Een schopje:
17 november 2006. Om kwart over 10 vertrokken we vanaf de grensovergang bij Venlo over de A-61 naar het zuiden. Even voor het voormalige Autobahnkreis Jackerath (nu Dreieck Jackerath) reden we het gebied bij de bruinkoolmijnen binnen. Aanvankelijk merkte je niet zo veel. Weliswaar redelijk wat protestborden, en er zijn veel huizen afgesloten, maar omdat deze huizen niet waren dichtgetimmerd, maar men simpelweg de luiken had laten zakken, zag het er toch nog min of meer bewoond uit. Sommige lichte industriebedrijven functioneerden zelfs nog. In Immerath en zelfs in Pesch lijkt het leven normaal verder te gaan. Vanuit Pesch liep een smalle doorgaande weg naar Otzenrath. Na ongeveer anderhalve kilometer kwamen we langs het oude station van Otzenrath. Het lag er vervallen bij, maar dat is niet vreemd: de laatste trein reed hier in 1980 voorbij. We namen de laatste bocht, en verwachtten aan de rand van Otzenrath te arriveren. Op Google Earth tenminste nog wel. In werkelijkheid was je nog net niet op de maan: er stonden nog 3 huizen en een oude loods met bijgebouwen. Een stuk verder nog een huis, dan weer niets, een huis met een loods, en dan een rijtje huizen met een kerk erachter. Verder was het landschap vrijwel leeg. Alleen in de directe omgeving van de kerk stonden nog bomen, de overige bomen lagen verspipperd in grote stapels op de plek waar eerst woningen stonden. We parkeerden bij de kerk (waar nog een Nederlander stond), pakten onze spullen, en trokken er op uit.
![]()
Het Rittergut Leuffen, tevens de lokale drankenhandel, in de Hoffstrasse. De vernietiging lieek hier nog mee te vallen. Rechts nog huizen (waarover straks nog even meer), er tegenover nog een kerk, een huis en daarachter een school (waarover ook nog meer).
![]()
Het eigenlijke woonhuis van het Ritterrgut. De ramen op de begane grond waren dichtegetimmerd, verder leek de schade mee te vallen. Maar als je beter keek zie je dat de trappen naar de voordeur verdwenen waren, en er nogal wat ramen ontbraken. De klimop had duidelijk ook al heel lang geen onderhoud meer gehad.
![]()
Pea4fun en ik zijn om het hele Rittergut heen gewandeld en geklommen. Het zag er aan de achterkant uit alsof er iemand had besloten om daar een ondergrondse parkeergarage te bouwen. Volgens Google Eart lag hier een bossage, of een park. Met uitzondering van verwilderd gras en brandnetels was er echter geen groen meer te bekennen. Wel veel modder. Door een opening in de buitenmuur van het Hof zag ik de binnenplaats. Ook al zo'n puinhoop, zo erg dat de puinhoop naar binnenkwam. Er bleek een opgraving te zijn geweest, waarbij de fundamenten van het oorspronkelijke kasteel uit de 13e eeuw zijn opgegraven.
![]()
Van binnen was het niet extreem luxe, maar deze badkamer zag er wel goed uit.
![]()
Het rondje om het Hof vol gemaakt. Er ontbrak wel iets meer dan alleen glas, hele sponningen waren verdwenen. Binnen was zelfs een hele mooie wenteltrap in de hal ontdaan van alle treden. Snel naar de overkant, eens kijken wat de school te bieden heeft.
![]()
Wat me het meest verbaaste was dat we in bijna alle gebouwen konden rondneuzen. Niet alleen waren er nogal wat ramen ingegooid, maar vaak stonden deuren ook gewoon open. De lagere school in het dorp was nog tot juni in gebruik. Op dit schoolbord stond nog gewoon de tekst van een engels liedje dat blijkbaar geleerd werd. En op een deur hing een aankondiging voor kindertheater in Jüchen, aan de "goede kant" van de snelweg, de kant die niet wordt geruimd. Otzenrath wordt aan die kant herbouwd.
![]()
![]()
![]()
Kindertekeningen. De school zat nog vol met dit soort dingen. Een klas had twee ramen bont beschilderd met de namen van alle leerlingen in dat lokaal. In de hal hingen papiermachee figuren uit "de Kleine Zeemeermin". Het meubilair was weg, maar je verwachtte toch elk moment een schreeuwende berg 8-, 9- en 10 jarigen tegen te komen.
