Schijnt toch goed te zijn.
quote:
Een lezer vroeg hoe dat zat met statten. Dat (werk)woord stond vorige week groot op de voorpagina van deze krant: Limburgers statten veel, of zoiets. Betekenis: gezellig naar de stad gaan – winkelen, slenteren, terrasje. Hij deelde mee op school stadten geleerd te hebben.
Kan, hoewel het woord nog niet zo oud is. Twintig jaar? In elk geval heeft de spelling stadten bestaan, en woordenboeken willen die nog wel eens vermelden, maar dan tussen haakjes. Terecht, want midden in een woord één klank weergeven met twee verschillende medeklinkers, dt bijvoorbeeld, dat is ongebruikelijk in het Nederlands. Daarom spellen we nu 'statten'.
De spelling stadten was natuurlijk geen grapje. Ze is ontstaan omdat het grondwoord stad is. De nieuwste vorm is ietwat logischer, maar nu zie je niet makkelijk dat statten met stad te maken heeft.
Normaal was geweest stadden, maar de taalgebruiker heeft anders beslist, en die heeft het voor het zeggen – in Nederland. Statten valt wel te verklaren, want er eindigen meer werkwoorden op -atten dan op -adden. Je hebt (be)kladden, en dan wordt het al zoeken naar nummer twee. Ze staan tegenover woorden als bezatten, jatten, matten, katten, iets laten verratten. Hier zitten nogal wat eigentijdse woorden bij, en mensen kiezen vaak voor het bekende – dus nieuwe woorden met de klank /at/ zullen vaak op –atten eindigen.
Bron