abonnement Unibet Coolblue
pi_121754403
17-01-2013

'Zandverstuivingen' houden Titan jong


Twee grote kraters op Titan: een verse (links) en een sterk opgevulde (rechts). NASA/JPL-Caltech/ASI/GSFC

Afgaande op het aantal inslagkraters, lijkt het oppervlak van de grote Saturnusmaan Titan heel jong. Maar schijn bedriegt: eenmaal gevormde kraters blijken snel te worden opgevuld. Dat blijkt uit onderzoek met de NASA-ruimtesonde Cassini.

De meeste andere manen van Saturnus zijn bezaaid met vele duizenden kraters. Dat is een duidelijke aanwijzing dat hun oppervlakken al vele honderden miljoenen jaren nauwelijks veranderingen hebben ondergaan. Maar tot nu toe zijn op Titan niet meer dan zestig kraters aangetroffen, terwijl toch al de helft van zijn oppervlak nauwkeurig is bekeken.

Uit onderzoek van de weinige kraters op Titan blijkt bovendien dat deze gemiddeld honderden meters minder diep zijn dan vergelijkbare kraters op de grote Jupitermaan Ganymedes. Er moet dus een proces zijn dat de kraters op de Saturnusmaan opvult.

Er zijn twee kandidaten voor dat proces. De eerste is erosie door een stromende vloeistof – niet water, want daarvoor is het veel te koud op Titan, maar bijvoorbeeld methaan. Bij dat type verwering zou het opvulproces aanvankelijk heel snel verlopen om vervolgens, naarmate de kraterranden verder afslijten en minder steil worden, steeds verder te vertragen.

In dat geval zouden er echter veel net-niet-volle kraters op Titan te vinden moeten zijn, maar die ontbreken. De Cassini-beelden tonen kraters die nog maar amper opgevuld zijn, half opgevulde kraters en kraters die bijna helemaal opgevuld zijn. En dat wijst erop dat het opvulproces juist heel gelijkmatig verloopt.

Volgens de onderzoekers lijkt het er nog het meest op dat de kraters worden opgevuld door zand dat door de wind wordt meegevoerd. Op Titan bestaat dat 'zand' overigens niet uit verweerd gesteente, maar uit bevroren koolwaterstoffen. (EE)

(allesoversterrenkunde)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_121883471
Gamma-ray burst blasted Earth in 8th century: study
by Staff Writers
Paris (AFP) Jan 21, 2013




A mystery wave of cosmic radiation that smashed into Earth in the eighth century may have come from two black holes that collided, a study published on Monday says.

Clues for the strange event were unearthed last year by Japanese astrophysicist Fusa Miyake, who discovered a surge in carbon-14 -- an isotope that derives from high-energy radiation -- in the rings of ancient cedar trees.

Dating of the trees showed that the burst struck the Earth in either 774 or 775 AD.

But what was the nature of the radiation, and what caused it?

Space scientists lined up the usual suspects only to let them go. There was no evidence that an exploding star, also called a supernova, occurred at that time, they found.

The Anglo-Saxon Chronicle, a record in Old English, makes a dramatic reference to the appearance of a "red crucifix" seen in the skies after sunset. But that happened in 776 AD, which was too late to tally with the event marked by the tree rings.

Also ruled out was a tantrum by the Sun, which can throw out sizzling cosmic rays or gouts of energy called solar flares.

Writing in Monthly Notices, a journal of Britain's Royal Astronomical Society, German-based scientists Valeri Hambaryan and Ralph Neuhaeuser have come up with a new explanation.

The pair suggest that two black holes collided and then merged, releasing an intense but extremely brief burst of gamma rays.

A collision of neutron stars or "white dwarf" stars (tiny, compact stars near the end of their lives) may also have been the cause, say Hambaryan and Neuhaeuser of the University of Jena's Astrophysics Institute.

Mergers of this kind are often spotted in galaxies other than our own Milky Way, and do not generate visible light.

The event in 774 or 775 AD could only have taken place at least 3,000 light years from here, otherwise the planet would have fried, says the paper.

If their theory is right, this would explain why there is no record of some ultra-brilliant event in the sky, or evidence of any extinction event in Earth's biodiversity at that time.

Astronomers should scour the skies because invisible remnants of the event could well exist today, the paper suggests.

And estimating the risk from a future collision of this kind could be vital.

"If the gamma ray burst had been much closer to the Earth it would have caused significant harm to the biosphere," explains Neuhaeuser.

"But even thousands of light years away, a similar event today could cause havoc with the sensitive electronic systems that advanced societies have come to depend on. The challenge now is to establish how rare such carbon-14 spikes are, i.e. how often such radiation bursts hit the Earth.

"In the last 3,000 years, the maximum age of trees alive today, only one such event appears to have taken place."

spacedaily.com
<a href="http://www.vwkweb.nl/" rel="nofollow" target="_blank">Vereniging voor weerkunde en klimatologie</a>
<a href="http://www.estofex.org/" rel="nofollow" target="_blank">ESTOFEX</a>
pi_121913180
quote:
0s.gif Op woensdag 9 januari 2013 08:52 schreef ExperimentalFrentalMental het volgende:
Deze week vliegt Apophis op een afstand van ca. 14,5 miljoen kilomerter langs de aarde (bijna vier keer zo ver als de afstand tot de maan)
Een wat late reactie, maar dit klopt natuurlijk van geen kant. De afstand aarde-maan is grofweg 380.000 kilometer. 14,5 miljoen is dus wel iets meer dan 4x zoveel....
pi_121924930
22-01-2013

Plannen voor mijnbouw op planetoïden



Het Amerikaanse commerciële ruimtevaartbedrijf Deep Space Industries (DSI), geleid door ruimtevaart-entrepreneur Rick Tumlinson, maakt vandaag plannen bekend voor mijnbouw op planetoïden.

