 
			 
			
			
			
																								
												
							SHANGHAI BLUES
Een van de laatste avonden raakten we weer verzeild in een nachtclub, of nachtclub... het was een bordeel waar keiharde muziek werd gedraaid, en overal waar je keek waren Chinese schoolmeisjes, het waren er ontiegelijk veel, het leek of er elke tien minuten een nieuwe buslading werd binnengelaten, ze stonden en hingen en dansten en kronkelden om de mannen heen, met kleverige lipglossmonden en ogen die zwaar waren van de make-up, en op een bepaald moment kroop zo'n meisje op schoot bij Rambo Lin, ze was zestien, vijftien kan ook, ze lachte lief naar hem, ze masseerde zijn schouders, ze schoof Marlboro Lights tussen zijn lippen, ze liet zich door hem betasten en ze was, nou ja, zestien. Of vijftien.
"Ik wil weg," zei ik tegen D. "Ik kan er niet meer tegen."
"Ben je moe?" vroeg hij.
"Ja," zei ik om ervan af te zijn.
"Hier, neem dit." Hij gaf me een pil. "Daar blijf je scherp van. Scherp als een scheermes, het is fantastisch spul."
"Wat is het?"
"Amfetamine," zei hij. "Speed."
"Speed?" zei ik lacherig. "Neem jij speed?"
"Heel af en toe. Alleen als ik scherp moet blijven, on top of it. Eén pil en je kunt de hele wereld weer aan, let maar op."
Ik bestudeerde de pil en vroeg: "Is het niet gevaarlijk?"
"Nadine," zei hij, en hij schonk alvast een glas water voor me in. "Je slikt er één, hooguit twee op een avond. Je krijgt er een boost van, een kick, en that's it. Maak je geen zorgen."
"Zeker?"
"Honderd procent."
Ik leunde achterover in een leren loungebank die aan de rand van de dansvloer stond opgesteld. Gespannen wachtte ik op het effect van de pillen. Ik had er intussen twee geslikt; volgens D. kon er dan niets meer misgaan: "Twee pillen is het beste," had hij gezegd. "Twee is perfect. Je moet wel even rustig blijven zitten tot het zaakje begint te werken." 
Links van mij, aan de bar, stond een groepje Nederlandse mannen zich moed in te drinken met een fles wodka. Ze waren met z'n vieren. Huisvaders, bierbuiken, corduroy broeken met uitgezakte knieën. Gemiddelde leeftijd: achtenveertig. Types die op de plaatselijke hockeyclub een of andere belangrijke bestuursfunctie bekleden, om toch nog een beetje mee te tellen in het leven. Eén van die lamzakken, hij droeg een roze poloshirt, werd steeds losser in de heupen; hij maakte onhandige danspasjes en keek spiedend om zich heen. Maar wat hij verwacht had, namelijk dat de zwartharige Lolita's als vliegen op de stroop zouden afkomen, gebeurde niet. Om precies te zijn gebeurde er helemaal niets. En de bodem van de wodkafles raakte in zicht. Het leek me volkomen terecht. De Chinese schoolmeisjes mogen dan jong en onvolgroeid zijn, ze zijn niet op hun achterhoofd gevallen, dat is duidelijk. 
Toen kreeg het roze poloshirt mij in de peiling. Ik zat al een hele tijd naar hem te kijken, naar hem en zijn drie collega's, en het lag in de lijn der verwachtingen dat hij eerst een flinke hijs wodka zou nemen, om daarna een praatje met me aan te knopen. Eerst praten, daarna dansen, lekker dicht tegen elkaar aan, en een beetje zoenen. De volgende stap was het hotel. 
Hij kwam al naar me toe gelopen. Het was op zichzelf een interessante ervaring om me in de positie van het Chinese schoolmeisje te bevinden; ik leunde bevallig achterover en kromde mijn rug een beetje, zodat mijn borsten goed uit de verf kwamen, die kunst had ik afgekeken bij de Chinese schoolmeisjes, en de man met het roze poloshirt kwam dichterbij; hij was in topvorm. Hij hurkte naast me neer. Toen vroeg hij: "You dance?" en op de achtergrond haalden zijn collega's nog net geen fototoestel tevoorschijn om het historische moment vast te leggen, maar het scheelde weinig. Ze waren echt een avondje uit in Shanghai, de jongens.
"How's your wife?" vroeg ik, waarschijnlijk onder invloed van de speed, want ik was helemaal niet van plan geweest om iets te zeggen. Waarom zei ik dat? Geen idee. Ik was er blijkbaar voor in de stemming; ik werd verrast door mijn eigen stemming, laten we het daar maar op houden. Bovendien zat ik me serieus te vervelen - ik was Daniël al geruime tijd uit het oog verloren, ik werd aan mijn lot overgelaten, dat zat me niet lekker.
"Sorry?" vroeg het poloshirt.
"Your wife," herhaalde ik. "How is she?"
Zijn mond zakte een stukje open. "What's your problem?" En toen, zijn gezicht was vlak bij het mijne, ik voelde zijn warme adem op mijn wang, begon hem iets te dagen: "Are you... Chinese?"
"Nee," zei ik. "Nederlands, net als je eigen vrouw."
Dat was meteen het einde van hun avondje uit. Zo snel kan het gaan. Eerst sta je nog lekker te hijsen aan de bar, jongens onder elkaar, en het volgende moment druip je met z'n vieren af via de zijdeur. Niet dat het mijn schuld was. Ze waren kansloos. Echt kansloos, bedoel ik; kansloos op de betaalde liefdesmarkt - hoe bont moet je het maken om die boot te missen? Zij misten de boot, de vier Nederlandse collega's, zij misten de boot volledig. 
Het was de speed. Dat spul maakte me agressief, opgefokt. Voor hetzelfde geld had die vent me met één armbeweging van de bank gerukt, om me vervolgens een paar schoppen te verkopen met zijn suède gaatjesschoenen. Het was zijn goed recht om achter de Chinese schoolmeisjes aan te gaan; waar maakte ik me druk om?
Daniël was nog steeds nergens te bekennen. Wanneer had ik hem voor het laatst gezien? Een uur, twee uur geleden, hij had me die pilletjes gegeven, en daarna was hij waarschijnlijk met Rambo Lin in een privékamertje verdwenen; je kunt in China geen etablissement betreden of ze hebben er een heleboel deuren en achter die deuren bevinden zich privékamertjes en niemand weet wat er in die privékamertjes gebeurt. 
Ik had een kurkdroge mond, het duizelde me, het ging bergafwaarts met mijn stemming. Om kort te gaan, ik wilde weg. 
Ik ging naar buiten en stapte in een taxi. Naar het hotel. Omhoog met de lift. Mijn kleren hield in aan; ik liet me uitgeput op het bed vallen en ondanks de speed moet ik na een tijdje toch in slaap zijn gedommeld. Niet voor lang, want op een bepaald moment schoot ik wakker; ik hoorde een doffe dreun, en toen ik rechtop ging zitten, stond Daniël aan het voeteneind. Verwilderd. Het duurde even voor ik me realiseerde dat hij zijn woede had afgereageerd op de hotelkamer, op het tv-toestel en de twee Chinese vazen, ongetwijfeld replica's, maar de ravage is er niet minder om als je twee replica's tegen de muur smijt.
"Wat doe je?" vroeg ik. "Wat is er aan de hand?"
"Stelletje kut-Chinezen!" schreeuwde hij. "Dat is er aan de hand! Het is allemaal voor niks geweest, godverdomme," en hij trapte een stoel omver. "Alles voor niks, alles voor niks. Zit ik dáárom een week in dat klote China."
"Is de deal met Rambo Lin misgelopen?" vroeg ik.
"Ze lopen te fucken."
"En nu?"
"Niks." Hij wreef met zijn handen door zijn haar. "Ik pak ze wel terug. Ik knijp ze uit, die kut-Chinezen. Ze zijn nog niet van me af."
"Je hebt de kamer gesloopt," zei ik, en ik beet zenuwachtig op mijn lip. "Kijk nou, je hebt de televisie gemold, en twee -"
"Maak je niet druk," zei hij kortaf.
"Oh." Ik liet me achterover in het kussen vallen. "Dus ik mag niks zeggen. Ik mag -"
"Zeik niet!" schreeuwde hij.
