quote:Spektakel
Het haalde alle kranten en vele omroepen besteedden er ruim zendtijd aan. Komkommertijd of niet, de kuitbeen- en enkelbreuk van AZ-trainer Louis van Gaal was landelijk nieuws. We zagen hem zitten in zijn rolstoel, tijdens de thuiswedstrijd tegen NEC. De spelers kwamen hem medelijdend klopje op de schouder geven en een zorgzame Marcel Brands voorzag hem van een kopje koffie. Van Gaal moet die aandacht goed gedaan hebben.
Niet alleen de AZ-mensen betuigden trouwens hun deelneming met de onfortuinlijke trainer. Zijn rolstoel is inmiddels ingeruild voor een golfkarretje, beschikbaar gesteld door een Noord-Hollandse golfclub. En als zijn ploeg morgen in Eindhoven tegen PSV speelt, zijn in de dug-out van het Philips Stadion een paar stoelen verwijderd, zodat Van Gaal daar zijn kar kan parkeren.
Ik kan niet wachten totdat ik daar beelden van zie.
De spelers zijn al aan hun warming-up begonnen als Van Gaal komt aangestoven. Eén voor één gaat hij de spelers langs om hen een paar laatste raadgevingen mee te geven. Diepe sporen laten de banden achter in het drassige veld en in het strafschopgebied bij keeper Waterman zit hij plots vast in de modder. Met vereende krachten trekken de AZ-spelers het karretje los en duwen het naar de zijlijn.
‘Gezien Edward?’ grijnst Van Gaal tegen zijn assistent als zijn spelers de warming up weer hervat hebben. ‘Dit is nou teambuilding.’ Dan bukt Van Gaal zich even voorover en duikelt een koelbox op, die hij tussen zijn benen had staan. ‘Ja, mijn liefdevolle echtgenote heeft weer goed voor me gezorgd’, zegt hij als hij een lunchpakketje open pulkt. ‘Zo, ook nog een banaantje erbij. Lief van Truus.’
Filmcamera’s snorren en fototoestellen ratelen als Van Gaal zijn maaltje nuttigt. Dan wordt hij voorzichtig op de schouder getikt. Het is Jan Reker, die bezorgd komt kijken of Louis nog iets te wensen heeft. ‘Deze warme deken misschien, want het is toch wel guur vandaag’, vraagt de algemeen directeur van PSV. Het is niet alleen het brood dat in een haastige hap weggeslikt wordt. Zichtbaar ontroerd is Van Gaal. Traantjes pinken in de ooghoeken.
‘Jan, dank je wel’, stamelt de AZ-trainer terwijl hij de deken over zijn benen vouwt. ‘Het enige wat me nu nog ontbreekt zijn de drie punten, maar die wil je zeker niet afstaan?’ Louis van Gaal heeft zijn humor nog niet verloren.
Dan begint de wedstrijd. PSV laat AZ alle hoeken van het veld zien. Ingrijpen kan Van Gaal niet, ingeklemd als hij is in het toch wel krappe golfkarretje. Radeloos trommelt hij op het stuur van zijn wagentje. ‘O, zat hier maar een claxon op’, denkt hij. Als het 4-0 is in het voordeel van de thuisploeg, knalt Kenneth Perez de bal expres tegen Van Gaals golfkar. Omdat het ding niet op de handrem staat, komt het in beweging en pas na tien meter komt het tot stilstand tegen een reclamebord. Het thuispubliek joelt en lacht. Zo komt voor hen een mooi einde aan een onvergetelijke wedstrijd.
Met een rood hoofd en rode vlekken in de nek verdwijnt Van Gaal in de richting van de catacomben. Onderweg rijdt hij een camera ondersteboven en drie fotografen worden over de tenen gereden.
Ik denk dat ik nog maar even snel een abonnement op Sport1 afsluit. Van dit spektakel wil ik geen seconde missen.