DSI wil in 2015 en 2016 kleine onbemande ruimtevaartuigjes - FireFlies en DragonFlies genoemd - op pad sturen naar planetoïden die de aarde dicht naderen. De ruimtescheepjes wegen hooguit enkele tientallen kilo's, en moeten vluchten maken van enkele maanden tot een paar jaar. De DragonFlies zouden uiteindelijk enkele tientallen kilo's planetoïdenmateriaal naar de aarde moeten brengen.

In de toekomst hoopt Deep Space Industries op grotere schaal mijnbouw op planetoïden te kunnen realiseren. Momenteel wordt er nog gezocht naar klanten en sponsors.

(allesovrsterrenkunde)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_121964604
Ik hoorde net op Radio 2 een nieuws bericht over een geheime spaceshuttle van Nasa die morgen gelanceerd zou worden, Kennedy Space Center zou zijn afgezet, en de namen van de astronauten zouden geheim zijn. De expert die erbij werd geroepen vertelde dat de shuttle een spioneer-satelliet boven Rusland zou plaatsen en dat dit het begin van was de militarisatie van de ruimte.

Ik kan hier echter niks van op Google vinden, weet iemand hier meer over?
pi_121964631
Mooi topic.
If not now, then when.
pi_121967150
quote:
0s.gif Op woensdag 23 januari 2013 23:04 schreef Dynd het volgende:
Ik hoorde net op Radio 2 een nieuws bericht over een geheime spaceshuttle van Nasa die morgen gelanceerd zou worden, Kennedy Space Center zou zijn afgezet, en de namen van de astronauten zouden geheim zijn. De expert die erbij werd geroepen vertelde dat de shuttle een spioneer-satelliet boven Rusland zou plaatsen en dat dit het begin van was de militarisatie van de ruimte.

Ik kan hier echter niks van op Google vinden, weet iemand hier meer over?
Er zijn geen shuttles meer .Ze staan allemaal in musea

Er is wel een millitaire shuttle de X-37B

A: is niet van NASA maar van USAF
B: is onbemand
C: is al sinds december in orbit (geheime missie)
D: Volg de OTV-3 (X-37B) Hier




[ Bericht 9% gewijzigd door -CRASH- op 24-01-2013 00:32:08 ]
<a href="http://www.vwkweb.nl/" rel="nofollow" target="_blank">Vereniging voor weerkunde en klimatologie</a>
<a href="http://www.estofex.org/" rel="nofollow" target="_blank">ESTOFEX</a>
pi_121972988
23-01-2013

Radiotelescoop meet vroegere temperatuur van het heelal


De CSIRO-radiotelescoop. David Smyth

Astronomen uit Duitsland, Frankrijk, Zweden en Australië hebben met behulp van een Australische radiotelescoop gemeten welke temperatuur het heelal zeven miljard jaar geleden had. Daarbij hebben zij vastgesteld dat het heelal op dat moment precies zo 'warm' was als de oerknaltheorie voorspelt.

Voor deze temperatuurmeting hebben de astronomen gekeken naar een gaswolk op 7,2 miljard lichtjaar van de aarde. Of beter gezegd: naar het licht van een nog verder weg staande quasar dat door die wolk is gegaan. Het gas heeft een 'vingerafdruk' in dat licht achtergelaten, door specifieke golflengten te absorberen.

Uit die vingerafdruk kan worden afgeleid welke temperatuur het gas had. En omdat het enige wat het gas warm hield de kosmische achtergrondstraling was – de zwakke gloed die is overgebleven van de ziedend hete oerknal – volgt daaruit de temperatuur van het heelal op het moment dat een deel van het quasarlicht werd geabsorbeerd.

Uit de meting blijkt dat het heelal 7,2 miljard jaar geleden een temperatuur van 5,08 kelvin had, oftewel 267,92 graden Celsius onder nul. Dat is heel koud, maar altijd nog ruim twee graden warmer dan de huidige kosmische temperatuur. (EE)

(allesoversterrenkunde)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122019726
24-01-2013

Wetenschap ziet hoe zon energie opslaat en loslaat: een primeur!



Wetenschappers hebben voor de allereerste keer waargenomen hoe de zon energie van het magnetisch veld naar de zonneatmosfeer verplaatst. Dat dit proces op de zon plaatsvindt, hadden onderzoekers al een tijdje gedacht, maar nu hebben ze het ook voor het eerst gezien.

“Wetenschappers proberen al decennialang te begrijpen hoe de dynamische atmosfeer van de zon tot miljoenen graden (Fahrenheit, red.) verhit kan worden,” vertelt onderzoeker Jonathan Cirtain. De nieuwe beelden die met behulp van de HI-C (High Resolution Coronal Imager) telescoop werden gemaakt, scheppen een hoop duidelijkheid. De onderzoekers richtten de telescoop op een actieve zonnevlek en lieten deze gedurende vijf minuten om de paar seconden foto’s maken.

Lichte plekken
Op de foto’s is goed te zien hoe het magnetisch veld zich ontwikkelt en hoe energie door activiteiten op de zon vrijkomt. Die vrijkomende energie is op de foto te herkennen aan het oplichtende plasma. Deze lichte plekken wijst erop dat de zonneatmosfeer hier enorm verhit wordt: 2 miljoen tot 4 miljoen graden Fahrenheit. “Nu we dit voor het eerst zien, kunnen we beter begrijpen hoe onze zon voortdurend de energie die nodig is om de atmosfeer te verhitten, genereert.”


Foto: NASA.

Andere sterren
Astronomen vinden het belangrijk een beter beeld te krijgen van de wijze waarop het magnetisch veld van de zon de zonneatmosfeer verhit. Heel veel sterren in het heelal beschikken namelijk over een magnetisch veld. Als we de werking ervan op de zon beter begrijpen, kunnen we ook de evolutie van al die andere sterren wellicht beter begrijpen.

