quote:
zo want ze gaan ons de de oorlog verklaren
quote:
De Westerschelde en het belang van goed nabuurschap
Vanuit België gezien irriteert aan het Nederlandse debat over de verdieping van de Westerschelde vooral het grote vermogen de kern van de zaak uit beeld te houden: de handel en de bestaansgrond van de staat.
Met smaak praat Nederland al weken over het al dan niet onder water laten lopen van 300 hectare Zeeuws-Vlaamse poldergrond. Mens tegen natuur, alle registers worden bespeeld. Een handvol boeren weet het doorsteken van een dijk te presenteren als een aanslag op cultuurlandschap en een voor echte Zeeuwen emotioneel onmogelijk offer.
Aan de andere kant ijvert de milieubeweging voor de toekomst van bedreigde vogels, lepelblad, schorren en slikken. In reportages wordt de gewraakte Hedwigepolder geloofd om zijn „smalle land van imposant hoge bomen” (Elsevier, 29 augustus). „Flinke koeien staan als enorme gevaarten tegen de rode avondlucht op de dijk” (Nederlands Dagblad, 5 september).
Boer Baecke in die laatste krant tegen de verslaggever: reporter: „Mooi, hé? Ja, hier gaan de meeste Kamerleden om.”
Daarentegen lees je erg weinig over het economische belang van Europa’s grootste havenstad Rotterdam bij het belemmeren van de bereikbaarheid van concurrent Antwerpen (nummer twee). Voor de Vlamingen getuigt is in dit stilzwijgen gen evident van de perfide Hollandse koopmansgeest. aan het werk. Mooie verhalen over koeien, milieu en recht, en ondertussen de kassa laten rinkelen – ten koste van de buren. Het valt hun moeilijk hier geen kwade trouw in te zien.
Zeker, de laatste vertraging komt door een door de Zeeuwse milieufederatie aangespannen procedure bij de Raad van State. Ook de Belgen weten dat de groene beweging geen spreekbuis is van de Rotterdamse havenbaronnen. Zij kunnen slechts constateren dat, hoewel binnen Nederland allerlei deelbelangen strijdige Schelde-agendaatjes hebben, het nettoresultaat een perfecte verdediging vormt van het nationaal economische belang.
Volgens de Antwerpse havenwethouder kost elk jaar vertraging van de baggerwerkzaamheden de haven van Antwerpen 70 miljoen euro. De Vlamingen menen dat de slag om de internationale zeecontainervaart op een beslissend moment heeft bereikt. is. „Komt de uitdieping er niet, dan degradeert Antwerpen tot een haven van tweede rang”, aldus hoogleraar maritiem recht Eric van Hooydonck in een interview in Knack van 26 augustus. De angst de toegang naar zee te verliezen zit diep.
De bevaarbaarheid van de Westerschelde is in de verhoudingen tussen de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden zo zwaar beladen dat het moeilijk te begrijpen is hoe lichtzinnig politiek Den Haag omspringt met de kwestie. De val van Antwerpen (1585) met de daaropvolgende blokkade van de Schelde was een oermoment in de scheiding van zuiden en noorden, van de Spaanse Nederlanden en de Republiek. Antwerpen werd van de zee afgesneden; Amsterdam nam de dominante positie van de Scheldestad over. Bij de Vrede van Münster (1648) bedong de Republiek een bestendiging van de blokkade. Pas in het Scheidingsverdrag van 1839 – na de korte hereniging van noord en zuid onder de Fransen en koning Willem I – verwierf een onafhankelijk België de toezegging dat de Schelde open zou gaan. Dit recht was bedoeld om de prille staat economisch levensvatbaar te maken. Nederland, dat ook destijds al traineerde, moest instemmen onder druk van Londen en Parijs.
Op 21 augustus jl., ruim een week nadat de Vlaamse premier Peeters de Nederlandse ambassadeur op het matje had geroepen, leek het of Balkenende de zaak alsnog ter hand ging nemen en de emoties rond de eigen Zeeuwse geboortegrond opzij zette ten gunste van de politieke verstandhouding met de zuiderburen. Dat was verstandig.
Zoals buren elkaar van de normen-en-waardenpremier niet in de haren moeten vliegen over de hoogte van de heg, zo zouden buurlanden ook geen ruzie mogen krijgen over het uitbaggeren van een sloot. Zeker als afspraken gemaakt zijn. Goed nabuurschap blijft voor staten ook in tijden van globalisering van belang. Net als in een straat kunnen buren elkaar helpen, maar elkaar ook eenvoudig het leven zuur maken – van mosselboycot tot wegenvignet. En landen kunnen niet verhuizen.
Dit Haags moment van fatsoen in het algemene belang schijnt alweer voorbij. Afgelopen vrijdag liet Balkenende weten dat de Raad van State mogelijk meer tijd nodig heeft voor een uitspraak. De verdragsmatige deadline voor het begin van de baggerwerkzaamheden, eind 2009, zal niet gehaald worden. De premier legt zich daarbij neer („ik heb te maken met juridische mogelijkheden en onmogelijkheden”). Daarop liet zijn collega Peeters weten dat de Vlaamse regering zich beraadt op nadere stappen. Willen de Vlamingen van Den Haag een noodwet eisen voor onteigening van de Hedwigepolder?
Sommige Vlamingen willen verder gaan. Genoemde Antwerpse hoogleraar Van Hooydonk stelde in Knack: „Als de Nederlanders het verdrag van 1839 mogen behandelen als een vodje papier, dan mogen wij het debat over de Belgische staatsgrenzen heropenen.” Hij doelt op Belgische aanspraken op Zeeuws-Vlaanderen en Limburg. Het is ferme taal, nog niet geheel doorgedrongen tot het Hollandse gemijmer bij avondlicht over een polder.
De hele zaak toont eens te meer hoezeer oude politieke ordeningsprincipes tussen staten ook in het zogenaamde ‘Europa zonder grenzen’ van kracht blijven. Binnen de Unie mogen de staatsgrenzen weliswaar door alles en iedereen worden overgestoken, maar ze liggen er nog steeds. De Unie heeft geen grip op grensconflicten tussen lidstaten; die gaan aan haar bestaan vooraf. Zo kan lidstaat Slovenië een stap naar Europese toetreding van buurland Kroatië blokkeren vanwege een achttien jaar oud geschil over een stukje Adriatische kust dat Slovenië toegang geeft tot de internationale wateren. Balkantoestanden? Nee dus.
In de laaglandse delta weten we dat zo’n geschil eeuwen kan duren
grapjassen
1/10 Van de rappers dankt zijn bestaan in Amerika aan de Nederlanders die zijn voorouders met een cruiseschip uit hun hongerige landen ophaalde om te werken op prachtige plantages.
"Oorlog is de overtreffende trap van concurrentie."