quote:
Het laatste plan van Hugo Schiltz
Op 28 oktober zou Hugo Schiltz, een van de geestelijke vaders van het Egmontpact, 80 geworden zijn. Meer dan een halve eeuw lang bekampte hij het extremistische Vlaams-nationalisme. Nu blijkt echter dat hij in zijn laatste levensjaren toenadering zocht tot het Vlaams Belang. Zijn laatste droom was om de verschillende Vlaams-nationalistische strekkingen met elkaar te verzoenen.
'Hij dacht dat hij nog twintig jaar te leven had. Minstens. Daarom had hij ook geen haast om zijn plannen uit te werken', zegt Paul Doevenspeck. Jarenlang werkte hij met de latere minister van staat Hugo Schiltz (vroeger Volksunie, daarna Spirit) samen in hun advocatenkantoor Schiltz Doevenspeck & Partners. Kort na de Tweede Wereldoorlog hadden ze elkaar leren kennen op het Xaveriuscollege in Borgerhout, waar toen veel kinderen uit 'zwarte' families studeerden. Later ging Schiltz rechten studeren in Leuven, en daarna vestigde hij zich als advocaat in Antwerpen. 'Ik was jonger dan hij, en volgde dus altijd vier jaar later. Alleen met mijn keuze voor de Volksunie was ik hem voor', zegt Doevenspeck, die zelf een vooraanstaand Vlaams-nationalist is. Schiltz stond in 1958 eerst nog als onafhankelijke op de CVP-lijst voor de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen, en stapte pas in 1963 naar de Volksunie over. Toen hij parlementslid werd, smolten de twee advocaten hun kantoren samen zodat Schiltz meer tijd zou hebben voor de politiek. Terwijl hij achtereenvolgens VU-voorzitter, gemeenschapsminister en uiteindelijk vicepremier werd, hield Doevenspeck het bij de lokale politiek.
'Schiltz was een bijzonder intelligente man die iedereen kon overklappen', zegt hij. 'We zijn altijd vrienden gebleven, ook nadat ik in 1993 ziek werd en daardoor mijn werk en de actieve politiek moest opgeven. We zagen elkaar nog geregeld, bij mij thuis of hier in restaurant De Vogelenzang in 's Gravenwezel. Want hij had het altijd ontzettend druk, en dus spraken we elkaar tijdens het eten.' Bij de lunch discussieerden ze urenlang over politiek, over de Vlaamse beweging ook. En het ging er niet altijd even gemoedelijk toe, want de conservatieve Doevenspeck en de veel progressievere Schiltz trokken bijlange niet altijd aan hetzelfde zeel. Tot Schiltz een paar jaar geleden plots het licht dacht te hebben gezien.
PAUL DOEVENSPECK: Op het einde van zijn leven zocht hij toenadering tot extremere groepen binnen het Vlaams-nationalisme. Langzamerhand was hij gaan inzien dat we als Vlamingen nooit echt iets zouden bereiken als we in gespreide slagorde voortstreden. De eerste plannen rijpten toen we het in september 2004 over de IJzerbedevaart hadden. Dat jaar waren er amper 3000 mensen komen opdagen, terwijl dat er in 1987 nog 35.000 waren. Schiltz zag in dat de bedevaart op die manier geen zin meer had. Gaandeweg kwamen we op het idee om de organisatoren van de IJzerbedevaart en die van de afgesplitste IJzerwake bij elkaar te brengen. Ons plan was mooi in zijn eenvoud: de twee organisaties zouden elk jaar samen één manifestatie organiseren onder de IJzertoren. Er zou een thema worden gekozen waarover de hele Vlaamse beweging het eens kon zijn, en er zou een spreker worden uitgenodigd die voor beide organisaties aanvaardbaar was. Omdat ikzelf goede contacten heb met de organisatie van de IJzerwake, ging ik ons plan daar verdedigen. En met succes. Schiltz van zijn kant zou met het IJzerbedevaartcomité praten. Maar korte tijd later liet hij me weten dat hij er niet mee door wou gaan omdat het 'zijn positie bij Spirit in gevaar bracht'.
Wat was er dan gebeurd?