![]()
Naast het schoolplein stond de kerk, met daaraan een Friedhof, de begraafplaats. Vrijwel alle graven waren geruimd, en verhuisd naar Neu-Otzenrath, of andere dorpen in de omgeving. Het Friedhof was ook de enige plek waar ik zag dat men na de opruimwerkzaamheden alles weer keurig aan kant heeft gemaakt. Het terrein miste alleen nog de bordjes "niet betreden, pas ingezaaid" (nou ja: in het Duits dan
![]()
) Naast de kerk vonden we de kleuterschool. Ook hier weer dezelfde aanblik: alle meubilair weg, en er hingen nog werkstukjes van de leerlingen aan de muren:
![]()
Maar het meest onwerkelijke waren de kapstokjes in de hal, met de namen van de leerlingen erbij.
![]()
Terug op het Friedhof ben ik helemaal naar achter gelopen. Tussen de bomen door zag wat gebouwtjes, en daar trof ik ook nog een stuk of acht graven die (nog?) niet geruimd waren, alhoewel er aan verschillende hekken briefjes hingen met het dringende verzoek om zo snel mogelijk met het kerkbestuur contact op te nemen om graven te laten verhuizen.
![]()
Naast het Friedhof vonden we een huis met in de kelder een bijna complete sauna. Alleen de apparatuur was verwijderd, maar de eigenaar van dit pand had behoorlijk wat geld geïnvesteerd in zijn kelder: er was zelfs een flinke bar aanwezig. Fotografisch was er echter weinig aan, dus zijn we teruggelopen naar de auto om een broodje te nemen. Onderweg sprak ik wat werklui die slooppuin aan het ruimen waren: over een maand of 4-5 zou hier alles weg zijn. Nog een maand later gaapt hier een enorm gat. Een raar idee, dat je op een plek loopt die over een half jaar letterlijk in het luchtledige is verdwenen. Niet alleen het dorp, maar zelfs de aardbodem!
Na onze broodjes vertrokken we lopend in de richting van de huizen die we bij aankomst gepasseerd waren. Op een zeker moment draaide ik me om, en schoot deze foto. Het eenzame huis doet me denken aan een schilderij van Carel Willink, alleen diens dramatische luchten ontbreken.
![]()
Iets verderop stonden deze twee huizen. Het is haast niet te bevatten dat deze huizen vroeger ingeklemd stonden tussen bomen en tientallen soortgelijke optrekjes. Overal waar je liep hoorde je non-stop kettingzagen en zware machines. En overal grote stapels met verpulverd hout. Over een paar weken zouden hier waarschijnlijk alleen de lantaarnpaal nog maar overeind staan. Dat was het enige waaraan je nog kunt zien hoe groot het dorp was: alle huizen en begroeiing zijn weg, maar de lantaarnpalen, die stonden nog.
![]()
Pea was er iets te klein voor, maar ik kon er vrij gemakkelijk inklimmen om deze foto te maken van een deel van een fabriekje. het was tevens mijn laatste voor dat moment: mijn tas met fotospullen stond (met geheugenkaartjes) nog in de auto, ik moest dus even terug.
![]()
Bij mijn auto was net aan andere aangekomen. De eigenaar bleek de laatste bewoner van het dorp te zijn. Ik bekeek hem eens van een afstandje, en kreeg meelij met hem. De man, minstens een jaar of 80-85 oud, was het niet eens gegund om zijn leven te eindigen in zijn eigen huis, zijn eigen dorp. Erger nog: In zijn laatste levensjaren zag hij zijn hele geschiedenis rond hem afgebroken worden. Zelfs de overleden familieleden op de begraafplaats waren weg. Ik kon me eigenlijk niets ergers voorstellen. Een vluchteling kan altijd nog hopen dat hij ooit nog terug kan naar zijn thuis. Deze man zou over een paar maanden niets meer hebben om naar terug te keren.
