Nogmaals in tekst... Handig zon ORC programma... Alleen niet helemaal foutloos helaas...
Er is meer tussen hemel en aarde, daar raken we met z'n allen steeds meer van overtuigd. Met de regelmaat van de klok raadplegen we astrologen, waarzeggers, laten we op
de kermis onze hand lezen, en op vrijdag de dertiende blijven we het liefst in bed. Maar geloven doen we er niet in. Natuurlijk niet! We kunnen onze vinger er immers niet op leggen, bewijzen zijn er (nog) niet. En als
we een medium weten te ontmaskeren, als we hem of haar zonder pardon neer kunnen sabelen, dan gaan we daarvoor. Uiteraard ...
Door Petra Boots Foto: Reni van Maren
Robbert van den Broeke, wie kent hem inmiddels niet, ging in de staart van 2005 genadeloos aan de schandpaal. Stichting Skepsis liet geen spaan heel van het medium, dat bekendheid kreeg door het RTL-programma van Irene Moors: Er Is Zoveel Meer. Hij zou domweg een leugenaar zijn, een jonge charlatan die ten koste van onschuldige mensen zijn zakken vult. De informatie waarmee hij zijn klanten gerust probeert te stellen en die hij
door zou krijgen van 'een andere wereld', zou zonder enige gêne van internet zijn geplukt. En
ook met de door het medium gefotografeerde graancirkels in zijn achtertuin zouden we zijn bedrogen. Gewoon een gevolg van een nacht keihard werken door vader en zoon. WEEKEND nam, op uitnodiging van het medium zelf, de proef op de som ... Een keurige woonwijk in een werkelijk schattig Brabants dorp. Na zo'n beetje alle files van die dag in Nederland te hebben getrotseerd, parkeer ik mijn auto op de oprit van het medium Robbert van den Broeke. Terwijl ik me lichtelijk gespannen - wat staat me allemaal te wachten?
- richting voordeur beweeg, werp ik stiekem een blik achter het huis. Daar gebeurde het dus: de graancirkels ...
Moeder Van den Broeke doet open. Mooi huis. Heel gezellig ook. Thee en koekjes staan klaar
op de salontafel. 'Robbert komt zo: zegt ze. 'Hij is zich aan het voorbereiden.' Achter de computer zeker, flitst het kinderachtig door m'n hoofd. Moeder vertelt dat het gezin afschuwelijke weken achter de rug heeft. 'We zijn er kapot van. Robbert is een dood- en doodgoeie jongen. In het verleden heeft hij veel problemen gekend door zijn 'gave'. Op een gegeven moment was hij er zelfs van overtuigd dat er een steekje aan hem los zat, en wij waren dat eerlijk gezegd ook .. .'
Ze staart naar haar handen en gebaart: 'Wij weten nu dat het niet zo is en dat Robbert over een gave beschikt waarmee hij mensen een kijkje kan laten nemen in die andere wereld. Maar blijkbaar is hem dat niet gegund. Wat de nuchtere Nederlander niet kent, bestaat per definitie niet.'
Robbert komt binnen. Hij schudt me de hand, maar kijkt me niet aan. Ik vraag hoe het met hem gaat. Het medium, dat meteen sympathiek en zelfs een beetje schuchter overkomt, haalt zijn schouders op. Voor het eerst
na de mediahype betreffende
zijn persoon reageert hij: 'Het is verschrikkelijk dat men mij niet gelooft. Dat doet pijn. Ik ben enorm gekwetst. Maar ik kom er wel overheen. Ik ben geen leugenaar, maar een oprecht en eerlijk mens. Dat alleen geeft me de kracht om door te gaan. Net als met dat 'genverbrander'. Ik zweer
op alles wat me lief is, dat ik dat niet van internet heb gehaald. Natuurlijk besef ik heel goed dat ik de schijn tegen heb, maar het
is wel de waarheid. Verder wil ik er niets meer over kwijt. Weet
je, zolang ik mezelf recht in de spiegel aan kan kijken, weet ik dat ik hier sterker uit kom. Veel triester vind ik het echter voor de groep Nederlanders die wél in mij gelooft. Die door deze hetze hun vertrouwen in het leven én in het leven hierna opnieuw verliezen.
Het vertrouwen dat ik ze de afgelopen jaren met al mijn i heb kunnen geven.'
Robbert laat even zijn schou< hangen, maar lijkt zichzelf '" zo snel weer bij elkaar te rap 'Kom, ik zal proberen te be" dat ik geen onzin uitkraam.' We lopen door de keuken ni zijn kantoor. Er branden kaa Vanuit verschillende hoeken de kamer kijken boeddha be< den me aan. Op tafel staat e bordje: Consult 50 euro. In a merking genomen dat een s bij het medium gemiddeld z anderhalf uur in beslag neel lijkt de term 'zakken vullen' niet helemaal op z'n plaats.
