Satan komt jou als eerste halen
Erik liep 's nachts door de Veluwe met zijn fotocamera en statief. Het was volle maan en de nacht was helder: perfect om met statief en een lange belichtingstijd interessante foto's te maken. Hij naderde het Solse Gat. Dat is een populaire plek in de Veluwe, met name voor New Agers, want volgens hen lopen daar leylijnen. Ook is er een bekende legende die vertelt dat er ooit in de Middeleeuwen een klooster stond waar de monniken de Duivel aanbeden. De Duivel kwam hun ziel opeisen; het klooster werd gehuld in een spookachtige blauwe vlam en zakte compleet in de grond, precies daar waar nu het Solse Gat is. Erik vindt het maar een oninteressante modderpoel, maar omdat het een open plek is in het bos, is er genoeg licht voor mooie foto's. Dus hij wandelt er naartoe.
Als hij het Solse Gat nadert, ziet hij vanuit de verte daar een groep jongeren in gothic-kleding. Hij schat ze een jaar of 16. Hij verstaat niet wat ze roepen, maar het lijkt wel alsof ze daar een soort van duivels ritueel uitvoeren. Ze zien hem niet. Erik haalt zijn schouders op en besluit te wachten totdat ze weer weggaan. Maar het duurt wel erg lang. Erik loopt naar de plek en roept naar hen of het nog lang gaat duren. "Sodemieter op!" roept één van hen. Een ander strekt zijn arm naar hem uit en maakt met zijn vingers een soort van teken en roept: "Satan komt jou als eerste halen, klootzak!" Erik lacht er hard om en besluit ze te provoceren door alvast foto's te gaan maken. Hij zet zijn statief neer en bevestigt zijn camera erop. Die foto's die hij zo meteen zal maken, gooit hij later wel weg, maar hij heeft dan wel inmiddels zijn camera goed ingesteld. Terwijl hij daarmee bezig is, gaan de jongeren door met hun ritueel.
Nadat hij de eerste foto heeft gemaakt, gebeurt er iets. De grond begint te schudden. Het wordt steeds heviger en het lijkt op den duur wel een zware aardbeving. Gek genoeg blijven de bomen staan; ze bewegen niet eens! Erik raakt in paniek. De jongeren ook. Vanuit het midden van het Solse Gat, schiet opeens een grote blauwe spookachtige vlam omhoog en klinkt er griezelig onnatuurlijk gejammer vanuit alle richtingen. Erik is verstijfd van angst. De jongeren willen wegrennen, maar dan verschijnen er plotseling zwarte schimmen uit de richtingen van het gejammer. Wat zijn dat?! Het lijken wel monniken en je kan er half doorheen kijken. Ze zweven op een vreemde manier boven de grond. De jongeren rennen weg, maar de zwarte schimmen verplaatsen zich dan ontzettend snel naar hen toe en drijven hen in de richting van de blauwe vlam. Hoewel de vlam door zijn onnatuurlijke blauwe kleur koud lijkt, blijkt die vlam wel zoals echt vuur ontzettend heet. De jongeren verbranden levend. Ze schreeuwen het uit van helse pijnen. De zwarte schimmen verdwijnen daarna even plotseling als ze zijn gekomen.
Sommige jongeren konden vanuit de vlam ontsnappen. Onder de brandwonden en smeulende kleding rennen ze weg richting Erik. Die is nog steeds verstijfd van angst en kan zich niet bewegen. Uit de vlam verschijnen opeens spookachtige zwarte honden met gloeiende rode ogen. Met agressief geblaf en gegrom rennen ze de ontsnapte jongeren achterna. De jongeren passeren Erik en roepen naar hem dat hij moet wegrennen. Erik ziet de honden op zich afkomen. Hij kan zich nog steeds niet bewegen en denkt dat de honden hem zullen verscheuren. Maar de honden negeren hem. Eén van die honden rent dwars door hem heen. Erik voelt dat als een ijskoude windvlaag. Het lukt hem daarna om zich om te draaien en te kijken waar die honden naartoe rennen. Dan ziet hij iets vreselijks. De honden hebben de jongeren ingehaald en verscheuren ze levend. Het is afgrijselijk om te zien hoe het vlees van de botten wordt afgescheurd. Hele ledematen worden afgerukt en de jongeren worden met huid en haar opgevreten. Erik merkt vanuit zijn ooghoeken dat het blauwe licht achter hem, veroorzaakt door de vlam, afneemt. Hij draait zich om ziet de vlam kleiner worden. Als de vlam is verdwenen, is er geen spoor te zien van de jongeren die daarin zijn verbrand. Hij draait zich om, want hij hoort nog steeds gegrom en gesmak van de honden. Maar ze zijn weg. En de jongeren ook. Geen spoor! Toch hoort hij nog steeds die honden, alsof ze daar nog steeds zijn. Langzaam maar zeker sterft dat geluid uit. Als hij niks meer hoort, ontwaakt Erik uit zijn verstijfde toestand. Hij schreeuwt het uit en roept om hulp. Het wordt zwart voor zijn ogen en Erik zakt in elkaar.
