Onderstaande heb ik geschreven voor het krantje dat uitkwam toen mijn amateurclub NSV 85 jaar bestond...
CLUBSCHEIDS
Tot mij kwam het verzoek voor deze krant een artikeltje te schrijven over hoe het is om clubscheidsrechter van het oudste jeugdelftal te zijn. Uiteraard, geen probleem, al kan het ook een zuur stukje worden. Het is namelijk niet altijd even makkelijk om je als 22-jarige tussen 22 bijna volwassenen te laveren, al helemaal niet wanneer onverwacht de leiders van de bezoekende vereniging de grootste pubers van het stel blijken te zijn. Grijs bij de slapen, maar kortzichtig dat het een aard heeft. Gelukkig is NSV, met dank aan mensen als X en Y een club die zich actief bezighoudt met fatsoensnormen en zich zo onttrekt aan deze malaise.
Zo heb ik nog nooit meegemaakt dat een functionaris van NSV de hoop uitsprak een scheidsrechter "zaterdagavond tegen te komen". Ik heb wel meegemaakt dat iemand van Smerdiek mij zoiets toebeet, als ik zijn woorden tenminste correct vertaald heb uit het Zeeuws. Dat zijn vervelende zaken. Niet omdat ik bang was door de dikke veertiger afgeslagen te worden, maar meer omdat het een fundamenteel probleem blootlegt: je bent clubscheidsrechter, dus je bent niet objectief.
Geef je NSV een strafschap (of drie in een kwartier, zoals vorig seizoen tegen Sprundel) ben je een thuisfluiter. Geef je hem aan de tegenstander, ben je bang om thuisfluiter gevonden te worden. Het is nooit goed, en daar moet je tegen kunnen. Ik heb daar, gebied de eerlijkheid mij te zeggen, moeite mee. Voor het geld fluit ik die wedstrijden niet, en het zal me aan mijn reet roesten wie er met de overwinning aan de haal gaat. Ik doe het voor mijn plezier, en om de club ermee te helpen.
Bovendien vraag ik me tot op de dag van vandaag af waar ik die vent in godsnaam tegen zou moeten komen op zaterdagavond.
Wat is de essentie van jeugdvoetbal? Schik hebben. We zijn allemaal ooit voor de lol begonnen met voetballen. Zaterdagochtend om 10 uur tegen de F23 van BSC, met zo'n lelijke zwarte maillot onder de voetbalbroek, dat werk. Laten we dan ook vooral het plezier laten prevaleren boven het belang van presteren. Presteren is uiteraard een fundamenteel onderdeel van sport, maar op het niveau waarop wij met zijn allen actief zijn, de selectie niet uitgezonderd, moet het minstens even belangrijk zijn om plezier te hebben aan je hobby. Ik vraag me wel eens af of dit ook altijd het geval is.
De spelverdeler, de onhandige linksback, de keeper: ze betalen allemaal evenveel contributie. Is het dan logisch om die behendige middenvelder alles te laten spelen en de dikkerd niet? Wordt de goalgetter de aanvoerder, of de noeste maar beperkte voorstopper? Wie staat er bij die kraker tegen koploper reserve, de nummer tien die maar één keer getraind heeft die week, of voor het gemak toch maar de hondstrouwe maar timide jongeling? Daar ligt de nuance. Kies je voor presteren, of kies je voor de lange termijn?
De lange termijn? Ja. Teamsport is goed voor een jong mens. Het is gezond, lekker sporten. Maar het dient ook heel andere belangen. De jongeling zal inzien dat het belangrijk is om te leren samenwerken, dat dit vaak zelfs cruciaal is om een doel te bereiken. Hij zal leren wat het is om voor elkaar op te komen bij een klein opstootje, of dat het fijn is een schouderklopje te krijgen na een dappere redding. En om te weten dat anderen er ook voor jou zijn, wanneer je zelf een fout hebt gemaakt.
Presteren of iets leren, dat is het dilemma. Te vaak word in deze situatie gekozen voor de eerste optie. De scheids, en nu ben ik weer terug bij mijn eigenlijke onderwerp, merkt dit ook bij jeugdwedstrijden. Schreeuwlelijkerds met dikke gewatteerde jassen aan, gesponsord door de plaatselijke patatboer, die door moeten gaan voor jeugdtrainer. Wat willen ze graag eenmaal terug op de vereniging kunnen zeggen dat ze gewonnen hebben. Of op het zaterdagavondse feestje. Of als ze voor de spiegel staan.
