NR.G: zo ging het ook niet helemaal, FiveseveN dramatiseert een beetje.
In het boekje "Delft en haar krijgsgeschiedenis" schrijft W.A. Feitsma, Brigade Generaal der Artillerie b.d. het volgende:
quote:
IV De strijd rond Delft in 1940
Bij het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 bestonden de te Delft gelegerde troepen uit een tweetal Depot Bataljons Infanterie1, een compagnie van het te Rijswijk gelegerde Depot Bataljon Infanterie en enige technische troepen. Voorts waren er twee onderdelen vrijwilligers, namelijk een afdeling van het Vrijwillig Landstormkorps Luchtafweergeschut en de Technische Hogeschool Compagnie, de laatste bestaande uit studenten die ongeveer een uur per dag geoefend werden. Deze compagnie stond ondere (sic) bevel van de reserve-majoor der Infanterie U. van der Zee, commissaris van politie te Delft.
(...)
Als onderdeel van de luchtverdedigingsmiddelen opgesteld in de Luchtverdedigingskring Rotterdam- 's-Gravenhage, waarin de stad Delft was gelegen, stonden ter verdediging van de industriën rondom de stad een vijftal peletons à 2 of 3 stukken automatisch 2 cm geschut, tegen luchtdoelen opgesteld. Deze behoorden tot het Vrijwillig Landstormkorps Luchtafweerdienst afdeling Delft. De afdeling stond onder bevel van de reserve-kapitein voor Speciale Diensten, afkomstig van het wapen der Artillerie, C.M. Hage, directeur van de Lijm- en Gelatinefabriek.
Verder nog 2 peletons luchtdoelmitrailleurs en een serie zoeklichten tegen luchtdoelen.
Het vrijwillig Landstormkorps Luchtafweerdienst was op 1 maart 1939 opgericht omdat de opvolgende regeringen van 1918 tot 1935 in gebreke waren gebleven om onder meer een behoorlijke luchtverdediging op te bouwen. Het was het resultaat van de actie van politieke partijen die uit financiële en ideologische overwegingen alles in het werk stelden om het defensieapparaat te verwaarlozen, wat tot heilloze gevolgen heeft geleid.
Wat de luchtverdedigingsmiddelen betreft , wel werd voor de luchtdoelartillerie in de tweede helft van de jaren dertig geschut besteld, doch er was slechts mondjesmaat verkrijgbaar, terwijl de levertijden ten gevolge van de toenemende internationale spanning zeer lang waren. Het uiteindelijke resultaat, waarvoor reeds vele jaren was gewaarschuwd was dan ook: te weinig en te laat. Slechts 20% van het nodige luchtdoelgeschut was aanwezig! Daarom wilden velevooraanstaande Nederlanders uit handel en industrie hun fabrieken op eigen kosten en met eigen personeel beveiligen tegen mogelijke luchtaanvallen. De bedrijven stelden geld beschikbaar, het personeel gaf zijn vrije tijd.2 Gedurende de dienstvervulling droeg het het militaire uniform en had het de militaire status. Deze maatregel was getroffen om te voorkomen dat het door een vijand als franc-tireurs zou worden beschouwd.
De eerste afdeling kwam te Delft tot stand door samenwerking tussen de Koninklijke Gist- en Spiritusfabriek, de Lijm-en Gelatinefabriek en andere Delftse industriën. Het initiatief hiertoe was in de eerste maanden van 1939 uitgegaan van ir. W.H. van Leeuwen, directeur van eerstgenoemde fabriek. Voor de aanschaf van geschut stortte hij ƒ400.000 in 's Rijks schatkist. Hij bracht de samenwerking met andere Delftse industrieën tot stand, waardoor in korte tijd 184 vrijwilligers beschikbaar waren voor de bediening van het geschut.
Via de regering werden 12 vuurmonden van 2 cm met 400 schoten per stuk aangekocht. Voor rijksrekening werden nog 1600 schoten per vuurmond opgelegd, werden instructeurs beschikbaar gesteld en militaire kleding verstrekt. Overigens waren 2000 schoten per vuurmond nog maar erg mondjesmaat voor kanonnen met een vuursnelheid van 280 schoten per minuut. Omdat het personeel alleen dienst deed in de woonplaats waren geen voorzieningen voor legering en voeding nodig.