Robbert sluit z'n ogen en begint al vrij snel met z'n armen te zwaaien. Een paar minuten later gaat hij er ook zwaar bij ademen. Is het zo erg met me' I kweet niet zo goed waar ik kijken moet en onderwerp het kantoor aan een verdere inspectie. Ik zie geen computer. Nee, zo dom zal hij ook niet zijn. De man, die door een tikfout op internet door de mand zou zijn gevallen - genverbrander moest geneverbrander zijn - gaat onverstoorbaar door. Blijkbaar voelt hij mijn onrust niet. Gelukkig ...
Eindelijk, Robbert krijgt iets door. Ik ben benieuwd. Op de redactie hebben we mijn naam ingetikt op Google. Behoudens een heleboel
zakelijke informatie was er na een paar uur surfen op internet niets te vinden over familieleden die in het hiernamaals verblijven. 'Heb je een overleden familielid met de letters A, N, N, een Anne?' vraagt Robbert. Pfff, ja dat was mijn oma. Robbert knikt: 'Zij is bij jou. Ze is je beschermengel. Anne zegt dat je niet meer hoeft te treuren over haar dood. Ze was op. Ze heeft het goed nu. Anne waakt over je. Je oma had een zwak voor je.'
Klopt als een zwerende vinger. Niemand die mij als kind meer verwende dan m'n oma. Of ik wil of niet, ik word geraakt door wat Robbert zegt. Hij gaat verder. In
nog geen uur tijd passeren álle overleden familieleden de revue. Feilloos, vrijwel onmiddellijk de volledige voornamen noemend, lepelt hij ze op: opa en oom Frans, ome Jaap die zo ziek
was. Maar ook tante Lien, die zoveel humor had, en m'n opa van moeders kant. 'Sommigen: zo vertelt Robbert, 'komen alleen even langs om te bewijzen dat
er leven is na de dood. Anderen maken zich lorgen. Je zou wat assertiever moeten worden.'
Tja ... ik ben in hoge mate
verbaasd. Natuurlijk was mijn
bril door alle verhalen gekleurd. Hoe het ook zij, Robbert komt oprecht over. Het is iemand bij wie je je al snel op je gemak voelt. Is hij een type om mensen te belazeren? En, eerlijk is eerlijk, hij weet wel héél veel. Want Robbert is nog niet klaar. 'Ik krijg een kat door. Een zwarte. Ze was erg ziek. Haar naam begint met een C.' 0 jee, die arme Cooper. Die lieverd. Dertien jaar heb ik van haar mogen genieten. Nog geen maand geleden is ze plotseling gestorven. Hoe weet hij dat in hemelsnaam? 'Het is goed met
de kat: gaat Robbert onverstoorbaar door. 'Ze heeft rust en is bij haar maatje.'
Mijn god, dat moet leland zijn, de andere kat die afgelopen zomer tot mijn grote verdriet onder een auto is gekomen. Ja hoor, Robbert haalt hem naar boven. Tot en met de grote witte vlek
op zijn borst en zijn drie witte pootjes. Of ik een uitvergrote foto van hen samen aan de muur heb hangen? Nee toch, hij heeft toch niet stiekem door de ramen naar binnen gegluurd toen hij wist dat ik kwam? Robbert kijkt me met een voldane glimlach aan: 'Zo, heb ik dat niet even mooi van internet 'Gegoogled' allemaal?' Ik lach beschaamd. Verdorie, hij kan natuurlijk gedachten lezen ...
Robbert vraagt of hij me de
toekomst nog moet voorspellen. Alleen als het leuke dingen
zijn, reageer ik met een vreemd gevoel in m'n hoofd. Hij grinnikt: 'Natuurlijk, zaken waar je niks mee kunt of waar je angstig van kunt worden, zal ik je nooit doorgeven.' Robbert vertelt over de fantastische band die ik met mijn driejarige dochtertje heb en nog verder ga opbouwen. Dat ze zich op muzikaal vlak enorm zal gaan ontwikkelen. En dat zij mij van alle mensen om me heen het allerbeste zal gaan begrijpen. Dát wil een moeder horen. Ik zit bijna te jubelen op mijn stoel.
Maar, ik moet wel oppassen
met melk. 'Ze heeft gevoelige darmen: stelt Robbert. Klopt ook weer! Mijn dochtertje heeft, als gevolg van koemelkallergie, een moeilijke start gehad. En
nog steeds zie ik ondefinieerbare vlekjes in haar gezicht na bijvoorbeeld een flesje Fristie.
Het is genoeg. Ik heb veel stof om over na te denken. Wat is
het waarover Robbert beschikt? Want dat hij iets kan, daarvan ben ik overtuigd. Is het een gave? Ik weet niet hoe je het moet omschrijven. Net zoals we zoveel dingen niet kunnen verklaren
die er om ons heen gebeuren. Misschien over een paarhonderd jaar, wanneer we als gevolg
van de evolutie met z'n allen
in de volgende dimensie zijn aangeland en beschikking krijgen over een groter deel van onze hersenen. Misschien begrijpen
we het dan. Maar waar ik wel mijn hand voor in het vuur durf te steken, is dat Robbert van den Broeke voor de volle honderd procent werkt vanuit zijn hart. Dat hij er bij lange na de persoon niet naar is om een ander te belazeren. En voor de rest?
Dat is aan eenieder zelf om te beoordelen ...