abonnement bol.com Unibet Coolblue
  zondag 7 januari 2007 @ 13:37:51 #1
89730 Drugshond
De Euro. Mislukt vanaf dag 1.
pi_45106224
El Niño
Bron : Noorderlicht VPRO
: Onvoorspelbaar kerstkind

Current SST anomaly.
quote:
Hoofdstuk 1
Geboorte van het kerstkind

Een grote plas warm water die langzaam opschuift van de oostkant van de Stille Oceaan naar het westen: dát is een El Niño. En door een El Niño verandert het klimaat op vele plaatsen op aarde ingrijpend.

Een El Niño begint met een tot nu toe onverklaarbare afzwakking van de passaatwinden in het westen van de Stille Oceaan. Onder 'normale' omstandigheden, dus in een jaar zonder El Niño, blazen de passaatwinden aan de evenaar van oost naar west: van Zuid-Amerika naar Australië en Azië. Daarbij duwen ze de warme toplaag van de oceaan voor zich uit, waardoor het warme zeewater zich rond Indonesië ophoopt. Het waterpeil is daar doorgaans bijna een halve meter hoger dan aan de westkust van Mexico. Aan de oostelijke kant van de oceaan, met name voor de kust van Ecuador en Peru, welt kouder water op vanuit de diepte om de 'weggedreven' warme toplaag te vervangen. Dit koudere water barst van de voedingsstoffen, waarop een enorme voedselketen drijft.

Door El Niño verandert alles ingrijpend. Op het moment dat de passaatwinden afzwakken of zelfs stilvallen, klotst het warme water door het hoogteverschil terug naar het oosten, wordt vervolgens warmer en warmer, en breidt zich steeds meer uit. Warmer water in het oosten geeft een hogere luchtdruk, dus een minder krachtige passaat, wat het effect nog verder versterkt. Meer water verdampt, de damp condenseert hoger in de atmosfeer en komt in stortregens naar beneden aan de westkust van Amerika. Met als gevolg stormen en overstromingen die in de loop der eeuwen al heel wat dorpen, soms met inwoners en al, hebben weggevaagd. Australië, Indonesië, India en delen van Afrika krijgen juist vaker te kampen met extreme droogte. In die gebieden joegen El Niño's inmiddels miljoenen mensen de hongerdood in. Europa krijgt wel iets mee van een El Niño, maar de invloed is veel kleiner dan elders in de wereld.

El Niño's duren gewoonlijk tussen de twaalf en achttien maanden. Gemiddeld treden ze eens in de drie tot zeven jaar op, maar de geschiedenis kent ook lange perioden zonder. Tussen 1920 en 1930 was er bijvoorbeeld geen enkele El Niño en in de periode '40-'41 waren er ineens twee vlak na elkaar. Hoe dat kan, snappen de El Niño-specialisten bij het KNMI nog steeds niet. Helaas zijn er weinig meetgegevens uit die tijd.

Een El Niño wordt vaak gevolgd door een La Niña, Spaans voor 'het meisje'. Dat is precies de omgekeerde toestand, met een sterkere passaatwind en nog kouder zeewater dan normaal voor de kust van Ecuador en Peru. Ook La Niña's kunnen jaren duren. Tijdens een La Niña is het relatief droog in de westelijke Pacific. Overigens zijn El Niño's sterker dan La Niña's, zeker voor de kust van Zuid-Amerika. In Peru is La Niña zelfs nog nooit opgevallen.


Onder 'normale' omstandigheden blazen de passaatwinden aan de evenaar van oost naar west: van Zuid-Amerika naar Australië en Azië. Daarbij duwen ze de warme toplaag van de oceaan voor zich uit. Voor de kust van Indonesie hoopt het warme zeewater zich op, terwijl aan de andere kant van de oceaan, voor de kust van Ecuador en Peru, kouder water opwelt vanuit de diepte.


  • Tijdens een El Niño zijn de passaatwinden afgezwakt, en het warme water stroomt terug naar het oosten.
  • Tijdens een La Niña zijn de passaatwinden juist krachtiger dan normaal; het water voor de kust van Peru is onder die omstandigheden ook veel kouder.
  • quote:
    Hoofdstuk 2
    Wandelend warm water


    Een van de 70 TAO-boeien, die dagelijks de watertemperatuur, luchtdruk en luchtvochtigheid in hun omgeving meten.

    Waarschuwingsaffiche voor de vissers
    De positie van de TAO-boeien langs de evenaar

    Wát er tijdens een El Niño gebeurt, is inmiddels vrij aardig bekend. Maar waaróm die grote plas warm water plotseling opschuift van Zuidoost-Azië naar Zuid-Amerika, de 'trigger' voor een nieuwe El Niño, weten klimaatonderzoekers nog niet precies. Alle ogen zijn nu gericht op zeventig onderzoeksboeien in de Grote Oceaan. Hopelijk geven die het beslissende antwoord.

    El Niño, Spaans voor 'het kerstkind', is een vrij onschuldige naam voor een natuurverschijnsel dat in grote delen van de wereld regelrechte rampspoed veroorzaakt. Van stortregens en overstromingen aan de westkust van Zuid-Amerika tot extreme droogte en hongersnood in Australië, Indonesië, India en Afrika. Zelfs het weer in Europa verandert tijdens een El Niño, ontdekten Nederlandse oceanografen enkele jaren geleden.

    Bij het KNMI in De Bilt vinden ze dat El Niño er in de media, en daarmee bij het grote publiek, nogal beroerd vanaf komt. Het verschijnsel is bijna synoniem voor tornado's, orkanen, stortregens, overstromingen, extreme droogtes, mislukte oogsten en bosbranden. "El Niño krijgt van ongeveer alles de schuld", zegt oceanograaf Geert Jan van Oldenborgh licht verontwaardigd. "Van de ondergang van Napoleon tot de opkomst van Hitler. En als het niet door El Niño komt, ligt het wel aan het broeikaseffect. Onzin, natuurlijk. El Niño is niet goed of slecht. Het is een natuurfenomeen dat er gewoon bijhoort."

    El Niño heeft ook positieve effecten, met name in Noord-Amerika. Zo zijn er tijdens een El Niño minder orkanen in het Caribisch gebied. En het Noordoosten van de VS hoeft beduidend minder te stoken in de winter. Daar is het juist warmer dan normaal, omdat de kou via de polaire straalstroom uit Noord-Canada niet zo zuidelijk komt als anders. In Californië valt meer regen dan gebruikelijk. "Daar is het weer tijdens een El Niño een beetje Nederlands druilerig", grinnikt Van Oldenborgh. "Maar doordat de regen veel gelijkmatiger valt, lopen de wegen minder schade op. En tropische vissers vangen ineens exotische vissen met prachtige kleuren, die daar normaal gesproken niet voorkomen." De grote verliezers zijn Indonesië, de Filippijnen en Papoea-Nieuw-Guinea. "Die krijgen tijdens een sterke El Niño te maken met rampzalige droogtes. In 1998 was er in Oost-Indonesië echt hongersnood."

    Voor oceanografen is El Niño buitengewoon interessant. Het fenomeen beïnvloedt het klimaat in grote delen van de wereld - op een opvallende en georganiseerde manier. "We begrijpen het verschijnsel redelijk, maar ook weer niet helemaal. Dat is boeiend", zegt afdelingshoofd bij oceanografie Gerrit Burgers. Ook het trage tempo van de oceaan fascineert hem. "De oceaan is sloom, ongelooflijk traag, maar hij beweegt wel. De Kelvin- en Rossby-golven in de Pacific, die een rol lijken te spelen bij het ontstaan van een El Niño, verplaatsen zich met twee meter per seconde, zeg maar op roeibootsnelheid. Je kunt rustig een kwartiertje met zo'n golf meewandelen. Het water beweegt heel langzaam, maar wel onvermijdelijk. El Niño is niet te stoppen." Wat snelheid betreft heeft het een menselijke schaal, maar de watermassa die El Niño in beweging brengt, overstijgt volgens de KNMI'ers ieders voorstellingsvermogen. "Over vijf tot tien jaar weten we vermoedelijk meer. Hopelijk hebben we dan klimaatmodellen waarmee we beter kunnen voorspellen. Voor ons is deze tijd heel interessant."

    Alle ogen in het El Niño-onderzoek zijn gericht op zeventig boeien in de Grote Oceaan. Deze 'TAO-boeien' (tropical atmosphere/ocean) zijn daar eind jaren tachtig uitgezet langs de evenaar en vormen 's werelds eerste waarschuwingssysteem voor veranderingen in de tropische oceaan. Zij meten dagelijks de watertemperatuur (tot vijfhonderd meter diep), luchtdruk en luchtvochtigheid in hun omgeving. Die gegevens worden via de satelliettelefoon doorgestuurd naar het Pacific Marine Environmental Laboratory in Seattle, van waaruit ze vervolgens terechtkomen bij onderzoeksinstituten in de VS, Europa en Japan. Burgers: "We hebben nu een goed driedimensionaal beeld van de oceaan. Het systeem is duur en ingewikkeld en kost jaarlijks zo'n honderd miljoen dollar aan onderhoud. Maar de boeien brengen het onderzoek en de El Niño-voorspellingen een belangrijke stap verder."

    Links
  • Website van het TAO (Tropical Atmosphere Ocean) project.
  • Erg mooie 3D-animatie van het oceaanwater van maart 1997 tot februari 2002, gemaakt op basis van informatie verkregen met de TAO-boeien
  • quote:
    Hoofdstuk 3
    Wip in de oceaan


    De situatie in de Stille Oceaan in januari 1997. De temperaturen varieren van 30 graden (rood) tot 8 graden (donkerblauw). De thermoklien ligt op ongeveer 20 graden.


    De situatie in april 1997


    .. en in november 1997 (afb: NASA Goddard Space Flight Center)


    .. in juli 1997

    In wezen ontstaat een El Niño omdat warm en koud water slecht mengen. De scheidslijn tussen die twee loopt dwars door de oceaan, als ware het een wip die heen en weer klapt onder het gewicht van het warme water.

    Tussen het warme water en het koude water in de oceaan ligt een vrij scherpe scheiding. Zo'n scheiding heet een thermoklien en ontstaat doordat het warme en koude zeewater (resp. zo'n 25°C en minder dan 15°C) niet gemakkelijk mengen. In het westen van de Grote Oceaan, bij Indonesië, ligt de thermoklien normaal gesproken veel dieper dan in het oosten, soms wel honderd meter. Daar is de laag warm water immers veel dikker, doordat de passaat het warme oppervlaktewater opstuwt. In het oosten, voor de westkust van Amerika, wordt het warme water juist weggeblazen, zodat het koude water daar veel dichter onder de oppervlakte ligt. De thermoklien loopt dus niet horizontaal door de oceaan, maar scheef.

