Lieske en Ingrid liggen in bed.
Ze weten allebei al wie ze gaan nomineren, en grinniken wat.
Lieske begint op afkeurende toon over Dido, dat zij de grootste ja-knikker is die ze kent, en zo braaf, ze irriteert zich er aan.
Ingrid zegt dat haar ook dingen gaan opvallen.
Dido komt ook in bed, Lieske praat nog even verder over braaf zijn, dat zij rebels wil zijn: lekker de bonen door de kamer smijten. Met z'n allen over het hek klimmen om brood te halen, alleen als iedereen het zou doen.
Dido: "Nou, ik niet. Dan kom je er niet weer in. Maar dat geeft niets, dan botsen we toch lekker?"
Lieske verteld nog wat dingen over haar rebelsheid op school en thuis. Ingrid praat een beetje mee, Dido hoor je niet.
De dames wensen elkaar welterusten.
Het is moeilijk vriendelijkheid weg te geven, het wordt bijna altijd teruggegeven.