Waar kan ik tekenen voor zo'n spektakel?quote:
quote:VOETBALJAAR 2007: VIS VAN MAKAAY
Het was halverwege september toen de tweede speelronde van de KNVB-beker op het programma stond. Het lot had ASWH gekoppeld aan zondaghoofdklasser De Treffers. Dat werd dus een leuk reisje en gelukkig was het woensdag. Als je in het onderwijs werkt, heb je dan namelijk een kortere werkdag. Zodoende konden wij ’s middags al vertrekken. Om drie uur reed het uitgedunde gezelschap van drie heren, waar het normaal toch wel zes zijn, de A15 op. We hadden dit tijdstip gekozen om de files voor te zijn. Dat lukte prima. Een voorspoedige rit bracht ons in Groesbeek.
Groesbeek. Voetbalmaf dorp. Talloze clubs, waarvan twee op het hoogste zondagamateurniveau. Bijna Duitsland, dat ook. De ANWB-routeplanner raadde zelfs aan om kort door Duitsland te rijden, maar onze NavMan dacht daar anders over. Over de brug rijdend zagen we de al licht schemerende skyline van Nijmegen. Herinneringen aan een concert van Britney Spears, bezocht door een destijds nog onwetende en puberende metalliefhebber in onze auto, bonnen wegens fout parkeren en een al dan niet per ongeluk door een hoerenstraat voerende wandeling kwamen voorbij. We passeerden later, door berg en dal rijdend, ook de Heilig Land Stichting. Ooit een volledig mislukte locatie voor de eerste schoolreis in de historie van de reformatorische basisschool, die begin jaren tachtig meende door het woord “heilig” veilig te zitten. Jammer, want het was zo katholiek als de paus en de kinderen van toen dragen de beelden van de talloze heiligenbeelden vast nog op het netvlies. Oh ja, de liefhebber van cultuur zag er ook nog het bordje “Afrika Museum”.
Wij hadden er geen oog voor, wij gingen naar Groesbeek. Eerst even het sportpark zoeken en dan het centrum in. Rond vijf uur hadden we de auto geparkeerd. Drie man sterk wandelde het dorpje in, op zoek naar het restaurant dat we op internet al hadden gevonden. De eerste tegenvaller van de middag was een feit, want dat was dicht. Niet getreurd, dan maar even in een café wat drinken en een bittergarnituurtje bestellen. Op weg naar een kroegje op een hoek zagen we de viszaak. Vishandel Makaay. Onze chauffeur van die dag is een echte visliefhebber, zowel qua vangen als qua eten. Dus konden we daar niet omheen. Wij gingen naar binnen.
Mijn voetbalcomputer draaide toen al op volle toeren. Erik Makaay is keeper van De Treffers, dat wist ik al. Er werd een link gelegd naar een serie reportages in Voetbal International over broers van profvoetballers. Had ik daarin niet ook Makaay zien staan voor een viszaak? Ja, bleek al snel. De verkoper, een dertiger, had hetzelfde zwarte haar en had ook trekjes van de nieuwbakken Feyenoord-spookspits. Ringetje in het oor, dit was de stoerdere variant. Daarom is hij nu natuurlijk, na een kort avontuur bij VVV, doelman van De Treffers. Net iets minder serieus, ben je dan geneigd te denken.
Het was hem, onmiskenbaar. Ik herinnerde me ook een tekstje op een website, waarin Makaay aangaf soms wel eens moe te worden van het in de schaduw staan van. Gek vond hij het niet. Logisch, want broer Roy is kampioen geworden in de toplanden Spanje en Duitsland, heeft Oranje gehaald, werd topscorer in eerder genoemde landen, scoorde in de Champions League, haalde ooit de gouden schoen binnen. Dat spreekt natuurlijk meer tot de verbeelding dan keepen bij de nummer één op de zondagranglijst aller tijden. Maar toch, als in een samenvatting van een bekerduel van twee minuten vier keer wordt gezegd dat je “de broer van” bent…. Ik kan het me ergens voorstellen.