    De thermoklien is net een wip: bij waterverplaatsingen door veranderende stroming en wind schommelt hij heen en weer in de oceaan. Dat schommelen gaat weliswaar heel langzaam, want de oceaan is ongelooflijk traag. Het is een proces van maanden.

    El Niño beïnvloedt de 'wip' in de oceaan. Tijdens een El Niño komt de thermoklien minder scheef, dus meer horizontaal te liggen. Tussen de passaatwinden en de thermoklien bestaat namelijk een evenwichtsrelatie. Door de afzwakking van de passaatwinden, veroorzaakt door toevallige en tijdelijke storingen boven de oceaan, wordt er minder warm water naar het westen geblazen. Daardoor stijgt de thermoklien in het westen. Het warme water verplaatst zich vervolgens geleidelijk naar het oosten, waardoor er voor de westkust van Amerika juist een dikkere laag warm water komt te liggen. Die duwt het koude water als het ware terug de diepte in. Net als een wip die heen en weer gaat afhankelijk van het gewicht aan beide kanten.

    De thermoklien slaat vaak door naar de andere kant, aangezien het proces zichzelf versterkt als het eenmaal op gang is gekomen. Door de veranderende luchtdruk boven het zeewater nemen de passaatwinden steeds verder af in kracht, waardoor er nog minder water naar het westen stroomt en de thermoklien daar steeds verder stijgt. In het oosten hoopt het warme water zich steeds meer op en komt de thermoklien steeds dieper te liggen. En zo klapt de wip langzaam om.

    In het midden van de oceaan komt de thermoklien bij het begin van El Niño dieper te liggen. Daar stroomt meer warm water naartoe uit gebieden ten noorden en ten zuiden van de evenaar. Op die plekken komt de thermoklien dus iets hoger te liggen. "Je kunt het vergelijken met een waterbed", zegt Gerrit Burgers, oceanograaf bij het KNMI in De Bilt. "Als je het water op een bepaalde plaats naar beneden duwt, komt het elders omhoog. Met de oceaan werkt het in feite net zo."
    Als El Niño zijn einde nadert, stijgt de thermoklien in het centrale gedeelte van de Stille Oceaan weer. Uiteindelijk heffen de effecten elkaar op en zoekt de oceaan zijn normale evenwicht. Totdat er weer iemand op de wip gaat zitten...
    quote:
    Hoofdstuk 4
    Groene waarzeggers : Algen op de loop voor El Niño


    SeaWIFS-opname van de Stille Oceaan, februari 1998, tijdens de laatste El Niño. De bovenste afbeelding toont de temperatuur van het oceaanwater, op de onderste afbeelding is de algengroei zichtbaar. De lichtblauwe band net iets boven de evenaar verbaasde de onderzoekers aanvankelijk.

    SeaWIFS-opname van februari 1999, tijdens een La Niña. De temperatuur van het oceaanwater is beduidend lager, en de algengroei rond de evenaar is een stuk hoger.

    Wetenschappers weten inmiddels een hoop over het mysterie El Niño. Maar niemand kan nog exact voorspellen wanneer er een El Niño of een La Niña komt en met welke kracht ze toeslaan. Een onderzoeksteam bij NASA's Goddard Space Flight Center in Maryland observeert al jaren de algen in de Grote Oceaan. Worden algen dé El Niño-voorspellers van de toekomst?

    Oceanen barsten van de algen. Phytoplankton is veruit de meest voorkomende plantensoort in de oceaan. En het mooie van algen is dat ze dankzij hun groene kleur, afkomstig van bladgroen of chlorofyl, via satellieten zijn te zien. De aanwezigheid van phytoplankton verandert immers de kleur van de oceaan. Verder zijn algen gevoelig voor licht, temperatuur, stromingen en wind. Dit alles maakt ze de ideale kandidaten voor het volgen van stromingen, opsporen van vervuiling of waarnemen van meteorologische gebeurtenissen.

    "Algen observeren in de oceaan is net als kleurstof in een tank stoppen en omroeren om te kijken in welke richting dingen bewegen," zegt Raghu Murtugudde op NASA's website Earth Observatory. Murtugudde en zijn onderzoeksteam bij NASA's Goddard Space Flight Center in Maryland hopen via het observeren van algenbewegingen tijdens El Niño's en La Niña's meer inzicht te krijgen in de achterliggende processen.

    Wetenschappers weten al jaren dat El Niño en La Niña invloed hebben op de phytoplankton-niveaus in de Pacific. Aangezien phytoplankton alleen in voedselrijk water kan overleven, doen de planten het normaal gesproken niet goed in de westelijke Pacific. Rond Australië en Indonesië is het zeewater immers relatief warm (zo'n 25° C) en dus voedselarm. In het midden van de oceaan en voor de westkust van Zuid-Amerika, waar het water doorgaans een graad of vijf kouder is en waar voedingsstoffen opwellen, floreren de algen, ontdekten Murtugudde en zijn collega's in 1999.

    Tijdens een El Niño of een La Niña verandert de temperatuur van het oppervlaktezeewater in de Grote Oceaan. Dat doet iets met de algen. In het midden van de Pacific verdwijnt het phytoplankton bij een El Niño bijna volledig, vanwege de warmwaterplas uit het westen die daarlangs trekt richting oosten. Ook voor de kust van Ecuador en Peru neemt de algenpopulatie drastisch af door het warme en dus voedselarme water - met alle gevolgen voor de vissen en vissenvangers vandien. Tijdens een La Niña gebeurt precies het tegenovergestelde.

    Tot voor kort bestond er geen betrouwbare manier om algenbewegingen in de oceaan zichtbaar te maken. Dankzij een nieuw NASA-instrument, de Sea-viewing Wide Field-of-View Sensor (SeaWiFS) aan boord van een satelliet, kan dat sinds enkele jaren wel. Het instrument meet de hoeveelheid chlorofyl-a dat op het oceaanoppervlak dobbert. "Met de SeaWiFS-satelliet kunnen we kleurveranderingen in de oceaan voor het eerst nauwkeurig volgen," stelt Murtugudde. De satelliet maakt om de vijf dagen opnamen van het merendeel der oceanen op aarde. De NASA-onderzoekers gebruiken die gegevens voor het maken van wekelijkse 'algenkaarten'.

    Tot ieders verrassing ontdekte het Goddard-team in 1999 een vreemde algenband die zich uitstrekte over de hele Pacific, twee- à driehonderd kilometer ten noorden van de evenaar. "Dat gebeurt nooit," zegt Murtugudde. "Alles speelt zich gewoonlijk af óp de evenaar, omdat het koude water daar opwelt." Een algenband op een noordelijker breedtegraad verraadt de plek waar het koude, voedselrijke water is heengestroomd tijdens een El Niño. In z'n normale gebied rond de evenaar kan dat niet naar boven komen vanwege de warme toplaag die de oceaan als het ware afsluit - als een deksel op een pan. Door de draaiing van de aarde treedt dit 'algenband-effect' alleen ten noorden van de evenaar op.

    De aanwezigheid van de noordelijke algenband bleek samen te vallen met de overgang van een El Niño naar een La Niña. Via het lezen van de algenpatronen konden de NASA-onderzoekers de afloop van El Niño zo eerder voorspellen dan andere, meer conventionele meetmethoden gebaseerd op zeewatertemperatuur, windsnelheden en luchtdruk. "De biologie reageert veel sterker op condities onder het oceaanoppervlak dan deze andere parameters," aldus Murtugudde. Uitdaging voor de toekomst: via algenbewegingen El Niño's en La Nina's eerder en vooral beter voorspellen. Als het kerstkind komt in 2002, zit NASA op de eerste rij.

    Links
  • SeaWIFS homepage bij de NASA
  • Earth Observatory website, NASA
  • quote:
    Hoofdstuk 5
    Nattere lentes in Nederland


    De correlatie tussen de winter NINO3 index en de voorjaarsneerslag in Europa van 1856 tot 1993.

    De invloed van El Niño op Europa is maar klein vergeleken met de gevolgen voor bijvoorbeeld Noord-Amerika. Toch merken we op het Europese continent wel degelijk iets van El Niño, ontdekten oceanografen van het KNMI in 1998. En hoe kan het ook anders: na een grote El Niño is het voorjaar in Nederland vrijwel altijd natter dan normaal...

    "Da's wel een grappige anekdote", zegt oceanograaf Geert Jan van Oldenborgh bij het KNMI. Eind 1997 kwam Gerrit Burgers, afdelingshoofd oceanografie bij het KNMI, met een grafiekje naar hem toe. Hij had een vergelijking gemaakt van de temperatuur en neerslag in De Bilt en de Niño3 index in de winter vanaf 1950. Resultaat: een enorme puntenwolk. Met wat gepuzzel viel daar een rechte lijn doorheen te trekken, wat duidde op een mogelijk verband: na een El Niño leek het voorjaar in Nederland gemiddeld natter dan anders. Volgens Van Oldenborgh was dat puur toeval. "We hebben gewed om een rijksdaalder - ja lief hè - hoe nat het in maart 1998 zou zijn. Ik beweerde dat het die maand gemiddeld droger zou blijven, ondanks de sterke El Niño van die winter. Volgens Gerrit werd het juist natter. Op 8 maart kon ik m'n rijksdaalder al inleveren." In maart, april en mei viel er totaal 274 mm neerslag, de grootste hoeveelheid sinds 1983 en 1979.

    De KNMI'ers besloten nog verder terug te gaan in de tijd. Binnen het KNMI bleken nog neerslaggegevens te vinden vanaf 1849. Ook over El Niño's konden ze op basis van andere klimaatonderzoeken meetreeksen reconstrueren tot halverwege 1800. Die data lieten duidelijk zien dat het ook in het voorjaar van 1878, na de sterke El Niño van 1877/1878, veel harder regende dan normaal. De drie lentes na de drie grootste El Niño's in deze periode (1877/'78, 1982/'83 en 1997/'98) behoren tot de natste tien procent. Van Oldenborgh: "Het kan natuurlijk ook hard regenen zonder dat El Niño daar iets mee te maken heeft, zoals in 1965 en 1979, maar na een sterke El Niño hebben we het nooit droog gehouden."

