Brief aan Wilders
door Sylvain Ephimenco
Open brief aan Geert Wilders
Sylvain Ephimenco (Algerije, 1956) is een Franse auteur die in Nederland woont. Hij schrijft columns voor Trouw en publiceerde romans en essays, gebundeld in onder andere Het land van Theo van Gogh (2004) en Gedwongen tot weerbaarheid (2005).
U laat geen sprankje hoop meer aan al die gematigde moslims die u voor het gemak in de grote postzak van het onverdraagzame fundamentalisme hebt gestopt.
Retour ą l’envoyeur, allemaal, en per direct als het kan.
In een vrij recent interview met het dagblad De Pers meldde u dat een column van mijn hand u aan het denken had gezet. Fijn om te weten. Maar helaas, na enige reflectie was u er zeker van dat mijn veronderstelling over de oorzaak van uw ‘tunnelvisie’ niet klopte.
Waar ging dat stuk uit 2005 over? Ik reageerde destijds op uw Onafhankelijkheidsverklaring, een ‘politiek manifest’ in pamfletvorm dat ik sterk naar het cachot vond geuren. Ik omschreef uw gedachtegoed als een snij- en hakpartij vol afschaffingen, intrekkingen, opzeggingen, verboden en (zwaardere) straffen. Tevergeefs zocht ik in die tekst naar een spatje licht of hoop. Sneller dan mij lief was, kreeg ik het gevoel in een claustrofobisch universum te zijn beland dat door een oceaan van vijandigheid werd omringd. Het leek me toen meer dan plausibel dat de belabberde leefomstandigheden waarin u sinds de herfst van 2004 verkeerde, uw denkstructuur moesten hebben aangetast en beļnvloed. Iemand die ernstig bedreigd wordt, voor zijn eigen veiligheid in gevangeniscellen wordt ondergebracht en permanent door gewapende lijfwachten wordt bewaakt, kan niet anders dan een gitzwarte perceptie ontwikkelen van de wereld om hem heen. Achteraf denk ik dat ik vooral op zoek was naar verzachtende omstandigheden voor de hardheid van uw politieke manifest. Maar twee jaar na dato zegt u in De Pers hierover: “Toen ik de column las, heb ik daar goed over nagedacht. Maar ik ben er zeker van dat de dreigementen geen invloed hebben op mijn opvattingen.” Jammer: met deze vaststelling haalt u eigenhandig een belangrijk argument onderuit dat het oordeel over de meedogenloosheid van uw discours enigszins had kunnen verzachten.
Maar laat ik mijn freudiaanse gewroet in uw zielenroerselen terzijde leggen. U eist de volledige verantwoordelijkheid voor uw onbezonnen tirades op, en dat maakt het een stuk gemakkelijker om u daarop aan te spreken. Ik ben al een tijdje van mening dat u, in uw eentje, het hele debat rond de islam en de weerslag van deze religie op de samenleving om zeep heeft geholpen. Door op woorden en gedachten van anderen te parasiteren en daar karikaturen van te maken, door met uw klaroenstoten andermans trommelvliezen te bewerken, door grove provocaties met zinnige argumenten te verwarren, heeft u de discussie in gijzeling genomen en het debat vervuild. U eist nu alle ruimte voor u alleen op, en u overschreeuwt anderen. Het zal dan ook niemand verbazen dat intellectuelen en publicisten die zich tot voor kort in die discussie mengden, de door u in beslag genomen ruimte aan het verlaten zijn – waarschijnlijk uit vrees om met u te worden geassocieerd. Is het u niet opgevallen dat u stapsgewijs moederziel alleen bent komen te staan? Dat bijna geen van die intellectuelen die sinds een jaar of vijf de discussie voerden, vandaag aan uw zijde te vinden is? Integendeel. Iemand als Afshin Ellian bijvoorbeeld nam vorige week in zijn NRC-column duidelijk afstand van uw standpunten. Hij schreef: “De onontkoombare conclusie luidt: spijtig genoeg ontwikkelt Wilders zich in een snel tempo in de richting van extreem-rechts.” Ik voeg hieraan toe: logischerwijs wil dan niemand die een zinnige discussie wenst, deze ontwikkeling in uw kielzog meemaken.
Te lang en te vaak hebben pernicieuze geesten die zich progressief of links noemden, getracht ‘het debat’ in een kwaad daglicht te stellen. Door kritische stemmen over de (fundamentalistische) islam in diskrediet te brengen. Door democraten in hart en nieren met islamofobie, rechts-extremisme en vreemdelinghaat te associėren of de donkerste bladzijden uit de Tweede Wereldoorlog in herinnering te roepen. Maar nu u een duidelijke neiging vertoont om deze karikatuur te bevestigen, zult u de rest van de weg alleen, of beter gezegd, samen met uw snel radicaliserende kiezers moeten afleggen.
