quote:MALCOLM MIDDLETON - Sleight Of Heart (Fulltime Hobby)
Malcolm Middleton is natuurlijk bekend van zijn werk met Arab Strap, de band die er eind 2006 de brui aan gaf. Dat was zonde, want zelden zal de donkere, troosteloze kant van het nachtleven mooier zijn bezongen dan door Arab Strap. Middleton was vooral verantwoordelijk voor de muziek, vaak niet meer dan een ritmebox en zijn eigen gitaar, waarna Aidan John Moffat met zijn bromstem de liedjes murmelde. Beide heren timmeren inmiddels ook solo behoorlijk aan de weg.
De rossige Middleton liet voor het eerst van zich horen in 2002. Zijn plaat met de onmogelijke titel 5:14 Fluoxytine Seagull Alcohol John Nicotine was precies wat je mocht verwachten van hem. Met vet Schots accent bezong hij zijn treurnis. Het werd een bijzonder sterke plaat, die werd opgevolgd door Into The Woods uit 2005 en A Brighter Beat uit 2007. Per plaat kwam er meer bij aan geluid. Waar dat op Into The Woods nog wel goed werkte, daar was dat op A Brighter Beat toch minder het geval. Best sterke songs, maar iets teveel toeters en bellen voor een Middleton-plaat.
Het nu uitgebrachte Sleight Of Heart is een mini-album met vooral outtakes van de vorige plaat en enkele covers. Het is niet zo gek dat deze songs A Brighter Beat niet gehaald hebben. Niet qua kwaliteit, maar qua sound. Want Middleton grijpt hier grotendeels terug op zijn eerste soloplaat. Goed, hij wordt geholpen door een drummer, een pianist, een bassist en een violiste, maar de basis is toch echt weer Middleton met zijn gitaar. Dat levert weer echt indringende nummers op, waarin de teksten goed tot hun recht komen.
Zo begint Middleton al goed in opener Week Off: "It's easy hating yourself, it's hard making it rhyme." Zwartgallig? Wellicht, maar Middleton slaagt er als vanouds in om zijn ellende toch zo te brengen dat het nergens vervelend wordt. De man is gewoon niet de vrolijkste en wie zou dat wel worden in het lege bestaan van doorhalen in het Schotse nachtleven? "Sing along with the sad song," roept hij ons ergens op. En verdraaid, er is sprake van een heuse meezinger. Zo is Middleton weer in grootse vorm op dit tussendoortje. Luister bijvoorbeeld naar Love Comes In Waves, waarop hij zich vertwijfeld afvraagt wat de liefde nu eigenlijk is. "Love is raining in Glasgow, love is a lie," besluit hij dan maar. Om toch weer positief te eindigen in hetzelfde nummer en er nog een heus liefdesliedje als slotsong uit te persen.
Het mag duidelijk zijn dat de negen songs op dit album het beluisteren meer dan waard zijn. Het duurt dan maar net een half uur, het is wel een boeiend half uur. De droevige troubadour covert zelfs Madonna en klinkt haast tropisch vrolijk op Kid Creosote-cover Marguerita Red. Zo wordt Sleight Of Heart in al zijn losheid stiekem misschien wel de leukste plaat die Middleton tot nu toe gemaakt heeft.
ik heb het enkele weken terug wel gemeld maar ik persoonlijk ben na de downtimes van de afgelopen weken een beetje afgehaakt...quote:Op dinsdag 27 mei 2008 18:55 schreef methodmich het volgende:
Doen ze eigenlijk nog wel wat met de submits Rik?
Komt de komende weken weer MM, ik was een maandje oid op vakantiequote:Op dinsdag 27 mei 2008 18:55 schreef methodmich het volgende:
Doen ze eigenlijk nog wel wat met de submits Rik?
quote:ADEM - Takes (Domino Records)
Adem Ilhan liet onder zijn eigen naam voor het eerst iets van zich horen in 2004, toen hij zijn fraaie debuut Homesongs uitbracht. Deze plaat geldt ongetwijfeld als één van de meest onontdekte juweeltjes van dat muziekjaar. Ver verwijderd van de postrock die hij met de formatie Fridge maakte, kwam Adem met een ingetogen werkstuk. De songs waren uiterst lo-fi, door de spaarzame muzikale omlijsting en de verre van gelikte productie. Daarbij is Adem duidelijk niet geboren als zanger, zodat zijn zang gespeend bleef van allerlei mooie kunstjes. Zelden een man gehoord die de noten her en der op zo'n overtuigende wijze niet haalde.
Het droeg allemaal bij aan de puurheid van zijn songs. Het begeleiden van zichzelf met flessen, kleine stokjes en andere ongein leverde ook enige publiciteit op, maar nooit was het Adem te doen om "interessantdoenerij". Alles stond in het teken van zijn muziek, die je in alle eerlijkheid bij de keel kon grijpen. Nummers als Statued, These Are Your Friends, Pillow en vooral Long Drive Home konden in dat jaar tot de mooiste songs gerekend worden.
Opvolger Love And Other Planets uit 2006 leverde meer van hetzelfde, maar wat mij betreft net iets minder goed. Dan is er nu Takes. Muzikaal doet Adem niets anders dan op de andere platen, maar het verhaal van de plaat is nu dat hij geen enkel eigen nummer speelt. Geïnspireerd door positieve reacties tijdens concerten besloot hij om een compleet album vol covers te maken. Adem biedt een soort blik in zijn eigen platenkast en brengt, vol liefde en overtuiging, een leuk dozijn songs.
Daar zitten nummers bij van artiesten die je niet snel op een coveralbum tegen zult komen. Okee, Smashing Pumpkins en Björk, dat kan nog wel. Maar Bedhead? Lisa Germano? Tortoise of The Breeders? Obscure indiebands als Pinback en Yo La Tengo? De mormonen van Low? Nee, dat hoor je niet vaak. Het getuigt van een goede smaak. In de Adem-behandeling zijn deze songs allemaal uitgekleed. Vaak blijft er niet meer over dan zang en begeleiding op gitaar, bas, harmonium, klokkenspel, ukelele, banjo, harp, belletjes en de gebruikelijke kopjes en fietssloten. Hij speelt het allemaal zelf, om tijd te winnen. Op dit album waagt hij zich ook aan piano, vibrafoon, ebow, wurlitzer en viool.
Het leuke is dat je ineens melodielijnen of tekstregels ontdekt die in het origineel nog wel eens verborgen zaten achter een grotere geluidsmuur. Het maakt al verschil om de tekst van Oh My Lover eens gezongen te worden door een man, in plaats van een vrouw. En waar Polly Jean Harvey in haar versie wanhopig klinkt, daar komt Adem haast berustend over. Subtiel is zijn wijziging in de tekst van Hotellounge van dEUS. Waar Tom Barman verliefd was op de stem van Rickie Lee Jones, daar is Adem dat op die van Emmylou Harris. Het kunstje op To Cure A Weakling Child + Boy / Girl Song van Aphex Twin is op zich niet nieuw, maar levert een verrassend mooie song op. Adem zingt de tekst van het ene nummer over de muziek van het andere. Het is een onverwacht hoogtepunt, net als wat mij betreft Tears Are In Your Eyes, waarin hij Yo La Tengo eert.
Het levert een uiterst sympathiek plaatje op, waarop de liefde voor muziek hoogtij viert. Bovendien is het heerlijk om de originelen en de Adem-covers na elkaar af te spelen en zo te ontdekken wat deze dekselse Engelsman nu eigenlijk stiekem allemaal veranderd heeft. Helaas laten mijn zangkwaliteiten het niet toe, anders had ik ook een coveralbum opgenomen. En ja, dan had ik inderdaad een song van Adem opgenomen, alleen al uit respect voor dit bijzondere werkstuk.
Yep, had even tijd nodig methodmich, maar ze komen wel hoorquote:Op maandag 9 juni 2008 16:19 schreef methodmich het volgende:
Staan er lekker veel op de FP nu zag ik!
quote:ZITA SWOON - Big Blueville (Chikaree Records)
Dat de Fransen een eigenzinnig volk zijn mag genoegzaam bekend zijn. Of het door de Fransen komt of door Zita Swoon zelf, dat is me niet bekend, maar feit is dat het album Big City blijkbaar Frankrijk nog niet bereikt had. Waar wij Nederlanders vorig jaar al konden genieten van het fraaie album, daar krijgen de Fransen nu pas die gelegenheid.
Dat is vreemd. Want Zita Swoon is, zeker op de laatste twee platen, een band die toch zeker ook de Fransen moet kunnen aanspreken. De songs van Stef Kamil Carlens en zijn bandgenoten schuiven steeds meer op richting chanson en bovendien is de Franse taal sinds A Song About A Girls ook ruim vertegenwoordigd in de nummers. Op Big City was dat al evenzeer het geval. Speciaal voor de Franse markt is de plaat omgedoopt in Big Blueville en is de inhoud iets anders geworden. Reden genoeg voor de niet-Fransen om de plaat aan te schaffen.