Omdat slechts de chauffeur trek had in vis, liepen de metalliefhebber en ik vast naar het café. Opgetogen kwam onze medereiziger later terug. Makaay had gevraagd of wij voor het voetbal kwamen. Leuk toch, dat je overal in Nederland aan het accent kunt horen of iemand een streekbewoner is of niet. Hij had ons accent gehoord en wist genoeg. “Mij eerst nog even moe maken… Slim!” Hij had het glimlachend gezegd, om er aan toe te voegen dat zijn ploeg toch ging winnen, want ze wilden tegen zijn broer loten. Uiteindelijk had hij een gratis portie kibbeling weggegeven, met de woorden: “Dit is dan het enige dat ik vanavond aan jullie weggeef.” Een uur of vier later bleek de waarheid van die woorden. De Treffers won dikverdiend en wij hebben Erik Makaay nog geluk gewenst.
Terugdenkend is het voor mij één van de leukste voetbalmomenten van 2007. Waarom? Omdat het alles bevat wat de hoofdklasse voor mij zo leuk maakt. De ongedwongen sportieve sfeer waarin je nog een praatje met je rivalen kunt maken. Maar ook, iemand die gewoon, voor een wedstrijd in de KNVB-beker, nog tot zes uur werkt. Die dan om half acht alweer de warming-up begint. Het maakt de stunt van Kozakken Boys, dat diezelfde avond een verlenging afdwong tegen de duurbetaalde profs van Ajax, extra mooi. Het is een soort liefde voor de sport die de heren drijft, hoewel er tegenwoordig ook heus wel geld mee te verdienen is. Daar wilde ik die avond echter even niet aan denken. Ik had plezier om die visboer in het doel. Helaas hebben ze Feyenoord niet geloot en maakte hij in de derde ronde tegen NEC een paar fouten. Hoeveel keer ze hem “de broer van” hebben genoemd weet ik niet. Maakt ook niet uit, voor mij was Roy Makaay die avond in september even de broer van Erik.
quote:BOSZ
Peter Bosz voetbalde in de tachtiger jaren van de vorige eeuw tamelijk onopgemerkt voor Vitesse, dat toen nog uitkwam in de eerste divisie. Na een paar seizoenen dook hij helemaal de anonimiteit in bij de amateurs van AGOVV totdat RKC hem opviste. De Waalwijkers voetbalden in die jaren ook nog in de eerste divisie maar met Peter Bosz in de gelederen bereikten ze in 1998 het hoogste niveau.
Een mooi moment om afscheid te nemen, moet Bosz gedacht hebben, want voor 25.000 gulden werd hij aangetrokken door Toulon, dat uitkwam in de hoogste Franse divisie. Dat transferbedrag zegt genoeg. Peter Bosz was een modale voetballer en voor dat futiele bedrag konden de Fransen zich geen buil vallen.
Maar zie, in Frankrijk ontpopte Peter Bosz zich tot een belangrijke speler. In de drie jaren dat hij in de Zuidfranse stad speelde, sijpelden er steeds meer positieve berichten door naar Nederland en in 1991 keerde hij terug naar zijn vaderland, naar Feyenoord.
In Rotterdam werd Bosz een van de dragers van het elftal. Hij werd aanvoerder, kampioen, won driemaal de nationale beker en haalde zelfs het Nederlands elftal. Hij verscheen vaak op televisie om commentaar te geven op zojuist gespeelde wedstrijden van zijn club. Bosz deed dat goed. Hij sprak hele zinnen; iets wat niet veel voetballers doen en zeker die van Feyenoord toentertijd niet.
Lichtelijk geïrriteerd werd je trouwens wel van Peter Bosz in die dagen, want de man wist het altijd beter en zijn betogen werden allengs langer. Op het laatst zat je te hopen dat er een andere Feyenoorder voor de camera’s van de NOS zou verschijnen, maar nee hoor, telkens weer kwam de parmantige Bosz pontificaal in beeld en breedsprakerig zijn verhaal doen.
