IJsselmeervogels valt dus gewoon zwaar tegen nu het er echt om gaat. Het gemis van Corneille lijkt toch te zwaar te wegen. Rijnsburg zit in een goede spirit, dus die acht ik nu de grote favoriet. Zaterdag moeten ze ONS Sneek thuis aan de kant kunnen zetten en dan zijn ze een eind op weg. Of de Vogels moeten in het restant nog flink herstellen, maar anders gaat die titel gewoon naar Rijnsburg.
VoZ:
quote:
Rijnsburgse Boys doet zichzelf tekort
26 mei
BUNSCHOTEN-SPAKENBURG - Rijnsburgse Boys heeft in zijn openingswedstrijd om het landskampioenschap zichzelf tekort gedaan. De dubbelblanke stand aan het eind was een te magere beloning voor het overwicht op IJsselmeervogels.
Kenners spraken vooraf de verwachting uit dat Rijnsburgse Boys voluit voor de winst zou gaan en kregen daarmee voor de volle honderd procent gelijk. Trainer Ted Verdonkschot stuurde in ieder geval drie spitsen het veld in in plaats van twee, hoewel er altijd gediscussieerd kan worden welk systeem van de twee aanvallend het meest dreigend is. Maar het komt uiteindelijk aan op de uitvoering van welk tactisch plan dan ook en met het brede Rijnsburgse aanvalsfront kreeg IJsselmeervogels het van meet af aan zwaar voor zijn kiezen. Al in de vierde minuut forceerde Rijnsburgse Boys een levensgrote mogelijkheid de score te openen. Sterker nog, het waren drie kansen op rij in een en dezelfde aanvallende handeling. Frank Zinhagel miste de eerste en de laatste (een balletje om in te blazen), terwijl Bart Freke tussendoor zijn schot gekraakt zag.
In het vervolg van de eerste helft zette Rijnsburgse Boys de zaak volledig maar zijn hand. Combinatievoetbal over veel schijven en in een hoog tempo uitgevoerd werd afgewisseld met de lange pass op de balvaste Joost Kuhlman. Kansen regenen deed het niet, maar druppelsgewijs kwamen ze wel voorbij. Wat te denken bijvoorbeeld van de vrije kopkans van Peter Freke na ruim een half uur spel? Keeper Sander Duindam mocht nog een reddende hand uitsteken. Ook Djuric Ascension liet een slap rollertje los waar een venijnig schot op zijn plaats was geweest. IJsselmeervogels probeerde zo goed en zo kwaad als het ging overeind te blijven. Met Jeroen Rijsdijk geschorst en Dogan Corneille met een blessure uitgeschakeld voor de rest van het seizoen moest trainer Willem Leushuis improviseren. Centraal achterin mocht Remko Pieterse weer eens een basisplaats innemen en voor de verdediging had Tim van Breukelen de opdracht de lijnen uit te zetten, een taak die Corneille normaliter invult. Rust en overleg in het spel waren echter ver te zoeken.
IJsselmeervogels zocht geregeld de oplossing in achterwaartse richting, waar voorwaarts denken en handelen geboden was om uit de problemen te blijven. Op het middenveld ontbraken de aanspeelpunten om een brug te slaan richting André Kemper en Kwong Wah Steinraht voorin. Dennis Knüppe speelde in de halflinie voornamelijk verstoppertje en ook van Dennis van der Steen en Christian Opschoor, die op rechts en links als pseudo speerpunten waren besteld, ging weinig creatiefs uit. Het was voor de drie Spakenburgse middenvelders vechten tegen de bierkaai tegen vier man uit het andere kamp. Bart-Jan Onderwaater schoof waar mogelijk in en Bart en Peter Freke en Raymond Kolder genoten opvallend veel vrijheid voor hun aanvallende impulsen. De Rijnsburgse makke was het laten liggen van de kansen, met altijd een onverwachte wending in het vat, want in plaats van 0-1, 0-2 of misschien zelfs wel 0-3, had het halverwege ook zomaar ineens 1-0 voor IJsselmeervogels kunnen staan. Bijna in het rustsignaal waagde André Kemper met zijn rug naar het doel en een tegenstander in zijn nek een artistiek hakje, dat keeper Tim Orlowski kansloos had gelaten ware de bal binnen het doelvlak gericht geweest. Het was de enige echt kansrijke actie van de thuisclub voor de pauze.
In de tweede helft trok Rijnsburgse Boys zijn strijdplan door, maar gaandeweg kreeg IJsselmeervogels toch meer vat op de loop der dingen. De Spakenburgers leken daarbij ook te profiteren van een onderbreking van de wedstrijd, die het langzaam wegebbende ritme van de Rijnsburgers nog verder verstoorde. Scheidsrechter Bellinga legde zo 'n tien minuten na de pauze het duel stil wegens aanhoudend kwetsende spreekkoren van de Rijnsburgse harde-kern-supporters. Twintig minuten voor tijd moest de arbiter zelf opgeven vanwege een knieblessure. In scheidsrechter De Graaf was weliswaar snel een opvolger gevonden maar het aantrekken van het leidsmanstenue nam toch wel een stief kwartiertje in beslag. Afwachten was hoe beide ploegen zouden reageren op deze extra pauze. Opvallend genoeg pakte Rijnsburgse Boys de draad weer zeer voortvarend op. Joost Kuhlman, de hele wedstrijd al de grote animator in de frontlinie, ging onverdroten verder met sleuren, trekken, kappen en wegdraaien van tegenstanders om zo medespelers ruimte te bieden voor een voorzet of een doelpoging. Alle baanbrekende voorbereidingen bleven echter zonder gevolg. Zo liet invaller Martijn Gootjes bij zijn eerste actie zijn kopbal op de deklat stuiten, vuurde de eveneens ingevallen Danny van der Vijver voorlangs en dwong diezelfde Van der Vijver na een bewonderenswaardige slalomactie van Kuhlman keeper Duindam tot een zweefduik.
Het risico dat IJsselmeervogels alsnog zou toeslaan groeide ook met de minuut. Met een gezonde dosis opportunisme gingen de Spakenburgers in het laatste kwartier voor de volle winst en dat was gezien het resultaat uit de eerste wedstrijd (1-1 tegen ONS Sneek) ook wel noodzaak. Leushuis, die al eerder de falende Knüppe en Opschoor had ingeruild voor respectievelijk Erwin Schouten en Gijs van Manen, wisselde ook de leeggespeelde Steinraht voor een frisse Jan de Graaf. Bijna nog kreeg de Bossche oefenmeester met zijn offensieve gok het geluk en gelijk aan zijn zijde. Schouten zag een paar doelpogingen op het laatste nippertje verijdeld worden, Kemper floepte door de Rijnsburgse defensie en rondde doeltreffend af, maar die actie vond geen genade in ogen van de scheidsrechter, een inzet van Pieterse werd gekraakt en Stanley Tailor miste de juiste richting bij zijn kopbal.
Leushuis claimde na afloop zelfs een strafschop voor zijn ploeg in de slotfase, maar dat was ook typisch een geval van gekleurd kijken. Scheidsrechter De Graaf liet bij de bewuste situaties doorspelen, een terechte beslissing, omdat het handspel er van een afstand bekeken niet opzettelijk uitzag en Kemper in de doorlopende aanval wel een erg makkelijke duikeling maakte. "Dan hadden we gewonnen", sprak Leushuis. "Onverdiend, dat wel", voegde de trainer er in één adem aan toe. Rijnsburgse Boys moest zich uiteindelijk ook schikken in het eindresultaat. Op zich nooit verkeerd om in een uitwedstrijd met een gelijk spel de nacompetitie te beginnen, maar een concurrent had wel een bijna definitieve nekslag kunnen worden toegebracht. "We zochten soms te snel de diepte. We hadden meer de rust moeten bewaren en de vrijstaande man op het middenveld moeten zoeken", spuide Verdonkschot zelfkritiek.
De Sigaar wist na afloop niet dat Joost Kuhlmann "zo goed kon voetballen". Hij dacht zeker een Bob Peeters te herkennen in hem.