Van de tien songs op Big Blueville kennen we er al vijf van Big City. Wel zijn de songs her en der iets aangepast, want ze zijn opnieuw ingespeeld. Dat resulteert soms in een wat dieper geluid of een klein accentje in de muziek. Niet dat het veel uitmaakt overigens, want de nummers zijn onveranderd sterk. De keuze om Infinite Down als plaatopener te gebruiken, vind ik trouwens een goede. Wellicht één van de beste nummers uit het complete oeuvre van Zita Swoon, wat mij betreft. Everything Is Not The Same klinkt lekker aanstekelijk, I Feel Alive In The City is degelijk en de Franse nummers L'opaque Paradis en Je Range moeten het toch goed doen, met een Frans kaasje en een wijntje erbij.
De vijf andere nummers zijn ook deels Franstalig. Dat is handig als je een markt wilt veroveren. Quand Même Content is een degelijke Zita Swoon-track, niets meer en niets minder. Looking For A Friend, Giving Up The Hero en People Can't Stand The Truth misstaan ook niet. Het is echter het meeslepende en zomerse Josieanna, in het Frans gezongen en her en der door de snelheid zelfs lastig te verstaan, dat de meeste indruk maakt. Vooral het makkelijk meezingbare refrein doet het goed. Je ziet het jezelf al zingen, ergens in Parijs of aan een strand, tegen een knappe Française.
Wat biedt Big Blueville nu eigenlijk in vergelijking met Big City? Wel, wie beide albums nog niet heeft, is wat mij betreft beter af met Big City. Niet alleen bevat die plaat twee nummers meer, ook is deze simpelweg wat sterker. Daar kan ook het handig overnemen van enkele van de beste songs van Big City op Big Blueville niets aan veranderen. Frankrijk kan met laatstgenoemde plaat absoluut veroverd worden, maar Nederland is toch al een tijdje om. De echte Zita Swoon-fan haalt natuurlijk Big Blueville ook binnen, al is het maar voor Josieanna. De gemiddelde fan raad ik echter aan om te wachten tot de volgende écht nieuwe plaat van Stef Kamil Carlens en zijn band.
quote:SCOTT MATTHEW - Self Titled (Glitterhouse Records)
De helaas overleden Elliott Smith was in kleine kring al bekend bij de liefhebbers van ingetogen singer / songwriters. Toen een aantal van zijn songs opdook in de fraaie film Good Will Hunting kwam hij echter plots in de schijnwerpers te staan. De man speelde zelfs op de Oscar-uitreiking. Ergens is het jammer dat een muzikant van dergelijke klasse de hulp van een soundtrack nodig had, maar het was goed dat zijn werk breder bekend raakte.
Zal voor Scott Matthew een dergelijk scenario opgaan? Die vraag stel ik me na het beluisteren van diens titelloze album. Enkele van de de elf songs op dit album werden namelijk gebruikt in de film Shortbus. Ja, inderdaad, die film met die expliciete seks. Daar heeft Matthew verder weinig mee te maken, al hoort hij wel duidelijk tot het wat kunstzinnigere deel van New York. De bebaarde zanger hing rond in de entourage van Antony en diens Johnsons en dan kom je al snel in contact met talloze andere muzikanten en vrije zielen.
Op Scott Matthew staat op zich weinig schokkends. Althans, niet in de zin van een complete verrassing. Het is geen speelse folky muziek met Spaanse hippie-invloeden, zoals bij Devendra Banhart. Er is geen gedoe met leuke geluidjes, zoals bij CocoRosie. Evenmin heeft Matthew de bijzonderheidsfactor van een Antony. Dat heeft de man echter helemaal niet nodig. Op deze plaat overtuigt hij zonder opsmuk en zorgt hij voor iets meer dan een half uur rust. Rust in een hectische wereld.
We horen namelijk elf min of meer tijdloze songs, waarin de rustgevende stem van Matthew over de muziek zweeft. Met wat fantasie kan je zijn zang wel vergelijken met die van Antony, omdat er soms ook die trieste snik in voor lijkt te komen. De vergelijking met David Bowie ligt ook wel op de loer. Matthew pendelt van fluisterend tot hoog kwelend, zonder dat hij de luisteraar van zich afkeert. Zijn stem is namelijk warm en troostrijk. Dat past perfect bij de stemmige muziek, waarin piano, strijkinstrumenten, banjo en ukelele opduiken. Matthew zelf streelt ondertussen de gitaar. Chamber music noemen ze dat in het Engels, geloof ik.
Mooie term wel. Want het lijkt inderdaad alsof Matthew in een kamer is gaan zitten, een beetje treurig naar buiten keek en besloot om maar eens wat muziek te gaan maken. De teksten zijn niet altijd vrolijk, maar een echte klaagzang wordt het nooit. Er straalt namelijk een enorme rust vanuit. Ik zei het al, tijdloos. Deze plaat had Scott Matthew ook veertig jaar geleden kunnen maken en vermoedelijk zal het over veertig jaar nog steeds kunnen.
