela nog maar eens door het slijk. Het zorgt ook voor opschudding in het leger en kan opnieuw leiden tot meer verraad van militairen die een staatsgreep tegen de regering zouden kunnen steunen. De ongefundeerde beschuldigingen van Salazar willen een van de sterkste figuren van het Chavismo neutraliseren en pogen interne breuken, intrige en wantrouwen te creëren.
De meest doeltreffende tactieken die het FBI toepaste tegen de Partij van de Zwarte Panters en andere radicale bewegingen die streden voor diepgaande veranderingen in de VS waren infiltratie, dwang en psychologische oorlogsvoering. Agenten infiltreerden in deze organisaties en konden later doordringen tot de hoogste echelons om zo deze bewegingen van binnen uit kapot te maken. Ze zaaiden psychologische terreur en neutraliseerden de bewegingen op politiek niveau. Deze verholen tactieken en strategieën werden exhaustief gedocumenteerd en gestaafd in documenten van de Amerikaanse regering via de Wet op de Toegang tot Informatie (FOIA) en gepubliceerd in het uitstekend boek van Ward Churchill en Jim Vander Wall’s Agents of Repression : The FBI's Secret Wars Against the Black Panther Party and the American Indian Movement (South End Press, 1990).
Venezuela lijdt nu zwaar onder de plotse, dramatische daling van de petroleumprijs. De Venezolaanse economie is sterk afhankelijk van het zwarte goud maar de regering heeft een hele reeks maatregelen getroffen om de begroting te herorganiseren en om de toegang tot basisgoederen en voedsel te kunnen garanderen. Dat neemt niet weg dat de Venezolanen momenteel door een moeilijke periode gaan. Toch sterven de Venezolanen niet van de honger, zijn ze niet dakloos of hebben ze niet te lijden onder de massale werkloosheid zoals ‘The Times’ laat uitschijnen. Ondanks enkele tekortkomingen – enkele daarvan worden veroorzaakt door de controle van deviezen en andere door speculatie, sabotage en smokkel – nuttigen 95% van de Venezolanen drie maaltijden per dag, een verdubbeling sinds de jaren negentig. De werkloosheid komt niet boven de 6% en de huisvesting wordt gesubsidieerd door de staat.
De Venezolaanse economie doen “schreeuwen” is niettemin een doeltreffende strategie van buitenlandse belangen en hun Venezolaanse partners. Terwijl de schaarste toeneemt en de toegang tot dollars steeds moeilijker wordt, nemen de chaos en de paniek toe. Deze sociale ontevredenheid wordt gekapitaliseerd door Amerikaanse agentschappen en antiregeringsgroeperingen in Venezuela die aansturen op een regeringswissel. Een soortgelijke strategie werd gevolgd in Chili om de socialistische president Salvador Allende ten val te brengen. Eerst vernietigden ze de Chileense economie om sociale onrust te zaaien en daarna werden de militairen gemobiliseerd om Allende af te zetten. Washington was betrokken in elke etappe. Laten we het resultaat niet vergeten: een brutale dictatuur geleid door Augusto Pinochet die duizenden mensen martelde, vermoordde, liet verdwijnen of in ballingschap dwong. Geen model dat voor herhaling vatbaar is.
Dit jaar keurde president Obama een speciaal fonds van het Departement van Buitenlandse Zaken goed, ter waarde van 5 miljoen dollar, om de antiregeringsgroepen in Venezuela te ondersteunen. Bovendien financiert het Nationale Fonds voor de Democratie (NED) groeperingen uit de Venezolaanse oppositie om de regering van Maduro te ontwrichten. Het lijdt geen twijfel dat er miljoenen dollars via allerlei slinkse, duistere mechanismen gepompt worden in deze groeperingen om de regering te ondermijnen.
President Maduro heeft de continue aanvallen tegen zijn regering aangeklaagd en rechtstreeks aan president Obama gevraagd om de Amerikaanse inspanningen die Venezuela pijn doen halt toe te roepen. Recent nog spraken 33 landen uit Latijns-Amerika en de Caraïben die deel uitmaken van CELAC, De de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten, publiekelijk hun steun uit voor Maduro. Ze veroordeelden met klem de Noord-Amerikaanse inmenging in Venezuela. Latijns-Amerika verwerpt elke poging die de democratie in de regio tracht te ondermijnen en zal geen andere staatsgreep meer toestaan, zo luidde het. Het wordt tijd dat Washington luistert naar de stem van het hele continent en stopt met deze vuile praktijken tegen haar buren.