quote:
Op zaterdag 3 juni 2006 14:34 schreef vencodark het volgende:Sommige mensen schrijven ook "wouden". "Wij wouden naar huis". Dit is ook geen normaal Nederlands naar mijn weten.
![]()
Het is gewoon: "Wij wilden naar huis". Hoe komt iemand op wouden?
Van taaladvies.net:
Taaladvies.net
start
Wilde / wou, wilden / wouen
Vraag
Hoe wordt het werkwoord willen in de verleden tijd vervoegd: wou (enkelvoud) en wouen (meervoud) of wilde(n)?
Antwoord
Het werkwoord willen kent in de verleden tijd twee vervoegingen: zowel de regelmatige vormen wilde en wilden als de onregelmatige vormen wou en wouden of wouen. De enkelvoudsvorm wou wordt minder in de schrijftaal gebruikt; de meervoudsvorm wou(d)en is geheel beperkt tot de spreektaal.
Toelichting
Wou en wou(d)en zijn ontstaan uit de oudere vormen wolde(n) (vgl. Duits wollte(n)). In het Nederlands zijn de klankcombinaties old en ald tot oud geworden, bijvoorbeeld: goud, hout en woud (Duits Gold, Wald en Holz; Engels gold en wood). In sommige gevallen is de d later weggevallen, bijvoorbeeld hou (en trouw) en zou (Duits sollte; Engels should).
Het is opmerkelijk dat de onregelmatige enkelvoudsvorm wou veel aanvaardbaarder is in de schrijftaal dan de meervoudsvorm wouen. Zo oordeelt Van Dale bijvoorbeeld 'in de volkst. ook: wouwen'. Naast wouen is ook nog de vorm wouden mogelijk: met deze spelling is de verledentijdsvorm in de spellinggidsen opgenomen. Weliswaar wordt in wouen een w uitgesproken, maar de spelling wouwen is ook in de weergave van gesproken taal niet gebruikelijk. De uitspraak en spelling van de vorm wou(d)en zijn dus vergelijkbaar met die van het werkwoord houden/hou(w)en.
Bronnen
A. van Loey, Schönfelds Historische grammatica van het Nederlands, 8e dr., Zutphen, Thieme, 1970, p. 72, 177