Daarom is dit een album om te koesteren. Songs als In The End, Amputee, Prescription, Laziest Lie, Ballad Dear en Surgery onthullen steeds meer hun geheimen en schoonheid. Al gaat dit eigenlijk op voor alle elf de nummers. Market Me To Children, heet de laatste. Ik vrees voor Matthew dat de coole kinderen zijn muziek niet gaan kopen, ondanks Shortbus. Of hij het erg vindt? Getuige de regel "Oh the horror" denk ik van niet. Wie deze plaat dan wel moet gaan beluisteren? Wat mij betreft iedereen die een goed stukje rust in de alledaagse hectiek kan waarderen.
quote:ARNO - Covers Cocktail (EMI]
Coveralbums zijn in. Zo bracht Patti Smith vorig jaar al een hommage aan haar muzikale helden, deed Adem onlangs hetzelfde, eerde Bryan Ferry de grote Bob Dylan door diens songs te coveren en debuteerde actrice Scarlett Johansson als zangeres met allerlei vertolkingen van nummers van Tom Waits. Dit is nog maar een kleine greep uit het aanbod, want zoals gezegd: het lijkt in om een plaat te maken vol nummers van anderen. Ook de Belg Arno Hintjens doet er aan mee. Moet wel gesteld worden dat dit album meer een verzameling is van covers die hij al eerder opnam of zelfs al uitbracht op andere albums. Maar toch, de tijd is blijkbaar goed om deze verzameling dan nu maar op de markt te brengen.
Covers Cocktail heeft Arno het genoemd. Liefst twintig songs staan erop, allemaal bewerkt door de Belgische rasartiest. Sommige tracks zijn ingespeeld als Charles & Les Lulus of Charles & The White Trash European Blues Connection, één keer als Arno & The Subrovnicks en her en der krijgt hij hulp van bijvoorbeeld Beverly Jo Scott, Jane Birkin en Stephan Eicher. Maar in elke song klinkt onmiskenbaar door dat Arno er mee aan de slag is gegaan.
Verwacht bij Arno geen droge vertolkingen. Nee, hij voegt er altijd wel iets aan toe, al is het maar die heerlijk krakende stem en zijn eigen manier van zingen. Arno kan fantastisch doorleefd zingen, zeker als hij af en toe lijkt in te houden om daarna fantastisch raspend de volgende zin zingt. Heerlijk rauw komen de woorden soms bijna uit zijn tenen. Dat maakt Covers Cocktail ongeschikt voor fans van sommige door Arno gecoverde artiesten. Die zouden maar schrikken van de manier waarop het liedje van hun geliefkoosde band door deze excentrieke Belg wordt gebracht.
Dus, fans van Abba, sla Knowing Me, Knowing You vooral over. Queen-fans, blijf weg bij I Want To Break Free. Verstokte Beatle-liefhebbers, hoewel die doorgaans wat opener van muzikale geest zijn, zullen wellicht gruwelen van deze Drive My Car. En Death Of A Clown klonk nog nooit zo perfect als muzikale ode aan het graf als bij Arno. De broers Davies zullen vast wel trots zijn. Dat mogen meer artiesten zijn trouwens. Arno brengt Mother's Little Helper van de Stones schitterend, gaat prima aan de haal met de Bowie-composities All The Young Dudes en Jean Baltazaarr, een samen met Beverly Jo Scott gebrachte combinatie van The Jean Genie en het Franse nummer La Fille Du Père Noël. Apart, inderdaad. Als we dat weten is het coveren van twee nummers van Captain Beefheart ook volledig logisch.
Ook de Franse taal is gelukkig niet vergeten. Want, eerlijk gezegd, vind ik de Franstalige nummers van Arno vaak nog een stukje mooier. Omdat de sfeer van het chanson nu eenmaal zo mooi past bij de stem en manier van zingen van Arno. Voir Un Ami Pleurer roert dan inderdaad tot tranen en Arno speelt een prima Gainsbourg in Eliza, het duet met Jane Birkin. Knap gedaan is ook het deels Engelse en Franse Ils Ont Changé Ma Chanson, inderdaad een bewerking van Look What They've Done To My Song, Ma van hippiemeisje Melanie. Een prima keuze als opener. Want wat heeft Arno gedaan met deze twintig songs? Hij heeft ze volledig eigen gemaakt, uitgediept en op fraaie wijze vertolkt. Maar ja, mag dat een verrassing heten bij de man die volgens de tekst in het boekje zelfs het volkslied van Frankrijk en België kan laten vlammen?
quote:MARTHA WAINWRIGHT - I Know You're Married But I've Got Feelings Too (V2)
In 2005 liet Martha Wainwright op haar titelloze debuutplaat voor het eerst horen op eigen benen te kunnen staan. Als telg uit een muzikale familie, die ik hier niet weer volledig zal gaan noemen, was dat op zich niet zo verrassend. Wel had Martha een tijd nodig om dit zelf te beseffen, zo liet ze zelf ook weten. Als achtergrondzangeres bij haar broer Rufus werd haar rol langzamerhand steeds groter en toen kwam daar het moment dat ze het alleen ging proberen.