    Vervolgens wilden de oceanografen weten tot hoe ver in Europa het verband zich uitstrekte. Ook in Londen, Karlsruhe, Parijs en Straatsburg kwamen de paraplu's vaker tevoorschijn in het voorjaar na een El Niño. Met behulp van een Amerikaanse database van neerslag tussen 1851 en 1993 konden de KNMI'ers het verband zichtbaar maken: na een El Niño is het over het algemeen natter in een strook van Zuid-Engeland naar Duitsland, met een uitloper naar het oosten - tot voorbij de Oekraïne. In Spanje en Noord-Afrika is het voorjaar gemiddeld juist droger na een El Niño. Na een La Niña gebeurt het omgekeerde, hoewel dat effect minder uitgesproken is. Toch volgde het droogste voorjaar in De Bilt (1893) op de sterkste La Niña uit die periode.

    "Wetenschappelijk gezien is zo'n verband erg interessant, maar voor klimaatvoorspellingen heb je er niets aan", zegt Burgers bescheiden. Daarvoor is het effect te klein. Het maakt alleen echt verschil bij een grote El Niño. "Dan kun je op basis van onze ontdekking maatregelen nemen, maar meer ook niet." Het broeikaseffect beïnvloedt de neerslag in Nederland meer dan El Niño. Toch wagen klimatologen zich niet aan harde uitspraken. "De afgelopen honderd jaar is het 's winters twintig procent meer gaan regenen, maar het is nog niet duidelijk of dat door het broeikaseffect komt, of door normale neerslagvariatie. Die is immers van zichzelf heel groot."

    Links
  • Op het KNMI is een experimentele pagina te vinden met seizoensverwachtingen voor de hele wereld, grotendeeld gebaseerd op El Niño (De pagina wordt maandelijks geactualiseerd).
  • quote:
    Hoofdstuk 6
    Koffiedik kijken

    El Niño, december 1997. Het water voor de kust van Zuid Amerika is beduidend warmer dan normaal.

    Het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF) in Engeland, het Europese broertje van het KNMI, voorspelt een El Niño-piek in mei die daarna afzwakt.

    La Nina, december 2000. Het water voor de kust van Zuid Amerika is koeler dan normaal. Afbeeldingen van http://www.elnino.noaa.gov/lanina.html

    Voorspellen blijft lastig, maar 2002 zou wel eens een El Niño-jaar kunnen worden.

    De laatste grote El Niño in 1997/1998 was de sterkste ooit, voor zover bekend. Hoewel klimaatonderzoekers deze El Niño wel hadden voorspeld, had niemand de enorme kracht ervan voorzien. Bovendien trokken enkele vooraanstaande wetenschappers de voorspelling in twijfel, onder wie de Amerikaanse klimatoloog Michael Glantz, senior onderzoeker bij het National Center for Atmospheric Research (NCAR) in Boulder en El Niño-kenner bij uitstek. Glantz kreeg ongelijk. El Niño kwam eind 1997 met ongekende kracht. Het kerstkind kostte ruim tweeduizend mensen het leven en richtte wereldwijd voor minstens 33 miljard(!) dollar schade aan.

    En hoe zit het met 2002? "Er komt dit jaar wel iets El Niño-achtigs aan", zegt Gerrit Burgers, afdelingshoofd oceanografie bij het KNMI in De Bilt, turend naar atmosfeer- en oceaanmodellen op z'n computerscherm. Burgers houdt bewust een slag om de arm. "Het is heel lastig om door het voorjaar heen voorspellingen te doen. Als je de toestand van de oceaan in de zomer kent, kun je redelijk goed voorspellen wat er de volgende winter gaat gebeuren. Maar vanuit de winter voorspellen hoe de zomer eruit zal zien, is veel moeilijker."

    Oceanografen noemen dit dilemma de 'spring barrier'. In het voorjaar is de oceaan al vrij warm van zichzelf en is hij gevoeliger voor verstoringen. Een kleine verstoring kan dan grote gevolgen hebben. Dat maakt het moeilijk te voorspellen hoe El Niño zich na het voorjaar gaat gedragen. Ook de 'westerly wind events' (westenwinden tijdens het regenseizoen in Indonesië van oktober tot maart) spelen mogelijk een rol bij het ontstaan van een El Niño, maar theorieën daarover staan nog in de kinderschoenen.

    Het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF) in Engeland, het Europese broertje van het KNMI, voorspelt een El Niño-piek in mei die daarna afzwakt. Toch is de temperatuur van het zeewater momenteel maar een kwart graad hoger dan normaal. "Maar wat is normaal?", vraagt Burgers retorisch. "Voor hetzelfde geld komt er net zo'n grote westerstorm als in 1997, die vanuit Indonesië over de Pacific trekt. Dan krijgen we weer een grote El Niño. Het fenomeen is uitermate grillig."


    [ Bericht 0% gewijzigd door Drugshond op 07-01-2007 14:15:12 ]
      zondag 7 januari 2007 @ 13:46:12 #2
    143274 -skippybal-
    Stuiterdestuiter
    pi_45106469
    quote:
    Bij het KNMI in De Bilt vinden ze dat El Niño er in de media, en daarmee bij het grote publiek, nogal beroerd vanaf komt. Het verschijnsel is bijna synoniem voor tornado's, orkanen, stortregens, overstromingen, extreme droogtes, mislukte oogsten en bosbranden. "El Niño krijgt van ongeveer alles de schuld", zegt oceanograaf Geert Jan van Oldenborgh licht verontwaardigd. "Van de ondergang van Napoleon tot de opkomst van Hitler. En als het niet door El Niño komt, ligt het wel aan het broeikaseffect. Onzin, natuurlijk. El Niño is niet goed of slecht. Het is een natuurfenomeen dat er gewoon bijhoort."
    Hier hebben ze echt gelijk in.
    Een tijdje geleden had iedereen het ineens over El Niño. Aangespoelde walvissen, droogte in waar dan ook, een extreem daar, een hoosbui hier, alles lag aan El Niño
    LastFM
    03/06 Maccabees - 10/06 Gaslight Anthem - 18/06 Oi Vai Voi - 20/06 Green Beats - 24/06 Ghinzu - 18/07 Extrema Outdoor
      zondag 7 januari 2007 @ 17:02:51 #3
    89730 Drugshond
    De Euro. Mislukt vanaf dag 1.
    pi_45113225
    quote:
    Op zondag 7 januari 2007 13:46 schreef -skippybal- het volgende:
    Hier hebben ze echt gelijk in.
    Een tijdje geleden had iedereen het ineens over El Niño. Aangespoelde walvissen, droogte in waar dan ook, een extreem daar, een hoosbui hier, alles lag aan El Niño
    En in hoeverre klopt dit verschijnsel niet ?
    Er is altijd al een El Nino geweest, maar hij is wel degelijk van invloed voor de temperatuur van het zeewater (plaatselijk genomen). En aangezien El Nino , El Nina en Orkanen gemiddeld genomen allemaal bij de evennaar optreden zou je denken dat er een zeker causaal verband is.
    pi_45122539
    Drugshond je was me voor

    Ik wilde er ookal een topic over maken....

    Maar bij deze een link
    El Niño en z'n zusje la Niña

    [ Bericht 9% gewijzigd door -CRASH- op 07-01-2007 21:19:28 ]
    <a href="http://www.vwkweb.nl/" rel="nofollow" target="_blank">Vereniging voor weerkunde en klimatologie</a>
    <a href="http://www.estofex.org/" rel="nofollow" target="_blank">ESTOFEX</a>
      Moderator maandag 8 januari 2007 @ 10:35:35 #5
    8781 crew  Frutsel
    pi_45136408
    Offtopic: Dus de opkomst van de SP is niet te wijden aan El Nino? Damn...en ik maar hopen dat het eenmalig was, zo eens in de 10 jaar

    Maarruh, idd krijgt El Nino overal de schuld van, lekker makkelijk he

    Mooie OP!
      donderdag 11 januari 2007 @ 00:43:08 #6
    89730 Drugshond
    De Euro. Mislukt vanaf dag 1.
    pi_45235691
    quote:
    NOAA REPORTS 2006 WARMEST YEAR ON RECORD FOR U.S.
    Bron : NOAA news


    NOAA image of U.S. state temperature rankings for 2006.Jan. 9, 2007 — The 2006 average annual temperature for the contiguous U.S. was the warmest on record and nearly identical to the record set in 1998, according to scientists at the NOAA National Climatic Data Center in Asheville, N.C. Seven months in 2006 were much warmer than average, including December, which ended as the fourth warmest December since records began in 1895. (Click NOAA image for larger view of U.S. state temperature rankings for 2006. Click here for high resolution version. Please credit “NOAA.”)


    Based on preliminary data, the 2006 annual average temperature was 55 degrees F—2.2 degrees F (1.2 degrees C) above the 20th Century mean and 0.07 degrees F (0.04 degrees C) warmer than 1998. NOAA originally estimated in mid-December that the 2006 annual average temperature for the contiguous United States would likely be 2 degrees F (1.1 degrees C) above the 20th Century mean, which would have made 2006 the third warmest year on record, slightly cooler than 1998 and 1934, according to preliminary data. Further analysis of annual temperatures and an unusually warm December caused the change in records.

    NOAA image of national temperatures for the contiguous United States from 1895 to 2006.These values were calculated using a network of more than 1,200 U.S. Historical Climatology Network stations. These data, primarily from rural stations, have been adjusted to remove artificial effects resulting from factors such as urbanization and station and instrument changes, which occurred during the period of record. (Click NOAA image for larger view of national temperatures for the contiguous United States from 1895 to 2006. Click here for high resolution version. Please credit “NOAA.”)

    An improved data set being developed at NCDC and scheduled for release in 2007 incorporates recent scientific advances that better address uncertainties in the instrumental record. Small changes in annual average temperatures will affect individual rankings. Although undergoing final testing and development, this new data set also shows 2006 and 1998 to be the two warmest years on record for the contiguous U.S., but with 2006 slightly cooler than 1998.

    The unusually warm temperatures during much of the first half of the cold season (October-December) helped reduce residential energy needs for the nation as a whole. Using the Residential Energy Demand Temperature Index (REDTI—an index developed at NOAA to relate energy usage to climate), NOAA scientists determined that the nation's residential energy demand was approximately 13.5 percent lower than what would have occurred under average climate conditions for the season.

    After a cold start to December, the persistence of spring-like temperatures in the eastern two-thirds of the country during the final two to three weeks of 2006 made this the fourth warmest December on record in the U.S., and helped bring the annual average to record high levels. For example, the monthly average temperature in Boston was 8 degrees F above average, and in Minneapolis-St Paul, the temperature was 17 degrees F above average for the last three weeks of December. Even in Denver, which had its third snowiest December on record and endured a major blizzard that brought the city to a standstill during the holiday travel season, the temperature for the month was 1.4 degrees F warmer than the 1971-2000 average.

