Amerikanen
De Lyrebirds zijn buitengewoon actief geweest, en mevrouw Lyrebird is nu een ei aan het uitbroeden, waaruit een dezer dagen een Lyrekuiken verwacht wordt. Leuk, dat nieuwe leven, maar het zet nog meer druk op de vreemde situatie waarin ik zit. Er volgt nu een verhaal over hoe lastig het hier werken is; als je dit topic een beetje volgt, dan kun je de volgende twee paragrafen overslaan.
Ik heb een leuke baan bij een Japanse universiteit, en werk op een jaarcontract. Dat contract wordt ieder jaar zonder morren verlengd, maar garantie dat dit over twee jaar ook gebeurt, heb ik niet. Deze onzekerheid leidt er toe dat we ons niet kunnen settelen. Sowieso erg lastig, de jonge Lyrebird zal er niet echt Japans uitzien, en in deze homogene en ietswat xenofobe samenleving is dit geen plus. Mevrouw Lyrebird is als Koreaanse ook niet zo te spreken over de Japanners, dus ook dat is geen plus. Maar er zijn heel veel andere plussen (oh, wat zijn de mensen vriendelijk, er is geen debiel vandalisme in ons stadje, er zijn geen neaderthalers en wat is het eten toch lekker), waardoor een langer verblijf in Japan toch best aantrekkelijk is. Maar al met al is de situatie op de universiteit en mijn relatie met geldschieters niet echt bevredigend, wat toch een wel erg grote min is.
Op de Nederlandse TV zie je wel eens interviews met (jonge) allochtonen, en wat je vaak hoort is dat ze geen respect krijgen. Ik heb daar ook wel wat last van. Niet dat ik met een afgezakte broek rondloop, maar in de ogen van de Japanner mis ik iets. Ik ben geen Japanner. Wat ik ook doe, ik zal nooit een Japanner worden, en daardoor is het verwachtingspatroon dat ze bij mij hebben ietswat exotisch. Men verwacht bijvoorbeeld dat ik voor een modaal onderzoeker salaris het werk van 2 of 3 personen doe. Bedrijven lopen de deur plat, en verwachten dat ik hun van gratis advies voorzie. Een steeds terugkerend verschijnsel is dat output niet op de juiste waarde wordt geschat. Men is alleen in staat om het aantal artikelen of het aantal patenten te tellen, terwijl de kwaliteit van het werk niet lijkt te tellen.
Ik wil respect, weet je.
Wat een lang klaagverhaal was dat. Afijn, ik ben niet iemand die bij de pakken neerzit, dus gaan er regelmatig sollicitatiebrieven de deur uit. De VS staan nog steeds hoog op ons lijstje, vanwege het warme bad dat de VS is, het gemak waarmee er gecommuniceerd wordt, de acceptatie van mensen die er anders uit zien, de vele mogelijkheden die er zijn om aan de slag te komen en te blijven en dat je er ook leuk kunt wonen. Niet onbelangrijk als je al vier jaar lang in een half verwarmd flatje met muren van spaanplaat woont. Afgelopen maand werd ik gevraagd om te sollicteren bij een universiteit in de VS, en er is een kansje dat daar iets van de grond komt.
Maar dan begint het twijfelen... Twee weken geleden zaten we in een busje op het vliegveld van Narita, waar ook een flight crew van Delta aanwezig was. Daar waar Japanse stewardessen er uit zien als een krokant koekje, hadden de Amerikaanse dames (en heren) meer wat weg van een drilpudding. En dat eindeloze geblaat wat dan door zo'n bus galmt. Blijkbaar nog nooit van de inside voice gehoord. Kijk, met Amerikanen kun je heerlijk babbelen, maar aan dat gebabbel zit ook een keerzijde: je hoort ze altijd en overal bovenuit.
Of vandaag. Lekker wezen skieen in onze eigen provincie, en in de bus naar de berg zat er een Amerikaanse familie voor me. Amerikaanse vader, Japanse moeder, twee Amerikaanse kinderen. Twee meisjes, eentje van een jaar of 12, de andere 16. Alsof ze uit een Amerikaanse film waren ontsnapt.
16-jarige: Daddy, what is the name of the place we are going?
Daddy: Hunter mountain
16-jarige, zichtbaar geirriteerd: No, that's not what I mean, what is the name of the city?
Daddy: Hunter mountain
16-jarige, ontploft: Grrrr, are you stupid, is it Nagano or something?
Ik zie mezelf al over 16 jaar in zo'n bus zitten, met zo'n Amerikaans verwend nest. Toch nog maar eens goed over een verhuizing nadenken.
[ Bericht 0% gewijzigd door Lyrebird op 22-02-2014 14:20:16 ]
Good intentions and tender feelings may do credit to those who possess them, but they often lead to ineffective — or positively destructive — policies ... Kevin D. Williamson