Hoi meisje je lijkt me aardig. Voeg me eens toe. Misschien worden we vriendjes. Oh, weet je niet hoe? Klik op mijn foto, ga naar mijn profiel. Kijk daar wat rond, schrijf neer wat je beviel. Je weet wel in het gastenboek, of waar dan ook. Ik schrijf je weer terug, breng je flink aan de kook.
Goh, je hebt msn en je wil voor de cam? Nou ja, waarom niet, laat maar zien wie je bent. En nu wil je daten? Ok dan, wanneer? Morgen, en woensdag en vrijdag alweer?! Ga je niet wat te vlug? “Welnee!”, zeg je terug. “Ik weet toch wie je bent, we hebben samen gecamt! En je bent altijd zo aardig, zo lief, intelligent. Ik weet al sinds gister dat jij de ware bent!”
Nou, dan zal het wel goed zijn, kom dan maar langs. Na een gezellige avond, bij mij in bed beland, wil je zonder condoom. Zeg, doe even gewoon! Ik ben nog best jong, en hoe lief'k je ook vind, ik doe dat ding om, want ik wil nog geen kind. “Maar ik ben aan de pil”, je verontwaardigde gil. “Ik ben niet zo’n meisje die wanneer ze je wil, zwanger raakt zomaar ineens uit het niets. Dat doen alleen sletten, dat is toch niet hoe je me ziet?”
Tja, wat moet je nou, op zo’n moment. Ik laat me niet kennen, ik ben toch een vent! Dus daar gaan we samen, alle bezwaren vergeten. Achter elkaar door, de nacht van ons leven. Ook woensdag en vrijdag en de hele volgende week. Tot drie weken later de pleuris uitbreekt.
Aan de telefoon zeg je “Schat heerlijk nieuws”, en dan plompverloren, “Over een maand of acht wordt onze baby geboren”. Onze baby?, vraag ik verbaasd. “Ja lief, ik ben zwanger”. Niet van mij, zeg ik kil, doei schat ik moet hangen. “Klik” zegt mijn telefoon, en daarna “Piep, piep”. Denk maar niet dat je mij hierna ooit nog ziet…
Erg hè? Ik voel me best schuldig, dat elke keer wanneer ze weer ongeduldig, opbelt of me aanspreekt op msn. Ik haar negeer, doe alsof'k er niet ben. Ook zij heeft flink spijt, weet niet hoe ze het heeft. Wil de baby niet kwijt, die in haar leeft. Helaas ik ben koppig, kan haar niet vergeven. Waren we maar gewoon vrienden gebleven.