Ook hopen de onderzoekers op basis van de waarnemingen straks beter te kunnen voorspellen welk ruimteweer we mogen verwachten. Ontwikkelingen in het magnetische veld van de zon zijn namelijk de drijvende kracht achter erupties op de zon. Deze erupties kunnen de aardse atmosfeer raken en bijvoorbeeld satellieten die zich in een baan om de aarde bevinden, verstoren. Het is dan ook nuttig om te weten wanneer we zo’n eruptie kunnen verwachten.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122061224
25-01-2013

Prachtige beelden van ontploffende ster


Meer dan 1.400 jaar geleden ontplofte de ster GK Persei. In het jaar 1901 bereikte het licht van die explosie onze aarde. Ook nu nog stroomt het licht daarvan binnen, en dat schouwspel wordt opgenomen door de Isaac Newton Telescoop en de Nordic Optical Telescope. Op basis van die beelden hebben wetenschappers een filmpje van deze supernova vrijgegeven .

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122204548
quote:
0s.gif Op zaterdag 26 januari 2013 09:11 schreef ExperimentalFrentalMental het volgende:
25-01-2013

Prachtige beelden van ontploffende ster


Meer dan 1.400 jaar geleden ontplofte de ster GK Persei. In het jaar 1901 bereikte het licht van die explosie onze aarde. Ook nu nog stroomt het licht daarvan binnen, en dat schouwspel wordt opgenomen door de Isaac Newton Telescoop en de Nordic Optical Telescope. Op basis van die beelden hebben wetenschappers een filmpje van deze supernova vrijgegeven .

(HLN)
Prachtig.... ^O^ Vuurpijl XXXXXXXXXXXXXXL x 10000000000 :P
Herman Finkers... He buurman, ik hier ?
pi_122210178
quote:
0s.gif Op zaterdag 26 januari 2013 09:11 schreef ExperimentalFrentalMental het volgende:
25-01-2013

Prachtige beelden van ontploffende ster


Meer dan 1.400 jaar geleden ontplofte de ster GK Persei. In het jaar 1901 bereikte het licht van die explosie onze aarde. Ook nu nog stroomt het licht daarvan binnen, en dat schouwspel wordt opgenomen door de Isaac Newton Telescoop en de Nordic Optical Telescope. Op basis van die beelden hebben wetenschappers een filmpje van deze supernova vrijgegeven .

(HLN)
Dat is pas Timelapse fotografie :9

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Betelgeuse braces for a collision
by Staff Writers
Paris (ESA) Jan 25, 2013


Multiple arcs are revealed around Betelgeuse, the nearest red supergiant star to Earth, in this new image from ESA's Herschel space observatory. The star and its arc-shaped shields could collide with an intriguing dusty 'wall' in 5000 years.

Betelgeuse rides on the shoulder of the constellation Orion the Hunter. It can easily be seen with the naked eye in the northern hemisphere winter night sky as the orange-red star above and to the left of Orion's famous three-star belt.

Roughly 1000 times the diameter of our Sun and shining 100 000 times more brightly, Betelgeuse's impressive statistics come with a cost. For this star is likely on its way to a spectacular supernova explosion, having already swelled into a red supergiant and shed a significant fraction of its outer layers.

The new far-infrared view from Herschel shows how the star's winds are crashing against the surrounding interstellar medium, creating a bow shock as the star moves through space at speeds of around 30 km/s.

A series of broken, dusty arcs ahead of the star's direction of motion testify to a turbulent history of mass loss.

Closer to the star itself, an inner envelope of material shows a pronounced asymmetric structure. Large convective cells in the star's outer atmosphere have likely resulted in localised, clumpy ejections of dusty debris at different stages in the past.

An intriguing linear structure is also seen further away from the star, beyond the dusty arcs. While some earlier theories proposed that this bar was a result of material ejected during a previous stage of stellar evolution, analysis of the new image suggests that it is either a linear filament linked to the Galaxy's magnetic field, or the edge of a nearby interstellar cloud that is being illuminated by Betelgeuse.

If the bar is a completely separate object, then taking into account the motion of Betelgeuse and its arcs and the separation between them and the bar, the outermost arc will collide with the bar in just 5000 years, with the red supergiant star itself hitting the bar roughly 12 500 years later.

"The enigmatic nature of the circumstellar envelope and bow shock surrounding Betelgeuse as revealed by Herschel," by L. Decin et al, was published in Astronomy and Astrophysics, December 2012.
<a href="http://www.vwkweb.nl/" rel="nofollow" target="_blank">Vereniging voor weerkunde en klimatologie</a>
<a href="http://www.estofex.org/" rel="nofollow" target="_blank">ESTOFEX</a>
pi_122245384
:) :)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122245396
28-01-2013

'Superbubble' produceert veel röntgenstraling


Compositiefoto van DEM L50. NASA/CXC/Univ. of Michigan

De grote 'bel' op deze röntgenfoto is een zogeheten 'superbubble' in de Grote Magelhaense Wolk, op ca. 160.000 lichtjaar afstand. De superbubble, DEM L50 (of N186) geheten, is ontstaan door krachtige sterrenwinden en supernova-explosies van kort levende, zware sterren. Aan de bovenzijde van de superbubble is een kleinere ronde structuur te zien: een 'normaal' supernovarestant.