(...)
NOTEN
1. Bij de depots werd personeel - recruten en gemobiliseerde eenheden van oudere lichtingen - opgeleid voor de oorlogseenheden. Zij beschikten voor de instructie slechts over een geringe hoeveelheid wapens en uitrusting.
2. Ook in Engeland, Frankrijk, België, Amerika, Duitsland en Japan werd door de industrie veel aan zelfbeveiliging gedaan. In Rusland was dat door de partij georganiseerd evenals dit sinds 1942 in Duitsland het geval was.
In de rest van het hoofdstuk komen de precieze lokaties van de verschillende onderdelen aan bod en wordt erg gedetailleerd beschreven wie wat gedaan heeft. Dit gebeurt in een mooie mix van factuele informatie en interessante anecdotes. Verder is het trouwens ook een interessant boekje: het beschrijft haast alles wat er bekend is over krijgshandelingen waar Delft bij betrokken was vanaf de hoge middeleeuwen tot de tweede wereldoorlog. Verder worden ook de verdediginswerken, garnizoenen en wapenindustrie beschreven. Het is trouwens al jaren voor een paar euro in de ramsj (bij de Slegte) te krijgen.
Maar om even op de post van FiveseveN terug te komen: Feitsma verwijt vooral de regeringen voor het tekort aan manschappen en materieel. Socialisten hadden daar weinig mee te maken:
die zaten toen niet in het kabinet. Ik neem aan dat vooral de kruideniersmentaliteit en het geloof in de neutraliteit een grotere rol gespeeld hebben.
Verder vind ik het wel interessant om in de openingspost van FMCS het volgende te lezen:
"De modernste luchtafweerwapens in de buurt van Den Haag waren eigendom van de Calvé fabrieken. Calvé (Delft) had deze kanonnen zelf aangeschaft om de fabrieken te beschermen. Deze kanonnen zouden een belangrijke rol spelen bij de slag om Den Haag." Hoewel Feitsma, zoals je hierboven al hebt kunnen lezen, heel duidelijk omschrijft wie wat gelevert heeft wordt Calvé in het hele boek maar één keer genoemd. Ik zou het dan ook interessant vinden waar de
website waar de openingspost vandaan komt deze informatie vandaan heeft.
In bijlage 5 staat het volgende aan:
quote:
Gemobiliseerde onderdelen te Delft in garnizoen van 1939-1940
(...)
5 Vijf pelotons van het Vrijwillig Landstormkorps Luchtafweerdienst, elk peloton bestaande uit 2 à 3 stukken (totaal 12 vuurmonden).
(...)
Deze troepen waren als volgt gelegerd (Zie kaart X):
(...)
ad 5 het Stafwartier in het Vethardingsgebouw van de Calvéfabrieken. Het personeel had hun nachtlogies thuis.
(...)
Wat google-fu levert me ook nog
deze site over beeldhouwwerken op waar een korte geschiedenis van de slag om Den Haag staat. Daar worden de "Calvé kannonnen" genoemd bij de verdediging van Ypenburg. Ik denk dat daarmee inderdaad het Vrijwillig Landstormkorps Luchtafweerdienst bedoelt wordt. Het eerste peloton zat, samen met de commandopost bij de Calvéfabriek, het vijfde peloton bij Ypenburg. Volgens de kaartjes in mijn boek landde een groot deel van de Duitsers in open gebied in het kruisvuur van deze stellingen.
quote:
Mei 1940 De slag om Den Haag
De Duitsers wisten het vliegveld Ypenburg bij Den Haag in eerste instantie wel te veroveren. Ze konden dat 2000 jaar oude kanaal echter niet oversteken. De Nederlanse pantserwagens op de Hoornbrug hielden stand en de Nederlandse militairen die aan de kant van Rijswijk op de oevers lagen wisten de Duitse (elite) troepen op afstand te houden. De kanonnen van de Calvé fabrieken deden de rest. Het was een ware slachtpartij. De Duitse militairen gaven zich over.
