Het Laatste Nieuws heeft vandaag een goeie analyse van wat er zoal gebeurt als Vlaanderen onafhankelijk wordt. Een aantal punten die een een aantal weken terug aanhaalde, komen er oa. in terug:
quote:
STAATSSCHULD
Bittere pil voor Wallonië
Ongeveer 250 miljard euro schuld. Die loodzware last vormt ongetwijfeld de grootste discussies bij de boedelscheiding. Dat er onderhandeld moet worden staat vast. Maar dat is alles. De meest extreme standpunten lijken weinig kans te maken. Aan de ene kant luidt dat : «Wie eruit trekt, betaalt alles.» Giuseppe Pagano, hoogleraar in Bergen en close met Elio Di Rupo opperde het ooit. Aan de andere kant zei Jef Vuchelen onlangs: «Als Wallonië en Brussel samen verdergaan als België, nemen ze alle activa en passiva over.»
Het zal uiteindelijk iets worden wat daartussenin ligt. Volgens economisten ten noorden en ten zuiden van de taalgrens bestaan er enkele eenvoudige criteria om de schuld te splitsen. De bevolkingscijfers bijvoorbeeld. In dat geval neemt Vlaanderen 57,9% van de schuld over, Wallonië 32,4% en Brussel 9,7%. Andere mogelijkheid is het aandeel in het bbp van elke regio. Dan betaalt Brussel meer, zo'n 20%, Vlaanderen 55% en Wallonië 25%. Er kan ook gekeken worden naar wie welk aandeel in de schuld draagt. De Leuvense economist Paul Van Rompuy maakte ooit zo'n rekensom. Volgens hem moet Wallonië dan 80% van de Belgische schuld op zich nemen.
Vlaanderen - de regio zelf is nu bijna schuldenvrij - kan op het eerste gezicht die schuldenlast aan. Maar wat daarbij vaak over het hoofd wordt gezien, is de nieuwe fiscale toestand die na een afscheuring zal ontstaan. Om te beginnen kan er op het gebied van vennootschapsbelasting een opbod ontstaan. En volgens de Europese regels wordt de loonbelasting geheven in het land waar u werkt, tenzij de lidstaten dat onderling anders regelen. In principe zullen de dik tweehonderdduizend Vlaamse pendelaars (momenteel ongeveer 8% van alle Vlaamse jobs) die in Brussel werken in de toekomst dan daar belasting betalen. Vlaanderen zal dus zeker belastinginkomsten kwijtspelen.
Vooral voor Wallonië wordt de schuldverdeling sowieso een zoveelste bittere pil om te slikken. Daarom opperen economisten in het zuiden dat er nog andere (meer «ethische» zeggen ze) verdeelsleutels mogelijk zijn. De Naamse professor Robert Deschamps pleit voor een verdeling van de schuld die alle deelstaten met een gelijkaardige handicap aan hun onafhankelijk bestaan laat beginnen. Al naargelang de berekeningen zou Wallonië maar 12% schuld moeten dragen of... zelfs geld terugkrijgen van Vlaanderen!
Eén ding is zeker. De onderhandelingen over de schuld mogen niet te lang duren. Momenteel geniet ons land van een hoge kredietwaardigheid. Onzekerheid over wie wat in de toekomst zal afbetalen, zal dat ondermijnen. «Indien men er echt niet uit geraakt», zegt de Leuvense economist Dirk Heremans, «kan er een soort overkoepelend agentschap opgericht worden dat de schuld beheert tot ze afbetaald is. De oude regio's zullen daar aan bijdragen naar draagkracht. Vandaag zal Vlaanderen meer moeten betalen. In de toekomst kan dat evolueren. Zo'n oplossing is technisch haalbaar, ze moet alleen de goedkeuring krijgen van de internationale monetaire instanties.» (EV)
quote:
SOCIALE ZEKERHEID
VERGRIJZING TREFT VOORAL VLAANDEREN
Via de sociale zekerheid (pensioenen, ziekte en invaliditeit, kinderbijslag, werkloosheidsuitkeringen, bestaansminimum: voor 3/4 gefinancierd via sociale bijdragen en voor de rest via inkomsten uit de BTW), gebeurt een aanzienlijk deel van de financiële transfers. De totale omvang correct becijferen, is niet makkelijk. Recente berekeningen van de Vlaamse Gemeenschap komen uit op 3,7 miljard euro: 2,1 miljard euro vloeit naar Wallonië, 1,6 naar Brussel. Henri Capron (ULB) hanteert andere cijfers: 2,3 miljard euro transfers uit Vlaanderen, 2,1 miljard naar Wallonië en 0,2 miljard naar Brussel.