Dat deed hij later ook, toen zijn actieve voetballoopbaan achter de rug was en hij trainer was geworden. Of hij nu aan het werk was bij de amateurs van AGOVV, bij De Graafschap of bij Heracles; het leek wel alsof Peter Bosz de spil was waaromheen alles draaide. Zijn verhalen in de pers en op televisie waren doortimmerd, overal had hij een mening over, maar niet tot zijn voordeel sprak dat hij bij die verhalen meestal een gezicht opzette alsof hij te doen had met een stel mongolen. Maar daar hebben wel meer trainers last van, nietwaar meneer Van Gaal?
Met Heracles promoveerde hij naar de eredivisie en het seizoen erop handhaafde de club zich. Niet alleen Peter Bosz vond zich een goede trainer, ook anderen begon dat op te vallen. Juist toen zijn kostje als trainer gekocht leek, deed Bosz de meest verrassende zet uit zijn loopbaan: hij verliet Heracles en werd technisch directeur bij Feyenoord, dat aan de hand van Gullit en Wotte naar de afgrond was geleid.
Bosz’ eerste jaar in Rotterdam moet verschrikkelijk zijn geweest. De club draaide een zeer rampzalig seizoen en Peter Bosz met zijn nette pak en zijn mooie babbel was de gebeten hond. Bergen kritiek kreeg hij te verstouwen, niet alleen van de supporters, die hun club naar de kloten zagen gaan, maar ook van Willem van Hanegem die in een column in het AD de vloer aanveegde met Bosz. Onbetrouwbaar noemde de Kromme hem. Het was een stoot onder de gordel, maar menigeen lachte in zijn vuistje. Eindelijk werd die betweterige mooiprater op zijn nummer gezet. De dagen van Bosz bij Feyenoord leken geteld.
We zijn nu een half jaar verder en Peter Bosz zien we niet zo vaak meer. Horen doen we hem nog veel minder. Net als de schimmige adviseur Wim Jansen houdt hij zich schuil op de achtergrond. Maar achter de schermen bij Feyenoord heeft hij een wonder verricht. Ingefluisterd door Jansen of niet; hij trok de juiste trainer aan en de juiste spelers en Feyenoord staat in de eredivisie na 17 wedstrijden op een gedeelde eerste plaats. Niemand roept nog om het vertrek van Peter Bosz. Het kan verkeren, zo schreef Bredero vroeger al.
Je mag Peter Bosz een eikel vinden en goed beschouwd is hij dat ook wel een beetje, maar de man heeft recht op een positief verhaal. Hij heeft in Rotterdam goed werk afgeleverd en dat mag ook wel eens gezegd worden. Als dat maar niet betekent dat hij binnenkort door de ene of andere omroep voor de camera's gehaald wordt. Laat Bosz maar lekker anoniem zijn werk blijven doen. Dat is voor ons televisiekijkers het beste.
quote:VERLAAT TALENT
Het was in mei van het vorig jaar op sportpark de Bongerd in Barendrecht. Verder was er weinig voetbal die dag en dus besloot ik om Barendrecht – Noordwijk te bezoeken, een wedstrijd in het kader van de halve finale om de districtsbeker West II. Ik was niet de enige, zo bleek. Langs de lijn werd het een gezellig groepje van mensen die op de één of andere manier een band hadden met voornamelijk ASWH, Capelle en TOGR. De gesprekken gingen over het nieuwe seizoen en de assistent-trainer van ASWH, ook aanwezig, wist het vrijwel zeker. De laatste speler die aan de selectie toegevoegd zou gaan worden was Michel van Guldener. “Die ziet het spelletje goed, lekker snel, leuke actie en genoeg lef,” klonk het lovend. Er was slechts één maar aan de overgang verbonden. “Maar misschien krijgt hij alsnog een profcontract.”
Daar rekende echter bijna niemand op, vermoedelijk Van Guldener ook niet. Wouter van den Berg, voormalig aanvoerder van Jong Excelsior en in die hoedanigheid ploegmaat van Van Guldener, vertelde het me onlangs nog. Er was nog slechts plek voor één contractspeler en dat werd Ryan Koolwijk of Van Guldener. Eerstgenoemde had de beste papieren en dus maakte Van den Berg, zelf wel overstappend, zijn teamgenootje alvast warm voor ASWH. De op dat moment nog 21-jarige buitenspeler kreeg echter toch de voorkeur van de technische mensen van Excelsior en mocht tot 2009 bijtekenen.
Het was een gokje, want Van Guldener had eigenlijk twee jaar stil gestaan. De in de Kuip opgeleide Rotterdammer debuteerde namelijk al op 28 januari 2005 in de met 3-0 verloren uitwedstrijd bij FC Eindhoven. In het restant van dat seizoen speelde hij nog twee keer mee, maar daar bleef het vervolgens bij. De titel in de Jupiler League van 2006 maakte hij als toeschouwer mee, de succesvol verlopen strijd om handhaving van vorig seizoen ook. Maar ach, dat is voetbal. Het kan raar lopen. Op diezelfde avond in 2005 debuteerde ook ene Luigi Bruins, een speler die eerder nog maar op het nippertje behouden was gebleven voor Excelsior. Na een tegenvallend jaar wilde Bruins in zijn jeugd stoppen, maar probeerde hij het toch nog eens in B2. Hij hervond zijn plezier in het spel en vanaf toen ging het hard.
Met Van Guldener ging het beduidend langzamer. Zijn voetballoopbaan is net als zijn leven bezaaid met hobbels. Na de dood van zijn stiefvader ging het met de jonge puber enige tijd niet goed. Naar eigen zeggen had hij verkeerde vrienden, waardoor hij ging drinken en ruzie zoeken in de stad. Feyenoord liet de destijds nog als linksback spelende Van Guldener dan ook weten dat hij de opleiding diende te verlaten, waarna hij naar Excelsior trok. Een gouden greep, want daar mocht hij als linksbuiten spelen en begon hij door zijn avontuurlijke speelstijl meer en meer op te vallen. Buiten het veld kreeg hij weer grip op zijn bestaan. Van Guldener trainde en werkte in een magazijn. Het waren lange en zware dagen. Toen het seizoen 2006/07 door blessures volledig verkeerd liep, leek Van Guldener zijn droom op te geven. Hij verzoende zich met een stap naar de hoofdklasse en een baan in het magazijn.
Tot de dag dat hij alsnog de voorkeur kreeg boven Ryan Koolwijk en zich nog een keer mocht bewijzen. In de voorbereiding liet hij al goede dingen zien. Het Rotterdamse lefgozertje scoorde en gaf assists, waardoor hij de strijd met Tjeerd Korf leek te gaan winnen. Toch was het in het begin van het seizoen nog behelpen. Noodgedwongen speelde hij voor de ploeg als linksback en dat was duidelijk geen succes. Weekblad Voetbal International was onverbiddelijk in de beoordelingen. Van Guldener reeg de vieren en vijven aan elkaar. Pas toen hij als aanvaller mocht gaan spelen begon hij op te vallen. Hij maakte een belangrijke goal in Doetinchem, had een succesvolle invalbeurt in Kerkrade als strafschoppenversierder en kreeg steeds meer bijval.
De reden was eenvoudig. Als Van Guldener op zijn intuïtie kan voetballen, lekker onbevangen, dan kan hij zijn snelheid en zijn actie volledig uitbuiten. Ook al omdat hij voor niemand bang is. Van Guldener moet volgens zijn trainer niet te veel gaan denken. Daar zit wat in. Voor de wedstrijd tegen Feyenoord liet Lokhoff hem bewust pas laat weten dat hij zou spelen. Het werd een voorlopig hoogtepunt. Michel van Guldener opende de score, gaf de assist bij de 2-0 en kegelde nog een bal op de paal. Steeds weer profiterend van de ruimte en zonder enige angst acties makend.