    Five states had their warmest December on record (Minnesota, New York, Connecticut, Vermont, New Hampshire) and no state was colder than average in December.

    The unusually warm start to this winter reflected the rarity of Arctic outbreaks across the country as an El Niño episode continued in the equatorial Pacific. A contributing factor to the unusually warm temperatures throughout 2006 also is the long-term warming trend, which has been linked to increases in greenhouse gases. This has made warmer-than-average conditions more common in the U.S. and other parts of the world. It is unclear how much of the recent anomalous warmth was due to greenhouse-gas-induced warming and how much was due to the El Niño-related circulation pattern. It is known that El Niño is playing a major role in this winter's short-term warm period.

    U.S. and global annual temperatures are now approximately 1.0 degrees F warmer than at the start of the 20th century, and the rate of warming has accelerated over the past 30 years, increasing globally since the mid-1970s at a rate approximately three times faster than the century-scale trend. The past nine years have all been among the 25 warmest years on record for the contiguous U.S., a streak which is unprecedented in the historical record.

    NOAA, an agency of the U.S. Commerce Department, is celebrating 200 years of science and service to the nation. From the establishment of the Survey of the Coast in 1807 by Thomas Jefferson to the formation of the Weather Bureau and the Bureau of Commercial Fisheries in the 1870s, much of America's scientific heritage is rooted in NOAA. NOAA is dedicated to enhancing economic security and national safety through the prediction and research of weather and climate-related events and information service delivery for transportation, and by providing environmental stewardship of the nation's coastal and marine resources. Through the emerging Global Earth Observation System of Systems (GEOSS), NOAA is working with its federal partners, more than 60 countries and the European Commission to develop a global monitoring network that is as integrated as the planet it observes, predicts and protects.


    [ Bericht 0% gewijzigd door Drugshond op 11-01-2007 00:48:50 ]
      zaterdag 13 januari 2007 @ 12:51:13 #7
    102735 Zoot
    12:50, press return..
    pi_45310639
    Nog een artikel hierover uit de Science van 15 december 2006.

    Inleidend stukje:
    quote:
    The El Niño–Southern Oscillation (ENSO) cycle of alternating warm El Niño and cold La Niña
    events is the dominant year-to-year climate signal on Earth. ENSO originates in the tropical Pacific
    through interactions between the ocean and the atmosphere, but its environmental and
    socioeconomic impacts are felt worldwide. Spurred on by the powerful 1997–1998 El Niño, efforts
    to understand the causes and consequences of ENSO have greatly expanded in the past few years.
    These efforts reveal the breadth of ENSO’s influence on the Earth system and the potential to
    exploit its predictability for societal benefit. However, many intertwined issues regarding ENSO
    dynamics, impacts, forecasting, and applications remain unresolved. Research to address these
    issues will not only lead to progress across a broad range of scientific disciplines but also provide
    an opportunity to educate the public and policy makers about the importance of climate variability
    and change in the modern world.
    Pagina 1

    Pagina 2

    Pagina 3

    Pagina 4

    Pagina 5
    pi_45863150
    El Nino Rainfall Patterns over the United States

    An anomalous warming of the central and eastern Pacific along the equator is part of a well known climate event called El Niño. The current El Niño began in the spring of 2006 and reached its peak in November and December. El Niño has far reaching effects. The anomalous warming of sea surface temperatures in the eastern Pacific effects the general circulation pattern, which impacts both temperature and precipitation patterns well into middle latitudes. Deviations to the rainfall pattern across the United States due to El Niño are well-established based on past events. Most notably, the northern Gulf Coast experiences above-average rainfall, as does California and the Southwest due to a stronger-than-average subtropical jet stream. The Ohio Valley and the Northwest tend to see below-normal rainfall.

    These deviations from the normal rainfall pattern are illustrated in this image, made from the near-real time Multi-satellite Precipitation Analysis (MPA), which is based on data from the Tropical Rainfall Measuring Mission (TRMM) satellite. MPA rainfall anomalies across the United States are shown here for December 25, 2006, to January 25, 2007. The anomalies are obtained by subtracting the average rainfall from the current values for the period. The average rainfall measurements are based on data collected since TRMM’s launch in November 1997.

    Several of the notable features associated with El Niño are evident. The northern Gulf Coast west of Florida is wetter than average as is southern California. The Four Corners region in the Southwest is also very moist, which is typical for El Niño. Drier-than-normal conditions are evident over the Ohio Valley. There are some exceptions to the expected El Niño rainfall pattern. Montana, for example, is usually drier than average but appears relatively moist, and Florida is usually wetter than average but shows below normal rainfall for the period. Also, the dry anomaly in the Northwest is concentrated over northern California instead of spreading over Washington and Oregon as might be expected.

      donderdag 22 februari 2007 @ 00:27:51 #9
    89730 Drugshond
    De Euro. Mislukt vanaf dag 1.
    pi_46546472
    quote:
    El Nino declared over
    abc.net
    The bureau says it is time to be optimistic about drought-breaking rains, although the drought is far from over.


    The Bureau of Meteorology has declared the drought-causing El Nino weather phenomenon has passed after influencing Australia's climate for more than a year.

    In a statement, it says all the main indicators show neutral conditions have returned to the Pacific Basin.

    "Along the equator, sea-surface temperatures are cooling rapidly and have been below their El Nino thresholds for about a month now," the statement said.

    But the bureau's senior climatologist, Grant Beard, says it may not mean heavy rain is on the way.

    "Unfortunately, El Nino is not an on-off switch, so just because the El Nino has finished in terms of its broad-scale indicators, it doesn't mean that imminent widespread rain is about to occur to break the drought," Mr Beard said.

    "In fact, a lot of the areas through the south and east of the country, in terms of water supplies, are so far behind that only several years of healthy falls will replenish those supplies to something that is considered satisfactory."

    But he says rain is now more likely.

    "It provides optimism - cautious optimism, I would say - for a return to more normal rainfall pattern in the drought-affected areas during the next one to two seasons," he said.

    Mr Beard says the rain would likely fall over Australia's eastern half and in areas in the country's south-west.

    The climatologist says early signs have emerged of an imminent La Nina cycle, which would bring more rain.

    "We think that the chance of a La Nina developing this year is probably higher than the long-term level of chance, which is about one in five, or 20 per cent," he said.

    "La Ninas are usually associated with above-average rainfall over fairly large areas of the continent, particularly the eastern half of the country.

    "But in terms of the long-term water supply issue, it's really impossible to say.

    "Several years of above-average falls are really needed."
      vrijdag 23 februari 2007 @ 12:24:05 #10
    89730 Drugshond
    De Euro. Mislukt vanaf dag 1.
    pi_46590036
    quote:
    Meteorologists say El Nino weather is over
    taipeitimes.com

    Australian forecasters said yesterday that the El Nino weather pattern blamed for the worst drought in a century had ended, and expressed cautious optimism much-needed rain was on the way.

    The Bureau of Meteorology said there was no guarantee the drought was over but the end of the El Nino meant there was reason to be hopeful.

    "The 2006/07 El Nino has ended," the bureau said in a statement.

    "While the end of the El Nino would normally be associated with a return to more normal rainfall patterns, it should not be seen as a precursor to drought-breaking rains," it said.

    "Nonetheless, we can be cautiously optimistic that there will be a general easing of dry conditions in drought-affected areas over the next one to two seasons," it said.


    El Nino is occasional warming of the central and eastern Pacific Ocean that typically happens every four to seven years and disrupts weather patterns from the western seaboard of Latin America to East Africa for 12-18 months.

    It has been blamed for flooding in the Horn of Africa and Bolivia, more severe winter monsoons in South Asia, and the lengthy drought in Australia.

    "More often than not, El Nino events result in reduced rainfall across parts of eastern and northern Australia, particularly during winter, spring and early summer," the bureau said.

    "However, the precise nature of the impact differs quite markedly from one event to another, even with similar changes and patterns in the Pacific Ocean," it said.

    The bureau said there was a higher-than-average chance of the El Nino being followed by a "La Nina" weather pattern, which occurs when the Pacific cools, offering hope of drought-breaking rains.

    "La Nina events are generally associated with wetter-than-normal conditions across much of the eastern half of the country from about autumn," it said.

    En ik zie hem ook niet meer.
      dinsdag 20 maart 2007 @ 09:29:52 #11
    89730 Drugshond
    De Euro. Mislukt vanaf dag 1.
    pi_47462397
    quote:
    With La Nina, '07 hurricane season could pack punch
    Bron : orlandosentinel.com
    La Nina, an atmospheric condition that promotes the formation of hurricanes, might be back in time for this year's six-month Atlantic storm season, government forecasters are predicting.

    The weather pattern, the result of a cooling of the eastern Pacific Ocean, acts to calm the atmosphere, allowing hurricanes to form uninhibited in the Atlantic.

    Though its return isn't altogether certain, satellite images and readings from ocean buoys indicate water temperatures in that Pacific region have rapidly decreased, officials of the National Oceanic and Atmospheric Administration said Tuesday.

    "Although other scientific factors affect the frequency of hurricanes, there tends to be a greater-than-normal number of Atlantic hurricanes . . . during La Nina events," NOAA Administrator Conrad C. Lautenbacher said in a news release.

    Meanwhile, the condition's counterpart, El Nino, a warming of the eastern Pacific, is fading, NOAA officials said. El Nino tends to tear storms apart by creating high-level wind shear. It was credited in part with making the 2006 hurricane season uneventful, though meteorologists also blame it for contributing to the severe storms and tornadoes that have pummeled Central Florida this winter.

    That's because El Nino pulls the subtropical jet stream -- high-altitude air currents that sweep across the nation -- farther south, which leads to stronger and more frequent winter storms in the southern U.S., according to meteorologists.

    La Nina commonly comes on the heels of El Nino and can stick around for years, said Vernon Kousky, a research meteorologist at NOAA's Climate Prediction Center in Camp Springs, Md.

    That happened from 1998 to 2001, helping to make each of those years stormier than normal, officials said. If there is a bright note, La Nina conditions that develop from March to June -- as this one appears to be doing -- usually don't reach peak intensity until December, Kousky said. That means the condition might not be fully in place during the June-November hurricane season.