DOEVENSPECK: Hij zei me dat hij gepraat had met Lionel Vandenberghe, de oud-voorzitter van het IJzerbedevaartcomité, die voor Spirit in de Senaat zat. Blijkbaar had hij daarna begrepen dat zijn partij ons initiatief niet waardeerde. Toch bleef hij nadenken over Vlaamse frontvorming. Vorig jaar vatte hij dan het plan op om te proberen de initiatiefnemers van het Lentemanifest en die van het Warandemanifest op één lijn te krijgen. Via mij zocht hij contact met de Leuvense ererector Roger Dillemans, die nog bij mij in de klas had gezeten, en met Remi Vermeiren (ex-topman van KBC en voorzitter van de denkgroep In de Warande, nvdr). Hij heeft ze nog gebeld, en ze bleken bereid te zijn om elkaar te ontmoeten. Maar toen werd Schiltz ziek, en twee maanden later overleed hij.
Waarom wilde Hugo Schiltz die twee groepen zo dringend bij elkaar brengen?
DOEVENSPECK: Hij droomde van een breed Vlaams platform met duidelijk geformuleerde, gemeenschappelijke eisen. Op basis daarvan wilde hij de politieke wereld mobiliseren.
Heeft hij daar ook met andere politieke partijen over gepraat? Met de N-VA?
DOEVENSPECK: Niet met Bart De Wever of Geert Bourgeois, denk ik. Maar hij kende natuurlijk wel ándere N-VA'ers. En in de zomer van 2005 heeft hij mij gevraagd om discreet contact te leggen met Gerolf Annemans van het Vlaams Belang. Annemans reageerde verbaasd, maar wilde hem graag ontmoeten. Wel wilden ze allebei vermijden dat er iets over hun contacten zou uitlekken, want ze beseften dat een eventuele samenwerking dan meteen zou worden gekelderd. Uiteindelijk hebben ze elkaar bij mij thuis in Oostmalle ontmoet. Tijdens dat gesprek, dat een paar uur heeft geduurd en dat erg constructief was, heeft Schiltz onder meer vragen gesteld over het migratiestandpunt van het Vlaams Belang. Hij vond ook dat het VB toenadering moest zoeken tot andere partijen, onder meer door nieuwe mensen aan te trekken. Achteraf heeft Annemans mij nog een map met partijstandpunten voor hem meegegeven. Schiltz was optimistisch, maar hij zag ook in dat er nog veel water naar de zee moest vloeien voor er tussen alle Vlaamse partijen een consensus kon worden bereikt. Maar goed, hij heeft zijn plannen dus niet meer kunnen uitvoeren. Ik weet ook niet of hij er als puntje bij paaltje kwam echt de moed toe zou hebben gehad.
Op Zwarte Zondag in 1991 zei hij nog dat hij zich schaamde om Antwerpenaar te zijn. Hoe kon hij zijn aversie voor het Vlaams Belang een goede tien jaar later dan zomaar opzijschuiven?
DOEVENSPECK: Van bij het ontstaan van het Vlaams Blok had hij het moeilijk met die partij. Vergeet niet dat daar dezelfde mensen zaten die zijn Egmontpact destijds hadden getorpedeerd. Maar de partij bleef groeien, en dat maakte wel indruk op hem. Op den duur ging hij inzien dat er nooit een duurzaam akkoord over de staatshervorming zou worden afgesloten als een partij die 1 miljoen Vlamingen vertegenwoordigt, en dan nog de meest overtuigde Vlaamsgezinden, niet bij die onderhandelingen werd betrokken. Zonder het VB kiezen de Vlamingen immers voor een minderheidspositie ten opzichte van de Franstaligen, en kunnen ze dus hoogstens een slap akkoord uit de brand slepen.
Schiltz beweerde nochtans dat hij een hekel had aan elke vorm van extremisme sinds hij zijn zeventiende verjaardag in de gevangenis had moeten vieren tijdens de repressie.
DOEVENSPECK: Waaróm hebben ze hem in de bak gegooid? Omdat hij tijdens de oorlog het uniform van de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen (NSJV) had gedragen. Zijn broer had aan het Oostfront gevochten; hij kwam uit een zwart nest. Zo wars van extremisme zal hij dus wel niet geweest zijn. Het lijkt me dan ook sterk dat hij in de gevangenis op twee maanden tijd van gedachte zou zijn veranderd. Nee, als hij zich later van extremisme distantieerde, was dat meestal uit strategische overwegingen. Hugo Schiltz was in de eerste plaats een strateeg hè, geen ideoloog.
Het was toch niet alleen uit strategische overwegingen dat hij de vechtersbazen van de Vlaamse Militantenorde (VMO) midden jaren zeventig uit de Volksunie zette?