Op zich staat niks een opsplitsen van de sociale zekerheid in de weg. De nieuwe staten organiseren gewoon een nieuw systeem. Voor Wallonië betekent het opstappen van Vlaanderen dat de sociale uitkeringen met 15 à 20% zullen dalen. Of het voor Vlaanderen zelf zo'n goeie zaak is en de uitkeringen omhoog kunnen, valt nog te bezien. De sociale bijdragen van de Vlaamse pendelaars die in Brussel werken, is Vlaanderen zeker kwijt. De EU hanteert namelijk het «werklandbeginsel»: je betaalt rsz waar je werkt.
Medisch toerisme
Maar er is meer. Wie zich in het buitenland laat verzorgen, valt onder de wetgeving (terugbetalingsregeling) van dat land. Nadien rekent die staat af met het land waar u woont. Nu al bestaat er daardoor een vorm van medisch toerisme binnen Europa. Binnen de nieuwe staten van het oude België zal dat, gezien de geringe afstanden, zeker het geval zijn. We zullen onze dokters of kliniek niet meer kiezen op basis van competentie of nabijheid, maar omwille van de verschillende terugbetalingstarieven. (Zelfs nu al - zonder enig financieel voordeel - komt in Brussel 20% van de patiënten in de ziekenhuizen uit een andere regio.) Wil een staat vermijden dat anderen komen «profiteren», kan hij kunstmatig wachtlijsten laten ontstaan om de mensen te ontmoedigen. De kosten qua administratie zullen zeker oplopen.
De Commisie voor de Studie van de Vergrijzing (CSV) zegt in haar meest recente rapport dat de budgettaire kosten van de vergrijzing zullen oplopen tot 4,4 % van het bbp tussen 2006 en 2030 en tot 6,2 % van het bbp tussen 2006 en 2050. De verwachte toename van de overheidsuitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg samen bedraagt respectievelijk 5,8 % en 8,0 % van het bbp voor de periodes 2006-2030 en 2006-2050. De uitgaven voor werkloosheid, kinderbijslag, arbeidsongeschiktheid en brugpensioen zouden dalen. De cijfers van de CSV zijn gemiddelden voor België. De vergrijzing zal Vlaanderen meer treffen dan Wallonië en Brussel, omdat die een jongere bevolking hebben. Vlaanderen telt méér oudere inwoners die in hun loopbaan hogere salarissen hadden. Als Vlaanderen zijn eigen koers vaart, zal het die hoge pensioenkosten zelf moeten betalen. Binnen België zullen ze de transfers in evenwicht brengen. (EV)
quote:
NMBS en ZAVENTEM
MAKKELIJK OP TE DELEN, BEHALVE DE SCHULD
De liberale hervormingen die Europa het spoor heeft opgelegd, maken splitsen eigenlijk vrij makkelijk. Het aantal maatschappijen (Infrabel, NMBS-operator en NMBS-holding) wordt gewoon ontdubbeld of verdrievoudigd. Vanaf de volledige liberalisering van het spoor zullen de maatschappijen die de beste voorwaarden aanbieden om het even waar rijden. Niets sluit bijvoorbeeld uit dat de Fransen hier komen rijden - de SNCF lonkt al uitdrukkelijk naar de Vlaamse havens - of dat de Vlaamse operator op het Waalse net gaat rijden. Vlaanderen zal ook niet kunnen «verhinderen» dat bijvoorbeeld de trein uit Luik over stukken Vlaams spoor naar Brussel rijdt.
Belangrijkste probleem is ook hier de schuld. Er is nog 5,6 miljard «historische schuld» en 2,8 miljard «eigen» schuld, die vanaf dit jaar volgens de beheersovereenkomst niet meer mag toenemen. Bij het verdelen van die last zal natuurlijk gediscussieerd worden over hoe die tot stand kwam. Meteen zullen de onevenwichten binnen het Belgische spoor op tafel komen. Vandaag gebeuren de investeringen volgens de verdeelsleutel 60% voor Vlaanderen, 40% voor Wallonië. Een vorm van transfer, want de inkomsten komen voor 68% uit Vlaanderen. Er zijn natuurlijk minder Walen, dus per definitie minder reizigers. Anderzijds telt het veel uitgestrekter Waalse grondgebied 3.040 km spoor, Vlaanderen 2.946 km. Wallonië heeft een geografie die investeringen en onderhoud bovendien duurder maken. Het aantal stopplaatsen in het zuiden bedraagt 257, in Vlaanderen 250. Op personeelsvlak is er een politiek van absolute pariteit. Hoe dat allemaal in een verdeelsleutel voor de schuld vertaald wordt, weet niemand.