    Threat of wildfires

    La Nina also boosts chances for wildfires in Florida because its cooling of the Pacific causes winds at high altitude to carry significantly less moisture across the Southern United States to Florida. During the La Nina that began in '98, drought conditions dried up lakes and turned forests into tinderboxes.

    Noted storm prognosticator William Gray and his research assistant Phil Klotzbach of Colorado State University have predicted 14 named storms, including seven hurricanes, in 2007.

    That would represent a slightly busier than normal season, which typically sees 11 named storms and six hurricanes.

    Early predictions

    However, Gray's forecast was drafted in December before the La Nina conditions were detected.

    Gray predicted 17 named storms for 2006, including nine hurricanes, with five of those considered intense.

    Instead, the season spawned nine named storms and five hurricanes. Only two of those reached Category 3 status.

    Gray's forecast was overinflated last year because, he said, he didn't foresee El Nino's arrival.

    NOAA will release its seasonal outlook in May.
      Moderator zondag 26 juli 2009 @ 21:02:20 #12
    8781 crew  Frutsel
    pi_71348569
    quote:
    El Niño dreigt na 10 jaar terug te keren

    ROTTERDAM - Wetenschappers verwachten nog dit jaar een nieuwe El Niño, een chaotisch weerpatroon dat ontstaat door opwarming van de Grote Oceaan.

    Het gevolg: extreme regenval, aanhoudende droogte en mislukte oogsten in grote delen van de wereld.

    Voor een uit de kluiten gewassen El Niño hoeft het oceaanwater voor de westkusten van Latijns-Amerika slechts een paar graden warmer te worden. Normaal houden de passaatwinden het warme water in het westelijke deel van de Grote Oceaan. Maar als de winden afzwakken, en dat gebeurt nu, verplaatst het warme water zich oostwaarts, in de richting van Peru. Dat leidt er toe dat in de atmosfeer meer wolken en veranderlijke winden ontstaan. Het weer en de temperatuur raken dan van slag.

    De NOAA, het Amerikaanse meteorologisch instituut, stelde de afgelopen weken vast dat de temperatuur van het oceaanwater verder stijgt. Aan de oppervlakte is de zee al een graad warmer dan gemiddeld. Op een diepte van een meter of 150 is dat zelfs vier graden. De gevolgen van die temperatuurstijging zijn tot tienduizenden kilometers verderop te merken.

    De laatste heftige El Niño sloeg toe rond de jaarwisseling van 1997 en 1998.

    Kaart van afwijkende watertemperatuur [°C] in de oceanen gedurende de laatste sterke El Niño in december 1997

    De Amerikaanse staat Californië werd geteisterd door slagregens. Hittegolven joegen over Australië en Brazilië, bosbranden blakerden grote delen van Indonesië. Oost-Afrika en een aantal landen in Latijns-Amerika kampten met overstromingen. Op de Galapagos-eilanden, voor de kust van Ecuador, waren ineens de schildpadden verdwenen. De ansjovis voor de kust van Peru vertrok omdat er geen koud, voedselrijk water meer werd aangevoerd. In de door droogte getroffen Filipijnen riep de rooms-katholieke kerk de bevolking op om massaal bij God om regen te smeken.

    Wereldwijd kwamen 2000 mensen om. De schade aan gewassen en infrastructuur liep alleen al in Azië en Australië in de miljarden.

    El Niño - Spaans voor ‘het jongentje’, maar het kan ook ‘het Kerstkindje’ betekenen - doet zich rond Kerstmis voor. De naam refereert aan de geboorte van Christus. Het weersverschijnsel is met recht een mysterie te noemen. El Niño duikt om de paar jaar op en varieert sterk in kracht. Niemand begrijpt precies waarom.

    Zeker is dat de weersveranderingen die El Niño met zich meebrengt desastreus zijn voor de landbouwgewassen. Indonesië zit als grootste palmolieproducent ter wereld niet op droogte te wachten. Australië, onder meer een belangrijke wijnproducent, is nog herstellende van de ergste droogte in een eeuw. India, dat op grote schaal rijst, maïs en andere granen verbouwt, wordt nu al geconfronteerd met een moesson die minder regen brengt dan normaal.

    Als de oogsten mislukken, stijgen de voedselprijzen in de hele wereld. Gevreesd wordt dat dit vooral in arme landen tot sociale en politieke onrust zal leiden. Ook de rijke landen ondervinden daarvan de gevolgen. Het noordelijk halfrond is voor een belangrijk deel afhankelijk van voedsel dat op het zuidelijk halfrond wordt verbouwd.

    In West-Europa zijn volgens meteorologen geen extreme weersveranderingen te verwachten. Voor delen van de Verenigde Staten is El Niño zelfs gunstig, bijvoorbeeld omdat er minder orkanen door ontstaan.

    Hoe hevig El Niño dit keer zal uitpakken, is nog niet zeker te zeggen. Alles valt of staat met een eventuele verdere temperatuurstijging van het oceaanwater. Wetenschappers verwachten daarover in de herfst een duidelijk beeld te hebben. Niettemin zetten hulporganisaties zich nu al schrap.
    Fok! en El Nino
    De El Nino Wikipedia
    El Nino aldus het KNMI
    Engelse bron van het bericht

    Hmm... dit kan weer catastrofale gevolgen hebben voor arme gebieden
    pi_71349282
    ja wordt al paar maanden voor gewaarschuwd, ben benieuwd wat voor chaos er nu weer gaat ontstaan
    Lawamena hitihala Lawamena haulala
    pi_71394151
    alleen de kop en eerste paragraaf al

    in 2002/2003, 2004/2005 en 2006/2007 waren er ook al El Nino's, al waren die niet van de extreme grootte van 1997/1998. zie hier
    er zijn nagenoeg geen aanwijzingen dat deze extreem groot gaat worden. De dynamische modellen voorspellen gemiddeld een piek van +1,5 graden en de statistische modellen zelfs maar van +0,9. Alleen het NASA model voorspelt iets wat enigszins op de super El Nino van 1997/1998 (+2,5) in de buurt komt, met een piek van +2,2. zie hier

    "ontstaat door opwarming van de Grote Oceaan" is ook een beetje overdreven... het is niet zo zeer dat de hele oceaan opwarmt, maar vooral de verspreiding van warm en koud water anders wordt.

    't wordt gebracht alsof dit zeldzame en desastreuse gebeurtenissen zijn, maar eigenlijk is dit gewoon iets wat normaal gesproken om de paar jaar voorkomt en slechts zelden de omvang aanneemt zoals eind vorige eeuw.
      Moderator donderdag 30 juli 2009 @ 14:22:20 #15
    8781 crew  Frutsel
    pi_71458480
    NASA voorspelt recordwarmte voor de volgende jaren

    NASA voorspelt ook wel meer warmte Ared

    Raar dat ze dan zo uit de band springen met zon prognose
    pi_71460553
    ja, maar dat zijn de klimaatwetenschappers van de NASA. De zonnespecialisten van de NASA zijn "bekeerd" en verwachten ondertussen al geen groot maximum meer, en accepteren zelfs de mogelijkheid van een nieuw Dalton Minimum:
    quote:
    Indeed, last year marked the blankest year of the Sun in the last half-century — 266 days with not a single sunspot visible from Earth. Then, in the first four months of 2009, the Sun became even more blank, the pace of sunspots slowing more.

    “It’s been as dead as a doornail,” David Hathaway, a solar physicist at NASA’s Marshall Space Flight Center in Huntsville, Ala., said a couple of months ago.

    The Sun perked up in June and July, with a sizeable clump of 20 sunspots earlier this month.

    Now it is blank again, consistent with expectations that this solar cycle will be smaller and calmer, and the maximum of activity, expected to arrive in May 2013 will not be all that maximum.
    ...
    Still, something like the Dalton Minimum — two solar cycles in the early 1800s that peaked at about an average of 50 sunspots — lies in the realm of the possible, Dr. Hathaway said.
    bron
    pi_72766952
    quote:
    Twijfel over link tussen El Niño en klimaatwijziging

    Amerikaanse onderzoekers trekken de link tussen El Niño en de klimaatwijziging in twijfel. Volgens hen zijn niet de stijgende temperaturen verantwoordelijk voor de toenemende kracht van El Niño.

    Onderzoekers van de Texas A&M-universiteit analyseerden het verloop van El Niño die zich in 1918 voordeed. Benjamin Giese, professor oceanografie, maakte samen met zijn collega’s een simulatie van de oceaanwerking in de eerste helft van de twintigste eeuw. Ze kwamen tot de vaststelling dat El Niño van 1918 een van de krachtigste versies van dit klimaatfenomeen in de vorige eeuw was, even sterk als die van 1982-83 en 1997-98.

    Tot nog toe golden 1982-83 en 1997-98 als de twee sterkste versies van El Niño. Voor sommige onderzoekers lag een verband met de klimaatwijziging voor de hand. Maar door de correctie van de Texaanse onderzoekers is die stelling niet houdbaar, zegt Giese. “Aangezien El Niño van 1918-1919 zich voordeed vóór er sprake was van een betekenisvolle opwarming door broeikasgassen, is het moeilijk om te stellen dat El Niño’s krachtiger zijn geworden.”

    Het fenomeen
    El Niño ontstaat wanneer de oppervlaktetemperatuur van het zeewater in het oosten en centrum van de Grote Oceaan (tussen Azië en Amerika) opwarmt ter hoogte van de evenaar. Deze opwarming in de grootste oceaan ter wereld, leidt, samen met andere atmosferische circulatiepatronen, tot aanzienlijke klimaateffecten die in een groot deel van de wereld te voelen zijn.
    pi_72790536
    ondertussen is NASA ook niet meer degene die de het hoogste zit in de voorspellingen. NASA verwacht een piek van 1,6, dat al gehaald zou worden in het trimester september/oktober/november 2009, en dan aanhoudt tot en met november/december/januari.

    de hoogste voorspelling is op dit moment van het COLA CCSM3 model, met een piek van 2,2 graden boven normaal, maar daarmee is het model echt een buitenbeentje. Alle andere modellen zitten op of onder de 1,7. Alleen Landsea/Knaff CLIPER heeft een korte piek van 1,9, maar in de maanden ervoor en erna komt die ook niet hoger dan 1,6.

    't gemiddelde van alle modellen geeft trouwens nu een piek van 1,3 boven normaal. Dat zou deze El Nino tussen die van 2002/2003 en 2006/2007 plaatsen qua grootte.
    pi_72963209
    quote:
    Bad harvest,El Nino spell hunger for east Africa

    ROME, Sept 21 (Reuters) - Poor harvests due to lack of rain, combined with worsening conflict and the El Nino climatic effect, could leave millions more people in east Africa facing food shortages this year, the United Nations said on Monday.

    A report by the U.N. Food and Agriculture organisation said that from Uganda to Ethiopia, Kenya and Somalia a drop in cereal production was likely to increase the nearly 20 million people already dependent on food assistance in one of the world's poorest regions.

    The perilous situation could be worsened by the El Nino climatic effect, which brings heavy rains towards the end of the year that produce floods and mudslides, ruining crops, killing livestock and damaging infrastructure, the FAO said.

    El Nino, an abnormal warming of the waters of the equatorial Pacific, unhinges weather patterns around the world.

    The food security situation is dire in conflict-torn Somalia, which faces its worst humanitarian crisis in 18 years, with approximately half the population -- an estimated 3.6 million people -- in need of emergency aid, the FAO said.

    That includes 1.4 million rural people affected by severe drought, and 1.3 million internally displaced people as a result of escalating violence, the FAO said.

    In Ethiopia, a partial failure of the secondary crop season, known as the belg, is expected to hike the number of people in need of emergency assistance to 6.2 million from 1.3 million at present.

    In Kenya, the vital maize crop which accounts for 80 percent of annual cereal production, is forecast 28 percent below usual levels at 1.84 million tonnes.

    Meanwhile, a fourth successive poor harvest is expected in Uganda, with the worst hit area being the northern Acholi region which has been racked by years of violence between the army and the rebel Lord's Resistance Army where crops are expected to be 50 percent below their usual levels.

    With more than one million people already food insecure in Uganda, the number could rise steadily this year, the FAO said.
      Moderator dinsdag 27 oktober 2009 @ 15:20:04 #20
    8781 crew  Frutsel
    pi_74113009
    quote:
    El Nino strengthens

    El Niño conditions have strengthened in recent weeks, crossing the threshold from "weak" to "moderate", according to data compiled by NOAA's Climate Prediction Center. NOAA defines "moderate" El Niño conditions as existing when sea surface temperature (SST) departure from average in the equatorial Eastern Pacific (the area 5°N - 5°S, 120°W - 170°W, also called the "Niña 3.4 region") warms above 1.0°C. According to the latest time-series plot of "Niña 3.4 region" SSTs (Figure 1), we crossed that threshold last week. Monthly average SSTs will have to remain above 1.0°C for five consecutive months in order for this to be considered a "moderate" El Niño event. The ongoing intensification of El Niño could have major impacts on this winter's weather.


    [i]Figure 1. Departure of sea surface temperature (SST) from average for the past two years along the equatorial Eastern Pacific (the area 5°N - 5°S, 120°W - 170°W, also called the "Niña 3.4 region"). Moderate strength El Niño conditions occur when the Niña 3.4 anomaly exceeds 1.0°C, which occurred last week (red arrow). Weak El Niño conditions (Niña 3.4 anomaly between 0.5 - 1.0°C) were present from early June to mid-October.[/s]

    The intensification of El Niño is due to a combination of events in the ocean and the atmosphere. In the ocean, a slow-moving wave of water more than 5°C (9°F) warmer than average is progressing from west to east along the Equator (Figure 2). This wave, known as a "Kelvin" wave, is focused at a depth of 150 meters, but also affects surface waters. The Kelvin wave was at 175W on October 1, and is now near 140W, so it is traveling east at about 4 mph (100 miles/day). At the ocean surface, a burst of west-to-east winds near the Date Line has weakened the trade winds (Figure 3), which blow the opposite direction--east to west. The trade winds have weakened by 1 - 2 m/s over the past few weeks, allowing the Kelvin wave to push warm water eastward towards South America. The result of this interplay between ocean and air is an intensification of El Niño conditions from weak to moderate.
      Moderator woensdag 28 oktober 2009 @ 14:36:52 #21
    8781 crew  Frutsel
    pi_74150154
    Zowel meer als minder orkanen door El Nino?

    In de Atlantische Oceaan zijn dit orkaanseizoen, dat loopt van augustus tot en met oktober, eigenlijk maar weinig orkanen geweest. Dit in tegenstelling tot een aantal andere gebieden, die geregeld het nieuws haalden. Krachtige tropische stormen en orkaangeweld wisten daar namelijk veel schade aan te richten. In dit verhaal zullen we uitleggen waarom de orkanen zich nu juist niet in het Atlantisch gebied voordoen.

    Als we de balans opmaken voor de Atlantische Oceaan dan komen we niet verder dan een lijstje met 10 noemenswaardige gebeurtenissen. Dit jaar deden zich twee orkanen voor (Bill en Fred), 6 tropische stormen (Ana, Claudette, Danny, Erika, Grace en Henri) en twee tropische depressies (nummer één en acht).

    El Nino

    Veel vaker deden dergelijke monsterstormen zich voor aan de westkust van Amerika. En ook een aantal ontwikkelingslanden kreeg veel stormgeweld over zich heen. Momenteel koerst bijvoorbeeld al de vierde tyfoon, Mirinae genaamd, op de Filippijnen af. Het fenomeen El Nino blijkt aan de basis te staan voor de huidige stand van zaken wat orkanen betreft.

    El Nino is vooral bekend om zijn gevolgen in Peru en Indonesië. Door veranderende stromingen krijgt men te maken met andere zeewatertemperaturen. De vissers van Peru merken dat het koude en voedselrijke water, dat normaal gesproken vanuit de Zuidpool langs de kust stroomt, plaatst maakt voor warmer water. Hierdoor vangen de vissers minder vis en ook veroorzaakt het warmere water meer buien, met overstromingen tot gevolg.

    In de omgeving van Indonesië gebeurt het tegenovergestelde. In plaatst van warm zeewater stroomt kouder zeewater de regio binnen. Normaal staat deze regio bekend als een nat gebied, maar door het koude water wordt de neerslagactiviteit getemperd. Het gevolg is extreme droogte, waardoor achtereenvolgens bosbranden en smog ontstaan.

    Wereldwijde gevolgen

    Al enige tijd is bekend dat de gevolgen van El Nino veel verder gaan dan de omgeving van Zuid-Amerika en Indonesië. Niet alleen daar veranderen de stromingspatronen (in zowel de lucht als de zee), maar wereldwijd. El Nino heeft dus ook gevolgen voor de Atlantische Oceaan. Gevolgen die de vorming van tropische stormen en orkanen tegen gaan.

    In de Atlantische Oceaan zijn tijdens een El Nino de veranderingen in zeewatertemperatuur niet of nauwelijks aanwezig. De reden voor minder orkanen en tropische stormen moeten we dus niet zoeken bij het zeewater, maar bij de wind. Tijdens een El Nino blijkt er namelijk meer verticale windschering te zijn in de ontstaansgebieden.

    Het ontstaan van orkanen

    Orkanen in de Atlantische Oceaan vinden hun oorsprong voor de westkust van Afrika. Onweersbuien weten zich hier, boven zeewater van tenminste 27 graden, verder te organiseren. Deze onweerscomplexen worden met de oostelijke wind meegenomen richting Amerika. Boven het warme zeewater worden de systemen steeds actiever en groeien ze mogelijk uit tot achtereenvolgens tropische depressies, tropische stormen en orkanen.

    Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat de wind met de hoogte niet teveel verandert wat windrichting en windsterkte betreft. Tijdens een El Nino is deze zogenaamde verticale windschering echter een stuk sterker dan normaal. De toppen van deze stormsystemen worden daardoor meer uiteengewaaid, waardoor ze zich niet kunnen organiseren. Tijdens een La Nina, de tegenhanger van El Nino, is van verticale windschering niet of nauwelijks sprake. Onweerscomplexen kunnen zich dan wel organiseren, met een actief orkaanseizoen tot gevolg.

    Afnemende El Nino

    De huidige El Nino lijkt overigens momenteel alweer op zijn retour te zijn. Of we daarmee opnieuw op een La Nina afstevenen is nog niet te zeggen. Wel lijken hiermee de orkaankansen in de Atlantische Oceaan voor volgend jaar weer groter te worden.
    =======
    Bericht van gister zegt El Nino strengthens...
    Dit bericht zegt dat El Nino weer op zijn retour is
      Moderator maandag 2 november 2009 @ 16:43:20 #22
    8781 crew  Frutsel
    pi_74319956
    quote:
    El Nino - 2010 ?
    In El Nino related news, you may have heard recently that the current El Nino has strengthened some. We are now in a moderate event with fairly significant anomalies in the sea surface temps across a great deal of the Equatorial Pacific. I thought it would be interesting to compare this El Nino with some of the recent past- dating back to the 1982-83 event to current. I am looking for what happened during the hurricane seasons following these warm events, possibly finding clues to what might take place next season. Here is what I found:

    El Nino of 1982-1983: following hurricane season in 1984 had 13 named storms. Most notable was hurricane Diana which became a category four hurricane just off the North Carolina coast before making landfall near Wilmington as a category one.

    El Nino of 1986-1987: following hurricane season of 1988 had 12 named storms including powerful hurricane Gilbert which struck Jamaica and then the Yucatan before making a final landfall in Mexico, just south of Brownsville, TX. Note too that 1989 featured hurricane Hugo- the category four monster that made landfall near Charleston, SC.

    El Nino of 1991-1992: following hurricane season in 1993 had eight named storms with the most notable being category three hurricane Emily which came within 20 miles or so of making landfall at Cape Hatteras, North Carolina.

    El Nino of 1997-1998- strongest on record to date: the following hurricane seasons of 1998 & 1999 (the El Nino dramatically reversed in 1998) had a combined total of 26 named storms. Of note were hurricanes Bonnie and Georges in 1998 and Bret, Dennis and Floyd in 1999. Also, hurricane Irene struck south Florida in October of 1999.

    El Nino of 2002, fairly weak but still an El Nino year: the following season of 2003 had sixteen named storms including category 5 hurricane Isabel which hit North Carolina as a category two hurricane. Also had hurricane Fabian which struck Bermuda and hurricane Juan which severely impacted Nova Scotia.

    El Nino of 2006- also a fairly weak event: the following hurricane season of 2007 was marked by mainly low-latitude strong hurricanes which impacted Central America and quick-fuse hurricane Humberto which hit near High Island, Texas.