Dat gebeurde met succes. De plaat stond vol intens gezongen songs, waarop Martha Wainwright zich presenteerde als een vrouw die iets te vertellen had. Ver weg van de flauwe versjes over liefde, liet ze zich her en der in niet mis te verstane bewoordingen uit over mannen. Zo kreeg vader Loudon onder uit de zak in Bloody Mother Fucking Asshole en bleek het taalgebruik van Martha lang niet altijd geschikt voor gevoelige oortjes. Hetgeen de plaat alleen maar beter maakte, in mijn optiek. Dit was namelijk echt. Dat alles in combinatie met de tegen folk leunende muziek en die kristalheldere stem, leverde een fantastische plaat op. Waarbij haar bijzondere voordracht, waarin ze speelt met woorden en ritme door soms wat slepend te zingen, misschien nog wel het mooist was.
De verwachtingen voor I Know You're Married But I've Got Feelings Too waren van mijn kant dan ook hoog gespannen. Om maar direct te zijn, ik ben er nog niet achter of deze met een curieuze titel gezegende plaat aan die verwachtingen voldoet. Martha opent ijzersterk, met het treurige Bleeding All Over You, waarin de titel een sleutelrol speelt in de tekst. Het lichtvoetige, maar oh zo aanstelijke en tegelijkertijd vertwijfelde You Cheated Me is een topsong, Jesus And Mary is fijn, terwijl de wat hese zang en fraaie versnelling richting refrein van Comin' Tonight ook een fantastisch nummer maken. Een geweldige start, maar hardlopers zijn vaak doodlopers.
Helaas gaat dit ook een beetje op voor deze plaat. De songs die volgen zijn niet slecht, maar ook niet dusdanig bijzonder dat je er de repeatknop voor in zou willen drukken. Hearts Club Band en het samen met broer Rufus gebrachte The George Song onttrekken zich hier nog aan, de rest is hooguit aardig en niet zo meeslepend, emotioneel of intens als nummers van Martha Wainwright kunnen en misschien wel moeten zijn. Pas bij de Pink Floyd-cover See Emily Play, die heerlijk ingezongen is, kruipt ze weer op. Afsluiter I Wish I Were is dan een waardig einde voor een plaat die dus over de hele linie wat mij betreft net een tikkie minder is dan de vorige.
Is dat erg? Wellicht niet, want er staat absoluut sterk materiaal op I Know You're Married But I've Got Feelings Too. Maar toch, er had meer in kunnen zitten, gezien de droomstart van de plaat. Het geeft echter ook hoop voor de toekomst. Want het betekent dat Martha Wainwright een betere plaat in zich heeft, mogelijk zelfs één die ook het debuut kan gaan overtreffen. Misschien moet ze zich eerst maar weer eens flink kwaad gaan maken. Iets wat je op basis van de plaattitel nu al had verwacht. Die gevoelens zaten blijkbaar minder diep dan bij die mannen van plaat één. Dat is voor Martha prettig, maar voor ons jammer.
quote:JOAN AS POLICE WOMAN - To Survive (PIAS)
Twee jaar geleden arresteerde Joan Wasser vele muziekliefhebbers. Onder haar artiestennaam Joan As Police Woman kwam de Amerikaanse met een ijzersterk debuutalbum, waar menigeen graag een klein uurtje opsluiting en verplicht luisteren voor over had. Het had even geduurd voor de voormalig geliefde van wijlen Jeff Buckley het aandurfde om de schijnwerpers op te zoeken. Als violiste en achtergrondzangeres van een keur aan bekende artiesten leek zij prima te gedijen. Het waren mannen als Antony Hegarty en Rufus Wainwright die haar aanspoorden met eigen materiaal te komen.
Dat was in 2006, toen Real Life het levenslicht zag. Het werd een overdonderend album voor de liefhebber van fraaie van achter de piano opgetrokken muziek. Haar verzameling melancholische songs bevatte een enorme volwassenheid. Hier zong een vrouw die wist wat het leven te bieden heeft en haar portie had gekregen, zowel positief als negatief. Gezien haar leeftijd was dit ook niet zo vreemd, maar het blijft altijd een verademing een zangeres te horen die wat meer te bieden heeft dan de gebruikelijke meisjesthematiek.