De röntgenstraling van DEM L50 is vastgelegd door het Amerikaanse Chandra X-ray Observatory; op deze foto zijn de röntgenwaarnemingen (roze) gecombineerd met waarnemingen op zichtbare golflengten. De hoeveelheid röntgenstraling van DEM L50 is ongeveer twintig keer zo groot als verwacht zou worden op basis van theoretische modellen; de extra röntgenstraling is vermoedelijk afkomstig van schokgolven in het gas en van heet gas dat aan de binnenzijde van de schil vrijkomt door 'verdamping' onder invloed van energierijke straling van sterren. (GS)

(allesoversterrenkunde)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122248987
Je hebt gerestaureerde gebouwen
Je hebt gerestaureerde auto's
Je hebt gerestaureerde motoren

En nu is er ook een gerestaureerde raketmotor




quote:
NASA Engineers Resurrect And Test Mighty F-1 Engine Gas Generator

by Tracy McMahan for Marshall Space Flight Center
Huntsville AL (SPX) Jan 29, 2013



Saturn V F-1 gas generator 20-second hot fire test at Marshall. (NASA/MSFC).

Imagine a young engineer examining an artifact from the Apollo era that helped send people on humankind's first venture to another world. The engineer has seen diagrams of the rocket engine. She has even viewed old videos of the immense tower-like Saturn V rocket launching to the moon. Like any curious explorer, she wants to see how it works for herself.

She wonders if this old engine still has the "juice." Like a car mechanic who investigates an engine of a beloved antique automobile, she takes apart the engine piece by piece and refurbishes it.

This is exactly what a small team of young NASA engineers did. The engineers, who have been trained in fields from rocket propulsion to materials science, took apart and refurbished parts from Saturn V F-1 engines--the most powerful American rocket engines ever built.

Why resurrect an Apollo-era rocket engine? The answer is simple: to mine the secrets of the F-1 -- an engine that last flew before these engineers were born -- and use it as inspiration for creating new advanced, affordable propulsion systems.

NASA needs powerful propulsion elements for future launch vehicles, such as the evolved Space Launch System (SLS). The SLS heavy-lift rocket capable of carrying a 130-metric-ton (143-ton) payload is being developed by NASA's Marshall Space Flight Center in Huntsville, Ala. The advanced booster required for the heavy-lift rocket will be competed in 2015.

"When we started examining different types of propulsion systems capable of lifting a rocket as large as the SLS, we pulled F-1 engine drawings and data packages and studied an F-1 engine that we had on hand at Marshall," said Nick Case, an engineer from Marshall's Engineering Directorate's Propulsion Systems Department.

The team decided to take apart the gas generator, the part of the engine responsible for supplying power to drive the giant F-1 turbopump. The gas generator components were small enough to be tested in Marshall's laboratories, and the gas generator is often one of the first pieces designed on a new engine because it is a key part for determining the size of a rocket engine.

The team removed one gas generator from an F-1 engine stored at Marshall and from another that was in almost pristine condition because it was stored at the Smithsonian National Air and Space Museum in Washington. They cleaned the parts and used a novel technique called structured light 3D scanning to produce three-dimensional computer-aided design drawings.

"This activity provided us with information for determining how some parts of the engine might be more affordably manufactured using modern techniques, such as additive manufacturing," said Kate Estes, a Marshall liquid propulsion systems engineer.

"We decided that using modern instrumentation to measure the gas generator's performance would provide beneficial information for NASA and industry." The team used selective laser melting, a digital manufacturing technique for producing metal parts quickly, to create new parts needed for the test and to determine the hot gas temperature and pressure inside the test article.

The F-1 also was studied because it burns liquid oxygen and refined kerosene. NASA's youngest generation of engineers does not have as much experience with engines that burn this fuel mixture. Current NASA and aerospace industry experts are most familiar with propulsion systems such as the Space Shuttle Main Engine and the new J-2X engine, which burn liquid oxygen and liquid hydrogen.

"Being able to hold the parts of this massive engine that once took us to the moon, restoring it, and then seeing it come back to life through hot firings and test data has been an amazing experience," Estes said.

Now the team is conducting a series of hot-fire tests on Test Stand 116 in Marshall's East Test Area.

"We modified the test stand to accommodate a single kerosene gas generator component," said Ryan Wall, the test conductor for the series of ten tests. "These tests demonstrate the stand's new capabilities, which will be beneficial for future NASA and industry propulsion activities."

The most noticeable aspect of these firings is the sheer power when the gas generator ignites and creates roughly 31,000 pounds of force. When the original F-1 lit up, the gas generator powered the giant turbomachinery that pumped almost three tons of propellant each second into the thrust chamber and accelerated through the nozzle, creating the incredible 1.5 million pounds of thrust.

"Modern instrumentation, testing and analysis improvements learned over 40 years, and digital scanning and imagery techniques are allowing us to obtain baseline data on performance and combustion stability," Case said.

"We are even gathering data not collected when the engine was tested originally in the 1960s." Since NASA conducted this work in-house, the data are not proprietary and will be shared with industry partners and academic researchers.

"This effort provided NASA with an affordable way to explore an engine design in the early development phase of the SLS program," said Chris Crumbly, manager of the SLS Advanced Development Office.

"NASA's young engineers are gaining valuable knowledge working with one of the most powerful engines ever built, and the SLS program will benefit from data that will bolster our efforts to reduce risk and enhance the affordability as we develop an advanced heavy-lift booster capable of a variety of missions."

The larger, evolved SLS vehicle will require an advanced booster with more thrust than any existing U.S. liquid- or solid-fueled boosters. Last year, NASA awarded three contracts aimed at improving the affordability, reliability and performance of the rocket's advanced booster.

Dynetics Inc. of Huntsville, Ala., working with their propulsion subcontractor, Pratt and Whitney Rocketdyne of Canoga Park, Calif.-- the company that developed the F-1 engine--will use these early tests as a springboard for more gas generator testing at Marshall.

Then, they will use modern manufacturing to build a new gas generator injector that also will be hot fired in Test Stand 116 and compared to baseline data collected during the earlier test series. Additionally, Dynetics' activities include fabricating and testing several other F-1 engine parts, such as the turbine blades, culminating in testing of an entire F-1B powerpack including the gas generator and turbopump, the heart of engine operations.