Waar het eindigt? Geen idee. Er zijn nog zat stappen te maken voor deze jonge Rotterdammer. Wel is hij momenteel op de goede weg en dat vindt eigenlijk iedereen die hem een beetje kent leuk. Wouter van den Berg zei het nog in Marbella, elftalleider van Jong Excelsior Lex Stofkooper heeft het al eens gezegd en zijn grootste fan, André Hoekstra, is stiekem apentrots op de voorzichtige doorbraak van Michel van Guldener. Een verlaat talent klopt alsnog aan een deur die al zo goed als dicht was. Hopelijk doet hij dat net zo vasthoudend als een Jehova’s getuige, want voor dergelijke spelers kom je naar het voetbal.
quote:ZELFKWELLING
Gewend als ik ben aan de betrekkelijke rust rondom de amateurvoetbalvelden keek ik zondag op Het Kasteel mijn ogen uit. Voor het eerst sinds vele jaren bezocht ik weer eens een wedstrijd in het betaalde voetbal, samen met mijn Fok!-makkers Bayswater en gebruikersnaam: Sparta-Excelsior, de kleine Rotterdamse derby. Toch een aantrekkelijk affiche, nietwaar?
Met ons waren er 10525 anderen aanwezig, heel wat meer dan de anderhalve man en een paardenkop die ik gewoonlijk bij amateurpotjes aantref. Om kwart voor twee zat ik al in het stadion, op de Denis Nevilletribune om precies te zijn. Het bleek de tribune te zijn waar het meest fanatieke gedeelte van het thuispubliek zit. Of staat, dat is een betere omschrijving, want hoewel er kuipstoeltjes zijn, wordt er nauwelijks gezeten, vooral niet als het een beetje spannend wordt. Dan veert iedereen op en om wat te kunnen zien, doe je dat ook maar. Zitten, staan, zitten, staan; op Het Kasteel heb ik meer lichaamsbeweging gehad dan normaal gesproken in een hele week.
Vlak voor het begin van de wedstrijd, bij het betreden van de ploegen op het veld werd er nepvuurwerk afgeschoten. Je weet wel, van die meterslange serpentines, in dit geval rode en witte conform de kleuren van de thuisploeg. Binnen een mum van tijd lag het doelgebied voor de Denis Nevilletribune vol met die slingers. Terwijl in de middencirkel de bal al klaar lag om in het spel te worden gebracht moest die troep met man en macht weggewerkt worden. De mannetjes die dat deden zweetten harder dan de Spartavoetballers die middag zouden doen, maar dat wist ik toen nog niet.
Eindelijk kon er afgetrapt worden. Ik ging er eens goed voor zitten. Een dag eerder had ik Zuidland tegen SC Botlek zien spelen, een wedstrijd in de vierde klasse van het zaterdagvoetbal, die je maar zo snel mogelijk moest vergeten. Vandaag zou het allemaal veel beter worden, zo dacht ik. IVandaag zou ik echt voetbal zien.
Nou, vergeet het maar. Na een half uur dacht ik al met weemoed terug aan Zuidland-Botlek. Daar werd tenminste strijd geleverd, geknokt voor elke bal, vooral door de thuisploeg. Sparta kon dat zondagmiddag niet opbrengen. Gezapigheid was troef, 90 minuten lang. De supporters werden er narrig van. Ze mopperden wat af terwijl Lindenbergh en co de bal in een traag tempo breed bleven spelen. Achter mij zat een man de hele tweede helft hevig teleurgesteld met zijn hoofd tussen de knieën. Hij had een Spartashirt aan, maar schaamde zich blijkbaar diep voor het spel van zijn favorieten.
Even heb ik overwogen om hem uit te nodigen voor de streekderby in de derde klasse Abbenbroek tegen WRW, van komende zondag. Hij zou daar vast meer strijd zien. Ik heb hem maar niets gevraagd. Per slot van rekening zat hij daar met zijn seizoenskaart uit vrije wil. Als hij aan zelfkwelling wil doen, moet hij lekker Sparta blijven volgen.
Ik ga naar Abbenbroek zondag, zeker weten.
Je zegt zelf exact hetzelfde man. Scroll maar omhoog.quote:
Ja maar uit mijn strot klinkt dat andersquote:Op woensdag 13 februari 2008 17:34 schreef methodmich het volgende:
[..]
Je zegt zelf exact hetzelfde man. Scroll maar omhoog.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |