De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit in de praktijk? Onder opvoeding en verzorging valt behalve het verschaffen van voeding en kleding, ook bijvoorbeeld de keuze van de woonplaats, schoolkeuze, de toestemming voor medische behandeling, de beslissing over toetreding tot een kerkgenootschap en het aanvragen van een paspoort. Het beheer van de financiën is ook onderdeel van het gezag. Bij onenigheid over de uitoefening van het gezag, kan men het geschil aan de rechter voorleggen. Uitgangspunt is dat het gezag wordt beoefend in het belang van het kind.
Gezag kan worden uitgeoefend door een ouder of door twee ouders gezamenlijk of door een ouder samen met een derde. Twee personen, die geen van beiden ouder zijn, oefenen niet het gezag uit over een kind, maar hebben de voogdij. Het gezag kan niet door meer dan twee personen tegelijkertijd worden uitgeoefend.
Gezagdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.
Bij overlijden van een van de ouders loopt het gezag van de achterblijvende ouder van rechtswege door. Ouders kunnen voor het geval zij beiden overlijden een voorziening treffen door in hun testament een of twee voogden aan te wijzen. Als de ouders in hun testament geen voogd hebben aangewezen, benoemt de rechter een voogd.
Ook na echtscheiding loopt het gezag van rechtswege door. In uitzonderlijke gevallen kan de rechter op verzoek van beide ouders of een van het het gezag aan een van de ouders opdragen. Indien na echtscheiding het gezag aan een van de ouders is toegekend, opent dat de mogelijkheid dat een nieuwe partner samen met de gezaghebbende ouder het gezag verkrijgt. Hiertoe moet een verzoek aan de rechtbank worden gericht.
En even voor de volledigheid:
In de situatie dat na een echtscheiding het gezag wordt uitgeoefend door een ouder en de nieuwe partner van die ouder en de ouder overlijdt, loopt het gezag van de nieuwe partner vanzelf door, maar heet dat in het vervolg voogdij. De rechtbank kan op verzoek van de andere ouder deze alsnog met het gezag belasten. Deze ouder heeft echter ten opzichte van de nieuwe partner geen voorkeurspositie.
Kortom: ga met een notaris praten om dingen vast te leggen