    The bottom line is that in all but two of the last six El Nino events, the United States was significantly impacted by hurricanes the following non-El Nino season. Note that post-1995 seasons would all be within ths recent up-tick in hurricane activity for the Atlantic Basin where as the 1980s events were not during a warm Atlantic period. Does this lend any clues as to what we might expect for 2010? Possibly. We know that an El Nino event in the Pacific usually acts to thwart development in the Atlantic and is sure seems to have played that role this season. If we do not have an El Nino present next season, that would at least remove the negative conditions brought on by the warmer Pacific. However, other factors are involved such as African dust outbreaks, the strength and position of the Bermuda/Azores High and sea surface temperatures across the Atlantic Basin. Since wek now that El Nino is usually an inhibiting factor for Atlantic hurricane development, we can at least track its progress during the next seven months and see where we end up by June of 2010. If the Pacific cools to neutral but not a strong La Nina, then I would imagine we will see a much more active season next year. It is unusual for El Nino to stick around for more than a year- but nothing is impossible. I'll post updates about the current El Nino throughout the off-season and we'll address it in detail on future editions of our HurricaneTrack News/Talk program. For now, we can expect the current moderate event to stick around through the winter months at least
    zie ook --> Hurricane Season 2009 #2:
      Moderator vrijdag 20 november 2009 @ 14:08:01 #23
    8781 crew  Frutsel
    pi_74885022

    quote:
    El Niño is experiencing a late-fall resurgence. Recent measurements of sea level height from the Ocean Surface Topography Mission (OSTM)/Jason-2 oceanography satellite showed that a strong wave of warm water, known as a Kelvin wave, had spread from the western to the central and eastern Pacific. This warm wave appears as the large area of higher-than-normal sea surface heights in the area between 170 degrees east and 100 degrees west longitude.

    This image was created with data collected OSTM/Jason 2 during a 10-day period centered on November 1, 2009. Red and white areas in the central and eastern equatorial Pacific were 100 to 180 millimeters (4 to 7 inches) above normal. In the western equatorial Pacific, blue and purple areas show where sea levels were between 80 and 150 millimeters (3 and 6 inches) below normal.

    Sea surface height is an indication of temperature because water expands slightly as it warms and contracts as it cools. The elevated sea levels in the central and eastern Pacific are equivalent to sea surface temperatures more than one to two degrees Celsius above normal (two to four degrees Fahrenheit).
    The Kelvin wave was triggered by a large-scale, sustained weakening of trade winds in the western and central equatorial Pacific during October. The change in winds disturbs not only the surface currents but also the deeper ocean circulation. The disturbances reverberate along the thermocline—the boundary between warm, surface water and cold, deep water—as large, slow-moving waves. Similar, weaker events that began in June 2009 initially triggered and have sustained the present El Niño.

    Although El Niño means drought in some parts of the world, in other places it can bring drought relief. “In the American West, where we are struggling under serious drought conditions, this late-fall charge by El Niño is a pleasant surprise, upping the odds for much needed rain and an above-normal winter snowpack,” said oceanographer Bill Patzert of NASA’s Jet Propulsion Laboratory in California.
      Moderator dinsdag 24 november 2009 @ 11:37:19 #24
    8781 crew  Frutsel
    pi_74962428
    quote:
    Broeikaseffect deert El Nino nauwelijks

    DE BILT - Het weerkundig fenomeen El Niño verandert niet of nauwelijks door het versterkte broeikaseffect.
    El Niño is de benaming voor de opwarming van het zeewater van de Stille Oceaan die eens in de drie tot zeven jaar voorkomt. Uit onderzoek blijkt dat El Niño waarschijnlijk niet heviger wordt. Dat staat op de website van het KNMI.

    Sjoukje Philip deed de afgelopen vier jaar bij het weerinstituut in De Bilt onderzoek naar voorspellingen omtrent El Niño door klimaatmodellen. Zij verdedigt haar proefschrift Exploring Mechanisms in Climate Models maandag 30 november op de Universiteit Utrecht.

    Uit haar onderzoek blijkt dat de effecten op El Niño van de vele veranderingen in het klimaat elkaar allemaal tegenwerken, waardoor de optelsom van de effecten klein is.
    pi_75045352
    quote:
    El Niño Cranks Up The Heat This Summer

    Summer is coming to Chile in less than a month and climatologists predict thermometers will be rising more than usual due to El Niño, the warm ocean current that wreaks havoc on the climates of countries along the Pacific Ocean.

    The average temperature is predicted to rise by a 1°C in the central and northern parts of Chile. Higher than normal rainfall is expected in the south - up to 30 percent more. In fact, the amount of southern rainfall has been increasing ever since October.

    El Niño’s effects have been felt in Chile since June and are expected to continue through March 2010.
    Op zaterdag 15 augustus 2009 23:05 schreef eer-ik het volgende:
    Ik vind je sig nogal denigrerend.
      Moderator vrijdag 11 december 2009 @ 11:00:11 #26
    8781 crew  Frutsel
    pi_75510346
    December 11


    november 1

    quote:
    On December 10, 2009, the National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) reported that El Niño conditions spotted earlier in 2009 had strengthened. From October to November 2009, sea surface temperature anomalies increased across the eastern and central equatorial Pacific Ocean. Predictions varied, however, regarding when El Niño would reach its peak strength.

    These color-coded images show El Niño conditions in November (top) and October (bottom) 2009. The images are based on data from the Advanced Microwave Scanning Radiometer for EOS (AMSR-E) on NASA’s Aqua satellite. White areas show where sea surface temperatures were near normal, orange-red areas show unusually warm waters, and blue areas show unusually cold waters. The animation shows daily changes in October and November 2009. In the later image, sea surface temperatures across the equatorial Pacific have increased. What was a broad band of orange in October with two streaks of red in the eastern Pacific has become an intense band of red. Increased sea surface temperatures also appear in the higher latitudes—east of Japan, around Australia, and in the South Pacific midway between South America and New Zealand.

    Under normal (non-El Niño) conditions, waters in the eastern tropical Pacific Ocean (near South America) are kept cool by regular westward-blowing trade winds. As the winds blow surface waters toward the western Pacific, a deep pool of warm water builds around Indonesia. Meanwhile, in the eastern Pacific, cooler waters well up from deep in the ocean to replace the water being pushed westward. During El Niño, the easterly trade winds weaken. The warm pool of water in the western Pacific gradually sloshes eastward, warming the central Pacific. Without the trade winds to drive upwelling in the eastern Pacific, the surface waters become warmer than normal.

    El Niño is only one facet of climate pattern that involves both the ocean and the atmosphere. The atmospheric component is called the Southern Oscillation, which is a strengthening or weakening of the difference in air pressure between the western and the eastern Pacific. During a negative phase of the Southern Oscillation (which is the phase linked to El Niño events in the water), air pressure at the surface of the Pacific around Indonesia becomes unusually high, while the pressure at the surface over the eastern Pacific becomes unusually low. It is the combination of ocean and atmosphere disruptions that produces such strong impacts on global climate patterns. The NOAA Climate Prediction Center stated that this El Niño-Southern Oscillation event would likely continue strengthening or remain moderately strong over the next few months, exerting a substantial influence on global weather and climate during that time.
    pi_78384977
    quote:
    8 doden door zware regenval in Bolivia

    Minstens 18 mensen zijn omgekomen in het Latijns-Amerikaanse land Bolivia, als gevolg van hevige regen die gelinkt wordt aan het klimaatfenomeen 'El Niño'. Daarnaast zijn zo'n 40.000 families in het land getroffen door overstromingen. Verschillende rivieren traden buiten hun oevers. Ook duizenden hectare landbouwgrond staan onder water.

    Begin deze maand vielen al eens veertien doden in Bolivia als gevolg van de hevige regenval. Ook in de buurlanden Peru houdt El Nino lelijk huis.
      Moderator vrijdag 16 juli 2010 @ 14:01:50 #28
    8781 crew  Frutsel
    pi_84131771
    quote:
    La Niña is terug
    Het jaar 2010 startte met een El Niño. In de loop van het voorjaar nam deze echter af en kwam de oceaan ter plekke in een neutrale fase.

    NOAA heeft echter bekend gemaakt dat er nu sprake is van en zwakke La Niña. De verwachting is dat La Niña de komende maanden sterker gaat worden. Een van de gevolgen van dit verschijnsel is dat het aantal orkanen in het Atlantisch gebied dit jaar hoger kan uitvallen. Dit komt overeen met de prognose die NOAA in het voorjaar bekend heeft gemaakt. Tot nu toe is er 1 orkaan geweest. Het betreft Alex die in juni het gebied onveilig maakte
      Moderator maandag 30 augustus 2010 @ 12:25:15 #29
    8781 crew  Frutsel
    pi_85867725


    quote:
    El Nino veranderd radicaal

    Wetenschappers hebben ontdekt dat El Niño radicaal aan het veranderen is. Het fenomeen wordt sterker en is iets verschoven. Vroeger warmde El Niño de wateren voor de kust van Zuid-Amerika op, nu doet ‘ie datzelfde in het centrale deel van de Stille Oceaan. Dat concluderen Amerikaanse wetenschappers na uitgebreid onderzoek.

    De onderzoekers bestudeerden satellietbeelden met daarop de temperaturen van het oppervlaktewater. De kracht van El Niño wordt bepaald door te achterhalen in hoeverre de watertemperatuur van de gemiddeldes afwijkt. De wetenschappers ontdekten dat El Niño in het centrale deel van de Stille Oceaan bijna twee keer zo intensief is als normaal.

    Warmer
    Volgens de wetenschappers verklaart de sterker wordende El Niño de steeds warmer worden wateren in het midden van de Stille Oceaan. “Onze studie laat zien dat de opwarming in het midden van de Stille Oceaan vooral te maken heeft met sterker wordende El Niño’s en niet zozeer met een algemene stijging van temperaturen,” vertelt onderzoeker Tong Lee.

    Gevolgen
    “Deze resultaten suggereren dat de klimaatverandering El Niño reeds aantast door het centrum van de actie van het oosten naar het midden van de Stille Ocaan te verhuizen,” voegt onderzoeker Michael McPhaden toe. En dat heeft gevolgen. “El Niño’s invloed op de wereldwijde weerpatronen verandert als de opwarming van de oceaan vooral in het midden plaatsvindt.”

    In de war
    Als deze trend doorzet, gooit dat de weersvoorspellignen die op lange termijn worden gedaan door de war. Alle voorspellingen en modellen zijn namelijk gebaseerd op de El Niño zoals wij die de laatste vijftig jaar hebben gezien.

    Normaal
    El Niño duikt elke drie tot vijf jaar op en heeft een grote invloed op de oceaan en atmosfeer. Tijdens een ‘normale’ El Niño worden de winden in het oostelijk deel van de Stille Oceaan zwakker. Hierdoor wordt de omhooggaande beweging die het koude, diepere water normaal gesproken maakt, onderdrukt en kan het warme oppervlaktewater vanuit het centrale deel van de Stille Oceaan naar Amerika stromen.

