TM: "Maar heb je trouwens ook het idee dat er in Engeland veel maakwerk erbij zit? Team Satan, hoe heten die gasten allemaal, Circlemakers?"
RB: "Ja, kijk, iedereen kan zeggen dat 'ie ze maakt. Ik heb zoiets van: nou, prima jongen, bewijs het dan eens. Ja, dat jij met een plankje de rotzooi plattrapt, ja tuurlijk. Maar bewijs maar eens, dat jij die die je claimt, dat je die gemaakt hebt. Toon het maar eens aan, bewijs het maar eens, laat maar zien. Nou, dan zal ik zeggen: nou goed, jij hebt het gemaakt. Klaar. En de andere tienduizend dan? Ja, dat is hetzelfde als het verhaal in Grote Keeten toch, van afgelopen jaar? Die knaap zegt: wij hebben dat ding gemaakt. Goh, ik zou me misschien kunnen voorstellen, dat ze die grote erbij gemaakt hebben, of dat ze die grote gemaakt hebben en dat dat kleintje erbij gekomen is, maar... Hoe dan ook: zoals hun het vertellen, kan het niet! Dus dan heb ik zoiets van: op basis van wat je gevonden hebt: wat Levengood dus, blown nodes blablabla, dan moet je dus concluderen dat 'ie gewoon staat te liegen. Maar hij kan ook niet bewijzen dat hij het wel gedaan heeft. Dus dan neem ik aan... dan vergeet ik gewoon zijn verhaal. Als jij niet aan kunt tonen dat je hem gemaakt hebt, je zegt het alleen maar je kunt het niet aantonen, dan betekent dat voor mij: jouw uitspraak heeft voor mij geen waarde. Ik heb gewoon wetenschappelijk, volgens Levengood heb ik dat en dat gevonden, en dat betekent, dat het geen mensenwerk is. Klaar. Toch?"
TM: "Maar heeft hij beweerd, dat hij met plankjes of met touwtjes het veld in is gegaan?"
RB: "Ja. Eerst met een plank van een meter, en later met veertig bij veertig centimeter. Ik heb alles nog op band staan, ik heb het toen opgenomen. Hij spreekt zich gewoon tegen, en dit en dat en blablabla, en dan heb ik zoiets van: ja, moet je eens luisteren jongen, fijn, leuk en aardig, maar ik geloof jou gewoon niet, omdat je jezelf tegenspreekt. Je hebt gewoon een lulverhaal opgehangen. En hij kan natuurlijk nou niet zeggen: ik heb het niet gedaan. Dan gaat 'ie gewoon compleet af."
TM: "Zei 'ie dat 'ie in zijn eentje was, of was 'ie met meerderen?"
RB: "Nee, met een vriend van 'm had 'ie dat gedaan."
TM: "En de afmetingen klopten niet met wat 'ie zei?"
RB: "Nou, hij zegt eerst... Herman [Hegge] is er toen geweest, en die liet 'ie toen een plank van een meter zien. En tegen mij zegt 'ie: ik heb een plankje van veertig bij veertig ofzo, zo'n ding... Dan heb ik zoiets van: ja, wat heb je nou? Heb je een ding van een meter, heb je een ding van veertig centimeter? Ik zeg: hoe heb je al die dingen achter die stengels afgesneden dan? Ja, nou ja, dat weet ik niet. Dacht misschien dat het door het plankje komt of wat dan ook, weet je wel? Dan heb ik zoiets van: ja, misschien dat je die stengels af zou kunnen snijden door middel van het plankje, kan ik me misschien wel voorstellen, maar die hoeken die we tegenkomen, die weet gewoon niemand. Die weten alleen wij: wat de snijhoeken zijn. Die snijhoeken zijn keer op keer op keer hetzelfde. Er zijn maar een paar hoeken mogelijk, en die komen altijd terug. Dus hoe groot is de kans, dat je toevallig het veld in gaat, twee cirkeltjes maakt, waarin de snijhoeken identiek overeenkomen met de hoeken die we eerder gevonden hebben? Dan is de kans van 1 op... reken maar uit. Dan heb ik zoiets van: je loopt gewoon een lulverhaal te vertellen. Daarvan is misschien mogelijk dat 'ie die grote gemaakt zou kunnen hebben, maar dat kleintje, dat geloof ik niet. En die groeiafwijkingen ook, die we gevonden hebben. Die waren ook in het trekkerspoor te vinden, alleen... ja, ook buiten het trekkerspoor. Dat kun je voorstellen: als het graan jong is en de trekker rijdt het plat in die sporen, dat je dan van die groeiafwijkingen krijgt. Okee. Maar ook in het staande was een stukje, en gewoon in het liggende graan. Maar ook in de trekkersporen, maar tot een meter of vijf buiten de cirkel. Voor de rest heb ik tot 20, 30 meter nagezocht: helemaal niks. Dan heb ik zo'n idee, wat Nancy Talbot in Amerika zegt, dat het waarschijnlijk in een vroeg stadium, als het graan jong is, in een soort energetische vorm al neergelegd wordt, wat misschien iets uitwaaiert... Stel, hij is ingezaaid, het staat zo hoog, het wordt een keer bespoten of weet ik veel wat, dat daarna die vorm erin komt, dat het daarna via trekkersporen uitvloeit. Daar heb ik het idee van: dat die energie ervan via die sporen weggaat. Dat zou misschien die afwijking kunnen bepalen van een meter of vijf, zes buiten die cirkel. Dus, ja, als je alle feiten op een rijtje zet, dan heb ik zoiets van: nou, die gozer heeft volgens mij gewoon lopen lullen. Dus ik kan niet anders concluderen als dat."
Bier hier.