DOEVENSPECK: Dat was wel degelijk een heel rationele beslissing: hij wilde de partij aanvaardbaar maken voor bredere lagen van de bevolking. Het was nochtans totaal overbodig om de VMO'ers eruit te zetten, want die groepering was vanzelf uit elkaar aan het groeien. Bovendien had de VMO de Volksunie jarenlang heel trouw gediend. Ik zeg niet dat die mensen allemaal voorbeeldburgers waren, maar ík ben niet vergeten dat zij in de begindagen van de Volksunie onze veiligheid garandeerden. In 1964 ging ik bijvoorbeeld campagne voeren in het vuurrode Deurne, waar ook een paar honderd propagandisten van de socialisten onderweg waren. Dat had ik nooit gekund zonder de bescherming van de VMO! Door die mensen zo te vernederen, heeft Schiltz veel vijanden gemaakt. Wandluizen achter het behang van de Vlaamse beweging, noemde hij hen.
Betekent zijn toenaderingspoging tot het Vlaams Belang aan het eind van zijn leven dat Hugo Schiltz op ideologisch vlak naar rechts was opgeschoven?
DOEVENSPECK: Dat denk ik niet. Wat het migrantenthema betreft, was hij wel wat geëvolueerd, maar verder is hij altijd trouw gebleven aan de links-liberale koers die hij halfweg de jaren zeventig voor de partij heeft uitgezet. Die keuze heeft 25 jaar later trouwens tot de splitsing van de Volksunie geleid - en het is verbazingwekkend dat het nog zo lang geduurd heeft. Noch de VU-militanten, noch onze kiezers konden zich in dat links-liberalisme vinden. Niet dat hij geen medestanders had, want hij had eigenhandig mensen als Maurits Coppieters en Nelly Maes gerekruteerd, maar die waren in de minderheid. De Volksunie is nu eenmaal opgericht en uitgebouwd door repressieslachtoffers en nog veel meer door hun kinderen. Het is altijd een réchtse partij geweest. Het Vlaams-nationalisme van de VU ging niet samen met een linkse ideologie. Waarom denkt u dat de Volksunie van het begin van Schiltz' voorzitterschap tot de uiteindelijke implosie altijd is blijven afkalven?
Door de kater na het Egmontpact?
DOEVENSPECK: Dat heeft in grote mate meegespeeld, maar het Egmontpact was natuurlijk ook het geesteskind van Schiltz. Veel mensen hadden het enorm moeilijk met zijn grote bereidheid om compromissen te sluiten. Hij zag daar geen graten in, want al sinds zijn zestiende was hij op machtsdeelname gericht. Hij wilde er alles aan doen om te voorkomen dat het Vlaams-nationalisme ooit nog in hetzelfde verdomhoekje zou terechtkomen zoals in de jaren dertig en vooral na de Tweede Wereldoorlog. En als hij daartoe compromissen moest sluiten, dan was dat maar zo.
De rest van de Vlaamse beweging zag dat anders.
DOEVENSPECK: Ja, en hij kon dat maar niet begrijpen, want hij vond het Egmontpact een goed akkoord. Zelf was ik niet meteen laaiend enthousiast. Zoals zoveel Vlaams-nationalisten van mijn generatie had ik er veel meer van verwacht. Wij wilden de regionalisering van essentiële bevoegdheden binnenhalen, zoals Justitie of Binnenlandse Zaken. Maar dat zat er niet in. Aan de andere kant besefte ik natuurlijk wel dat er structuren zouden worden uitgebouwd, zoals de gewesten en de autonome gemeenschapsraden, die Vlaanderen een eigen dynamiek konden geven. Bovendien had de Volksunie zich al veel te ver gewaagd om nog te kunnen terugkrabbelen. Dus ben ik, net als Schiltz zelf, het Egmontpact gaan verdedigen in tientallen parochiezaaltjes over heel Vlaanderen, voor onze VU-afdelingen, voor groepen van het Davidsfonds, voor de Vlaamse Volksbeweging ook.
Door Egmont is een groot deel van de Vlaamse beweging Schiltz tot op de dag van zijn dood als een verrader blijven beschouwen. Vooral zijn bevoorrechte contacten met de Franstaligen hebben ze hem nooit vergeven. Dat hij een echte vertrouwensband met André Cools (PS) had, bijvoorbeeld. Ik herinner me nog dat Antoinette Spaak (FDF) destijds in een radio-interview zei dat Hugo Schiltz de enige betrouwbare Vlaamse onderhandelaar was. Duizenden stemmen kon zo'n uitspraak ons kosten! Later is hij dan ook nog deel gaan uitmaken van het establishment, en bleef hij zijn best doen om op goede voet te staan met de Walen.