Het geeft een verkeerd signaal af, zo'n demagoog die niks anders doet dan loze kreten over het speelveld uitbraken ("communicereuhhhhhh", of erger nog, "kanteleuhhhhh"). Stel: de wat klunzige verdediger blundert, de tegenstander scoort. De verdediger wordt verrot gescholden door de behendige middenvelder. Cruciaal voor de ontwikkeling van de negen andere individuen die deel uitmaken van dat team is de vraag wat de leider van die mannen op zo'n moment doet. Gaat hij uit zijn pan tegen die verdediger (dus: kiest hij voor presteren?) of corrigeert hij zijn middenvelder?
Misschien ben ik te idealistisch, maar ik zie teamsport voor jonge mensen als een ideaal instrument om te leren hoe je je moet gedragen in een groep. En hier past geen uitzonderingspositie bij, voor niemand. Het talentje dat een abonnement heeft op de titel Voetballer van het Jaar (sowieso een door mij verafschuwd iets, en niet omdat ik het nooit geworden ben) moet verleden tijd zijn.
Daarom is jeugdleider geen baantje waar lichtzinnig over gedaan moet worden, en jeugdscheidsrechter is dat ook niet. De jonge mens moet bijvoorbeeld leren dat op een overtreding een sanctie staat. Voor de jonge voetballer betekent dit dat als hij iemand beledigt in het veld, of lens schopt, hij hier een kaart voor krijgt, en dat deze ook daadwerkelijk doorgegeven wordt aan de KNVB. Regels zijn regels, ga je daar overheen dan moet je op de blaren zitten.
Het kale feit dat ik principieel alle kaarten die ik geef op het wedstrijdformulier doorgeef stuit op veel weerstand, soms ook vanuit NSV-ers zelf. Maar het moet, het is noodzakelijk. Ten eerste om je autoriteit als scheids te waarborgen, want die is noodzakelijk. Het kan immers niet zo zijn dat wanneer je tegen een speler zegt "laatste waarschuwing, volgende keer heb je geel te pakken", deze antwoord met "scheit aan, die worden toch niet doorgegeven". Weg is je gezag, en dat is funest voor een scheids. Ten tweede doordat voetballertjes ervan leren. Regels zijn regels, en daar heb je je aan te houden. Als je dan dus voor drie duels geschorst bent, zoals ik een keer was, hoor je niet onder een andere naam te voetballen, zoals ik toen deed. Het hele effect van een straf wordt zo teniet gedaan. Ten derde moet de verloedering van het amateurvoetbal een halt worden toegeroepen. Daarom vind ik een scheidsrechter die zijn kaarten niet doorgeeft geen knip voor de neus waard. Er is systematisch iets mis met het amateurvoetbal, en dit wordt zo in stand gehouden.
De KNVB maakt zich niet voor niets zorgen over de toekomst van het amateurvoetbal. Geen scheidsrechters meer, en toenemende agressie.
Er is als clubscheids naar mijn mening slechts één manier om hier iets aan te doen. Rechtlijnig en objectief zijn. Dit is echter niet voldoende. Om ervoor te zorgen dat er over 25 jaar ook nog een lekker potje gevoetbald kan worden, moet een vereniging doordrongen zijn van de fundamentele keuze vóór al voetballend mores bijbrengen aan jonge mensen, en tégen het presteren-voor-alles. Ik ben ervan overtuigd dat dit de filosofie van iedere jeugdafdeling zou moeten zijn, van iedere amateurvereniging, ook van NSV.
Dit klinkt raar, nietwaar? Valt best mee. Ik zeg niet dat het verboden is om te willen winnen, helemaal niet. Graag zelfs. Maar niet ten koste van alles.
Gelukkig is NSV best een fijne vereniging, ook in dit opzicht. Bovenstaande situatieschets heeft dan ook vooral betrekking op verenigingen die ik heb meegemaakt als scheids, en tegenstanders tijdens mijn eigen 'carrière' als voetballer.
Ik ben begonnen als scheids omdat ik het altijd beter meende te weten als elke scheids die ik voor me had. "Doe het dan zelf", zei de voorzitter. Prima, zei ik. Intussen zijn we twee jaar verder. Mocht iemand bij het lezen van dit artikel het gevoel bekruipen het beter te kunnen, wil ik hem uitnodigen de eerstvolgende thuiswedstrijd van de B-jeugd te komen fluiten.
Het bovenstaande is 100% op persoonlijke titel geschreven. Voor kritiek of weerlegging hou ik me van harte aanbevolen, op mijn mailadres.
NSV is op dit moment een gezonde club, in sociaal opzicht. Wil het dit blijven, als het kan nog 85 jaar, dan wil ik van harte aanbevelen de hierboven uiteengezette filosofie te omarmen.
Ik kan niet wachten tot het jaar 2096 begint.