Woensdagmiddag ("jee gaat de tijd zo snel?"). Weer een dag dichterbij het weekend, ofschoon ik mijn komende weekends i.v.m. naderende tentamens eigenlijk geen reden heb mij hierop te verheugen, doet het mij toch glimlachen. De glimlach komt van de bodem van mijn hart, geen gekunstelde glimlach zoals je die vaak tevoorschijn tovert zodra er een semi-bekende voorbij loopt en je groet. Je glimlacht even, groet terug, en zodra de persoon uit je gezichtsveld is en je gezicht moe wordt van dat geforceerd lachen krijg je weer een ernstig gezicht. Ook geen nep-glimlach die je 'opzet' wanneer je gebeld wordt door een vage bekende, waarbij je vrolijk meepraat, maar denkt 'wat moet hij nou weer?!'. Nee, een echte glimlach, en zo zie je ze niet vaak meer, beste mensen.
![]()
De kinderlijke onschuld en oprechtheid straalt ervanaf, in tegenstelling tot:
![]()
Snapt u waar ik heenwil beste lezer? Neen? Awel, ik ook niet helemaal, maar ik wil er maar mee illustreren dat niets in deze wereld is als het lijkt.
Vandaag zo ook weer, het leek zo'n rustige, mooie dag te worden. Het was miezerig weer, ik was vroeg uit de veren en had mijn eerste kopje koffie al achter de kiezen toen ik in de schemering op station Tilburg-West richting de KUB liep. Het station was verder bijna uitgestorven.
In gedachten verzonken baande ik mij een weg door de gevallen herfstbladeren (of in dit geval; winterbladeren), deze bladeren soms enthousiast op de slof nemend. Net op het moment dat ik mij Ruud van Nistelrooij waande in de laatste minuut van de tot dat moment doelpuntloze WK finale van 2006 in en tegen Duitsland, waar ik alleen met de bladeren op de keeper afging, werd mijn fantasie wreed verstoord.
[NB]Nu vragen jullie je natuurlijk af: "scoorde je die winnende nou of niet?!?!?!". Awel de volgende foto die 10 seconden na het hierboven beschreven moment genomen is moet wat dat betreft boekdelen spreken en niets aan de verbeelding overlaten
![]()
[/NB]
Het moment van vreugde werd wreed verstoord door een vreemd, indringend geluid dat ik plots waarnam. Het was het geluid van iemand met ademhalingsproblemen (hou maar eens je hand op je keel en probeer dan te ademen), maar dan met gorchelende geluiden inbegrepen. Verrast, maar toch ook een beetje bang keek ik naar opzij, het geluid kwam uit de metershoge bossen die naast het station gelegen liggen. Ik keek ongeveer zo:
![]()
Opeens hoor ik het ademen dichterbij komen en zie ik dat er een everzwijn verschrikt uit de bosjes komt rennen (waarschijnlijk ook bang van het wezen dat zich daar schuilhield). Ik deins langzaam terug en maak me klaar een lange sprint te trekken naar heel ver van hier. Dan opeens springt er een bosjesman uit de bosjes! Hij staat pardoes voor mijn neus, en begint luid tegen me te schreeuwen:
"HELA! DOEKOE!"
'Sorry meneer ik heb geen geldstukken bij me"
"NNGGGGGG!!!!"
'Wat?'
"AAAAARGH!!!!"
'Gaat het wel goed met u?'
"JIJ LEKKER MAALTIJD!"
'Nee, ik heb geen honger, dank u"
"MEE JIJ! JIJ IN PAN!"
Op dat moment bond hij zo'n groot houtblok om mijn nek, waar ik mijn armen op kon leggen, die bond hij vast. Zo moest ik meelopen naar zijn bosjesfamilie. Ik kookte inmiddels al in mijn sop gaar en had genoeg van deze geintjes. "Luister bosjesaap, ik heb geen tijd voor dit soort grappen, bedaar nu snel en maak me los!". De bosjesman gaf snel toe: "je hebt gelijk! Hier ga nu snel!"
"Bedankt bosjesman, ik zal deze geste nooit vergeten"
"HET GAJE GOED JONGE!"
Ik zag hem toen wegrijden op zijn brommer, hier heb ik nog snel een foto van kunnen maken:
![]()
Nu realiseer ik me pas hoeveel geluk ik heb gehad, ik had wel zo kunnen eindigen zoals je in sommige Asterix strips kunt lezen, dat je eerst in een grote pan wordt gestopt en vervolgens verorberd wordt door kannibalen.
Fin.