quote:
'Topklasse Nederland gaat in 2008 van start'
26/12/2005 12:30
Iedere vrijdagavond ontmoeten Willem van Hanegem en ik elkaar in een stadion achter de files. En iedere vrijdagavond hopen we de televisiekijkers wat aardigs over de wedstrijd te kunnen melden. Maar tot op heden reden we vanuit Almelo, Den Haag, Roosendaal, Tilburg, Heerlen, Amsterdam, Heerenveen en Rotterdam teleurgesteld naar huis. Het feit dat Ajax, PSV, AZ en SC Heerenveen overwinteren in Europa camoufleert de werkelijke situatie.
Zodra de smaakmakers PSV, Feyenoord en AZ er niet bij betrokken zijn, is de kans op een matige tot slechte wedstrijd groot. Supporters zien dat vaak anders, omdat het clubhart en de spanning het winnen van het analytisch vermogen. Voor de neutrale voetballiefhebber wordt er in Nederland gewoon slecht gevoetbald. De Kromme en ik zijn het wekelijks als die twee Muppets op het balkon roerend met elkaar eens. In de jaren zestig, zeventig en tachtig werd er in de breedte veel beter gevoetbald, tegenwoordig parasiteert het profvoetbal volledig op de smalle nationale top. De echte toppers spelen in het buitenland, modale clubs moeten zich behelpen met de tweede garnituur.
De laatste tien jaar zijn alleen de salarissen van de spelers beter geworden. Dankzij het tien jaar oude Bosman-arrest verdienen topvoetballers in Nederland 500.000 euro per jaar, een gemiddelde speler gaat met 300.000 euro naar huis, terwijl een topspeler uit de eerste divisie ook nog 100.000 euro verdient. De enige die weinig is opgeschoten met het Bosman-arrest is Jean-Marc Bosman zelf. Hij leeft van een uitkering, terwijl honderden voetballers dankzij zijn vastberadenheid miljonair werden.
Voetballers die naar een buitenlandse club gaan hebben daar een legitieme reden voor. In Engeland, Italië, Duitsland en Spanje wordt een veelvoud van de Nederlandse salarissen betaald. Slechts een paar spelers verdienen in Nederland meer dan een miljoen euro per jaar, bij Europese topclubs worden dergelijke bedragen als maandsalaris uitgekeerd. Die concurrentiestrijd in de salarissfeer kunnen de Nederlandse clubs niet winnen, omdat in het buitenland veel hogere televisiegelden worden geïncasseerd. We zullen ons dan ook moeten neerleggen bij een afgeroomde eredivisie.
Dat spelers in de eerste divisie meer verdienen dan een lid van de Tweede Kamer, een kantonrechter, een hoogleraar en een burgemeester van een middelgrote stad, is lachwekkend. De eerste divisie is een verkapte jeugdcompetitie. Er wordt armoedig voetbal gespeeld en het is natuurlijk in strijd met iedere competitiecultuur dat er geen degradatieregeling bestaat.
U zult mij niet betrappen op indianenverhalen over mijn voetbalcarrière, maar enige eerstedivisie-ervaring kan niemand me ontzeggen. Ik speelde met Cambuur Leeuwarden, BV Veendam, Haarlem en MVV in de eerste divisie. Dat was destijds nog een interessante competitie, doordat veel ex-topvoetballers hun carrière begonnen of afbouwden op dat niveau. Zo heb ik nog samengespeeld met Willy Brokamp, Jo Bonfrère, Dick Nanninga, Johan Zuidema, Henny Weering, John Metgod en Gerrie Kleton. En als tegenstanders kwam ik roemruchte namen tegen als Tonny van der Linden, Piet Fransen, Kees Kist, Gert Bals, Guus Hiddink, Huub Stevens, Johan Neeskens, Charley Bosveld, Hans Eijkenbroek, Ronald Spelbos, Co Prins, Fons van Wissen, Frans Bouwmeester en Thijs Libregts.
Sinds voetballers tot de grootverdieners behoren, zijn ze na tien jaar financieel onafhankelijk en hebben ze geen trek meer in wedstrijden tegen Helmond Sport, AGOVV of Eindhoven. Vroeger was de mix tussen jeugdige talenten en routiniers een garantie voor aardig voetbal, tegenwoordig líjkt het vaak niet eens op profvoetbal.
Desondanks is de kwalitatieve kloof met de top van het amateurvoetbal groot. Toch zitten de ambitieuze amateurclubs de bvo’s in de eerste divisie behoorlijk dwars. Via hun businessclubs wordt er grof betaald bij de topamateurs. Sommige verenigingen hebben een indrukwekkend budget om spelers te betalen, ze scouten landelijk en verstrekken lease-auto’s. Die clubs functioneren als volwaardige profclubs, maar blijven liever rommelen in de marge dan daadwerkelijk over te stappen naar de profs, waar ze worden overladen met verplichtingen en KNVB-voorschriften.
Op deze wijze verdergaan heeft geen enkele zin, want dan zitten we in lengte van jaren met een afgeroomde eredivisie, een zwakke eerste divisie en de amateurtop die ver achterblijft. Daarom is de voorzitter van het sectiebestuur betaald voetbal Henk Kesler een voorstander van een degradatieregeling voor de eerste divisie en een topklasse van amateurs die daarop aansluit. Een paar jaar geleden waren de eerstedivisieclubs nog fel tegen, terwijl de meningen bij de amateurs verdeeld waren. Na een slimme lobby, hier en daar wat masseren en zieltjes winnen, lijkt de nieuwe structuur er nu toch te komen. De secties betaald voetbal en amateurvoetbal zijn gezamenlijk een onderzoek gestart om de haalbaarheid van een betere doorstroming in kaart te brengen. Eerstedivisieclubs kunnen straks wel degelijk degraderen na een wanprestatie en er komt een topklasse voor amateurs.
In alle omringende landen bestaat een normale doorstroming, daarom streeft de KNVB naar een meer evenwichtige bedrijfstak. De topklasse moet tot een kwaliteitsimpuls voor het amateurvoetbal en de eerste divisie leiden, waardoor clubs de positie in de voetbalpiramide kunnen innemen die ze op basis van sportieve en financiële kwaliteiten verdienen. Aan het licentiesysteem ten aanzien van veiligheid en accommodaties wordt intussen hard gewerkt. De clubs uit het zaterdag- en zondagvoetbal zullen gezamenlijk de topklasse vormen. Verenigingen die kampioen worden, maar niet willen promoveren, mogen daarvan afzien.
Om de clubs de tijd te geven zich op de eventuele nieuwe situatie voor te bereiden zal een overgangsregeling worden gehanteerd. De KNVB wil in het seizoen 2008/2009 met de topklasse van start gaan. In Zeist zijn de beleidsbepalers tot de conclusie gekomen dat het krachtsverschil tussen clubs een belangrijke indicator voor de aantrekkelijkheid van de competitie vormt. Hoe groter de onvoorspelbaarheid van de uitslagen, des te groter de belangstelling van het publiek en de media. Het ultieme doel is te komen tot een open voetbalpiramide door middel van één of twee topklasse(n). In maart 2006 gaan de profs en de amateurs daar afzonderlijk over vergaderen. In mei 2006 schuiven ze gezamenlijk aan.
De wedstrijden hebben op zaterdagmiddag om 16.00 uur plaats en de KNVB beseft dat de regionale binding en het spelen van derby’s van eminent belang zijn voor clubs uit de toekomstige topklasse. De precieze vormgeving van de promotie- en degradatieregeling, het licentiesysteem en de overgangsregeling zullen de komende maanden worden ontwikkeld. Directeur Edwin Lugt van de Eerste Divisie CV heeft de meerderheid van de clubs weten te overtuigen van het belang van deze reorganisatie.
Binnen het amateurvoetbal zijn de grote verenigingen klaar voor een nieuwe uitdaging, maar denken de omhooggevallen dorpsclubs dat het te hoog gegrepen is voor hun organisatie en sponsors. Het is nu maar te hopen dat de amateurbestuurders niet het eigenbelang laten prevaleren, maar een standpunt innemen dat vooral noodzakelijk is voor het ontwikkeling en welzijn van het totale voetbal.
Johan Derksen