Kilometervergoeding
Na de scheiding lijken er weinig problemen in Vlaanderen. Er zijn niet alleen aanzienlijk veel meer reizigerskilometers in het noorden, meer dan 60% van het goederenverkeer is gelinkt aan de havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge. Veel van die traffic gaat nu via Namen en Athus richting Frankrijk. Vlaanderen zou kunnen kiezen om dat in de toekomst via Kortrijk te doen. De infrastructuurbeheerder krijgt namelijk een kilometervergoeding van de operator.
Na de splitsing kunnen wel enkele praktische problemen opduiken. De trein uit Luik zal nog altijd over een stuk Vlaams spoor naar Brussel rijden. Maar zal de Waalse spooruitbater die nog in Leuven doen stoppen? Indien niet, zullen de Vlaamse spoorwegen ook zo'n lijn moeten inleggen.
Voor de luchthaven van Zaventem - nu al grotendeels in handen van een Australische groep -verandert er niet veel. Ze zal Vlaanderen en Brussel blijven bedienen. Het conflict over de geluidsnormen wordt een conflict tussen staten. Europese normen en arbitrage zullen die zaak oplossen. Misschien wel makkelijker dan vandaag. (EV)
quote:
FEDERALE PATRIMONIUM
Boedelscheiding wordt heikele operatie
Bij de splitsing van Tsjechoslovakije werd een lijstje opgesteld van de «bezittingen» van de staat. De verdeling gebeurde volgens een dubbel principe. Alles wat zich op het grondgebied bevond van Tsjechië werd eigendom van Tsjechië, alles wat zich op het grondgebied bevond van Slovakije werd eigendom van Slovakije. Voor alle bezittingen waarop dit «territoriale» principe niet kon worden toegepast, hanteerde men bij de splitsing een verhouding 2/1, dezelfde als de verhouding tussen het aantal inwoners van Tsjechië en Slovakije. Internationale conventies over deze materie gaan in dezelfde richting.
Voor onze ambassades en andere buitenlandse bezittingen kan dit perfect. Maar wat doen we met de Koninklijke Muntschouwburg, het Paleis voor Schone Kunsten en het Nationaal Orkest van België? En met het Algemeen Rijksarchief, de Koninklijke Bibliotheek van België, het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij, het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, de Koninklijke Sterrenwacht van België en het Planetarium?
Voor sommige instellingen lijkt het verdelen op territoriale basis een goeie oplossing. Het Planetarium, het KMI. Het Algemeen Rijksarchief tot op zekere hoogte ook. Dat heeft gedecentraliseeerde depots in alle provinciehoofdplaatsen. Maar wat met de kunstcollecties uit de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België? De federale kunstcollecties zijn goed voor bijna de helft van het roerend vermogen van de federale staat. Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen bevat een paar waardevolle symbolen. Zal Vlaanderen de mammoet van Lier recupereren? En Wallonië de iguanodons van Bernissart?
Nog een heikele operatie wordt de splitsing van de gigantische collectie van de Albertina, de Koninklijke Bibliotheek van België. Veel voorbeelden zijn er niet. De splitsing van de Leuvense universiteitsbibliotheek - die door twee oorlogsbranden qua omvang een pak minder omvangrijk was dan de Albertina vandaag - gebeurde op een absurde manier. Boeken met een even plaatsingsnummer gingen naar Louvain-la-Neuve, die met een oneven nummer bleven in Leuven. Bij de splitsing eind 1969 van de oude ULB in een Nederlandstalige (VUB) en Franstalige (ULB) universiteit werd die fout niet gemaakt. De bestaande collectie ging integraal naar de ULB. De VUB startte van nul en er kwam een systeem van wederzijds raadplegen. (EV)
quote:
FEDERALE POLITIE, GERECHT en LEGER
Zonder problemen op te splitsen
«Hiërarchische organisaties vallen het makkelijkst te splitsen», zegt criminoloog Brice De Ruyver, medearchitect van de politiehervorming. «De lokale politie en de politiezones blijven functioneren, de federale politie wordt verdeeld volgens objectieve criteria.» De Ruyver vreest wel dat de voordelen van de politiehervorming - geïntegreerd werken - voor een stuk verloren zullen gaan. De rechtbanken kunnen eenvoudig opgesplitst worden volgens arrondissement en taalrol.