[size=8pt]Pea en ik hebben nog een half uurtje in Otzenrath gefotografeerd, en zijn toen in de auto gestapt om een dorp verder te kijken. Waar we verbaasd waren over het tempo waarin Otzenrath verdwenen was: hier was het omgekeerde het geval. Het dorp Holz was nog helemaal intact, dat wil zeggen: er zijn nog geen huizen afgebroken. Wel was alles dichtgetimmerd of gemetseld. Dit was pas echt een spookdorpje: helemaal compleet, en geen kip te bekennen:
![]()
We hebben hier een half uurtje rondgekeken, maar alle gebouwen waren duidelijk voorzien van een bordje met de melding dat het betreden verboden is. Aangezien er nog redelijk wat werklui heen en weer reden in dit dorp (er vlak buiten werd gewerkt aan het klaarmaken van het terrein en omleggen van wegen) leek het ons slimmer om het ook maar niet te proberen. Wel ontdekten we een dorpswei met een eenzaam paard, en twee nog bewoonde huizen. Sommige mensen geven de strijd nog niet op, blijkbaar. Telefoonprovider T-net overigens ook niet: midden in het dorp stond een vrij nieuwe, nog werkende telefooncel. Zonder glas, dat dan weer wel. Maar daarvan stond weer genoeg bij de glasbak die echt al heel lang niet meer geleegd werd, getuige al het glas dat er inmiddels op en om stond. Fotografisch viel hier echter niet veel meer te beleven, dus zijn we teruggereden naar Otzenrath, om te kijken of we de mijn en de graafmachines (die je vrijwel overal in beeld hebt) eens van dichtbij konden bekijken. Vlak naast het traject van de voormalige A-44 zijn we uitgestapt. Op de plek waar vroeger de middenberm lag, schoot ik deze foto, langs het voormalige traject van de snelweg, en tegen de zon in:
![]()
Waarom tegen de zon in? Nou, links van mij zag ik dit:
![]()
Eén van de graafmachines. Achter mij had hij de snelweg al opgevreten. Daar viel niks meer te fotograferen, behalve een groot en diep gat. En nu kwam hij langzaam maar zeker mijn kant op. Tijd om dat ding eens van dichtbij te bekijken.
Vanaf de rand van de dagbouwmijn (al gaat het werk ook 's-nachts verder) kon je zo'n 100-150 meter lager dit zien. De bron van alle ellende voor de bewoners hier: bruinkool. En daarachter: de electriciteitscentrales die er op draaien. En dit gat is groot. Op een Duitse foto-site heeft iemand de Google-Earth foto van dit gat over de stad Keulen geprojecteerd. Keulen verdwijnt er compleet in, en sindsdien is het gat alleen maar groter geworden. De machines op deze foto staan al snel 2 kilometer van mij af. Er staan er een stuk of tien inmiddels, met elkaar en de centrales verbonden via een uitgebreid netwerk van transportbanden, die alles snel afvoeren naar de plek waar het verwerkt wordt.
![]()
De graafmachines graven verder. Moeiteloos draait het schoepenrad -met schoepen waar mijn Seat Leon nog wel in past- zijn rondjes, terwijl de kraan langzaam van links naar rechts en weer terug schuift. Pea4fun heeft een foto van mij met dit rad gemaakt, en diegenen die me wel eens gezien hebben weten dat ik geen kleine jongen ben. Nou, ik ben dus WEL een kleine jongen vergeleken bij dit monster.
![]()
We besloten rond een uurtje of half 4 dat het mooi geweest was. We zijn nog heel even gaan kijken bij het stationnetje, dat al in 1980 zijn deuren sloot. Bahnhof Otzenrath. Van buiten haal je er nog wel een station uit, maar er heeft de afgelopen 20-25 jaar een ander bedrijf in gezeten. Op de gevel zitten nog inslagen van kogels die in de oorlog op het station zijn afgevuurd.
![]()
De volledige stations inrichting hadden ze er uit laten slopen. Helaas dus. Maar gelukkig hadden ze wel nog wat moois laten zitten, iets wat ik de hele dag nog niet in complete staat had gezien. Een grote wenteltrap. Dus die moest ik nog even fotograferen. Ik nam me voor: Als het gebouwtje er nog staat als ik in dit gebied met modellen ga werken, dan sleep ik er zeker één mee naar deze trap.
[ Bericht 0% gewijzigd door RonaldV op 05-02-2007 23:13:53 ]