Tnx Flumina, ik snap er nog niet veel van, maar dat komt nog welquote:Op zaterdag 14 januari 2006 23:24 schreef Flumina het volgende:
[..]
Ja. Het kost wel even tijd.
Je gaat uit van een versnelling a, opgebouwd uit twee vectoren:
-een versnelling loodrecht van de cirkel, de aN
-een versnelling evenwijdig aan de raaklijn van de cirkel, de aT
-(dus eT is de vector waar aT langs werkt, enz).
a = dv/dt (bekend toch?) = d(veT)/dt = dv/dt eT + v*d(eT)/dt.
Bij een rechte lijn is eT constant en vervalt de tweede term. Dan blijft er over: a = dv/dt * eT (die eT is puur de lijn waarlangs hij werkt). eT moet je herschrijven naar een functie van een sinus en een cosinus. Na herschrijven en eN invullen (ook als functie van een sinus en cosinus van de hoek phi) volgt:
deT/dt = -eN d(phi)/dt (phi is hoek tussen horizontale as en de eT). Nu moet je dus p(phi)/dt hebben. Zonder bewijs:
d(phi)/dt = v d(phi/ds), s = lengte van de boog. En d(phi)/ds is 1/r.
Ik heb eigenlijk een upload-iets nodig om het e.e.a. inzichtelijker te maken met een plaatje. Nou ja, dit linkje legt het in heel eenvoudige taal uit. Anders kun je ook wikipedia proberen natuurlijk (centripel acceleration). Hier ook een link.
Vergeet mij uitleg en lees dit. Je ziet hieronder (zoals ook op de twee link te zien was) twee situaties van het voorwerp (namelijk een P en een Q). Bij P en Q heeft het voorwerp dezelfde snelheid, maar de snelheidsvector wijst wel naar een andere richting. Dit verschil in richting moet veroorzaakt worden door een verschil in snelheid, die dv genoemd wordt.quote:Op zondag 15 januari 2006 00:40 schreef Pauluzz_U5 het volgende:
[..]
Tnx Flumina, ik snap er nog niet veel van, maar dat komt nog wel![]()
quote:Een baanomloop van Mercurius duurt 88 dagen. De planeet draait in 58.7 dagen om zijn as, dwz de snelheid is 2/3 keer zo groot. Laat zien dat een zonnedag op Mercurius 176 dagen duurt, precies 2 maal zolang als de baanomloop. (Dit verschijnsel wordt resonantie genoemd)
Bedankt Flumina, het is me al een stuk duidelijker, alleen dat laatste wat je zegt... je zegt dat dv = v * d(theta). Is dat nou de snelheidsverandering maal de hoek, of zie ik dat nou helemaal verkeerd.quote:Op zondag 15 januari 2006 02:01 schreef Flumina het volgende:
[..]
Vergeet mij uitleg en lees dit. Je ziet hieronder (zoals ook op de twee link te zien was) twee situaties van het voorwerp (namelijk een P en een Q). Bij P en Q heeft het voorwerp dezelfde snelheid, maar de snelheidsvector wijst wel naar een andere richting. Dit verschil in richting moet veroorzaakt worden door een verschil in snelheid, die dv genoemd wordt.
Die dv, die loodrecht op de beweging staat en naar het middelpunt wijst, is nodig om die cirkelbeweging te maken. Die dv kan geschrijven worden als functie van de hoek, zoals op onderstaande te zien is.
[afbeelding]
dv = v * d(theta). Met andere woorden: dat snelheidverschil is te schrijven als functie van de snelheid zelf vermedigvuldigd met een klein verschil in de hoek theta. Dit geldt alleen trouwens voor kleine hoeken, anders moet je met sinussen gaan kloten.
Nu is versnelling gedefinieerd als dv/dt (snelheid delen door tijd), dus
dv/dt = a = v * d(theta)/dt, het laatste is omega (hoeksnelheid). Dus:
a = v * omega
Omega = v/r. Deze invullen en je hebt:
a = v^2/r
Het is een snelheid * hoekverandering. Een d ervoor betekent een (zeer) klein verschil.quote:Op zondag 15 januari 2006 23:24 schreef Pauluzz_U5 het volgende:
[..]
Bedankt Flumina, het is me al een stuk duidelijker, alleen dat laatste wat je zegt... je zegt dat dv = v * d(theta). Is dat nou de snelheidsverandering maal de hoek, of zie ik dat nou helemaal verkeerd.
tnxquote:Op zondag 15 januari 2006 23:45 schreef Flumina het volgende:
[..]
Het is een snelheid * hoekverandering. Een d ervoor betekent een (zeer) klein verschil.
x(t) = tquote:Op maandag 16 januari 2006 12:05 schreef maniack28 het volgende:
a en b zijn heel simpel, mits je het pad (parametrisatie van y = cosh x) weet.... en die weet ik dus niet... wie helpt me daar even uit?
