Le huitième jour (Jaco van Dormael, 1996)
Leuke Belgische film die wel wat weg heeft van
Rain Man. Het begin vond ik erg mooi en ook wat volgt is leuk. Dat komt vooral door het aparte koppel wat Daniel Auteuil en Pascal Duquenne vormen. Soms wordt het wel net iets te sentimenteel voor mijn smaak, maar over het algemeen dus leuk. ***½
Le peuple migrateur (Jacques Perrin, 2001)
Van de drie grote Franse natuurdocumentaires, naast deze ook
Microcosmos en het recente
La marche de l'empereur, vind ik deze denk het best. De prachtige beelden zijn de grootste troef van de film. Af en toe wordt de serene rust die van de beelden afstraalt abrupt verstoort door de harde realiteit. Vooral de scene waarin een albatros een baby-pinguin voor de ogen van de ouders oppeuzelt is wrang. ***½
La promesse (Jean-Pierre & Luc Dardenne, 1996)
De film waar de gebroeders Dardenne internationaal mee doorbraken is een mooi sociaal drama. De sombere cinematografie en het grauwe decor waarin de film zich afspeelt versterken het bijtende realisme van de film. Vooral het einde is erg mooi en dan met name doordat de achtergrond geluiden nog doorgaan tijdens de aftiteling, die er voor zorgen dat deze langer blijft hangen. ****
Tian bian yi duo yun (The Wayward Cloud) (Tsai Ming-liang, 2005)
Bijzondere film van de Taiwanees Tsai Ming-liang. Hij combineert twee populaire Aziatische filmtakken in een verrassende en originele film. De hoofdmoot bestaat uit seksueel getinte zwijgzame scenes, die vaak dolkomische situaties bevatten. Deze worden onderbroken door hilarische absurdistische musicalnummers. Normaal ben ik daar niet zo kapot van, maar hier wordt het zo doeltreffend gebracht dat ze voor mij niet vaak genoeg konden komen. De cinematografie is trouwens ook fantastisch. ****