ATK Launch Systems Inc. of Brigham City, Utah, will examine innovations, such as composite cases, for solid-fueled boosters. Northrop Grumman Corporation Aerospace Systems of Redondo Beach, Calif., will explore design and manufacturing techniques for composite propellant tanks.
<a href="http://www.vwkweb.nl/" rel="nofollow" target="_blank">Vereniging voor weerkunde en klimatologie</a>
<a href="http://www.estofex.org/" rel="nofollow" target="_blank">ESTOFEX</a>
pi_122287447
30-01-2013

Bestaat donkere materie uit gravitino’s?



Het universum zit vol met donkere materie, maar niemand weer waar het van gemaakt is. Een natuurkundige van de Universiteit van Oslo is nu met een wiskundige verklaring gekomen, waarmee het mysterie mogelijk voor eens en altijd opgelost kan worden.

Hoewel donkere materie onzichtbaar is, weten natuurkundigen en astronomen dat het bestaat. Zonder donkere materie is het onmogelijk om te verklaren hoe de zichtbare dingen in het heelal aan elkaar gelijmd zijn. Natuurkundigen en astronomen vermoeden dat zo’n tachtig procent van alle massa in het heelal uit donkere, onzichtbare materie bestaat. Donkere materie kan de bewegingen van sterren verklaren, evenals de omwentelingssnelheid van sterrenstelsels. Maar hoewel we kunnen uitrekenen hoeveel donkere materie er moet zijn, hebben we geen idee wat donkere materie eigenlijk is. Wat we wel weten is dat donkere materie-deeltjes erg massief moeten zijn, of erg talrijk moeten zijn. Neutrino’s voldoen aan alle vereisten voor donkere materie. Ze zijn niet erg massief, maar ze zijn onvoorstelbaar talrijk. Helaas is de massa van het neutrino zó laag, dat deze deeltjes niet meer dan een paar procent van donkere materie uit kunnen maken.


Een aanwijzing dat donkere materie bestaat, vinden we in spiraalvormige sterrenstelsels. Hun buitengebieden draaien sneller dan men op basis van de bekende massa zou verwachten. Er moest dan ook wel nog een onzichtbare, onbekende massa zijn: donkere materie. Afbeelding: PD-USGOV.

Gravitino’s
De Noorse natuurkundige Are Raklev is met een nieuw idee gekomen: gravitino’s. Wat is een gravitino precies? Houdt u vast: dat is het hypothetische partnerdeeltje van het hypothetische graviton, de overbrenger van de zwaartekracht. “Het is dus onmogelijk om een deeltje te voorspellen dat meer hypothetisch is dan dit,” stelt Raklev in het blad Apollon, uitgegeven door de universiteit van Oslo. Maar om te begrijpen waarom Raklev denkt dat donkere materie vooral uit gravitino’s bestaat, moeten we een paar stappen terug zetten.

Stap 1: supersymmetrie
Natuurkundigen zijn aan het uitzoeken of de natuur supersymmetrisch is (of niet). Supersymmetrie betekent dat er een symmetrie bestaat tussen materie en fundamentele natuurkrachten. Voor iedere soort elektron en quark bestaat er een overeenkomend supersymmetrisch (en supermassief) partnerdeeltje. Als ze bestaan, dan moeten de supersymmetrische deeltjes bij de oerknal ontstaan zijn. Als sommige hiervan het overleefd hebben, dan zouden zij de bron van donkere materie kunnen vormen. De supersymmetrische partner van het graviton is het gravitino. Een graviton is het deeltje dat de zwaartekracht overbrengt, net zoals het foton (lichtdeeltje) de elektromagnetische kracht overbrengt. Hoewel gravitonen massaloos zijn, zouden gravitino’s (als ze bestaan) juist enorm massief moeten zijn. Als de natuur supersymmetrisch is, en als gravitonen bestaan, dan moéten gravitino’s bestaan. Er is helaas een grote MAAR: natuurkundigen kunnen het verband tussen gravitonen en gravitino’s niet aantonen voordat zij alle fundamentele natuurkrachten hebben verenigd.


Een magneet: supersterk! Foto: Aney (via Wikimedia Commons).

Stap 2: fundamentele natuurkrachten
Eén van de belangrijkste drijfveren voor natuurkundigen is het verenigen van alle natuurkrachten in één enkele theorie. Natuurkundigen hebben als eerste ontdekt dat elektriciteit en magnetisme tot één enkele natuurkracht behoren: elektromagnetisme. Twee andere fundamentele natuurkrachten zijn de sterke en zwakke kernkrachten. De zwakke kernkracht is onder meer verantwoordelijk voor radioactiviteit. De sterke kernkracht is tien miljard keer sterker en bindt neutronen en protonen aan elkaar. In de jaren ’70 van de vorige eeuw is elektromagnetisme verenigd met beide kernkrachten in een theorie die het standaardmodel wordt genoemd. De vierde natuurkracht is zwaartekracht. Hoewel het ontzettend pijnlijk is om van een trap te vallen, is zwaartekracht toch echt de zwakste natuurkracht. Dit kan gemakkelijk gedemonstreerd worden: leg een spijker op tafel en houd er een magneet boven. De spijker zal naar de magneet bewegen: logisch, zou u zeggen. Maar: dat betekent wél dat de elektromagnetische kracht van die ene magneet sterker is dan de zwaartekracht van de gehéle aarde! Het probleem is dat natuurkundigen niet in staat zijn geweest om de zwaartekracht te verenigen met de overige natuurkrachten. Zodra ze dat voor elkaar krijgen, is het mogelijk om alle mogelijk reacties tussen alle mogelijke deeltjes te beschrijven. Natuurkundigen noemen dit de theorie van alles. “Als we de zwaartekracht willen koppelen aan de overige natuurkrachten, dan moeten we de zwaartekracht begrijpen als kwantumtheorie,” aldus Raklev. “Dat betekent dat we een theorie nodig hebben waarbij het deeltje “graviton” onderdeel vormt van de atoomkern.” Onderzoekers zijn druk aan het zoeken naar sporen van zowel supersymmetrie als de Theorie van Alles. Het ontdekken van het graviton zou een geweldige stap in de goede richting zijn.

Het onthullen van donkere materie
Het is ontzettend moeilijk om onderzoek te doen naar donkere materie, maar dat had de oplettende lezer vast al begrepen. Dat komt doordat donkere materie geen enkele elektromagnetische relatie heeft met normale materie. Een voorbeeld van donkere materie zijn neutrino’s, maar die maken slechts een klein deel van donkere materie uit. Hoewel het niet mogelijk is om donkere materie te zien, racen er iedere seconde miljarden neutrino’s door uw lichaam. Aangezien ze geen enkele elektromagnetische interactie hebben met andere deeltjes, kunnen neutrino’s dwars door ons heen vliegen zonder opgemerkt te worden door detectoren. Dit is waar ssupersymmetrie om de hoek komt kijken. “Als supersymmetrie klopt, dan kunnen natuurkundigen verklaren waarom er donkere materie is. Dat is nou het mooie van mijn beroep”, lacht Raklev. “Supersymmetrie heeft de kracht om alles te vereenvoudigen. Als de theorie van alles bestaat, als het met andere woorden mogelijk is om alle natuurkrachten te verenigen, dan zouden gravitino’s moeten bestaan”. De gravitino’s zijn direct na de oerknal ontstaan. “Vlak na de oerknal bestond het heelal uit een soep van quarks en gluonen (de overbrengers van de sterke kernkracht). Als gluonen in botsing komen met andere gluonen, worden gravitino’s geproduceerd. Dus we hebben een verklaring waarom gravitino’s bestaan,” aldus Raklev.


Quarks: hoe zit het ook alweer? Hier een geheugensteuntje: de opbouw van materie. Foto: Joël (via Wikimedia Commons).

Veranderende levensduur
Natuurkundigen hebben gravitino’s altijd als probleem beschouwd. Ze hebben altijd gedacht dat de theorie van supersymmetrie niet werkt omdat er te veel gravitino’s zijn. Natuurkundigen hebben daarom getracht om gravitino’s uit hun modellen te elimineren. Raklev en zijn kornuiten hebben gravitino’s echter met open armen ontvangen. Ze hebben een model gevonden waarbij donkere materie is opgebouwd uit gravitino’s. Probleem is echter dat gravitino’s niet stabiel kunnen zijn. Vadaar dat Raklev heeft voorgesteld dat donkere materie niet stabiel is, maar wel een zeer lange levensduur heeft. In oudere modellen is donker materie altijd ‘eeuwig’ geweest. Dat betekent dat gravitino’s een vervelend onderdeel van supersymmetrie hebben gevormd. In het nieuwe model van Raklev hebben gravitino’s een niet-eeuwige levensduur. Desondanks is de gemiddelde levensduur van een gravitino erg lang, zelfs langer dan de leeftijd van het heelal. Er is echter een groot verschil tussen een eeuwige levensduur en een levensduur van meer dan 15 miljard jaar. Met een eindige levensduur moeten gravitino’s omgezet worden in andere deeltjes. Het is precies dit omzettingsproces (vervalproces) dat meetbaar zou moeten zijn. “We geloven dat donkere materie voor minstens negentig procent uit gravitino’s bestaat. Dit blijkt gewoon uit zeer robuuste wiskunde. We zijn speciale modellen aan het ontwikkelen waarmee de consequenties van deze theorieën berekend kunnen worden, waardoor we kunnen voorspellen hoe deeltjes zich moeten gedragen. Dit kan dan met experimenten bevestigd worden”.


De Fermi Gamma-ray Space Telescope. Afbeelding: NASA.

Toetsen
Onderzoekers proberen nu experimenten te ontwikkelen om de beweringen van Raklev te toetsen. Bovendien zal men een verklaring moeten vinden voor het feit dat de CERN-experimenten in Zwitserland geen enkel bewijs hebben gevonden voor supersymmetrische deeltjes. Het zou echter mogelijk moeten zijn om bewijs te vinden voor gravitino’s met behulp van een ruimtesonde. De simpelste manier om onzichtbare deeltjes te observeren is door te bestuderen wat er gebeurt als twee deeltjes uit het heelal met elkaar in botsing komen en omgezet worden in andere deeltjes, zoals fotonen of antimaterie. Hoewel dit soort botsingen zeldzaam zijn, is er zoveel donkere materie dat er alsnog een significant aantal fotonen moet worden geproduceerd. Probleem is echter dat gravitino’s ook nauwelijks op elkaar reageren, en dus nooit in botsing komen met elkaar. Desondanks is er nog hoop: gravitino’s zijn niet honderd procent stabiel. Ze worden op een gegeven moment omgevormd tot iets anders. We kunnen voorspellen hoe het signaal van een omgevormd gravitino eruit ziet. Het verval produceert een kleine elektromagnetische golf, gammastraal genaamd.

NASA’s Fermi-telescoop is momenteel gammastralen aan het meten. Een aantal groepen van wetenschappers zijn de gegevens nu aan het analyseren. Tot dit moment heeft men slechts ruis opgevangen. Er is echter één groep die beweert een overschot aan gammastralen te hebben gevonden vanuit het galactische centrum. “Hun observaties passen in onze modellen”, zegt de man achter het ingewikkelde wiskundige model van donkere materie, professor in theoretische deeltjesfysica: Are Raklev.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122331585
01-02-2013

NASA stuurt grootste zonnezeil ooit de ruimte in NASA stuurt grootste zonnezeil ooit de ruimte in



NASA gaat volgend jaar een indrukwekkend groot zonnezeil lanceren. Het superdunne zeil is meer dan 1200 vierkante meter groot en is daarmee zeven keer groter dan elk ander zonnezeil dat tot op heden het luchtruim heeft gekozen.

Het zeil wordt volgend jaar met behulp van een Falcon 9-raket gelanceerd. Het zeil neemt tijdens de lancering weinig ruimte in. Het zit namelijk opgevouwen en is niet veel groter dan een vaatwasser. Eenmaal in de ruimte aangekomen, zal het zeil zich ontvouwen en zo’n 37 bij 37 meter groot worden.

Zon
Het zeil beschikt niet over motoren. Het zeil wordt in plaats daarvan aangedreven door de stralingsdruk van lichtdeeltjes.

Sunjammer
De missie – die de naam Sunjammer draagt – is een experiment. De onderzoekers willen kijken hoe het zeil zich in de ruimte gedraagt. Zo zijn ze nieuwsgierig of het zeil met behulp van de zon mooi op hoogte en stabiel blijft.

Ruimtevaartuigen
Als het zonnezeil de test goed doorstaat, is dat een belangrijke stap in de richting van ruimtevaartuigen die door zonnezeilen kunnen worden aangedreven. Dergelijke ruimtevaartuigen kunnen in principe voor eeuwig door de ruimte dwalen, zolang het zeil maar heel blijft en dicht genoeg bij de zon in de buurt blijft. Maar de onderzoekers zien meer mogelijkheden voor het zonnezeil. Zo kan de technologie ook worden ingezet om ruimteafval uit een baan om de aarde te verwijderen.

Het idee om de zon te gebruiken om zonnezeilen aan te drijven of op hun plek te houden, is overigens niet helemaal nieuw. De Japanners lanceerden in 2010 ruimtevaartuig Ikaros dat is uitgerust met een zonnezeil en dus de druk van lichtdeeltjes gebruikt om in de ruimte te blijven. Dat ruimtevaartuig is met behulp van zonne-energie en de druk van lichtdeeltjes al naar Venus gevlogen.

(scientias.nl)

[ Bericht 0% gewijzigd door ExperimentalFrentalMental op 02-02-2013 09:11:24 ]
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122359519
quote:
Het is een goed jaar voor (zichtbare) kometen.

Maart - PanSTARRS
April - Comet Lemmon (C/2012 F6).
November - ISON
<a href="http://www.vwkweb.nl/" rel="nofollow" target="_blank">Vereniging voor weerkunde en klimatologie</a>
<a href="http://www.estofex.org/" rel="nofollow" target="_blank">ESTOFEX</a>
pi_122369544
01-02-2013

Kwam Iraans aapje toch niet levend terug uit de ruimte?


© photo news.

Iran was er als de kippen bij om na hun ruimtemissie beelden van het meegestuurde aapje vrij te geven. Die moesten namelijk aantonen dat hun missie geslaagd was. Het lijkt er echter op dat Iran de wereld heeft proberen te bedotten, meldt nieuwswebsite The Independent.


Het aapje voor de lancering. © ap.


Het aapje na de missie. © afp.

Het meegestuurde aapje kreeg een heuse fotoshoot na de succesvolle missie. Die foto's werden door Iran over de hele wereld verspreid, en hetzelfde werd gedaan met een foto van het aapje voor de ruimtereis. Het blijkt echter om twee verschillende dieren te gaan, aangezien het aapje dat de reis zou maken, duidelijk een andere haarkleur had dan het aapje dat uit het ruimtetuig werd gehaald. Ook is boven het rechteroog van het tweede aapje een moedervlek te zien.

Het nieuws over de ruimtemissie werd enkel verspreid door Iraanse persbureaus, waardoor het niet te verifiëren is. Het lijkt er echter op dat de missie mislukt is, in tegenstelling tot het officiële persbericht. Het zou kunnen dat het ruimtetuig ontploft is, of dat het aapje dood terug uit het toestel werd gehaald. Velen gaan voor de eerste mogelijkheid, aangezien er geen foto's van het toestel na de reis werden verspreid. Voor de reis kon Iran niet genoeg foto's de wereld insturen.


© epa.

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122369569
01-02-2013

Waar zijn alle dwergstelsels?



Bij hun tocht door het kosmische web raken dwergstelsels veel gas kwijt. Alejandro Benitez Llambay
Astronomen worstelen al een tijdje met het probleem dat er veel minder kleine sterrenstelsels worden waargenomen dan er volgens de meest gebruikte kosmologische modellen zouden moeten zijn. Nieuwe computerberekeningen bieden een plausibele verklaring voor dit gebrek aan dwergstelsels: ze bestaan wel, maar ze zenden domweg weinig licht uit.

De afgelopen decennia is vastgesteld dat ons heelal bestaat uit ongeveer 75% donkere energie, 20% donkere materie en 5% normale materie. De beide laatste bestanddelen zijn samengeklonterd tot een ingewikkeld netwerk van filamenten en leegten, dat bekendstaat als het kosmische web.

Computermodellen hebben laten zien dat dit kosmische web ontelbare kleine sterrenstelsels, met duizend keer zo weinig massa als onze Melkweg, zou moeten bevatten. Maar in de omgeving van het Melkwegstelsel zijn slechts enkele tientallen dwergstelsels ontdekt.

Een internationaal team van wetenschappers heeft dit probleem onderzocht binnen het Constrained Local UniversE Simulations-project (CLUES). De computersimulaties van CLUES zijn bedoeld om een nauwkeurig beeld te geven van de directe omgeving van de Melkweg, de zogeheten Lokale Groep.

Een analyse van de CLUES-simulaties heeft nu laten zien dat sommige dwergstelsels van de Lokale Groep zulke hoge snelheden hebben ten opzichte van het kosmische web, dat ze onderweg heel veel gas kwijtraken. En zonder gasvoorraad kunnen deze stelsels geen sterren produceren en zijn ze mogelijk te klein en te zwak om waarneembaar te zijn. (EE)

(allesoversterrenkunde)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122384173
Ik keek gisteren weer eens naar boven, naar de sterren. Dit keer ging ik eens Betelgeuse proberen te spotten. Het blijft tof dat die dus gewoon met het blote oog (wel goed kijken) te spotten is, en dat deze rode reus ook daadwerkelijk een oranje/rood-achtige gloed heeft.

pi_122385008
Je kunt er nog 5000 jaar genieten

Betelgeuse braces for a collision


Multiple arcs are revealed around Betelgeuse, the nearest red supergiant star to Earth, in this new image from ESA's Herschel space observatory. The star and its arc-shaped shields could collide with an intriguing dusty 'wall' in 5000 years.

Betelgeuse rides on the shoulder of the constellation Orion the Hunter. It can easily be seen with the naked eye in the northern hemisphere winter night sky as the orange-red star above and to the left of Orion's famous three-star belt.

Roughly 1000 times the diameter of our Sun and shining 100 000 times more brightly, Betelgeuse's impressive statistics come with a cost. For this star is likely on its way to a spectacular supernova explosion, having already swelled into a red supergiant and shed a significant fraction of its outer layers.

The new far-infrared view from Herschel shows how the star's winds are crashing against the surrounding interstellar medium, creating a bow shock as the star moves through space at speeds of around 30 km/s.

A series of broken, dusty arcs ahead of the star's direction of motion testify to a turbulent history of mass loss.

Closer to the star itself, an inner envelope of material shows a pronounced asymmetric structure. Large convective cells in the star's outer atmosphere have likely resulted in localised, clumpy ejections of dusty debris at different stages in the past.

An intriguing linear structure is also seen further away from the star, beyond the dusty arcs. While some earlier theories proposed that this bar was a result of material ejected during a previous stage of stellar evolution, analysis of the new image suggests that it is either a linear filament linked to the Galaxy's magnetic field, or the edge of a nearby interstellar cloud that is being illuminated by Betelgeuse.

If the bar is a completely separate object, then taking into account the motion of Betelgeuse and its arcs and the separation between them and the bar, the outermost arc will collide with the bar in just 5000 years, with the red supergiant star itself hitting the bar roughly 12 500 years later.

"The enigmatic nature of the circumstellar envelope and bow shock surrounding Betelgeuse as revealed by Herschel," by L. Decin et al, was published in Astronomy and Astrophysics, December 2012.
<a href="http://www.vwkweb.nl/" rel="nofollow" target="_blank">Vereniging voor weerkunde en klimatologie</a>
<a href="http://www.estofex.org/" rel="nofollow" target="_blank">ESTOFEX</a>
pi_122455006
04-02-2013

Coco Brown wordt eerste pornoster in de ruimte



Op haar 34ste speelt porno-actrice Coco Brown stilaan bij de veteranen. Maar de Amerikaanse ster uit natuurdocumentaires als 'Big Booty Bomb 2' en 'It Don't Matter, Just Don't Bite 5' heeft nog een troef op zak: ze wil volgend jaar de eerste pornoster in de ruimte worden. Daarvoor is ze in Nederland aan het trainen.

In maart volgend jaar wil Coco een grote stap voorwaarts in het pornogebeuren zetten. Coco, die ook wel naar de naam Honey Love luistert, wil de eerste pornoster en de tweede Afro-Amerikaanse vrouw worden die zich in de ruimte waagt.

Brown krijgt de steun van SpaceX, een Nederlands bedrijf dat vanaf volgend jaar ruimtereizen wil aanbieden.

Coco legde haar plan bloot tijdens de Adult Entertainment Expo in Las Vegas, waar jaarlijks nieuwigheden in de pornowereld aan het geboeide publiek worden voorgesteld.

De dame heeft 100.000 dollar (73.300 euro) veil om één van de eerste privépersonen in de ruimte te worden. Indien ze slaagt in haar training, zal ze 100 kilometer van de grond gaan.

Een woordvoerder van SpaceX stelt dat het bedrijf er geen graten in ziet dat een pornoster een van hun eerste klanten wordt. "We verwelkomen mensen uit alle sectoren, we maken de ruimte toegankelijk voor iedereen", laat hij weten.

Brown mag dan de eerste pornoster in de ruimte worden, ze is niet de eerste die van seks in gewichtsloze toestand geniet. Die twijfelachtige eer staat op naam van Silvia Saint en Nick Lang. In 1999 slaagden die twee erin twintig seconden lang geslachtsgemeenschap te hebben tijdens een sprong vanop 3 kilometer hoogte. Die krachttoer belandde in de film 'The Uranus Experiment Part Two'.

Brown is evenwel niet van plan op 100 kilometer hoogte van bil te gaan. "Seks in de ruimte is knap moeilijk, zeker bij 'zero gravity'. Dan heb je niet veel control emeer. We moeten eerst leren hoe het werken zonder zwaartekracht verloopt vooraleer we pornoscènes in de ruimte kunnen opnemen".

Brown: "Ik zie wel wat ik daarboven kan doen. We moeten speciale pakken dragen, maar misschien kan ik mijn borst wel eens tevoorschijn halen en er een foto van nemen met de Aarde op de achtergrond".



(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_122462683
There goes the neighborhood...... :')

En de volgende zitten ook al te wachten
<a href="http://www.vwkweb.nl/" rel="nofollow" target="_blank">Vereniging voor weerkunde en klimatologie</a>
<a href="http://www.estofex.org/" rel="nofollow" target="_blank">ESTOFEX</a>
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')