Per serie achtereenvolgende meetresultaten moet je kijken wat de exponentiële afname is. Exponentieel wil zeggen: steeds met een constante factor. Bij de eerste 2 zal ik het voordoen, de rest kun je dan waarschijnlijk zelf.quote:Jaar | 1975 | 1978 | 1980 | 1984 | 1989 | 1990 | 1992 | 1993 | 1996 | 1997 | 1998
N |15000|11700| 9900 | 7100 | 4700 | 4300 | 3600 | 3500| 3000 | 2800 | 2500
a) -
b) tot welk jaar is er sprake van exponentiële afnamen? geef voor deze periode de formule van N als functie van t. neem t in jaren en t = 0 in 1975. Rond de groeifactor af op 2 decimalen.
a. De drie grootste merken hebben samen een marktaandeel van 34%. 20 moeten daartoe behoren, dus 40 niet. De kans wordt gegeven door 20-boven-60 * (0.34)^20 * (1-0.34)^40. De factor 20-boven-60 zorgt ervoor dat de 20 niet alleen de eerste 20 hoeven te zijn, maar bijvoorbeeld ook de laatste 20, of ergens 10 en later nog eens 10, etc.quote:H5. De binomiale verdeling
53. De drie grootste automerken in nederland zijn opel, volkswagen en Ford. van de auto;s in Nederland is 13% van het merk opel , 12 % van het merk wolkswagen en 9% van het merk Ford.
Nummers vier is Renault met 8% en nummer vijf is peugeot met 7 %. Bereken in vier decimlane nauwkeurig de kans dat van 60 willekeurige aangewezen auto's er
a) precies 20 tot de drie grootste merken behoren
b) 14, 15 of 16 van het merk opel of volkswagen zijn
Gemiddelde kosten zijn totale kosten gedeeld door het aantal stuks. Pas op dat je bij de formule in honderdtallen in moet vullen.quote:62. De dagelijkse kosten bij de productie van een wekkerradio zijn gegeven door de formule K = 1,2q³ - 8q² + 25q + 22. Hierin is K in duizenden gulden en is q het aantal per dag geproduceerde wekkerradio's in honderdtallen. De formule geldt voor
0 <(met = teken eronder) q < (met = teken eronder ) 8
B) hoeveel zijn de gemiddelde kosten per wekkerradio bij een productie van 150 wekkerradio's
c) maak een tabel met differentiequotiënten op [0,a] met a = 1, 2, 4, 5, 6, 7, en 8. WElke betekenis hebben deze differentiequotiënten?
offtopic: Ik was lekker eerstquote:Op dinsdag 17 januari 2006 15:45 schreef doepta het volgende:
Hoi mensen,
Ik heb hier een hele rare opgave voor me:
Elk getal van drie cijfers kun je achterstevoren opschrijven. 176 kun je omdraaien tot 671.
Bepaal alle getallen van drie cijfers die gelijk zijn aan 3 maal hun omgedraaide plus de som van hun cijfers.
Ik snap vooral de laatste zin niet, hoe schrijf je die om tot een formule? En wat moet je dan verder doen?
(Als dit het verkeerde forum/topic ik, hoor ik het graag).
Groeten,
Doepta
Je rekent eerst met y(t) = 1/2 g t^2 eerst de tijd uit hoelang die bal 'onderweg' is. y(t0 = natuurlijk 1 m. Het maakt namelijk niet uit (zonder wrijving iig) of je de bal horizontaal wegschiet of gewoon laat vallen: beide ballen zullen tegelijk aankomen.quote:Op dinsdag 17 januari 2006 13:12 schreef Koewam het volgende:
Een bal wordt met 33 m/s op 1m hoogte weggeslagen. Bereken de horizontaal afgelegde afstand als de bal de grond raakt.
Dit is meer wiskunde, ik kom er friggin' niet uit, hoe vaak ik dit gtedaan heb
Sy(t)= 1/2 x 9,81 x t 2.
1= 1/2 x 9,81 x t 2.
t =s
Sx(t)= 30 x t.
Hoe vind je t?
je bent er bijnaquote:Op dinsdag 17 januari 2006 13:12 schreef Koewam het volgende:
Een bal wordt met 33 m/s op 1m hoogte weggeslagen. Bereken de horizontaal afgelegde afstand als de bal de grond raakt.
Dit is meer wiskunde, ik kom er friggin' niet uit, hoe vaak ik dit gtedaan heb
Sy(t)= 1/2 x 9,81 x t 2.
1= 1/2 x 9,81 x t 2.
t =s
Sx(t)= 30 x t.
Hoe vind je t?
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |