LaTeX zet floats niet op de verkeerde plek; het is een aloude gewoonte om figuren en tabellen onderaan of bovenaan pagina’s te zetten. Let maar eens op hoe vaak dat in boeken gebeurt, en niet op de plek zelf in de tekst (heel kleine figuurtjes soms daargelaten).
Goede boeken over opmaak zullen dit opmerken. Er wordt dan netjes ondergezet 'Tabel 7' en daar wordt naar verwezen, LaTeX (of TeX) kan dat. Je zet er een \label{tab:result} o.i.d. bij en typt dan ergens anders: zie tabel \ref{tab:result}, en LaTeX zal dit invullen.
Verder zijn inhoudsopgaves een stuk gemakkelijker, source verspreiden over meerdere files (zeker i.c.m. CVS ideaal voor groepswerk), en ziet het geheel er een stuk verzorgder uit. Voetnoten, eindnoten, kruisverwijzingen, goed bijgehouden biografie (m.b.v. BibTeX), het is echt een stuk eenvoudiger dan Word (het kan wel in Word, ook stijlen, kopjes stijlen, kruisverwijzingen, maar het loopt vaker in de soep naar mijn ervaring).
En dan zijn er nog zaken die wellicht op het eerste gezicht niet opvallen, maar die wel van belang zijn voor een goed document: Bij een lettertype als Times New Roman botsen de f en de i als ze naast elkaar staan: B.v. ‘fiets’, in verzorgde boeken wordt dit door één teken vervangen (vroeger moest dat omdat de letterstaafjes ook fysiek botsten), een zogenaamde
Ligatuur. Word doet dat niet.
Marges zijn bij LaTeX groot, dat is met een reden, te lange regels lezen niet fijn, je raakt het overzicht kwijt als je weer teruggaat naar het begin van de regel: Worddocumenten vallen nogaleens in de valkuil. De uitvulling (verticaal) van de witruimte is beter in LaTeX, het zal niet zo snel een hoerenjong produceren als Word dit doet (Word gaat daar heel knullig mee om). Allemaal typografische fijnigheidjes die met Word wel kunnen, maar nutteloos veel handwerk vereisen.
Voeg daar nog bij dat Word standaard niet graag afbreekt (wat erg beroerd is), en LaTeX m.b.v. Babel goede afbrekingspatronen kent; doordat je zelf expliciet de taal moet opgeven waarin je typt is het robuuster dan Word dit doet. Dit zorgt ervoor dat je goed een document kunt schrijven waarin je b.v. Nederlands/Engels/Duits/Latijn mixt, en waarbij desbetreffende blokken netjes volgens de gangbare regels van de taal worden afgebroken.
Dan is er nog veel op te merken over microtypografie, zoals het variëren van de letterbreedte, licht doorlaten steken van tekens in de marge, etc. LaTeX (de PDF versie) kan het inmiddels. Ook voor wetenschappelijke documenten, het zij wiskundig, natuurkundig, of taalkundig zijn er vele packages die ervoor zorgen dat de boel er verzorgd komt uit te zien. Zie bijvoorbeeld een package dat je helpt bij het maken van
kritische edities.
Nu wil ik wel toegeven dat niet alles koek en ei is, voor goed ontwerpwerk is InDesign wellicht een stuk fijner (vooral met oosterse talen), maar als je OS X hebt, moet je eens naar
XeTeX kijken.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.