quote:
Ten Cate doet bij Ajax niet te grote schoenen aan
AMSTERDAM, dinsdag
Hij hoefde niet achter de gordijnen vandaan te springen om als verrassing uit de hoge hoed gepresenteerd te worden. Dat Henk ten Cate (51) trainer van Ajax zou worden, was het slechtst bewaarde geheim van de internationale voetballerij. Daarom stond de Amsterdammer al ruim voor zijn officiële lancering rustig tussen de geparkeerde auto’s op het dek van de ArenA.
„Met deze keuze heb ik mijn hart gevolgd. Waarschijnlijk had ik ook wel ja tegen PSV gezegd. Met die mensen heb ik een goed gesprek gehad. Maar toen kwam Ajax. Voor mijn familie wilde ik in Barcelona blijven, ze hadden het daar uitstekend naar de zin. Maar mijn vrouw en ’middelste dochter’ maakten me op een avond wakker. Ze hadden me een paar dagen zien worstelen met mezelf. ’Je moet doen wat jij wilt. Je keuzes hebben ook voor ons altijd goed uitgepakt. En als jij ongelukkig wordt, worden wij het ook’, hielden ze me voor.” Dat was het signaal dat hem over de streep trok om voor Ajax te kiezen.
„In Barcelona verdiende ik als assistent een pak meer geld dan hier als hoofdtrainer”, zei hij ook nog, om maar aan te geven dat deze wending niet als vele andere in het metier te boekstaven viel. Dat zijn persoonlijke vriend Gerard van der Lem kandidaten kende die Ajax al tijden geleden benaderd had, zou best kunnen, zei hij. „Maar het betrof niet mij.” En van Jan Reker van het CBV kreeg hij de verzekering dat alles naar behoren was afgehandeld richting Danny Blind.
Technisch directeur Martin van Geel noemde gisteren vijf argumenten, waarom Henk ten Cate zo’n ideale kandidaat was: zijn nationale/internationale ervaring; optimaal rendement, behaald met aantrekkelijk voetbal; aanvallend spel voorstaan; autoriteit uitstralen; en spelers, die hij aantoonbaar beter had gemaakt. Bovendien kwam daar bij: zijn drive, ambitie, en de veeleisendheid naar zichzelf en omgeving. „En als Ajax momenteel ergens behoefte aan heeft, is dat het wel.”
De blauwdruk van deze omschrijving had ook grotendeels gepast bij een man als….Danny Blind. Maar Ajax is de laatste tien jaar nu eenmaal een notoir doorgangshuis voor grote namen, en een kerkhof voor reputaties. „Dit is een moeilijke club. Het heeft misschien te maken met de resultaten. Drie titels in tien jaar is veel te weinig. En dat geeft druk. Wij gaan niet emotioneel, maar rationeel te werk. En zullen de rust moeten bewaren”, zei de technisch directeur.
Van Geel noemde het ontslag van Blind pijnlijk en moeilijk. „Hij kan zichzelf niets verwijten.” Maar: „Wij moesten uiteindelijk naar resultaten en rendement kijken.” En, kernachtig: „Ervaring, daar word je niet mee geboren. Ervaring doe je op.”
Dus viel de keuze al vroeg dit jaar op Henk ten Cate, samen met Hennie Spijkerman, Alfons Groenendijk en op nadrukkelijk verzoek van de Ajax-doelmannen ook keeperstrainer Fred Grim. „Zij moeten sámen gaan werken. Om Ajax daar te brengen waar het thuishoort. De top. En ze zijn complementair.”
Spijkerman is daarbij de bedachtzame, rustige rechterhand die de temperamentvolle hoofdtrainer het hoofd koel kan houden. De koning is dood: leve de koning. Zo gaat dat nu eenmaal in de voetballerij en zeker bij Ajax. Van Geel: „We gaan er vanuit, dat hij de twee jaar volmaakt.”
Ten Cate ook, en zo hoort het ook. „Ik ben ontzettend blij en trots”, zei hij bij zijn maidenspeech. „En dat ik nu bij een topclub werk, zegt me niet zoveel. De functie van hoofdtrainer is apart. Je wordt daarbij overal elke dag publiekelijk gewikt en gewogen.”
Aanvallend, aantrekkelijk, strijdbaar voetbal, die termen vielen het afgelopen decennium vaker als er een nieuw opperhoofd werd aangesteld. „We gaan het met veel elan en vereende krachten doen”, beloofde ook Ten Cate. „Want Ajax hoort thuis in de Nederlandse top. Europees? We nemen het stap voor stap. We moeten niet meteen te grote schoenen aandoen.”