De splitsing van het leger - ook hiërarchisch - is evenmin onoverkomelijk. Voor het onroerend goed kan het territoriale beginsel toegepast worden. Wat in Vlaanderen ligt, wordt Vlaams. De eenheden uit elkaar rafelen, kan gedeeltelijk op dezelfde manier. Vandaag bestaat het leger al voor een stuk uit eentalige Franstalige en Nederlandstalige brigades, verspreid over beide delen van het land. De luchtcomponent zit bijvoorbeeld in Kleine Brogel en in Florennes, de landcomponent in Leopoldsburg en in Marche-en-Famenne. Die brigades beschikken over hun eigen materieel.
Blijven enkele lastige punten. Tweetalige brigades, zoals de 15de Wing luchtvervoer of de Wing Heli in Bierset, zijn moeilijker te splitsen. Sinds de sluiting van de basis Brasschaat staan alle Agusta's op het militaire deel van de luchthaven bij Luik, maar het personeel bestaat daar voor 30% uit Nederlandstaligen en 70% Franstaligen.
Het Belgische leger telt vandaag 40.000 manschappen. Volgens de huidige plannen blijven daar in 2015 nog 28.000 soldaten van over. Vlaanderen kan met een beperkter leger toch een internationale rol spelen. Denemarken, een vergelijkbare NAVO-lidstaat, heeft een strijdmacht van 16.000 manschappen. Daarvan zijn er permanent ongeveer 2.000 in het buitenland actief. Zo'n gelijkaardig leger op de been houden zal het onafhankelijke Vlaanderen iets meer kosten dan vandaag. (EV)
quote:
«IN EUROPA moeten WE herbeginnen van nul»
Vlaanderen dat afscheid neemt van België en zijn eigen weg gaat. Kan dat zomaar? Zeker, maar de dag dat Vlaanderen opstapt, zet het zich de facto buiten de Europese Unie en moet het internationaal van nul herbeginnen. En wat wordt de rol van Brussel dan?
Erwin VERHOEVEN
Als Vlaanderen de deur van het Belgische huishouden definitief achter zich dichtklapt, gaat het niet om een scheiding maar een afscheuring. «Per definitie een illegale daad», noemt professor publiek recht Paul Van Orshoven het. De kans dat Vlaanderen in dat geval Brussel binnenhaalt, is - tenzij er grof geweld gebruikt wordt - uitgesloten. Sommige Vlamingen denken dat Brussel «eieren voor zijn geld» zal kiezen en als het er echt op aankomt bij het «rijke» Vlaanderen zal aansluiten. De groep achter het Warande-manifest (Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen in Europa) beweert bijvoorbeeld steevast dat Brussel slechts overleeft dankzij transfers uit Vlaanderen.
Olivier Willocx (afgevaardigd bestuurder van BECI, vertegenwoordiger van de Brusselse ondernemers) ziet dat anders. «Brussel is potentieel zeer rijk. Momenteel wordt 20% van het bbp in de hoofdstad 'gemaakt', het bbp per hoofd van de bevolking ligt er dubbel zo hoog als het Belgische gemiddelde, bijna dubbel zo hoog als in Vlaanderen. Brussel is de derde rijkste regio in Europa, Vlaanderen komt op de 27ste plaats. Eén derde van de nieuwe jobs in België wordt in Brussel gecreëerd.»
Willocx zegt dat het voor Brussel beter is dat Vlaanderen in de federatie blijft en dat er geen splitsing komt: «De Vlaamse administratie en bedrijven zullen misschien vertrekken, grote banken zeggen me dat ze zullen uitwijken naar Luxemburg en we weten niet wat de internationale instellingen en multinationals op middellange termijn zullen doen. Als de afscheiding er toch komt, rest Brussel alleen de optie het Hong Kong van Europa te worden. Het is perfect mogelijk van het huidige Brusselse gewest een fiscaal paradijs te maken en de concurrentie met Vlaanderen aan te gaan. De vennootschapsbelasting bedraagt vandaag bijna 34%, wij kunnen die doen dalen tot 12%.»