Op 11 mei waren er bij Den Haag bijna 1500 Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Meer dan 200 Duitse vliegtuigen waren vernietigd en er waren vele honderden Duitse militairen gesneuveld. De krijgsgevangenen werden afgevoerd naar Engeland, waar ze tot het eind van de oorlog, 1945, zijn gebleven. Terwijl het gebied rond Den Haag door het Nederlandse leger werd heroverd op de Duitsers boden Nederlandse mariniers eveneens felle tegenstand in Rotterdam en lukte het de Duitsers evenmin om de Afsluitdijk te veroveren.
Woedend vanwege de onverwacht felle tegenstand van het -sterk verwaarloosde Nederlandse leger bombardeerden de Duitsers Rotterdam. Zij dreigden hetzelfde te doen met Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Zonder noemenswaardig luchtafweergeschut waren de steden niet te verdedigen. Alleen bij Kijkduin en Loosduinen stonden grote kanonnen.
De slag bij Den Haag is vergeten en dat is jammer, want het was een gevoelige klap voor de Duitsers. Het enorme verlies aan vliegtuigen, de vele doden en gewonden en het feit dat elite troepen waren afgevoerd naar Engeland hebben mede de uiteindelijke afloop van de oorlog bepaald.
Voor de moedige militairen die hielpen bij de verdediging van ons land is in Den Haag een indrukwekkend standbeeld opgericht.
Op het "
50 plus plein" is er trouwens nog een verslag van de strijd rond Ypenburg: die in de lucht.
Ook is er op
deze site een verslag van de handelingen van de luchtmacht in 1940. Als je links Ypenburg selecteert kun je via de linkjes "2e Verkenningsgroep", "1e JaVA" en "3e JaVA" verslagen van de handelingen van elk individueel vliegtuig vinden.
Soms wordt beweerd dat de Duitsers slechts inferieure troepen naar Nederland gestuurd hebben maar dat is niet helemaal waar. Rond Den Haag werden luchtlandingstroepen gebruikt. Die waren toen, net als nu, zeker onderdeel van de elite van het leger. Je stuurt niet je kneusjes op een belangrijke missie achter de vijandelijke linies. De gevangenname van hen, samen met het vernietigen van meer vliegtuigen dan aanvankelijk verwacht werd heeft de Duitsers dan ook een redelijke tik gegeven. Wie weet, misschien was het zelfs genoeg om
Operatie Seelöwe tegen te houden:
quote:
De Duitse invasiemacht zou in drie "Gruppen" (groepen) worden verdeeld:
Gruppe A zou ter hoogte van Lyme Regis moeten landen en moeten oprukken over de as Lyme Regis - Taunton - Burnham-on-Sea
(zo zou Cornwall van de rest van Engeland worden afgesneden) - Bristol - Glouchester - Birmingham - Nothingham - Lincoln - Hull.
Gruppe B moest bij Christchurch landen en oprukken naar Southampton - Oxford - Northampton - Cambridge en Ipswich om Londen te omsingelen
Gruppe C tenslotte zou bij Hastings aan land gaan en Londen aanvallen.
Gruppe B zou in ieder geval uit twee "Panzerdivisionen" (tankdivisies) moeten bestaan, terwijl Gruppe A er slechts één kreeg. Gruppe C zou hoofdzakelijk uit infanteriedivisies worden samengesteld. Behalve drie tankdivisies schatten de Duitsers nog minimaal tien tot vijftien infanteriedivisies nodig te hebben, eventueel gesteund door een luchtlandingsdivisie ("Fallschirmjäger"). Het luchttransport vormde echter een probleem: door de grote verliezen in Nederland in mei 1940 (zeker de helft van de 480 boven ons land ingezette transportvliegtuigen gingen verloren) was er een chronisch tekort aan transportvliegtuigen ontstaan.
[ Bericht 3% gewijzigd door Alecks op 26-02-2007 23:03:54 ]