Putten is een gemeente dichtbij het Solse Gat. Erik woont daar ook. De volgende dagen is de sfeer er grilliger dan anders. De mensen zijn chagrijniger en geprikkeld. Het leven gaat door zoals gewoonlijk, maar de mensen zijn daar zichzelf niet en lijken een heel kort lontje te hebben.
Anita belt aan bij Bernardine. "Goeiendag, Bernardine. Mag ik even binnenkomen? Ik wil DRINGEND wat met je bespreken!" Bernardine laat Anita binnen. "Wat is er aan de hand? Waarom ben je zo boos? Wil je koffie? Ik heb net gez..." "Godverdomme, hypocriet stuk stront!!! Waarom zit je over mij te roddelen?!! Je moet leren je grote vuile smoel te houden!!!" Anita vliegt Bernardine aan en gooit haar op de bank. Ze heeft Bernardine's arm in een judo-greep. Bernardine huilt van de pijn. "Zo, en nu ga ik jou leren hoe je je bek dicht moet houden!" Anita haalt iets uit haar tas, terwijl ze Bernardine nog steeds vast heeft. Het is een metalen voorwerp in de vorm van een peer met daaraan een soort draaischroef. "Weet je wat dit is?" "N... nnee...", huilt Bernardine. Anita draait dan aan haar arm, zodat Bernardine het uitschreeuwt van de pijn. Op dat moment stopt Anita het peervormige metalen voorwerp diep in de mond van Bernardine. Bernardine wil wegkomen, maar het voorwerp zit in haar mond en hoe meer ze zich verzet, hoe dieper Anita het in haar mond duwt. Dat doet pijn en Bernardine krijgt dan geen lucht, dus ze wilt zich daarom niet teveel verzetten. Anita draait dan aan de schroef. Bernardine voelt dat de metalen peer zich openvouwt en haar gebit vermorzelt. Haar gebroken tanden en kiezen doen ontzettend pijn en ze voelt dat haar mond zich vult met bloed. Anita draait nog meer aan de schroef. De peer is zover uitgevouwen dat haar mondhoeken beginnen te scheuren. Daarna merkt ze dat haar onderkaak breekt en losraakt van haar schedel. Met vals gelach draait Anita de schroef weer een beetje terug en rukt daarna hardhandig de metalen peer uit Bernardine's uitgescheurde mond. Bernardine is verminkt; haar ondergebit ligt los in haar mond en ze kan alleen maar kreunende en rochelende geluiden maken. Ze strompelt naar haar voordeur, terwijl Anita opnieuw vals lacht. Buiten wordt Bernardine wordt opgevangen door voorbijgangers die toevallig op straat liepen. Eén van hen rent het huis in om de dader te kunnen grijpen. Hij vindt Anita in de keuken, maar ze ligt dood op de grond in een plas bloed. Ze heeft een vleesmes in haar borst gestoken.