Lidmaatschap
Zo'n onafhankelijke enclave binnen de eigen landsgrenzen lijkt geen al te aanlokkelijk vooruitzicht voor de nieuwe Vlaamse staat. Een nog veel belangrijker probleem dat zich meteen zal stellen - de verdeling van de schuld even buiten beschouwing gelaten - is ons lidmaatschap van de EU en alles wat daarmee samenhangt.
Hendrik Vos (hoogleraar Europees recht in Gent): «Algemeen wordt aangenomen dat Europa en haar regelgeving vandaag voor 60 á 80% ons dagelijks leven bepaalt. De dag dat Vlaanderen opstapt, ontstaat er een gigantisch juridisch vacuüm, want de facto plaatst de nieuwe staat zich buiten de EU. Vanzelfsprekend zal Vlaanderen meteen zijn kandidatuur stellen. Maar het duurt zeker maanden, hoogstwaarschijnlijk zelfs jaren eer het zo ver is. Er moet een toetredingsprotocol worden afgesloten tussen de kandidaat-lidstaat en de EU en haar lidstaten. Elke lidstaat afzonderlijk moet er zich over uitspreken (indien de internationale gemeenschap een eventueel samengaan van Wallonië en Brussel als wettige 'erfgenaam' van het oude België erkent, onze ex-mede-Belgen ook, red.), eventueel zelfs bij referendum. In principe voldoet Vlaanderen aan de voorwaarden om lid te worden. Maar door de afscheuring zal het zich alvast niet populair maken bij landen die kampen met gelijkaardige spanningen tussen rijke en minder rijke regio's (Spanje, Italië, Groot-Brittannië, red.). Die zien dat ongetwijfeld als een 'slecht voorbeeld'.»
Om over de Europese Commissie zelf nog maar te zwijgen. De vraag hoe het juist zat, mocht Schotland zich afscheiden van het Verenigd Koninkrijk, is haar al eens gesteld in 2004. Het antwoord van Romani Prodi was heel kort, sec en duidelijk: «Wanneer een deel van het grondgebied van een lidstaat niet langer deel uitmaakt van deze staat, zullen de verdragen niet langer van toepassing zijn op dat deel van het grondgebied. Met andere woorden: een onafhankelijk geworden regio zou ten gevolge van haar onafhankelijkheid voor de Europese Unie een derde land (dus niet langer een lidstaat, red.) worden. De verdragen zijn vanaf de datum van haar onafhankelijkheid niet meer van toepassing op haar grondgebied.»
Professor Jan Wouters (International Law and International Organizations KUL): «De situatie zal complexer zijn dan gedacht. De Europese verdragen kennen een zeker gewicht toe aan België in de verschillende instellingen. Het verdwijnen van ons land zal die evenwichten beïnvloeden. De Europese basisverdragen moeten dan opnieuw gewijzigd worden.» En dat zoiets een tijdje kan duren, weten we ondertussen.
In afwachting kunnen overgangsmaatregelen genomen worden. Vos: «Maar dat wordt puur improviseren. In theorie liggen we uit de Euro. Dat kan natuurlijk geregeld worden. Maar wat met het geld dat we krijgen van Europa voor bijvoorbeeld de landbouw? Dat is alleen voor lidstaten. Niet-lidstaten kunnen wel subsidies krijgen, maar dat komt uit een andere pot. De Europese richtlijnen, gelden die nog? In principe niet. De rechtspraak van het Europees Hof ook niet. De juridische onzekerheid zal zeer groot zijn en daar houden ondernemers niet van. Er zal zeer veel druk uitgeoefend worden om dit scenario te vermijden.»
Opnieuw toetreden tot Europa zal bovendien een merkwaardig effect hebben op de situatie in de rand rond Brussel. Hendrik Vos: «Toetredingsonderhandelingen beginnen pas op het moment dat voldaan wordt aan een reeks voorwaarden, de zgn. Criteria van Kopenhagen. Daarin staat ook 'respect voor en bescherming van minderheden'. Toegepast op de situatie van de Franstaligen in de Vlaamse gemeenten rond Brussel kan de EU vanalles eisen. De Unie zal het vermoedelijk houden op wat de Raad Van Europa over minderheden zegt. Vlaanderen zal op z'n minst administratie, onderwijs, rechtspraak en cultuur in het Frans moeten toestaan en organiseren op zijn grondgebied. Dit zal een stuk verder gaan dan de huidige faciliteiten.»