    Nieuw
    Maar de laatste jaren is dat dus aan het veranderen. De nieuwe, verhuisde El Niño dook in de jaren 1991/1992, 1994/1995, 2002/2003, 2004/2005 en 2009/2010 op. Uit klimaatmodellen blijkt dat de klimaatverandering ervoor zorgt dat deze vorm van El Niño frequenter voorkomt.

    Nader onderzoek is nodig om te achterhalen welke gevolgen deze El Niño heeft. Vaststaat dat deze zich niet tot de Stille Oceaan beperken. El Niño kan het weer op de gehele aardbol beïnvloeden en de temperatuur wereldwijd gemakkelijk met 0.2 graden Celsius verhogen of verlagen.
    pi_85938092
    Sorry, maar ik moet toch altijd aan dit fragment denken als het over El Nino gaat :@

    Maar het is gek dat je er niks meer over hoort. Een beetje hetzelfde als het fenomeen zure regen.
    pi_85939985
    quote:
    Op woensdag 1 september 2010 07:52 schreef Y. het volgende:
    Sorry, maar ik moet toch altijd aan dit fragment denken als het over El Nino gaat :@

    Maar het is gek dat je er niks meer over hoort. Een beetje hetzelfde als het fenomeen zure regen.
    Dat je van zure regen niets meer hoort komt omdat we tegenwoordig de meeste brandstoffen ontzwavelen, en juist de zwavel daarin de boosdoener was van de zure regen.
      Moderator woensdag 12 januari 2011 @ 14:37:02 #32
    8781 crew  Frutsel
    pi_91211813
    quote:
    Klimaatverandering kan El-Nino gevaarlijker maken
    De zware overstromingen in Australië en de droogte in Argentinië en Brazilië hebben allebei te maken met een uitzonderlijk sterke La Niña. Experts geloven dat de klimaatverandering de effecten van dat intercontinentale weersverschijnsel verergert, net als haar al even verraderlijke tegenhanger, El Niño.

    La Niña and El Niño zijn de koude en warme uitschieter van een cyclisch weersverschijnsel dat samenhangt met de zuidelijke oscillatie - een patroon van luchtdrukwijzigingen boven de Stille en de Indische Oceaan. Tijdens El Niño-fasen wordt het oppervlaktewater in het oosten van de Stille Oceaan veel warmer, tijdens La Niña veel kouder dan normaal. Dat leidt in beide gevallen tot stormen, overvloedige neerslag of juist droogte in uiteenlopende streken.

    Snelle overgang
    "Er was een heel snelle overgang van El Niño naar La Niña in 2010," zegt Kevin Trenberth, een klimaatwetenschapper van het Nationaal Centrum voor Atmosferisch Onderzoek (NCAR) in de Amerikaanse staat Colorado. Twaalf maanden lang heerste er een erg uitgesproken El Niño; in mei vorig jaar kwam daar een einde aan en twee maanden later was er al een La Niña. Soms laat de overgang jaren op zich wachten.

    De weersverandering maakte een einde aan de droogte die Australië tien jaar lang in haar greep had. Dat gebeurde zo plotseling, dat een gebied zo groot als Duitsland en Frankrijk samen er nu onder water staat. Ook in het noorden van Zuid-Amerika waren er overstromingen, terwijl het centrum en het zuiden van dat werelddeel juist onder droogte lijden.

    Een en ander heeft ernstige gevolgen voor de productie van landbouwgewassen in die streken. Dat is al te merken aan de internationale voedselprijzen, die in december tot recordhoogte stegen.

    Klimaatverandering
    Trenberth gelooft dat er een verband is tussen de klimaatveranderingen en die extreme effecten. "Sinds de jaren zeventig treden er veranderingen op in de cyclus van El Niño en La Niña. Het is een complexe cyclus, maar de effecten als droogte en overstromingen zijn de laatste decennia sterker geworden. Het zou ook verbazen als dat niet het geval was." Door het broeikaseffect stijgt de gemiddelde temperatuur van het oceaanwater en komt er meer waterdamp in de atmosfeer. Of het de klimaatverandering is die ook de afwisseling tussen El Niño en La Niña versnelt, is nog niet bewezen, zegt Trenberth. Ook andere wetenschappers wijzen erop dat de cyclus ook in het verleden rare bokkensprongen maakte. De oorzaken daarvan zijn nog onduidelijk.

    La Niña heeft niet alleen negatieve effecten. Het koude water dat in het oosten van de Stille Oceaan aan de oppervlakte komt, is voedselrijk en leidt daardoor tot grotere visvangsten. Vissers kunnen daar nog een hele tijd van profiteren. "Dit is een van de sterkste El Niña's van de afgelopen vijftig jaar", zegt Bill Patzert, een oceanograaf en klimaatwetenschapper van de Amerikaanse Lucht- en Ruimtevaartadministratie (NASA). "Waarschijnlijk duurt de fase tot de zomer op het noordelijk halfrond."

    Op wereldschaal mag het effect van La Niña niet overdreven worden. Een groot deel van de zuidelijke Stille Oceaan was het voorbije jaar kouder als gevolg van La Niña, maar de oppervlaktetemperatuur van de hele aarde evenaarde in 2010 het record van 1998, een sterk El Niño-jaar.
      Moderator woensdag 26 januari 2011 @ 09:34:03 #33
    8781 crew  Frutsel
    pi_91883674
    quote:
    Noodweer Australië en Zuid-Afrika houdt aan

    CANBERRA - Australië en Zuid-Afrika, die de afgelopen tijd zijn getroffen door zware overstromingen, moeten ook de komende maanden nog rekening houden met slecht weer.

    Het klimaatverschijnsel La Niña, dat wordt gezien als de oorzaak van de watersnood, duurt waarschijnlijk nog tot april en mogelijk zelfs tot mei.

    Dat stelt de Wereld Meteorologische Organisatie, de VN-tak die zich bezighoudt met klimaat en weer, in een dinsdag verspreide voorspelling. La Niña is een zeestroming die vanuit Zuid-Amerika richting Australië en de Indische Oceaan gaat.

    Warmer dan gemiddeld

    Bij Australië en Zuid-Afrika is het water al maanden warmer dan gemiddeld. Daardoor verdampt meer water dan normaal. Boven land komt dat als regen terug naar de aarde.

    In Zuid-Afrika zijn door de overstromingen meer dan honderd doden gevallen. In het oosten van Australië staat het dodental op 35.
      Moderator woensdag 26 januari 2011 @ 09:36:07 #34
    8781 crew  Frutsel
    pi_91883730

    La Niña: Unüblich kalter Pazifik sorgt für Turbulenzen
    quote:
    La Niña kühlt Pazifikregion noch bis ins Frühjah
    Schlechte Aussichten für die Länder am Pazifik: Das Wetterphänomen La Niña werde noch Monate andauern, prognostiziert die Weltmeteorologische Organisation. Die Kältewelle sorgt für Unwetter beidseits des Pazifiks und kühlt das Klima weltweit.

    Die derzeitige Kälteperiode über dem Pazifik, die weltweit die Witterung beeinflusst, wird noch einige Monate dauern. Das prognostiziert die Weltmeteorologische Organisation WMO. Das Wetterphänomen La Niña werde noch bis April oder Mai für kühle Witterung sorgen, begründete die WMO ihre Prognose. Damit drohten in Australien und Südasien weiterhin starke Regenfälle und in Südamerika Dürre.

    ANZEIGE
    La Niña sorgt alle paar Jahre für Turbulenzen, wenn Luftdruckschwankungen über dem Pazifik Passatwinde anfachen, die warmes Wasser nach Westen treiben. Im Osten gelangt kühles Wasser aus der Tiefe nach oben, das den Ozean weiträumig abkühlt.

    Die besonderen Verhältnisse sorgen für Unwetter wie jüngst in Australien. Auf der anderen Seite des Pazifiks hingegen, vor allem in Südamerika, tritt vermehrt Trockenheit ein.

    Stürme über dem Meer

    In den vergangenen Monaten maßen Meteorologen das stärkste La-Niña-Ereignis seit den siebziger Jahren; es hatte im Juni begonnen. Das Ereignis sei durch besonders starke Winde aufgefallen, die Meerestemperaturen hingegen kühlten lediglich um rund 1,5 Grad ab - La Niña kann den Pazifik deutlich stärker abkühlen.

    ANZEIGE
    Ein La Niña war vorhergesagt worden, weil zuvor ein El Niño über dem Pazifik aufgezogen war. El Niño ist das umgekehrte Wetterphänomen, es treibt warmes Wasser nach Südamerika.

    Obwohl La Niña das Klima in weiten Teilen der Welt kühlt, war 2010 im weltweiten Durchschnitt eines der wärmsten Jahre seit Beginn der Messungen im 19. Jahrhundert; manche Institute erklärten 2010 gar zum wärmsten Jahr.

    "Fast alle Prognosemodelle sagen ein Fortbestehen von La Niña für mindestens zwei bis vier Monate voraus", teilt nun die WMO mit. Eine Prognose darüber hinaus sei nicht möglich.
    Bron: DerSpiegel
    pi_91884243
    Das ist ja Deutch. Kan iemand vertalen?
      Moderator woensdag 26 januari 2011 @ 10:07:34 #36
    8781 crew  Frutsel
    pi_91884518
    quote:
    1s.gif Op woensdag 26 januari 2011 09:56 schreef Scrummie het volgende:
    Das ist ja Deutch. Kan iemand vertalen?
    Bericht daarboven, nu.nl, zegt eigenlijk hetzelfde in iets minder woorden ;)
    pi_91884758
    quote:
    1s.gif Op woensdag 26 januari 2011 10:07 schreef Frutsel het volgende:

    [..]

    Bericht daarboven, nu.nl, zegt eigenlijk hetzelfde in iets minder woorden ;)
    Kijk, thanks :).
    pi_92313485
    quote:
    1s.gif Op woensdag 26 januari 2011 09:36 schreef Frutsel het volgende:
    [ afbeelding ]
    La Niña: Unüblich kalter Pazifik sorgt für Turbulenzen

    [..]

    Bron: DerSpiegel
    http://www.spiegel.de/wissenschaft/natur/0,1518,741589,00.html
    abonnement bol.com Unibet Coolblue
    Forum Opties
    Forumhop:
    Hop naar:
    (afkorting, bv 'KLB')