Dennis en Angelo sleutelen in een garage aan een auto. Dennis ligt onder de auto die met een krik omhoog wordt gehouden. Angelo geeft hem gereedschap aan. Dennis kruipt daarna onder de auto vandaan en haalt de krik weg. Hij vraagt Angelo of hij de auto wilt starten. Angelo doet wat hij vraagt. Alles is weer prima in orde. Als Angelo uit de auto stapt, zegt Dennis: "Dat heb ik weer mooi gefixed!" Angelo raakt door die opmerking geirriteerd, alsof Dennis suggereert dat hij alles alleen had gedaan. Maar Angelo zegt er niks over. Dennis: "Als jij de auto nog even wilt oppoetsen, dan ga ik binnen in de kamer een bakkie doen. Dat heb ik wel verdiend." Een kwartier later glimt de auto weer en loopt Dennis de garage in. Angelo zegt dat de auto toch nog niet goed is. "De motor loopt als een zonnetje. Die auto is goed hoor." antwoordt Dennis. "Nee, de auto is niet goed. Je moet er nog even onder kruipen." Dennis en Angelo krijgen woordenwisseling, maar uiteindelijk stemt Dennis toe om het toch nog te controleren. Angelo zet de krik onder de auto, zodat Dennis eronder kan kruipen. Zodra Dennis helemaal onder de auto ligt, verschijnt er een valse grijns op het gezicht van Angelo. Hij duwt aan de hendel van de krik, zodat de auto langzaam weer naar beneden komt. Dennis kan niet meer weg en begint te vloeken. Angelo vindt wat kettingen en kabels en hij is daarmee iets van plan. Hij bindt Dennis stevig vast aan de auto. Daarna wikkelt Angelo een dikke kabel om de benen van Dennis en het andere uiteinde bevestigt hij aan een zware metalen ring die aan de muur vastzit. Hij haalt de krik weg, stapt de auto binnen en start de motor. Dennis vloekt en schreeuwt, maar dat wordt totaal genegeerd. Dan rijdt Angelo dwars door de garagedeur naar buiten. Dennis, die met zijn bovenlijf aan de auto is vast gebonden en met zijn benen aan de kabel die aan de muur vastzit, wordt daardoor in tweeën getrokken. Angelo rijdt zo hard als hij kan rechtdoor en knalt tegen de muur aan de overkant van de garage. De auto vliegt in brand. De auto is half in de prak gereden en Angelo zit daardoor vast. De mensen op straat willen hem helpen, maar dan zien ze een spoor van bloed en het levenloze bovenlijf van Dennis aan de auto vast gebonden. De meeste mensen rennen in paniek weg, maar twee mannen blijven staan. Angelo roept dat het hem spijt, dat hij niet wist wat hij deed en smeekt of de mannen hem uit de auto willen halen. Maar met een wraakzuchtige grijns kijken ze toe hoe Angelo levend verbrandt.
Alle kranten en het internet staan vol van de plotseling toegenomen geweldsexplosie. Ook op TV wordt er heel veel aandacht aan besteed. Maar het is niet alleen in Putten, ook in de gemeentes Drie, Garderen en Ermelo is er een explosieve toename van bizarre delicten en geweld. Er wordt geplunderd, mensen worden bedreigd en er worden gruwelijke moorden gepleegd. Er is bijvoorbeeld een baby ontvoerd die later dood werd teruggevonden in een snackbar: de ontvoerder had de baby in het hete vet gegooid. Men gaat ervan uit dat de meeste van die gruwelijke moorden het werk is van een seriemoordenaar.
Op de lokale televisie vertelt een paranormaal begaafd medium dat het te maken heeft met het Solse Gat. Volgens haar is het 1250 jaar geleden dat het boze klooster waar het in de betreffende legende over gaat door de Duivel is opgeëist Iemand moet nu op één of andere manier de poort naar de hel hebben geopend. Daardoor konden de onrustige geesten van de monniken ontsnappen, bezit nemen van onschuldige mensen en op die manier wraak nemen voor hun lijden in de hel. Het medium wordt verder niet serieus genomen. De meeste mensen lachen haar uit, anderen zijn boos op haar, omdat ze respectloos is en de gruwelijke moorden gebruik om met haar fantasieën aandacht te krijgen.
Erik ligt in een ziekenhuis in Ermelo. Hij was in shock-toestand toen hij door voorbijgangers in de vroege ochtend op de Veluwe werd gevonden. In het ziekenhuis werd hij daarvoor behandeld en is toen direct daarna overgeplaatst naar een psychiatrische afdeling. Erik heeft een zware zenuw-inzinking als gevolg van een trauma. Hij zit onder de medicijnen om enigzins rustig te blijven. Hij kan niet praten en ook niet vertellen wat er was gebeurd bij het Solse Gat. Wie zou hem trouwens geloven?
Hij heeft zijn camera teruggekregen. De politie nam het in beslag om te kijken of er foto's op stonden met aanwijzingen van wat er mogelijk zou kunnen zijn gebeurd waardoor Erik in shock-toestand is geraakt. Erik had maar één foto genomen en daar was volgens de politie niks interessants op te zien. Erik wist zeker dat hij de jongeren had gefotografeerd, dus hij vond het vreemd dat de politie dat niet interessant vond. De camera ligt nu op het kastje naast zijn bed. De accu was door de politie opgeladen, dus Erik wil naar die ene foto kijken. Hij wordt lijkbleek van schrik. De jongeren staan er niet op! Hij wist zeker dat ze er waren en dat hij het zich niet had verbeeld. Maar hij ziet wel een eigenaardige rode vlek, precies in het midden van het Solse Gat. Hij zoemt in en de rode vlek blijkt een gestalte van een soort mensachtig wezen. Het lijkt wel een demon! De gestalte lijkt hem op de foto recht aan te kijken, zijn arm naar hem uit te strekken en met zijn vingers een soort teken te maken. Waarom heeft de politie dat niet gezien? Of is hij de enige die het ziet?
Erik krijgt een herbeleving. Hij ziet de jongen van die bewuste nacht voor zich die riep: "Satan komt jou als eerste halen, klootzak!" Die jongen maakte toen precies hetzelfde teken als de rode demon op de foto. Hij ziet alles weer voor zich: de zwarte schimmen, de jongeren die levend verbrandden, de andere jongeren die door de zwarte helhonden werden opgegeten. En hij hoort elke keer de zin: "Satan komt jou als eerste halen, klootzak!"
Hij ontwaakt uit zijn herbeleving. Hij besluit te ontsnappen uit het ziekenhuis en neemt zijn camera mee. Hij wordt niet opgemerkt door het personeel, dus uren later komen ze er pas achter dat hij is verdwenen. Erik is naar het Solse Gat gelopen. Te voet is het een grote afstand vanuit het ziekenhuis, dus het is middernacht als hij aankomt. Met een schreeuw gooit hij zijn camera in het midden van de kuil. Daarna schiet meteen de blauwe vlam omhoog die hij ook die bewuste nacht zag. Het blauwe licht verblindt hem en hij knijpt zijn ogen dicht. Hij hoort ook weer de helhonden.
Als hij zijn ogen voorzichtig open doet, is het licht nog even fel. Maar het is niet blauw meer, maar wit... Erik ziet de vlam niet meer, maar merkt dat hij door politiemannen met felle lampen wordt beschenen. De honden die hij hoorde, blijken politiehonden te zijn. Erik wordt overmand en gearresteerd.
Het blijkt dat in zijn woning de lijken van jongeren tussen de 16 en 18 zijn gevonden. De jongeren zijn op gruwelijke wijze vermoord, daarna in brand gestoken en vervolgens zijn twee van de lijken met een getande zaag in stukken gezaagd. Er zijn nog twee lijken gevonden; die van Dennis en Angelo. Dennis is met een bijl in tweeën gehakt en Angelo blijkt levend in brand te zijn gestoken. De politie vond ook een Middeleeuws martel-instrument die destijds door de Spaanse Inquisitie werd toegepast: de Peer Van Angst. Op dat martelwerktuig was bloed gevonden en uit DNA-onderzoek blijkt dat van Bernardine te zijn. Bernardine was nadat ze werd verminkt in shocktoestand geraakt en gestikt in haar eigen bloed voordat de ziekenwagen arriveerde. Er zijn ook sporen van Erik's DNA gevonden in de keuken van Bernardine en op het vleesmes waarmee Anita om het leven is gekomen. In de snackbar waar de baby werd vermoord, zijn Erik's vingerafdrukken gevonden. Alles wijst erop dat Erik verantwoordelijk is voor alle moorden die afgelopen dagen zijn gepleegd.
Erik snapt het niet. Het klopt niet! Het is onlogisch! Het is een nachtmerrie waar hij niet uit kan komen! Hij heeft nog nooit iemand iets aangedaan. De jongeren heeft hij alleen gezien tijdens die bewuste nacht en Bernardine, Anita, Dennis, Angelo en de baby kende hij niet eens. Hij had ook nog nooit van de Peer Van Angst gehoord. Hij heeft ook geen zaag en geen bijl.
Erik staat een lange gevangenisstraf en levenslange TBS te wachten. In de praktijk houdt dat in dat hij voor de rest van zijn leven in de gesloten afdeling van een psychiatrisch centrum moet verblijven. Hij staat vanaf nu bekend als de schizofrene seriemoordenaar van Putten. Ook bekend als de Duivel van Putten. Het paranormaal begaafd medium die eerder op televisie was, beweert dat Erik de poort naar de hel had geopend en slachtoffer werd van de onrustige geesten van de monniken.
Erik kan het niet meer aan. In het psychiatrisch centrum raakt hij volledig apathisch en in zichzelf gekeerd. Hij lijkt niks meer te zien en te horen. In zijn hoofd hoort hij voortdurend dag en nacht die ene zin: "Satan komt jou als eerste halen, klootzak!"