Faciliteiten
Het kan Vlaanderen zelfs een stuk van zijn grondgebied (als we de huidige taalgrens als norm nemen) kosten, meent UCL-hoogleraar Philippe Van Parijs: «De Europese Raad kan ook besluiten om het zelfbeschikkingsrecht, waarop Vlaanderen zich beroept om af te scheuren, toe te passen op alle 'grensgemeenten' of gemeenten met sterke Franstalige aanwezigheid. De inwoners uit de faciliteitengemeenten en misschien enkele andere zouden wel eens kunnen kiezen om bij Brussel of wat rest van België aan te sluiten».
Hendrik Vos: «Ik denk niet dat de EU zich op zo'n glad ijs gaat begeven. Afscheuringen en splitsingen van landen vinden ze al maar niks. Aan het pushen van referenda voor grenswijzigingen zie ik de EU zeker niet beginnen.»
Jan Wouters: «Het . 'zelfbeschikkingsrecht van volken' is in het internationaal recht aan nogal wat beperkingen onderworpen. Een 'recht op onafhankelijkheid' wordt enkel voor kolonies en bezette gebieden aanvaard. Buiten die context zegt het internationaal recht dat het zelfbeschikkingsrecht zich via interne middelen moet ontplooien, bijv. door een federaal systeem.»
Heeft Vlaanderen - dat niet echt bezet wordt en evenmin een kolonie is - dan eigenlijk wel het recht om op te stappen?
Het Canadese Hooggerechtshof bepaalde in 1998 dat provincie Quebec het morele recht niet heeft om eenzijdig uit Canada te stappen. Maar hetzelfde gerechtshof voegde er aan toe dat de andere provincies verplicht zijn om - indien Quebec dit wenst - op een ernstige manier over een afscheiding te discussiëren. Gezien de Franstaligen in ons land op zowat alles «non» zeggen, kan je dat moeilijk «op een ernstige manier discussiëren» noemen. Opstappen lijkt dus wel moreel aanvaardbaar. Professor Jan Wouters nuanceert. «Het is van groot belang dat dit proces zich op een legitieme wijze voltrekt, met gebruikmaking van zo inclusief mogelijke democratische procedures.»
Laatste belangrijke vraag is wie van de nieuwe staten door de internationale gemeenschap beschouwd zal worden als de «erfgenaam» van het oude België. Als er al een erfgenaam zal zijn, want dat ligt niet voor de hand en echte regels zijn er niet. Tsjechië bijvoorbeeld heeft geprobeerd om zich door de internationale gemeenschap als de natuurlijke opvolger van Tsjechoslowakije te laten erkennen. Maar de rest van de wereld vond de idee maar niks. Bij het uiteenvallen van de Sovjetunie aanvaardde de internationale gemeenschap Rusland wél als erfgenaam.
Snel duidelijkheid
Jan Wouters: «Het was toen van groot belang dat er snel duidelijkheid kwam over de voortzetting door Rusland van de positie die de oude USSR innam. In de Veiligheidsraad bijvoorbeeld en in andere internationale regimes, zoals het non-proliferatieverdrag. Alle voormalige sovjetrepublieken gingen ermee akkoord dat Rusland de rol van USSR overnam. In het geval van Joegoslavië was dat internationaal belang er niet. De andere nieuwe staten betwistten bovendien het recht van Servië-Montenegro, dat zichzelf Joegoslavië bleef noemen, om dit te doen. De internationale gemeenschap heeft het nooit aanvaard, omdat er zich zo'n grote verandering had voorgedaan dat er geen sprake kon zijn van continuïteit met het oude Joegoslavië. Ook in het geval van België kun je niet meer spreken van continuïteit. Van een complexe federale staat zou dan worden overgegaan naar meer homogene onderdelen. Volgens mij zal geen van de nieuwe staten de positie van België voortzetten. Maar het is natuurlijk altijd uitkijken hoe de buitenwereld - de buurlanden, de EU, de VN, de grootmachten - met het nieuwe gegeven omgaat. De praktijk van de 'statenopvolging' in het internationaal recht is nogal grillig.»
Anders gezegd: de dag dat Vlaanderen opstapt, zal het internationaal helemaal van nul moeten herbeginnen.
Alles bij elkaar genomen: zullen we er toch nog maar eens een nachtje over slapen?