Oorsprong
De banaan is een van de oudste geteelde gewassen in de wereld. In boeddhistische geschriften is de banaan al in de zesde eeuw voor Christus te vinden. Er zijn aanwijzingen dat de banaan al 4000 jaar voor Christus geteeld werd.
De commerciële bananenproductie begon rond 1871 in Costa Rica door een Amerikaanse ingenieur.
De bananenplant groeit in de landen rond de evenaar. De temperatuur moet minstens 15 °C zijn.
Ontstaan van de vruchten
bloeiwijze en vruchtaanzet
bloeiwijze en vruchtaanzet
bananenbloempjes
bananenbloempjes
De banaan wordt vegetatief vermeerderd. Negen maanden na het planten gaat de plant bloeien en drie maanden later zijn de vruchten plukrijp. De bloemen op de dikke, algemene bloeistengel zijn in dwarse rijen geplaatst en elke rij in de oksel van een groen of purperen schutblad. Aan de top van de bloeistengel zitten vele rijen mannelijke bloemen met vijf meeldraden. De zesde meeldraad ontbreekt vaak. Aan de voet van de bloeiwijze zitten vrouwelijke bloemen die naar de top toe vaak overgaan in tweeslachtige bloemen. Uit een langs een zijde opengespleten kelkbuis komt de tweelippige kroon te voorschijn. De vruchten zijn parthenocarp en bevatten daardoor geen zaden. De vrucht is driehokkig en als deze dwars doorgesneden wordt zijn in het centrum de niet uitgegroeide zaden als zwarte puntjes nog te zien. De vruchten groeien aan trossen, die 30-40 kilo zwaar kunnen worden. De trossen bestaan uit kammen (handen) en de kammen weer uit een aantal vingers (de losse banaan). De naam banaan is afkomstig van het Arabische begrip Banan dat vinger betekent. De vruchten van de wilde soorten bevatten weinig vruchtvlees met veel grote zwarte zaden. De plant bloeit maar één keer en sterft daarna af. Uit de wortelstokken groeien weer nieuwe scheuten, die vervolgens weer gaan bloeien.
Rassen
Er zijn wereldwijd ongeveer 400 rassen, waarvan de Cavendish de belangrijkste voor de export van verse consumptiebananen is. Bij Musa staan de bekendste rassen genoemd.
Overig gebruik
De bladeren van de banaan worden voor dakbedekking gebruikt en uit de schijnstam worden bij de soort Musa textilis vezels gewonnen. Ook wordt in de bladeren wel voedsel klaar gemaakt. In Oost-Afrika wordt de banaan veel gebruikt voor het maken van bananenbier en -wijn.
Ziekten en aantastingen
Mede door het feit dat de bananenplant vegetatief vermeerderd wordt en er dus weinig genetische variatie is, zijn de eetbare plantagebananenplanten erg gevoelig voor aantasting door ziekten en insecten, vooral door de schimmelziekten Zwarte sigatokaziekte (Mycosphaerella fijiensis) en Panamaziekte (Fusarium oxysporum f.sp. cubense). De Zwarte sigatokaziekte wordt als een zeer grote bedreiging voor de teelt gezien. De Cavendish was lange tijd weinig vatbaar voor de Panamaziekte, maar wordt nu ook weer meer aangetast. Daarnaast zijn in de plantages door de continue teelt van bananen aaltjes (Pratylenchys sp. en Radopholus similis) een zeer groot probleem.
De black weevil (Cosmopolites sordidus) tast ook vaak de plant aan.
[i]deze ruimte is te huur[/i]