Hij sloeg een kristallen kandelaar stuk tegen de muur. Ik was zo geschrokken dat ik begon te lachen. Het was belachelijk. Absurd. "Daniël," zei ik, en nog een keer: "Daniël," maar hij had zichzelf niet in de hand; in de tussentijd had hij ook nog kans gezien om een schilderij van de muur te rammen, maar ik was al uit bed gesprongen en naar de kast gerend. Snel pakte ik mijn jas en mijn tas, en half struikelend over de omgeschopte stoel bereikte ik de deur. Daniël kwam achter me aan: "Nadine, wat ga je doen, wat ga je godverdomme doen?" 
"Naar huis!" gilde ik. "Ik ga naar huis!"
Hij was sneller dan ik had verwacht; hij greep me bij mijn arm en smeet de deur dicht: "Je kunt niet naar huis. Niet zonder mij. Ik heb de tickets."
Nadat hij me terug de kamer had ingetrokken, gooide hij me op het bed. 
Ik begon te huilen.
Daniël stond even besluiteloos naar me te kijken. Toen kwam hij naast me liggen. Hij sloeg zijn armen om me heen en fluisterde in mijn oor: "Niet doen, niet huilen. Ik ben een klootzak, Nadine. Wat kan ik doen om het goed te maken, zeg dan, zeg wat ik kan doen om het goed te maken."
Later, we lagen in bed, zei Daniël: "Ik heb zo'n godvergeten puinhoop gemaakt van mijn leven, ik vraag me wel eens af... zou ik nog dieper in de shit kunnen zakken?"
Ik leunde achterover in de kussens en keek naar de plek waar eerst de televisie had gestaan.
"Vast wel," zei ik. "Dieper kan altijd."
Daniël streelde mijn been. 
"Wat een puinhoop," zei hij alleen maar.
Naast het bed stond een trolley met daarop een champagnekoeler en wat zilveren dekschalen. We hadden een merkwaardige combinatie van gerechten besteld bij roomservice: een club sandwich, Chinese vissoep, roerei, chocoladetaart, cola en champagne. 
"We moeten onze eerste ruzie vieren," had Daniël gezegd. "Het is een mijlpaal."
Hij voerde mij stukjes chocoladetaart en hij zei: "Mijn huwelijk, de scheiding... die hele ellende heb ik aan mezelf te danken. Het is mijn schuld. Ik heb het zelf gedaan, zelf veroorzaakt, ik heb mijn eigen gezin gesloopt. Wat een klootzak ben ik geweest. Wie doet zoiets? Welke klootzak laat de sloophamer los op zijn eigen gezin? Als ik eraan denk... ik kan er met mijn kop niet bij."
"Je kunt toch terug?" zei ik zacht.
"Terug?" Hij lachte schamper. "Naar Anne-Sophie? Nee, dat is voorbij. Afgelopen. Sommige dingen zijn niet meer glad te strijken. Die zijn kapot, ziek, onherstelbaar beschadigd. We hadden alles, zij en ik. We waren jong, mooi, rijk, veelbelovend, noem maar op. Het kon niet op. Maar we werden ouder, dat gebeurt ongemerkt, we kregen kinderen, banen, huizen, al dat gelazer, en toen was het voorbij. Zo gaat dat. Onze mooie jaren, onze jeugd - het was allemaal voorbij. Het is mijn schuld." Hij streelde mijn wang. "Alles wat ik aanraakte, veranderde in goud. Zo simpel. Het ging helemaal vanzelf, ik hoefde er niets voor te doen. Het geld bleef binnenstromen, het ging met een bloedgang, zo godvergeten hard. Ik was er niet op voorbereid. Dat had niemand me verteld, dat de dingen zo hard kunnen gaan." 
Hij bracht de club sandwich naar zijn mond. "Mijn kinderen," zei hij, terwijl hij een grote hap nam, "ik heb er drie en ik zie ze nooit."
"Dat kun je veranderen," zei ik. "Door mij te ontslaan, om te beginnen."
"Ik wil jou niet kwijt." Hij keek me aan. "Wij lijken op elkaar, vind je niet?"
Ja," zei ik. En na een stilte: "Wanhoop en verlangen."
Hij zei niks. Hij nam nog een hap van de club sandwich. "Ik zou zeggen: roekeloosheid," en nadat hij een tijdje zwijgend voor zich uit had zitten kauwen, vroeg hij: "Proeven?"
"Nee, dank je."
"Roekeloosheid," ging hij weer verder. "Geen regels, geen principes. Voor onze omgeving is het geen pretje. Maar ze kunnen er maar beter aan wennen."
"Nou, bedankt."
"Het hoeft geen tekortkoming te zijn, Nadine." Hij schonk een glas champagne voor me in en reikte het me aan. "Vaak is roekeloosheid een teken van kracht, van karakter. Jij bent niet bang. Jij gaat een mooi leven tegemoet."
"Je doet net alsof jouw leven voorbij is."
"Zo voelt het ook. Voorbij, afgelopen. Het glipt uit je handen waar je bij staat. Het is zo klassiek, het hele verhaal van de carrièrejagers en de kinderen die in de weg lopen, de klotesfeer thuis, het keiharde werken om maar niet naar huis te hoeven...  ik haatte het, Nadine. Ik haatte mijn leven. En soms haat ik het nog steeds."
"Met Kim, bedoel je?"
"Ja, met Kim." Hij kneep zijn ogen stijf dicht en zei: "Die vrouw maakt me stapelgek. Zij is de grootste fout van mijn leven. Een kapitale blunder." Hij draaide zich op zijn zij en keek me lang en intens aan. Toen zei hij: "Ik zit klem. Muurvast. Kim is de dochter van een van mijn grootste financiers. Om je een idee te geven: mijn bedrijf draait voor tachtig procent op de vader van Kim. Tachtig procent! Meer, misschien wel negentig procent."
"Je gaat toch niet met haar vader naar bed?"
Hij stak een sigaret op: "Nee, maar het scheelt niet veel. Die man... het is een simpele ziel, hij heeft maar één doel in zijn leven, en dat is zijn dochter gelukkig maken. Hij aanbidt Kim, hij draagt haar op handen; ze is enigst kind."
"En dat wist je niet toen je eraan begon?"
"Ik wist het," zei hij. "Ik wist het, maar ik dacht niet na. Ik was... Sorry, ik kan je niet alles vertellen. Dat komt nog wel een keer." Hij boog zich naar me toe en fluisterde: "Weet jij hoe het voelt om chantabel te zijn?"
Ik schudde mijn hoofd.
"Precies," zei D. "Dat bedoel ik."
"Zal ik het voor jou uitmaken met Kim?" bood ik aan.
Daniël sloeg zijn armen om me heen en nam me in de houdgreep. Kennelijk had hij zijn glas nog vast, want ik voelde hoe de champagne in stralen over mijn rug liep. "Je bent lief," zei hij, en in één razendsnelle beweging slaagde hij erin mij op mijn buik te draaien, zodat hij de champagne uit mijn nek kon likken, en van mijn schouderbladen. "Kim is mijn probleem," hoorde ik hem zeggen, terwijl zijn tong over mijn rug gleed. "Laat haar maar aan mij over. Beleid, dat is het toverwoord. Het moet met beleid gebeuren, dat is alles." 
"Anders wordt haar vader boos," giechelde ik.
"De man is knetter," zei hij. "Net zo knetter als zijn dochter." 
Daarna ben ik op hem gaan zitten. We waren naakt, dat waren we de hele tijd al, dus dat kwam goed uit. Zijn handen omklemden mijn heupen. Ik keek naar Daniël en naar zijn gesloten ogen en ik dacht: je ziet van een kilometer afstand dat hij wil imponeren. Dat mag, met imponeren is niets mis, zolang je tenminste een aantrekkelijke verschijning bent, anders tuint geen mens erin. Daniël is een méér dan aantrekkelijke verschijning, hij is een rasverleider. Ze tuinen er allemaal in. Ik ook, en ik schaam me er niet voor. Alles wat Daniël aanraakt, verandert in goud. Misschien, dacht ik bij mezelf, verander ik straks ook in goud. 
Het zou me niet eens verbazen. 
[ Bericht 0% gewijzigd door Nadine26 op 21-12-2005 00:24:56 ]