Het gevaar van een sterk debuutalbum is natuurlijk het vechten tegen de hoge verwachtingen bij een opvolger. Ook voor Joan As Police Woman gaat dit op. Want de echte verrassing is er af. Bij haar debuut had ik nog maar sporadisch wat van haar gehoord en ontbrak een referentiekader naar eerder werk. Nu is dat er wel. Helaas merk je dat gelijk. Het geluid is niet nieuw. Op dit album zijn de songs hooguit nog rustiger. In geen van de tien nummers zit nog de luchtige springerigheid die enkele songs van de eerste plaat kenmerkte. Dat hoeft geen probleem te zijn.
De grootste teleurstelling zit voor mij in de toch ietwat vlakke uitvoering van de nummers. Want in de aanloop naar de release werd duidelijk dat Wasser een zwaar thema aan de plaat had verbonden. Haar moeder is overleden aan kanker en dit is voor de zangeres de plaat om dit deels te verwerken. Ze heeft de strijd van haar moeder doorgetrokken naar het complete land in het afsluitende nummer To America. Wasser moet dus zware emoties verwerken.
Dat hoor ik alleen niet echt terug in de songs. Ja, in de teksten. Die overigens ook gewoon handelen over de universele thema's eenzaamheid en liefde. To Be Loved en To Be Lonely staan bijvoorbeeld achter elkaar op de plaat. Wasser blijkt een berustend persoon, in de manier waarop ze dit soort klappen lijkt te verwerken. Want een nummer als Furious, waarin ze keer op keer de zin "Are you not furious?" zingt, mist de woede die je verwacht. Perfect geschikt om in de microfoon te spugen, zulke zinnen. Ze doet het niet. Ze lijkt boos te willen worden, maar slaagt er niet echt in. Zoals Wasser er qua voordracht deze keer helaas niet echt in slaagt om haar emoties over te brengen op de luisteraar.
Het is mijn grootste bezwaar tegen To Survive. Want dat Wasser knappe songs kan schrijven, dat wist ik al. Dat ze dat bewijst met het leeuwendeel van de tien songs op dit album is ook duidelijk. Maar met tien fraaie pianosongs heb je een mooi album, waar gezien het verhaal en de kwaliteit van het materiaal een monumentale plaat gemaakt had kunnen worden. Maar dan had ze dus dieper moeten gaan. Het zorgt ervoor dat de dappere agente van het debuut een beetje is verworden tot een agente die je bekeurt voor een lichte snelheidsovertreding. Een agente die dus haar werk doet, maar meer teleurstelling opwekt dan oprechte bewondering.
quote:DESTROYER - Trouble In Dreams (Rough Trade)
De rolverdeling binnen de geniale indieband New Pornographers is wel duidelijk. Carl Newman verzorgt die heerlijke melodielijnen, de slimme koortjes en knappe bruggetjes. Dat hij daarbij het popgehalte van de band in de gaten houdt, bewees zijn soloplaat van enkele jaren terug. Neko Case is vooral vocaal aanwezig, want haar country-achtige solowerk is niet echt terug te horen in het bandgeluid. Dat geldt natuurlijk wel voor die hemelse stem. En dan is er nog Dan Bejar. Als niet toerend bandlid verzorgt hij per plaat een aantal songs, die altijd een beetje afwijken van het normale pad. Bejar is de man die de kronkelende zijweggetjes betreedt, de man die voor het kleine beetje gekte zorgt.
Dat bewees hij vorig jaar ook nog met zijn gelegenheidsband Swan Lake. Wie de CD Beast Moans niet kent en graag wil horen wat Bejar kan als hij zich volledig op psychedelica richt, doet er goed aan dit miskende werkstuk op te zoeken. Een nummer als Are You Swimming In Her Pools? verdient een groot luisterpubliek. Zijn vaste uitstapje blijft echter Destroyer. Maar, hier is Bejar lang niet zo maf als je op basis van zijn avontuur met Swan Lake zou verwachten.
Op Trouble In Dreams is Bejar vooral een troubadour, die de luisteraar trakteert op elf fraaie songs. Daarin zit precies alles wat de man zo goed maakt. Te beginnen met die stem en die aparte manier van zingen. Bejar is geen groots zanger, maar heeft een stemgeluid dat blijft uitnodigen tot luisteren. Op sommige momenten doet hij een beetje denken aan David Bowie. Daarnaast weet Bejar zijn zinnen op een opmerkelijke manier binnen de melodie te krijgen. Waar je denkt dat het veel te lang is, daar slaagt hij er toch in om zijn verhaal af te maken en niet gigantisch uit de maat te gaan.
