quote:
Noreena Hertz
Bono wil het lijden stoppen
De Moeder Theresa van de rock: Bono. Zijn popstatus opent deuren die voor anderen gesloten blijven. Bono is ambassadeur in de Red-campagne tegen Aids. Econoom/activist Noreena Hertz sprak met hem. 'Alles draait om verlangen en deugd.'
Ik ontmoette Bono voor het eerst in 2003. Hij had mijn boek The Silent Takeover gelezen en wilde wel met me praten over mijn tweede, The Debt Threat, omdat hij ook met dat onderwerp bezig was, armoedebestrijding in de derde wereld. Sinds die ontmoeting onderhouden we een soort professionele vriendschap en komen we elkaar geregeld tegen op conferenties.
Deze ontmoeting was gearrangeerd. We treffen elkaar in de Colombe d’Or in St. Paul de Vence boven Nice, het oude, kunstzinnige hotel-restaurant waar armlastige schilders als Picasso, Bonnard en Chagall met schilderijen voor hun maaltijden betaalden. Bono is hier een goede bekende, tenminste als je afgaat op de lange omhelzing van de eigenaresse en zijn ‘off menu’ keuze voor zeebaars en zwarte-truffelsalade.
Je bent niet echt een typische rockmuzikant.
Nee, ik geloof het niet, ik ben daar niet zo goed in. Wat dat betreft ben ik in het verkeerde vak gerold. Nou ja, er is natuurlijk niks mis met deze baan, in de zin van dat ie erg goed betaalt en dat ik in restaurants als de Colombe d’Or kan eten. Maar fysiek ben ik niet bepaald het type dat je zou verwachten als frontman van een rockband.
Je uiterlijk, bedoel je?
Nou ja, mijn bouw is eerder die van een Ierse bouwvakker dan van een popster, toch? Maar ik bedoel ook de manier waarop ik werk. Ik schrijf tussen 7 en 9 uur ’s morgens voordat de kinderen wakker zijn. Ik heb er vier. Vanaf het moment dat zij wakker zijn, gebeurt er niet veel meer. Ik heb geen problemen met laat naar bed gaan hoor, maar tegenwoordig tref ik de muze vooral ’s morgens vroeg, wanneer ik goed geslapen heb en zij na een lange nacht op haar laatste benen naar huis strompelt. Op dat moment kan ik haar bespringen.
Wat toont ze je?
Patronen. Ik denk dat dat mijn talent is. Ik hoor een paar noten in mijn hoofd en dan voel ik waar die naartoe zullen gaan. Ik zie een of twee noten, en dan verschijnen er drie, vier, vijf, zes, zeven, acht – een melodie. Ik dacht altijd dat iedereen dat kon, maar dat is niet zo. Het is net als met schaken, waar ik als kind al goed in was. Ik heb altijd een paar stappen vooruit kunnen denken.
Heeft dat talent je geholpen om ook grip te krijgen op economische patronen? Economie ligt aan de basis van jouw politieke strijd.
Ik denk het wel. Wetenschap en muziek lijken erg op elkaar. Ik ben ook dol op taartdiagrammen, het verzamelen van gegevens en research doen. Maar waar zij statistieken zien, zie ik een soort sociale grafiek in de harten en de hoofden van mensen die bijvoorbeeld naar U2’s concerten komen en de mensen die ik ontmoet. Ik wil graag geloven dat ik daar goed in ben.
En in de hoofden van de mensen backstage? Ik heb je met politieke leiders zien praten net voordat je moest optreden. Ben je dan niet nerveus voordat je op moet?
Dan niet. De ochtend voor een concert, dan ben ik nerveus. Ik kan misselijk wakker worden. Ik heb het hier eigenlijk nooit over, maar het is er wel. Dat heeft met de noten te maken. Ik moet behoorlijk hoog komen met mijn stem. Ik zing veel b’s die net onder de hoge c zitten. Om je een idee te geven: een tenor kan op een avond misschien twee hoge c’s doen. En als je ze verkeerd raakt, forceer je je stembanden. Alsof je met een raceauto uit de bocht vliegt.
En dus word ik ’s morgens wel eens wakker met twijfel: gaat het lukken of niet? Vroeger lag ik er echt wakker van, voelde ik me beroerd. Hoe kon ik in godsnaam al die verwachtingen waarmaken? Zou het concert aanslaan of niet? Luister, als je 25.000 mensen nodig hebt om je te vertellen dat je geweldig bent, dan moet je wel behoorlijk onzeker zijn.
Dus een slecht concert komt als een mokerslag aan.
Dat blijft als een bloedzuiger aan je vastplakken. Ik was vroeger helemaal hyper voor een concert en kon ook daarna amper meer tot rust komen. Als je onzeker bent, en er gaat iets mis tijdens een show, dan bevestigt dat wat je dus stiekem al wist: dat je niks voorstelt. Veel muzikanten hebben dat, daarom zuipen ze ook zo veel. Ik hoef dat niet meer, ik ben er inmiddels wel overheen.
Wat is er veranderd? De wetenschap dat het volgende keer weer anders is?
Ja dat, maar ook weten hoe je het probleem moet oplossen. Dat niet weten veroorzaakt de paniek.
Voor je politieke werk sta je ook veel op het podium. Je hebt laatst een Labour-conferentie toegesproken, je was in het Witte Huis. Je gaf recent nog een toespraak samen met Bill Gates.
Ja, maar er gebeurt ook veel achter de schermen. Overleggen met de politieke staf, de mensen achter de Congresleden. Mensen van mijn leeftijd vaak of nog jonger. De mensen in de loopgraven, de werkbijen zoals ik. En er gaat veel tijd zitten in het schrijven van brieven aan presidenten en premiers, in het voorbereiden van mijn gesprekken met hen, het fijn slijpen van mijn argumenten, speeches schrijven.
Schrijf je al je speeches en brieven zelf?
Ja, nou ja, ik werk met sjablonen. En ik heb een paar redacteuren die me helpen alles op zijn plaats te zetten. Maar grotendeels schrijf ik ze dus zelf, op de computer met twee vingers.
Een paar jaar geleden was je bezig met een campagne om geld van het Amerikaanse Congres los te krijgen ter vermindering van de schuld van de derde wereld. Waarom geef je zo’n belangrijk deel van je leven aan armoedebestrijding?
Omdat ik wil dat dit hét statement van onze generatie wordt. Toen Neil Armstrong voet op de maan zette in 1969, zei hij: ‘Kijk wat we bereikt hebben, kijk waartoe de mensheid in staat is’. Met die simpele woorden somde hij de volledige financiële macht en de technologische ontwikkelingen van een hele generatie op. Dat hebben wij nog niet gedaan. We hebben zoveel macht en rijkdom vergaard, maar we hebben nog niet laten zien wat dat voor de massa kan betekenen. Alleen maar wat het voor enkelen doet.
Jij weet waar ik het over heb. In jouw boeken en lezingen zeg je dat honger en armoede op deze wereld onnodig zijn. Dat we er iets aan kunnen doen. Kunnen wij het lijden stoppen? Ja, dat kunnen we. Het is niet makkelijk, maar wel mogelijk. Juist nu, nu alles in het teken staat van de ‘War on Terror’, kunnen we laten zien dat wij niet alleen maar die mensen met geweren zijn, die in de woestijn zitten om jou onder vuur te nemen.’
Ik neem aan dat jij met deze boodschap iedereen kan ontmoeten die je wilt.
Nou, ik heb jaren geprobeerd om premier Koizumi van Japan te ontmoeten. Zijn kapsel is cooler dan dat van de meeste rocksterren. Hij is gek op Elvis, ik ook. De Japanners hebben de laatste jaren veel werk verzet in Zuidoost-Azië, waar wij veel van kunnen leren als het om Afrika gaat. Maar het is me nooit gelukt, hij was gewoon niet geïnteresseerd.
Dus zelfs Bono krijgt niet alle deuren open?
Nee, natuurlijk niet. Berlusconi heeft me ook nooit willen ontvangen.
Maar de politici zijn niet het belangrijkste, toch? Zij tellen niet het zwaarst als het om verandering gaat.
Het publiek is inderdaad de allesbepalende factor. Sommige politici gaan verder dan anderen op het gebied van armoedebestrijding en ontwikkeling – neem Blair of Gordon Brown – maar dat is alleen omdat ze die opdracht hebben meegekregen van hun kiezers.
Het draait allemaal om ‘de beweging’. De bewéging, de bewéging, de bewéging. Het draait om samenwerking. Zelfs Bill Gates - en ik ken niemand met diepere zakken dan hij - beseft dat hij al zijn geld weg zou kunnen geven zonder daarmee het probleem op te lossen.
Ben je altijd al een activist geweest? Of pas sinds je rijk en beroemd bent?
Nee, protest tegen sociale onrechtvaardigheid heeft altijd in U2 gezeten. Dat zie je al op ons tweede album, October. Wij hebben altijd gezongen over gelijkheid, onrecht en de dingen die het waard zijn om voor te vechten.
Heeft dat met je Ierse afkomst te maken? Heeft die je politiek en maatschappelijk betrokken gemaakt?
Deels wel, ja. Deels met kwaadheid over de rechteloosheid daar, maar voor een groot deel komt het ook door mijn vader. Door zijn tolerantie en openheid voor afwijkende standpunten. Hij was katholiek en trouwde met een protestantse.
Was dat opmerkelijk?
Dat is licht uitgedrukt, er kwam niemand op hun bruiloft! En ik herinner me goed dat hij altijd zat te wachten bij de kerk van mijn moeder, de Church of Ireland. Terwijl wij de dienst bijwoonden, zat mijn vader buiten in de auto. Hij was niet zelfverzekerd genoeg om daar naar binnen te gaan, maar hij wilde wel dat mijn moeder met haar kinderen naar haar kerk kon. Beiden namen me naar hun eigen kerk mee. Het was een soort pragmatisch idealisme. Daarmee ben ik opgegroeid.
Gingen die waarden wel samen met een het vormen van een rockband?
Nou, na het eerste album hebben we de band bijna opgedoekt. We waren er zo van overtuigd dat een carrière in de muziek een leeg en verwaand iets was. We waren in die tijd allemaal nog behoorlijk religieus. Ik bedoel, ik ben nog steeds religieus, ik ben er alleen niet zo goed in. En ik had toen nog geen gevoel voor ironie. Ik was een heel serieuze jongeman.
En nu ben je serieus bezig om mensen politiek bewust te laten consumeren. Dat ze producten uit de Red-campagne moeten kopen (waarbij een deel van de opbrengst naar Aids-bestrijding in Afrika gaat, red.).
Ja. Het is grappig, ik bedenk me net dat toen jij begon te schrijven over de schuldproblematiek van de derde wereld, ik er al een paar jaar mee bezig was om die kwijtgescholden te krijgen. Maar waar ik me nu vooral mee bezighoud, bewust consumeren, dat is echt jóuw onderwerp. Wanneer kwam The Silent Takeover uit?
2001
Dat boek was de inspiratiebron voor Red. En jouw motto ‘Shopping is politics’. Wat jij beschreef, dat de consument zich steeds meer bewust is van de macht van zijn portemonnee, is duidelijk. Er staat een nieuwe, kritische consument op die wil weten waar het eten op zijn bord vandaan komt. Waar zijn kleding vandaan komt en onder welke omstandigheden die gemaakt is.
Dat is de markt waar Red zich op richt?
Ja. Hier in Engeland hebben zich al een paar bedrijven gemeld: Converse, Armani, The Gap, American Express en Motorola. Steeds meer merken willen meedoen. Op dit moment begint Red ook in de VS te lopen. Apple heeft zich aangesloten. Dit wordt een enorm ding. The Gap gaat de etalages van tweehonderd winkels rood verven. Als je nu een Gap-winkel binnenloopt, kan het personeel je over The Global Fund en de strijd tegen Aids vertellen...
American Express begon er ook al over toen ik mijn nieuwe creditcard kreeg.
Precies. Red is zowel de mededeling dat het gebouw in brand staat als een brandweerslang om die brand te helpen blussen. We gebruiken de gigantische marketingbudgets van die bedrijven om het Aids-probleem te marketen.
Ik geloof dat in elk weldenkend mens een verlangen zit om meer dan alleen voor jezelf iets te betekenen. Of dat nou om je kinderen draait, om vrienden of om de hele wereld. Red biedt die mogelijkheid. Ik ga niet zeggen dat je geen lol meer mag hebben. Of dat je geen mooie, dure kleding meer mag dragen. Hé, ik ben een rockmuzikant, geloof me, ik neem het er goed van. Maar als je iets geeft om de wereld waarin we leven, gebruik je dus een Red-creditcard, zet je een Red Armani op je neus en trek je je Red All Stars aan. Het draait om verlangen en deugd, twee waarden die misschien tegenstrijdig lijken, maar dat volgens mij niet zijn.