Waren die contacten geen conditio sine qua non voor een stevig federaal akkoord?
DOEVENSPECK: Dat hij goodwill wilde creëren aan de andere kant van de taalgrens, dat kan ik nog verstaan. Maar waarom moest dat allemaal zo open en bloot gebeuren?
Hij was ervan overtuigd dat grote stappen in de staatshervorming alleen mogelijk waren als de Waalse socialisten bij de onderhandelingen werden betrokken. De huidige regeringsonderhandelaars doen het zónder de PS.
DOEVENSPECK: (denk na) Je kunt de generatie-Cools niet vergelijken met PS'ers als Elio Di Rupo of Laurette Onkelinx. Zonder de PS zullen er wellicht geen grote stappen in de staatshervorming kunnen worden gezet, maar ik ben er helemaal niet van overtuigd dat het met de socialisten zoveel vlotter zou verlopen.
N-VA-onderhandelaar Bart De Wever is blij dat hij van de socialisten af is zodat er eindelijk een goed centrumrechts beleid kan worden gevoerd.
DOEVENSPECK: Onzin! Zolang er Franstaligen in de regering zitten, zal er nooit een rechtse politiek worden gevoerd. Dat kan gewoon niet. In Wallonië is er geen rechtse meerderheid, noch in de partijen noch onder de mensen.
Zou u het Egmontpact vandaag nog verdedigen?
DOEVENSPECK: Dat denk ik niet, want ik geloof niet meer in de politiek van de kleine stappen. Daarom erger ik me ook zo aan de huidige regeringsonderhandelingen. Dertig jaar na Egmont en we staan amper een stap verder! Ik ben tot het inzicht gekomen dat échte vooruitgang op communautair vlak pas mogelijk is na een grote clash. Dat is niet zo ver gezocht, want Vlaanderen is vandaag veel Vlaamsgezinder dan dertig jaar geleden. Dat blijkt niet alleen uit de verkiezingsresultaten van CD&V/N-VA, het Vlaams Belang en de Lijst Dedecker, maar ook uit al die onderzoeken en polls in verband met Vlaamse onafhankelijkheid. Maar maken de Vlaamse politici daar gebruik van? Helemaal niet. Het enige wat ze willen, is een regeerakkoord met de Franstaligen afsluiten. En dat geldt evenzeer voor Bart De Wever, die blijkbaar dezelfde weg wil volgen als Schiltz destijds. En wellicht zelfs nog een gevaarlijker weg. Net als Schiltz is De Wever bijzonder verstandig, maar hij heeft minder strategisch inzicht.
Hoorden Hugo Schiltz en Bart De Wever, in wie hij ooit zijn opvolger zag, eigenlijk niet in dezelfde partij thuis?
DOEVENSPECK: Niemand begreep wat een man als Schiltz bij Spirit deed. Maar hij had gewoon geen keuze. Tijdens de Lambermontonderhandelingen had Geert Bourgeois hem publiekelijk tegengesproken, en zoiets pikte Schiltz niet. Zo zat hij gewoon in elkaar. Toen de Volksunie uiteenviel, kón hij Bourgeois niet volgen naar de N-VA. Zijn enige alternatief was Spirit, maar hij zat daar duidelijk niet op zijn plaats. Het is ook tekenend dat geen enkele kameraad, geen enkele kennis hem naar die partij is gevolgd, zelfs zijn kaartvrienden niet. Maar goed, hij maakte er het beste van. In 2005 heeft hij er bijvoorbeeld alles aan gedaan om het akkoord te saboteren dat toen op tafel lag voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Hij heeft toen verschillende oud-VU'ers uit de liberale partij opgebeld. Hij sprak onder meer met de voormalige VU-voorzitters Jaak Gabriëls, Fons Borginon en Patrik Vankrunkelsven, en ik denk dat zij ervoor hebben gezorgd dat er ook onder liberalen weerstand groeide tegen het akkoord. Maar uiteindelijk hebben ze bij Spirit naar hem geluisterd, en heeft zijn eigen partij het akkoord gekelderd.
Wat zou Hugo Schiltz doen mocht hij vandaag nog bij de regeringsonderhandelingen kunnen aanschuiven?
DOEVENSPECK: Hij zou één keer heel duidelijk nee zeggen tegen de Walen. Hij was ervan overtuigd dat de Walen over de hele lijn op de knieën zouden gaan als de Vlamingen dat als één front zouden doen. Maar dat is er dus niet meer van gekomen: Hugo Schiltz heeft nooit meer nee gezegd tegen de Walen.