Daarnaast zijn er die teksten. Er zijn al mensen die Bejar uitroepen tot één van de moderne dichters in de popmuziek. Kan, maar dan wel één in de lijn van Bob Dylan of Leonard Cohen. Een dichter waarvan je het idee hebt dat hij af en toe zelf ook geen idee heeft waar hij nou eigenlijk over zingt. Denk aan zinnen als "Blue flower, blue flame, a woman by another name is not a woman" of "Sworn enemy of the waitresses there, a late September sunlight travels through her haur - it wants to be seen....". Bejar is dus vooral een verhalenverteller, maar dan wel een ondoorgrondelijke.
Zijn sterkste punt zit echter in zijn voordracht. Bejar is er een meester in om bepaalde zinnen gedurende een nummer diverse keren te herhalen, maar de woorden door zijn zang een andere lading te geven. Het beste voorbeeld is het nummer Rivers, waarin Bejar de zinsnede "You always had a problem flowing down rivers" laat passeren. Waar hij eerst nog berustend en inlevend klinkt, daar valt tegen het einde op dat er ook wel degelijk verwijt in deze woorden gelegd kan worden. Het is een kunstje dat hij regelmatig met succes toepast.
Het levert een plaat met elf fijne songs op, waarin voor de luisteraar altijd wel iets subtiels te ontdekken valt. Op een tweetal iets te lang uitgesponnen nummers na valt er weinig op aan te merken. Het is ook leuk om Shooting Rockets eens te horen in een normale versie en niet, zoals op het Swan Lake-album, geschreeuwd en vervormd vanuit een paar kamers verderop. Bejar bewijst op Trouble In Dreams vooral zijn klasse als songschrijver. Perfect geschikt voor fans van New Pornographers of Swan Lake, maar minstens zo geknipt voor iedere liefhebber van gitaarpop met een folkrandje. In dat genre zullen er namelijk niet veel sterkere platen komen in 2008.
quote:KAWADA - Shaving Your Beard On A Nice White Cloud (Keremos Records)
Wat zijn die Belgen toch een verwend volkje op muzikaal gebied. Natuurlijk, in ons eigen land gebeurt gelukkig ook genoeg, maar de liefhebber van alternatieve popmuziek blijft vaak met een jaloers oog naar onze zuiderburen loeren. Want daar lijken de bandjes als paddenstoelen uit de grond te schieten. En dan niet om Kabouter Plop of een andere creatie van Gert Verhulst te huisvesten, maar om toe te slaan met ijzersterke debuutplaten. Zo sterk dat je haast twijfelt of dit niet gewoon stiekem een samenwerkingsverband is tussen gevestigde artiesten.
De vijf heren en één dame van Kawada sluiten moeiteloos aan in de als maar langer wordende rij Vlaamse kwaliteitsbands. Dit doen ze met een schijfje waarop een dozijn prima songs staat. Dat Pascal Deweze - bekend van pakweg Metal Molly, Mitsoobishy Jacson, Sukilove en Chitlin' Fooks - een deel van de productie voor zijn rekening neemt is een welkome helpende hand, maar op eigen kracht overtuigen deze jonge honden ook. Ooit betrokken bij MTV Road Rally is er nu een volwaardige eersteling. Deze heeft de curieuze titel Shaving Your Beard On A Nice White Cloud gekregen en is gestoken in een smaakvol wit hoesje.
De spil in de band Kawada is Joeri Cnapelinckx. Hij is verantwoordelijk voor zowel de muziek als de teksten op deze plaat. In de meeste nummers laat hij zich muzikaal vergezellen door zijn kornuiten en is er her en der ruimte voor strijkers of blazers. Producer Deweze zingt ook nog ergens een stukje mee. Het resultaat mag er zijn, want er staan eigenlijk alleen maar geslaagde nummers op deze plaat. Natuurlijk, sommige songs sneeuwen wat onder bij de beste werkstukken, maar men zakt nimmer door de ondergrens.
De sterkste troef is het aangename stemgeluid van Cnapelinckx, dat prima past in de melodieuze muzikale omlijsting. Dat Cnapelinckx zijn beroemde landgenoten kent blijkt uit de af en toe aan dEUS refererende wendingen binnen een liedje. Zoals In Campo, een merkwaardig miniatuurtje, lijkt weggelopen van In A Bar, Under The Sea. Cnapelinckx levert enkele potentiële radiohits af met It Grows On You en Creating A Bigger Boat, houdt het bewust klein in Ukulele Song en Daisy, pakt uit met het stuwende Corrugated Board en toont zich een aparte tekstdichter, die oog heeft voor detail. Ronduit sterke troeven zijn ook de bruuske stijlwissel in Frozen Farms en het euforische einde van Fake License. Dat Cnapelinckx echter ook gewoon naturel kan overtuigen bewijst hij in de alleen door hem gebrachte pianoballad Cruel Tree, waarmee de plaat fraai afsluit. "When you drink everything, in your only local bar", zingt hij. Stemmiger kan het niet eindigen.
Over de hele linie doet de sound van Kawada nog het meest denken aan Soulwax in hun gitaarperiode, het Nederlandse Coparck en de Amerikaanse indieband Spoon. Kawada heeft echter genoeg kwaliteit om volledig op zichzelf te mogen staan. De Belgen kunnen weer trots zijn. Wij Nederlanders hoeven niet te rouwen, want we profiteren vrolijk mee. Een heuse ontdekking, dit Shaving Your Beard On A Nice White Cloud.
quote:RON SEXSMITH - Exit Strategy Of The Soul (V2)
De Canadees Ron Sexsmith loopt al wat jaren mee als muzikant. Liefst tien albums maakte hij al, wanneer zijn eersteling Grand Opera Lane uit 1991 wordt meegerekend. Zelf doet Sexsmith dat liever niet en begint hij zijn eigen telling bij Ron Sexsmith uit 1995. Echt veel maakt het natuurlijk niet uit. Laten we Exit Strategy Of The Soul dus maar als nummer elf uit de catalogus beschouwen.
In al die jaren is Sexsmith eigenlijk een zwaar onderschat songschrijver geweest. Hij kreeg vaak meer waardering van andere artiesten dan van het grote publiek. Dit terwijl zijn songs best radiovriendelijk zijn te noemen. Het is eigenlijk te gek voor woorden dat het fraaie Cobblestone Runway uit 2002 slechts enige aandacht kreeg doordat er een duet met Chris Martin van Coldplay als bonustrack aan was toegevoegd. Het is het lot van Sexsmith.
Nu gebiedt de eerlijkheid ook te zeggen dat hij er niet uit ziet als een grote ster. Zijn ietwat pafferige, jongensachtige gezicht is niet geschikt voor posters of tienerblaadjes. Zijn eenvoudige kleding is niet bedoeld voor glamourachtige awardshows. Ron Sexsmith zit prima waar hij nu zit, in de marge. Waar hij zijn prachtige platen kan maken voor gewone mensen. Nooit hip, nooit meegaand in de laatste muzikale trends, maar gewoon een werkstuk vol fraaie songs.
De kracht van Sexsmith schuilt in zijn warme stem, die de laatste jaren aan kracht lijkt te winnen en minder vaak de hoogte in moet. Hij is ontegenzeggelijk beter gaan zingen. Zijn composities waren altijd al sterk. Melodieuze luistervriendelijke songs, die een tijdloos karakter hebben. Ze ademen net zo goed een stukje Beatles als een stukje Neil Young. De invloed van Elvis Costello, John Hiatt of zelfs een beetje Nick Drake is nooit ver weg. Zijn songs kennen altijd een logische en goede opbouw.
In de recensie van Time Being, zijn vorige plaat, schreef ik dat Sexsmith in de loop der jaren synoniem is geworden voor kwaliteitsmuziek. Dat is nog altijd zo. Wie Exit Strategy Of The Soul wil aanschaffen, weet wat hij krijgt. Een plaat met veertien nummers deze keer, waarvan de opener en de afsluiter instrumentaal zijn. Daar tussendoor gewoon weer twaalf fraaie songs. Lekker weemoedig bij tijd en wijle, verhalend over misgelopen liefdes, maar ook altijd hoopgevend. Kwaliteit dus.
Maar er is toch iets anders aan deze plaat, heb ik het idee. Zijn het de Cubanen, die de muziek van Sexsmith voorzien van diverse leuke percussie, trompet, saxofoon en allerlei andere exotisch aandoende instrumenten? Het zou kunnen, maar het wordt nooit een Spaanse plaat. De invloed is hoorbaar, maar heeft de sound niet drastisch veranderd. Is het dan het feit dat Sexsmith nu veel nummers van achter de piano brengt? Kan, al is dit ook niet nieuw. Heel stiekem zou het gewoon kunnen zijn dat het feit dat ik inmiddels ook weer twee jaar ouder ben de baan voor de immer melodieuze en rustgevende songs van Sexsmith nog vrijer heeft gemaakt. Toch houd ik het er maar op dat Sexsmith zelf in een dusdanig grote vorm stak bij het maken van Exit Strategy Of The Soul dat ik durf te stellen dat dit zijn beste plaat ooit is. Zo goed zelfs dat er dit jaar weinig mooiers gaat uitkomen binnen dit genre. En ja, ik kan wel zeggen dat dit een grote kandidaat is voor album van het jaar, maar daar zal Sexsmith niet bekender door worden. Hoeft ook niet, zo bewijst hij voor de tiende keer in elf jaar.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |