quote:
Stam is dol op rushes maken 13 september 2006
Het is even wennen, Jaap Stam in de UEFA Cup. Met het Italiaanse AC Milan speelde hij in 2005 nog de Champions Leaguefinale. In de week dat het miljoenenbal weer is begonnen, gaat de 34-jarige centrale verdediger met Ajax op bezoek in Noorwegen. Bij IK Start.
Hoewel de grond niet trilt als hij zich plotseling met gezwinde spoed naar voren begeeft, houden toeschouwers zich op de tribune vast aan hun stoel. Het is weer tijd voor de demarrage van Jaap Stam! En die hoeft qua amusementswaarde niet onder te doen voor een doelpunt van Klaas-Jan Huntelaar of een fraaie steekpass van de Spanjaard Roger.
Die demarrage is nu al, zonder enige twijfel, een van de grootste attracties van het nieuwe voetbalseizoen. Ineens snelt onaangekondigd die imposante verdediger uit Kampen naar voren om te kijken of het daar nog een beetje gezellig is, in het vijandelijke strafschopgebied. Voor de nieuwe aanvoerder van Ajax er erg in heeft, is hij het hele veld overgestoken. Tegenstanders lijken haast eerbiedig voor hem te wijken - of zijn ze angstig? "Dat durf ik niet te zeggen", reageert Stam in de Volkskrant. "Maar rushes maken is iets dat ik altijd graag heb gedaan. Er moet wel ruimte voor zijn en je moet ook wel het juiste moment kiezen. Het is niet zo dat ik elke keer dat ik de bal krijg, denk: even aanzetten en doordraven."
Jaap Stam: 'Rushes maken is iets dat ik altijd graag heb gedaan'Stam erkent wel dat het ondenkbaar is, dat hij deze acties zou kunnen maken in de Serie A. Vanaf 2002 speelde hij in Italië - eerst bij Lazio Roma, daarna bij AC Milan. Dan is het even wennen als je terugkeert in de Eredivisie. "Als ik bij AC Milan centraal in de verdediging stond, kwam het niet vaak voor dat ik kon aanzetten voor een actie. Ook omdat de mogelijkheden er niet waren. En ik denk dat ik misschien wat eerder zou zijn afgestopt", zegt hij met een grijns.
"In Italië speelden de tegenstanders zo diep op hun eigen helft, en waren de ruimtes zo klein, dat een rush onmogelijk was. Als je dan tien meter had gesprint, kwam je alweer twee tegenstanders tegen. En daarvoor, bij Manchester United, hoorde een verdediger gewoon achterin te spelen. Meevoetballen was niet de bedoeling."
De namen van zijn oude clubs laat hij achteloos vallen, op een middag dat Ajax zich voorbereidt op het UEFA Cupduel van donderdag tegen het Noorse IK Start. Net als Huntelaar mocht Stam het een ochtendje rustig aan doen. Wat rondjes lopen, beetje afronden op het doel en daarna wat dollen met clubarts Edwin Goedhart. De gemoedelijkheid op het trainingsveld voor de Arena is opmerkelijk, omdat Ajax deze week toch een lager podium betreedt dan vooraf was beoogd. En voor Jaap Stam moet de naam UEFA CUP ongeveer dezelfde klank hebben als die van een Betamax-videoband: iets uit een ver verleden dus.
"Als we in de Champions League tegen fantastische ploegen hadden geloot, had dat bij de spelers waarschijnlijk iets extra losgemaakt. Maar goed, dat is achteraf gepraat." En daar houdt Stam niet zo van. Liever kijkt hij vooruit naar de wedstrijd tegen IK Start, een team dat volgens coach Henk ten Cate voetballend beter is dan FC Kopenhagen. "Ik denk dat Nederlanders de onhebbelijkheid hebben zichzelf te overschatten en anderen te onderschatten", zei Ten Cate dinsdag.
Jaap Stam: 'Ik ben de aanvoerder en breng wat ik kan'
Stam kan zich wel vinden in die opvatting, maar stelt eveneens vast dat "de Nederlandse competitie door veel mensen wordt onderschat. Want je ziet vaak dat de clubs het vrij goed doen, als ze Europees moeten spelen. Toen we met Milan tegen PSV speelden, hebben we het drie van de vier wedstrijden verschrikkelijk moeilijk gehad. Wij zijn toen met geluk naar de finale gegaan."
Die finale van 2005 tegen Liverpool (Milan verspeelde een voorsprong van 3-0 en verloor na strafschoppen) kwam ter sprake na het echec tegen Kopenhagen. Ook dat voelde voor Stam als een verloren finale, terwijl Ajax slechts een kijkje mocht nemen over de drempel van de Champions League. "Iedereen was zo verschrikkelijk down na die wedstrijd tegen Kopenhagen, dat de daaropvolgende overwinning tegen NAC (1-2) voelde als de enig juiste remedie. Tot die wedstrijd in Breda hingen de gezichten een beetje en had iedereen zwaar de pest in. Maar daarna bloeiden de jongens op en kwam de glimlach terug."
Over zijn eigen rol in dat proces is Stam bescheiden. "Ik zie mezelf niet echt als de leider van deze ploeg. Ik ben de aanvoerder en breng wat ik kan. Af en toe praat ik met spelers en deel ik mijn ervaringen. Maar ook ik moet worden gecoacht. Ik zie heus niet alles." De suggestie van een enkeling dat hij ondanks zijn ervaring en kwaliteit geen verbaal sterke leider zou zijn, verbaast Stam. "Dat zijn dingen die hebben moeten groeien in de loop der tijd", stelt hij.
"Toen ik een beginnende prof was, was ik geen speler die veel zei. Maar dat heb ik geleerd en dat komt er vanzelf uit. Dat mensen van buitenaf daar anders over denken, vind ik helemaal niet interessant. Er zijn ook spelers die verbaal heel sterk zijn, maar met hun voeten niets laten zien. Ik zou het niets vinden als ik het een met het ander moest compenseren."
hehe