quote:
Zonder te kloppen meld ik me in de kamer van Ute, helemaal in de nok van het huis. Ze zit in kleermakerszit op haar bed en leest in een tijdschrift.
"Heb je even tijd?" vraag ik.
Ze haalt haar schouders op; ik besluit er een 'ja' in te zien en ga op de rand van haar bed zitten. Aparte sprei heeft ze. Blauw, zelfgehaakt. Ze schijnt van handwerken te houden. En van cactussen, zo te zien. In de vensterbank staat een angstaanjagende collectie stekelplanten en egelachtige bolletjes en vleesetende monsters, dus ik open het gesprek met de vraag: "Heb je groene vingers?"
"Nee," antwoordt ze emotieloos. Ze leest verder.
Ik knik maar een beetje. Het is nog best ingewikkeld om een gesprek op gang te brengen met iemand wier toestand door jouw toedoen 'ernstig verslechterd' is, zo heb ik het tenminste van de tweeling begrepen, maar ik bijt door de zure appel heen en vraag: "Zeg Ute, heb je al plannen voor de Kerstvakantie?"
"Nee."
"Ga je naar je ouders?"
"Nee."
"Zijn je ouders dan van plan om naar Nederland te komen?"
"Nee." Ze werpt me een woedende blik toe. "Mijn ouders en ik hebben met elkaar gebroken."
"O," zeg ik. Dit lijkt me niet het juiste moment om te vragen naar een achtergrondschets van de familiebreuk, daarom vraag ik: "Mag ik hier roken?"
"Als het moet."
"Dat niet. Maar ik heb wel zin in een sigaret."
Zwijgend wijst ze naar het waterglas dat op haar nachtkastje staat, naast alweer zo'n enge cactus. Ik steek een sigaret op en rook. En rook.
Mooi is ze niet, de 22-jarige Ute uit Eichdorf. Toch heeft ze een lief boerenmeisjesgezichtje, met ronde wangen en lichtblond haar. Haar lichaam doet nog het meeste denken aan een grote, sappige rollade. Genoeg mannen hebben er geen enkel probleem mee om naar bed te gaan met een grote, sappige rollade, sommigen fantaseren er zelfs over, dus dat is het punt niet. Het punt is dat Ute haar eigen lichaam haat. De zelfwalging spat ervan af. Je ziet het aan haar hoekige, agressieve manier van bewegen. Aan haar verbeten mondje, zo'n mondje waarvan je denkt: 'Zou ze ergens pijn hebben?' En niet te vergeten aan de vormeloze kleren die ze draagt, en waaronder je van alles vermoedt, een stellagekast, een sjoelbak of wat dan ook, maar in elk geval géén vrouwenlichaam.
Ze wil het allemaal niet weten, Ute. Dat ze heupen heeft, billen en borsten, al die dingen wil ze absoluut niet weten. Ze haat het. Ze trekt 's morgens een grote broek aan, en een grote trui, en ze knijpt haar ogen dicht als ze onder de douche staat. Ik ben er nooit bij geweest, onder de douche bedoel ik, maar ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken dat ze tijdens het inzepen strak voor zich uitkijkt, naar de matglazen douchedeur. Haar maag trekt samen als ze denkt aan haar naakte lichaam, of aan naakte lichamen in het algemeen, of zelfs aan halfnaakte lichamen op een keukentafel. Je had haar blik moeten zien toen ze mij met Daniël betrapte. Het was schokkend. Ik heb nog nooit zoiets gezien. Het was alsof ze verschrikkelijk moest kotsen en huilen en poepen tegelijk.
Toch, als je erover nadenkt, moet ook een meisje als Ute wel eens van een jongen dromen. Misschien niet van een jongen die ze kent, het kan ook een fantasiejongen zijn of een popster of zo, en dat ze dan bepaalde gedachten heeft over hoe dat in zijn werk gaat. Fantasieën misschien. Ze leest de
Freundin en de
Petra en de
Brigitte, dat zijn Duitse meisjestijdschriften over seks: hoe je met subtiele lichaamstaal een jongen kunt verleiden, welke kleren je moet aantrekken voor een spannend afspraakje op het strand, dat soort dingen.
Waarom wil Ute dat weten? Ze heeft helemaal geen spannende afspraakjes op het strand, ze sluit zich 's avonds om half negen op in haar kamer, ze leest meisjesblaadjes, en om elf uur gaat het licht uit. Dat is haar leven. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze geen geheime verlangens heeft, of dat ze niet wacht op een romantische ontmoeting met de jongen die voor haar bestemd is, en die weet dat echte schoonheid van binnenuit komt. Als alles volgens plan verloopt, neemt die jongen haar op een avond vastberaden in zijn armen, terwijl tegen de achtergrond de controuren van de Eiffeltoren te zien zijn, want zo gaat het in de
Petra ook.
Het is dus niet zo moeilijk om te bedenken hoe ik Ute kan bewerken. Ik moet op de proppen komen met iemand die een goede partij voor haar zou kunnen zijn, en toevallig heb ik onlangs een sympathieke kandidaat ontmoet: Wouter, 31 jaar, thuiswonend. Zijn beroep is leraar. Het enige minpuntje is die thuiswonende status, want een man van eenendertig jaar die nog bij zijn moeder woont, daar is waarschijnlijk iets grondig mis mee. Maar je merkt er niet veel van bij Wouter. Hij houdt zich goed in gezelschap, laat ik het zo zeggen, en hij heeft een aantal interessante hobby's, zoals diepzeeduiken en een Japanse gevechtssport ('Aikido') waarbij met stokken wordt gewerkt. Dat compenseert die inwonende moeder een beetje.
Overigens is Wouter de bijlesleraar van JB. Hij heeft hier laatst gegeten. Om eerlijk te zijn zie ik het helemaal zitten tussen die twee. Het kan geen toeval zijn geweest dat Wouter die avond een paar keer langs zijn neus weg informeerde naar 'De au pair... Ute, toch?' Of ze nog erg ziek was, wanneer ze de uitslag van haar laatste ziekenhuisonderzoek kreeg, dat soort zaken wilde hij weten. Toen drong het nog niet tot me door, maar inmiddels weet ik vrij zeker dat ik twee mensen heel gelukkig kan maken. Vier mensen, eigenlijk. Daniël en ik hebben er alleen maar voordeel bij als Ute een onstuimige romance aanknoopt met de bijlesleraar van JB.
Het ziet er dus goed uit.
Als ik een tweede sigaret heb uitgedrukt in het waterglas, is het tijd voor de fontale aanval. Ute zit nog steeds te lezen, maar daar houdt ze onmiddellijk mee op als ik vraag: "Zeg Ute, heb jij wel eens een vriendje gehad?"
Haar mond valt een beetje open. "Nadine!" roept ze, en ze spreekt mijn naam op z'n Duits uit als 'Nah-die-ne'. Daarna slaat ze haar armen beschermend om zich heen.
"Nee dus," zeg ik.
"Hoe weet jij dat nou? Jij weet niks van mijn leven!"
"En, hoe heette hij?" vraag ik. "Of is het nog aan? Ben je verloofd?"
"Nein!" Ze schreeuwt bijna. "Ik heb helemaal geen zin om mijn liefdesleven met jou door te nemen. Dat zijn privézaken! Ik vraag jou toch ook niet naar..." Ze aarzelt; ze durft vast niet over Daniël te beginnen, en inderdaad, ze besluit met: "Het gaat je niks aan."
"Jammer."
"Ja, jammer voor jou."
"En ook een beetje voor jou, Ute."
Ze fronst: "Voor mij? Wat bedoel je?"
"Het is eigenlijk geheim," zeg ik, en ik peil haar reactie. Ze voelt waar ik naartoe wil, ze is één en al aandacht.
"Wat?" Ze kijkt me vragend aan, smekend bijna. "Wat is geheim?"
"Dat jij een stille aanbidder hebt," zeg ik.
"
Wie meinst du?" Voor het eerst lichten haar ogen op. "Aanbidder? Welke aanbidder, ken ik hem?"
"Je kent hem," bouw ik de spanning nog wat op. "Het is een begeerlijke partij, dat kan ik je in elk geval wel zeggen."
"Partij?"
"Man. Het is een man van eenendertig," zeg ik. "En hij is begeerlijk."
Ze zwijgt. Ze hééft het duidelijk niet meer.
"Maar goed, ik zal me verder niet met jouw privéleven bemoeien." Ik pak een tijdschrift van het nachtkastje en schakel over op een ander onderwerp: "
De Brigitte, die hebben wij in Nederland niet. Is het interessant?"
"Nah-die-ne!" roept ze wanhopig. "
Sag mal! Wie is het dan?!"
"Wat?"
"Die aanbidder! Wie is het?"
Ik houd mijn hoofd schuin, alsof ik nadenk, en zeg dan: "Okay. Wouter. Het is Wouter. Of wist je het al?"
"Wouter?" Ze kijkt ongelovig. Of misschien is ze teleurgesteld.
"De knappe bijlesleraar van JB!" doe ik er nog een schepje bovenop.
"Nou ja... knap," zegt ze. En daarna: "
Glaubst du wirklich? Wat zei hij dan? Heeft hij het over mij gehad?"
"Gehad?" roep ik uit. "Ute, hij kan over niets anders praten. Hij is geobsedeerd! Smoorverliefd! Maar hij is erg verlegen, daar moet je wel rekening mee houden. Ik bedoel: hij durft jou zijn liefde niet te verklaren. Ik ben bang dat de bal bij jou ligt."
Ze hoort me al niet meer.
"Wouter..." prevelt ze zachtjes voor zich uit, en waarschijnlijk ziet ze al voor zich hoe ze met de bijlesleraar in Parijs... op een terrasje... hand in hand...
Voordat ik haar weer alleen laat, snijd ik het hete hangijzer aan: "Nog even over laatst, Ute..," begin ik voorzichtig. "Wat ik gedaan heb, in de keuken en zo, daar schaam ik me voor. Dat mag je best weten."
Ze kijkt weg.
"Ik hoop dat je me kunt vergeven."
"Nadine..," zucht ze. "Ik weet niet, hoor."
"Jij bent toch ook wel eens verliefd geweest?" roep ik, en ik gok erop dat het haar eer te na is om 'Nee' te antwoorden.
Goed gegokt.
"Ja... ik snap het ook allemaal wel," zegt ze vaag. "Maar
Mein Gott, Nadine... in dit huis!"
"Ik zal het nooit meer doen."
"Ik hoop het," zegt ze.
"Tot ik jou betrap met Wouter," zeg ik met een lach, terwijl ik naar de deur loop. "Dan spreek ik jou nog, Ute."
Het kan aan mijn verbeelding liggen, maar ik heb het idee dat er een hemelse blik in haar ogen ligt.
[ Bericht 0% gewijzigd door Nadine26 op 07-12-2005 07:58:20 ]