U hebt er de laatste tijd voor gekozen om u niet te beperken tot de mogelijke effecten die nare kanten van de (fundamentalistische) islam op de samenleving kunnen hebben. Als voorbeeld noem ik de door u in de Tweede Kamer aangekaarte kwestie van het boerka-verbod, dat als een volstrekt legitiem agendapunt kan worden aangemerkt. Maar u verkiest het om de discussie op een ander terrein te voeren en daar te laten ontaarden. Een uiterst explosief gebied waar het u erom te doen is om met pseudo-theologische oneliners zoveel mogelijk weerstand bij gekwetste moslims op te roepen. Daarvoor kiest u stelselmatig de twee voornaamste pilaren waarop de islam rust: de Koran en de profeet. U plaatst daar geen genuanceerde kanttekeningen of een afgemeten kritiek bij. Nee, u hakt, snijdt en scheurt als nooit tevoren. In verschillende columns (op de site van geenstijl.nl) en interviews hebt u het vooral gemunt op de grote gevoeligheid van gelovigen, naar mijn mening om de boel zo snel en zo hard mogelijk te laten escaleren. U in verbale armoe verliezend, zegt u over Mohammed: “Trouwen met een zesjarige en seks hebben met een negenjarige is natuurlijk in alle tijden voorbehouden aan ultieme viezeriken.” U probeert Ayaan Hirsi Ali scheurend voorbij te streven (die toen ze haar omstreden opmerking maakte ten minste nog geen Kamerlid was) door Mohammed een ‘barbaarse profeet’, ‘een perverse man en agressieve warlord’ te noemen. U stelt zelfs beperkende voorwaarden aan gelovigen als ze niet (door u persoonlijk?) over de grens geschopt willen worden: “Als moslims hier willen blijven, moeten ze de helft uit de Koran scheuren en weggooien.”
U weet natuurlijk dat voor een moslim elke vierkante centimeter van elke bladzijde van de Koran heilig is, ook in materiėle zin. Daarom hebt u de meest kwetsende metafoor uitgekozen, om ze zo pijnlijk mogelijk te treffen. Zoals ik al eerder opmerkte, zijn deze onbezonnen provocaties vooral bedoeld om zo luidruchtig mogelijk zo veel mogelijk weerstand op te roepen. Zoals te verwachten viel, werd u op uw wenken bediend met afkeurende reacties uit Saoedi-Arabiė, Iran en Pakistan. Mooier kon het niet voor u: die drie totalitaire staten stoelen op een duistere lezing van de islam. U lijkt hierin steeds meer op een Che Guevara van de blinde islamhaat, leunend op een dominotheorie die de wereld in vuur en vlam kan zetten. Hoe meer repressie na het provocerende woord, hoe beter. Dit stelt u in staat om vervolgens de meest wereldvreemde, megalomane en vooral lachwekkende principeverklaring af te leggen: “De Europese en Nederlandse politiek is laf. De islam zal bij een continuering van het huidige wanbeleid het Westen overwinnen en overheersen. Maar dat gebeurt niet zo lang ik hier ook maar iets voor het zeggen heb!”
Ik zal hier niet op de kwestie van het dubbele paspoort ingaan, want er is al genoeg over geschreven. Laat ik alleen constateren dat u een legitiem en interessant onderwerp op een beschamende wijze hebt behandeld door nationaliteit met islam te vermengen. Door bij voorbaat aan moslims bestuurlijke politieke functies te willen ontzeggen. U lijkt steeds meer op een tovenaarsleerling die het niet lukt zijn steen der wijzen correct te manipuleren: het goud dat u aanraakt, verandert ogenblikkelijk in vulgair lood. Er moet een waardige strijd worden gevoerd tegen het obscurantisme dat in de islam schuilt, tegen het fundamentalisme en zijn gewapende arm, die rechtsstaten en open samenlevingen bedreigen. Maar niet zonder die miljoenen moslims die naar licht en lucht snakken. Niet zonder de liberalen, gematigden en vredelievenden als medestanders.
Sinds uw Onafhankelijkheidsverklaring uit 2005 is uw hak- en snijwerk grimmiger geworden. U laat geen sprankje hoop meer aan al die gematigde moslims die u voor het gemak in de grote postzak van het onverdraagzame fundamentalisme hebt gestopt. Retour ą l’envoyeur, allemaal, en per direct als het kan. Onder de pulserende werking van uw retoriek ontvouwt zich een kale vlakte zonder begroeiing, een dorre ruimte die verlichte geesten ontvluchten. Het verkeer van gedachten is tot stilstand gebracht, en voor velen gloort alleen de wanhoop en de wrok die u, dag in dag uit, genereert. Anders dan in 2005 kan ik helaas voor u geen verzachtende omstandigheden meer ontdekken.